Base description which applies to whole site

2. Pakket Belastingplan 2025

Dit is het eerste pakket Belastingplan van het kabinet Schoof. Het pakket Belastingplan 2025 bestaat uit 10 wetsvoorstellen met daarin een breed palet aan (fiscale) maatregelen op verschillende terreinen. Naast de maatregelen met een budgettair effect en technische wijzigingen, wordt voorgesteld een aantal actuele maatschappelijke opgaven aan te pakken. In de wetsvoorstellen in dit pakket zijn onder andere ambities op het terrein van arbeid en inkomen, vereenvoudiging en klimaat uitgewerkt. De plannen voor die thema’s worden hieronder kort toegelicht. Een uitgebreidere toelichting op de afzonderlijke wetsvoorstellen vindt u in de memories van toelichting bij de betreffende wetsvoorstellen.

Samenstelling pakket Belastingplan 2025

Het pakket Belastingplan 2025 bestaat uit de volgende 10 wetsvoorstellen:

  • Wetsvoorstel Belastingplan 2025;

  • Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2025;

  • Wetsvoorstel Belastingplan BES 2025;

  • Wetsvoorstel Wet aanpassing wet minimumbelasting 2024;

  • Wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 (WAFB2025).

  • Wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2025;

  • Wetsvoorstel wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met de koopkrachtondersteuning;

  • Wetsvoorstel Wet tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2025, 2026, en 2027 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon;

  • Wetsvoorstel beëindiging salderingsregeling per 2027;

  • Wetsvoorstel Wet Huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling.

Het pakket Belastingplan 2025 is zo veel mogelijk beperkt tot maatregelen die met ingang van 1 januari 2025 in werking moeten treden of vanwege de uitvoerbaarheid voor die datum in het Staatsblad moeten zijn opgenomen. Andere fiscale maatregelen die met ingang van 1 januari 2026 of later in werking kunnen treden, worden zo veel mogelijk als zelfstandige wetsvoorstellen ingediend of opgenomen in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2026 dat het komende voorjaar bij de Staten-Generaal wordt ingediend. Hierbij zal het doorgaans niet gaan om fiscale maatregelen met budgettair effect.

Arbeid en inkomen

Het borgen van een positieve koopkrachtontwikkeling is een belangrijk onderdeel van het pakket Belastingplan 2025. De maatregelen die het kabinet neemt en de gevolgen daarvan zijn toegelicht in paragraaf 4 van dit algemeen deel van deze memorie. De maatregelen zijn verdeeld over diverse wetsvoorstellen binnen het pakket, waaronder het wetsvoorstel Wet tot wijziging van de Wet op het kindgebonden budget tot intensivering van het kindgebonden budget in verband met de koopkrachtondersteuning, wetsvoorstel Wet tot wijziging van de Algemene nabestaandenwet en de Participatiewet in verband met het in 2025, 2026, en 2027 niet afbouwen van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon en de Wet Huurtoeslag ter verbetering van de koopkracht en vereenvoudiging van de regeling. In aanvulling daarop stelt het kabinet een fiscale oplossing voor voor eenverdieners die onder het sociaal minimum uitkomen voor en een vereenvoudigingsaanpassing van de vervoerskosten aftrek bij specifieke zorgkosten. Het kabinet heeft ook ten doel om de energierekening voor huishoudens te verlagen. Het kabinet stelt daarom voor de energiebelasting op aardgas tot een verbruik van 170.000 m3 te verlagen met 2,8 cent per m3 in 2025. Deze voorgestelde maatregelen zijn eveneens opgenomen in het onderhavige wetsvoorstel.

Vereenvoudiging

De noodzaak tot vereenvoudiging wordt in het maatschappelijke en politieke debat breed gedeeld, vanuit beleidsmatig-, burger-, ondernemers- en uitvoeringsperspectief. In de fiscaliteit is het vaak niet de maatregel die complex is, maar de vele uitzonderingen en regelingen daarbinnen. Het kabinet neemt de conclusies van nieuwe evaluaties van fiscale regelingen serieus. Uitgangspunt is dat bij negatieve evaluaties regelingen worden afgeschaft, versoberd of omgezet in een subsidie. Er wordt vereenvoudiging in de autobelastingen voorgesteld door de voertuigclassificaties in de fiscaliteit aan te laten sluiten bij de definities in het kentekenregister. Daarmee worden definitieverschillen binnen het autobelastingstelsel (belasting van personenauto’s (bpm) en de motorrijtuigenbelasting (mrb) opgeheven. Daarnaast stelt het kabinet een verduidelijking inzake de aftrek van kosten en lasten die verband houden met een niet-zelfstandige werkruimte in een tot het ondernemingsvermogen behorende woning voor. Daarnaast wordt ook de aftrek van specifieke zorgkosten vereenvoudigd. In lijn met het hoofdlijnenakkoord stelt het kabinet voor het verlaagde btw-tarief voor het verstrekken van logies binnen het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf en voor bepaalde culturele goederen en diensten af te schaffen met ingang van het jaar 2026. Deze vereenvoudigingen maken deze aftrekposten minder discussiegevoelig voor de uitvoering en daarnaast wordt ook beoogd dat het invullen van deze kostenposten in de aangifte eenvoudiger is voor de burger.

Klimaat

Er wordt er een separaat energiebelastingtarief voor waterstof geïntroduceerd. Dit tarief zal lager zijn dan het energiebelastingtarief op aardgas en met deze fiscale prikkel beoogd het kabinet een opschaling van de waterstofmarkt. Verder wordt er voorgesteld de vrijstellingen voor duaal gebruik van kolen en non-energetisch gebruik van kolen per 2027 af te schaffen. Dit draagt bij aan het beleidsdoel om kolengebruik in Nederland grotendeels uit te faseren. Voor de glastuinbouw wordt er in het onderhavige wetsvoorstel een meer concrete definitie over de norm wanneer er sprake is van een energiebedrijf voor de glastuinbouw voorgesteld, er wordt een vrijstelling voor gebruik van aardgas uit hernieuwbare bronnen geïntroduceerd en het originele tariefpad uit de eerder aangenomen Wet fiscale maatregelen glastuinbouw (FKM Glastuinbouw)1 wordt aangepast.

Hoofdlijnenakkoord

In het Hoofdlijnenakkoord2 heeft het kabinet-Schoof diverse fiscale maatregelen aangekondigd. Het overgrote deel daarvan is opgenomen in het wetsvoorstel BP 2025. Dit zijn bijvoorbeeld de aangekondigde btw-maatregelen, het beperken van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en het terugdraaien van de voorgenomen wijzigingen in de inkoopfaciliteit eigen aandelen voor de dividendbelasting. Verder wordt er voorgesteld het tarief van de tweede schijf in box 2 te verlagen. Daarnaast wordt de accijnsverlaging brandstoffen verlengd tot en met 2025 en wordt de kansspelbelasting verhoogd.

Spreiding van wetgeving

Het kabinet hecht aan spreiding van fiscale wetgeving. Een ruime, reële voorbereidingstijd voor nieuwe wetgeving en de gelegenheid voor beide Kamers om daar zorgvuldig naar te kijken, komt de kwaliteit ten goede. Kamerleden van beide Kamers en diverse adviesorganen vragen hier ook al geruime tijd terecht aandacht voor.

Daarom hanteert het kabinet de volgende uitgangspunten voor fiscale wetgeving:

  • 1) De beleidsmatig meest ingrijpende en voorzienbare wetsvoorstellen over de kabinetsperiode spreiden en als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject indienen.

  • 2) Minder beleidsmatig en meer technische en kleinere fiscale wijzigingen opnemen in een fiscale verzamelwet, die als zelfstandig wetsvoorstel met een eigen regulier wetgevingstraject in het voorjaar wordt ingediend.

  • 3) Fiscale wetgeving opnemen in een pakket Belastingplan als een van de volgende omstandigheden speelt:

    • Er bestaat een budgettaire samenhang met de begroting van volgend jaar.

    • Er bestaat een Europeesrechtelijke verplichting voor een bepaalde inwerkingtredingsdatum die niet met een regulier wetgevingstraject gehaald kan worden.

    • Er bestaat noodzaak om de gevolgen van een arrest zo snel mogelijk te repareren.

    • Het is voor de uitvoering van belang dat de betreffende wetgeving tijdig is aangenomen door beide Kamers zodat het op een bepaald moment uitgevoerd kan worden.

    • Het is noodzakelijk dat een urgent probleem opgelost wordt.

    • De maatregel zorgt voor een aanzienlijke verbetering in de uitvoering.

Deze uitgangspunten zijn ook bij de planning van de fiscale wetgeving uit het hoofdlijnenakkoord gehanteerd.

Brede welvaart

Jaarlijks bestaat het pakket Belastingplan uit een breed palet aan (fiscale) maatregelen op verschillende terreinen. Daarbij ligt doorgaans de nadruk op maatregelen met een budgettair effect en technische wijzigingen die op 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar ingaan. Deze maatregelen dragen ook bij aan de aanpak van maatschappelijke opgaven. Recente belastingplanpakketten bevatten bijvoorbeeld voorstellen op het terrein van arbeid en inkomen, vereenvoudiging, klimaat, vermogen, wonen en gezondheid. Daarbij is het een uitdaging om vooruitgang uit te drukken in andere vormen dan economische groei en materiële welvaart. Het kabinet onderschrijft daarom de toegevoegde informatiewaarde van brede welvaart. In het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023 heeft het kabinet een uitgebreid overzicht van de ontwikkeling van brede welvaart geschetst, op basis van de Monitor Brede Welvaart van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS).3

Verzamelwetsvoorstellen

Het onderhavige wetsvoorstel is een inhoudelijk verzamelwetsvoorstel en voldoet aan de criteria uit de notitie Verzamelwetgeving4 en aanwijzing 6.45 uit de Aanwijzingen voor de regelgeving. In het onderhavige wetsvoorstel is sprake van budgettaire, thematische en-/ of uitvoeringstechnische samenhang. Zo wordt de opbrengst van bepaalde maatregelen gebruikt als dekking voor andere maatregelen. Het wetsvoorstel bestaat uit verschillende maatregelen die te klein zijn om als zelfstandig wetsvoorstel in te dienen. Het is op voorhand niet de verwachting dat een van de onderdelen van dit wetsvoorstel dermate politiek omstreden is dat een goede parlementaire behandeling van andere onderdelen in het geding komt.

Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016

Artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 schrijft voor dat beleidsvoorstellen aan de Tweede Kamer dienen te zijn voorzien van een toelichting op nagestreefde doelstellingen, doeltreffendheid en doelmatigheid, beleidsinstrumentarium, financiële gevolgen voor het rijk en een evaluatieparagraaf. De afwegingskaders waarin voornoemde toelichting op de beleidskeuzes van het kabinet, per in dit wetsvoorstel opgenomen maatregel, worden beschreven, zijn toegevoegd als bijlage bij het pakket Belastingplan 2025.

2

Kamerstukken II 2023/24, 36 471, nr. 37, bijlage «Hoofdlijnenakkoord HOOP, LEF EN TROTS».

3

Financieel Jaarverslag van het Rijk 2022; Monitor Brede Welvaart & SDG’s 2023.

4

Kamerstukken I 2010/11, 32 500 VI, M.

5

Aanwijzing 6.4 Toelaatbaarheid verzamelwetten (kcbr.nl).

Licence