Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van de Wet Belastingwet BES (Belastingwet BES) (32 189), tot wet is of wordt verheven en in werking is getreden of treedt, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 8.87 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Onverminderd de verplichtingen, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, zijn de bij of krachtens de belastingwet aan te wijzen administratieplichtigen gehouden de bij of krachtens de belastingwet aan te wijzen gegevens en inlichtingen waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn eigener beweging te verstrekken aan de inspecteur volgens bij of krachtens de belastingwet te stellen regels.
B
In artikel 8.124, eerste lid, wordt «tot nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit» vervangen door: tot uitvoering van.
C
Artikel 8.129, derde lid, komt te luiden:
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden administratieplichtigen aangewezen die gehouden zijn eigener beweging bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens en inlichtingen te verstrekken aan onze Minister met het oog op de uitvoering van regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing en invordering van belastingen.
D
Artikel 8.134 komt te luiden:
Artikel 8.134 Begrenzingen verlenen bijstand
1. Onze Minister verstrekt geen inlichtingen indien de verstrekking daarvan niet strekt tot uitvoering van regelingen van internationaal en interregionaal recht tot het verlenen van wederzijdse bijstand bij de heffing van belastingen, alsmede renten daarover en bestuursrechtelijke sancties en boeten die daarmee verband houden.
2. Onze Minister behoeft geen inlichtingen te verstrekken indien:
a. de openbare orde van de BES eilanden zich daartegen verzet;
b. die inlichtingen op de BES eilanden krachtens wettelijke bepalingen of op grond van de administratieve praktijk niet zouden kunnen worden verkregen voor de heffing en invordering belastingen, alsmede voor de renten daarover of bestuursrechtelijke sancties of boeten die daarmee verband houden;
c. aannemelijk is dat de bevoegde autoriteit in de eigen staat niet eerst de gebruikelijke mogelijkheden voor het verkrijgen van de door haar gevraagde inlichtingen heeft benut, die zij in de gegeven situatie had kunnen benutten zonder het beoogde resultaat in gevaar te brengen;
d. de bevoegde autoriteit voor wie de inlichtingen zouden zijn bestemd, niet bevoegd of in staat is Onze Minister soortgelijke inlichtingen te verstrekken;
e. daarmee een commercieel, een industrieel of een beroepsgeheim zou worden onthuld;
f. de verstrekking strijdig zou zijn met algemeen aanvaarde beginselen van belastingheffing of overige begrenzingen die voortvloeien uit de van toepassing zijnde bepalingen van internationaal en interregionaal recht.
ARTIKEL XXX
Ingeval de samenloop van wetten die in 2010 in het Staatsblad zijn of worden gepubliceerd en wijzigingen aanbrengen in één of meer belastingwetten, niet of niet juist is geregeld, of indien als gevolg van die samenloop onjuistheden ontstaan in de aanduiding van artikelen, artikelonderdelen, verwijzingen en dergelijke in de desbetreffende wetten, kunnen die wetten op dit punt bij ministeriële regeling worden gewijzigd.
ARTIKEL XXXI
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat:
a. artikel I, onderdelen A, B, F, G en H, eerst toepassing vindt nadat artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van het kalenderjaar 2011 is toegepast;
b. artikel IV, onderdelen A en B, eerst toepassing vindt nadat artikel 20a, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 20b, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2011 is toegepast;
c. artikel IV, onderdelen D en E, eerst toepassing vindt nadat artikel 22d van de Wet op de loonbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 2011 is toegepast.
2. Artikel XIX werkt terug tot en met 1 oktober 2010.
3. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen XXIV en XXV, onderdelen B, C, D en E, in werking met ingang van 31 december 2010.