Base description which applies to whole site

15 OPVOLGING INTERDEPARTEMENTALE BELEIDSONDERZOEKEN (IBO'S)

Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.

Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's van de rondes 2021/2022 en 2022/2023 op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.

Ronde 2022/2023

In de ronde 2022/2023 vonden IBO’s plaats naar Klimaat, Biodiversiteit en de Toekomstbestendigheid van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).

Klimaat

Het IBO-rapport «Scherpe doelen, scherpe keuzes» is op 13 maart 2023 direct na afronding, zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.1 Dit voorjaar heeft het kabinet een besluit genomen over een integraal pakket aanvullende klimaatmaatregelen, waarbij zowel is gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (via het Klimaatfonds). Daarin zijn de resultaten van dit IBO meegenomen.2

Biodiversiteit

Op 5 september 2023 is het IBO-rapport «Snel aan de slag!» aan de Tweede Kamer aangeboden.3 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Toekomstbestendigheid van het mbo

Op 13 november 2023 is het IBO-rapport «Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen» aan de Tweede Kamer aangeboden.4 Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Ronde 2021/2022

In de ronde 2021/2022 vonden IBO’s plaats naar Vermogensverdeling, Publieke investeringen, Jeugdcriminaliteit, Sturing op kwaliteit van onderwijs, Ouderenzorg en Vereenvoudiging sociale zekerheid.

Vermogensverdeling

Het IBO-rapport «Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling» is direct na het gereedkomen op 8 juli 2022 aan de Tweede Kamer aangeboden.5 De kabinetsreactie volgde bij Prinsjesdag 2022 (20 september 2022), zoals aangegeven bij de aanbieding van het rapport aan de Tweede Kamer.6 In de Voorjaarsnota 2022 kondigde het demissionaire kabinet aan op basis van dit IBO en de evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te kijken naar de wijze waarop de verhouding tussen lasten op vermogen en arbeid meer in balans kan worden gebracht.7 Hierbij is een gefaseerde aanpak gehanteerd. Met het pakket aan maatregelen in het Belastingplan 2023 heeft het kabinet een belangrijke stap gezet in het evenwichtiger belasten van inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen en in het herstel van het globale evenwicht in de belasting van verschillende werkenden.8 Daarnaast heeft het demissionaire kabinet zichzelf bij de Miljoenennota 2023 een taakopdracht gegeven om met de aanpak van belastingconstructies en negatief geëvalueerde fiscale regelingen structureel 550 miljoen euro extra belastingontvangsten te realiseren. Daarbij is aangegeven dat het tarief eerste schijf van de inkomstenbelasting (TES) geldt als placeholder voor de taakstellende opdracht. In het Belastingplan 2023 is een eerste concrete stap gezet in het aanpakken van belastingconstructies door voor periodieke giften een plafond in te voeren van 250 duizend euro.9 Het kabinet heeft de taakstellende opdracht bij Belastingplan 2024 grotendeels op structurele basis kunnen invullen. Van de taakstellende 550 miljoen euro resteert een bedrag van 71 miljoen euro dat wordt gedekt door een stapsgewijze verhoging van het TES.10 In de brief «Aanpak belastingconstructies en fiscale regelingen» die op 19 september jl. aan de Tweede Kamer is gestuurd is uitgebreid ingegaan op zowel de invulling van de taakopdracht als de uitkomsten van de inventarisatie naar belastingconstructies. Daarnaast is een lijst van belastingconstructies als bijlage bij de Voorjaarsnota 2023 gevoegd. Ook werkt het kabinet aan continue verbetering van benodigde data voor monitoring en evaluaties. Tot slot acht het demissionair kabinet het van belang om voortdurend kritisch te blijven kijken naar het belastingstelsel. Daartoe heeft het kabinet op Prinsjesdag 2023 de taakopdracht «Bouwstenen voor een beter en eenvoudiger belastingstelsel» naar de Kamer gestuurd. Een interdepartementale werkgroep onder leiding van een onafhankelijke voorzitter heeft begin 2023 het rapport «Belastingen in maatschappelijk perspectief - Bouwstenen voor een beter belastingstelsel» opgeleverd.11 Het rapport gaat ook in op de mogelijkheden om inkomen uit werk en inkomen uit verschillende vermogensvormen neutraler te behandelen. Tot slot heeft het demissionair kabinet verdere stappen gezet in het vormgeven van een box 3 stelsel op basis van werkelijk rendement en daartoe in het najaar van 2023 een wetsvoorstel in consultatie gebracht.12 Op basis van deze consultatie heeft het kabinet het wetsvoorstel op een aantal punten aangepast.13 Het belasten van het werkelijk rendement op vermogen in box 3 volgt uit het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV en wordt omarmd door het IBO en past bij een evenwichtiger belastingstelsel.

Publieke investeringen

Het IBO-rapport «Waar voor ons geld» is op 18 juli 2022 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.14 Hierin kondigde de minister van Financiën aan dat de werkwijze en de instrumenten overprogrammering en het investeringsplafond worden geëvalueerd om te borgen dat het doel van het beleid centraal staat. Daarnaast meldde het kabinet voornemens te zijn in de departementale begrotingen, jaarverslagen, de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk te rapporteren over investeringen uit het Coalitieakkoord die onder het investeringsplafond vallen. In de Miljoenennota 2023 is dit voornemen tot uitvoering gebracht in Bijlage 1. Tot slot zei het kabinet toe bij de wetvoorstellen en de bijbehorende memorie van toelichting voor het Klimaatfonds en het Transitiefonds heldere keuzes maken over de vormgeving van de fondsen. In antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede Kamer is nog verder ingegaan op de aanbevelingen van het IBO en de toezeggingen in de kabinetsreactie.15

Jeugdcriminaliteit

Het IBO-rapport «Werken aan effectievere detentie van jeugdigen» is op 24 februari 2023 met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden.16 In de kabinetsreactie wordt door de minister voor Rechtsbescherming onder andere aangekondigd dat wordt ingezet op het naar binnen halen van zorgpartners die voorafgaand aan de vrijheidsbeneming betrokken zijn. In 2023 is hier invulling aan gegeven doordat DJI een beleidskader heeft opgesteld voor de zogeheten basisafdeling in Justitiële jeugdinrichtingen (JJI) waarbij de focus ligt op het mogelijk maken van passende zorg en begeleiding bij uitstroom. Daarnaast zijn er verschillende aanvullende verkenningen uitgevoerd. Dit heeft onder andere geleid tot de handreiking «Zo krijg je samen zicht op jongeren» van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), welke gericht is op vroegsignalering van jongeren die dreigen af te glijden naar het criminele milieu. Ook wordt samengewerkt met OCW, bijvoorbeeld voor het aanstellen van een tijdelijke landelijke coördinator die de samenwerking tussen JJI’s en mbo-instellingen faciliteert. Op 7 juli 2023 is de kamerbrief brede preventieaanpak jeugdcriminaliteit verstuurd.17 Hierin wordt o.a. extra geïntensiveerd in de domeinoverstijgende en gebiedsgerichte preventieve aanpak jeugdcriminaliteit. Dit sluit ook aan bij de aanbevelingen uit het IBO om de inzet van preventie te stroomlijnen en vroegsignalering te verbeteren.

Sturing op kwaliteit van onderwijs

Op 18 april 2022 is het IBO-rapport «Koersen op kwaliteit en kansengelijkheid» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie geeft de minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs zijn visie op de sturing op onderwijskwaliteit en kansengelijkheid in het funderend onderwijs. Daarbij kijkt hij ook naar de grote samenhangende sturingsvraagstukken op het gebied van bekostiging, zeggenschap en arbeidsvoorwaardenvorming.18 In 2024 komt de minister met een brief met daarin de uitwerking van deze visie.

Ouderenzorg

Op 3 juli 2022 is het IBO-rapport «Niets doen is geen optie» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit IBO is een aantal keuzes in beeld gebracht om de beheersbaarheid van de ouderenzorg te vergroten, zowel op financieel, personeel als maatschappelijk vlak. Het rapport brengt bestaande inzichten in kaart en vult deze aan met analyses, beleidsopties en aanbevelingen. In de kabinetsreactie wordt het advies om nader onderzoek te doen ter harte genomen. Er wordt onder andere onderzocht of ouderenzorg onder kan worden gebracht in een ander domein en welke interventies effectief zijn.19

Vereenvoudiging sociale zekerheid

Op 9 juni 2023 is het IBO-rapport «Moeilijk makkelijker maken» met kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie wordt de noodzaak om het sociaal vangnet eenvoudiger te maken onderschreven. In deze reactie wordt een nieuw interdepartementaal programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor mensen (VIM) aangekondigd. Dit programma heeft als doel om, samen met uitvoerders en gemeenten, tot scenario’s te komen voor een eenvoudigere inkomensondersteuning op de lange termijn. Ook pakt het programma knelpunten op die ontstaan als mensen te maken hebben met een samenloop van regelingen. Daarnaast werkte het kabinet aan de renovatie van bestaande regelingen en de dienstverlening. Verkend wordt hoe het arbeidsongeschiktheidsstelsel, de kindregelingen, de Participatiewet en de Werkloosheidswet in de toekomst vereenvoudigd kunnen worden. Ook wordt de handhaving herijkt.20

1

Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1177.

2

Kamerstukken II, 2022-2023, 32 813, nr. 1230.

3

Kamerstukken II, 2022-2023, 26 407, nr. 149.

4

Kamerstukken II, 2023-2024, 31 524, nr. 590.

5

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925 IX, nr. 38.

6

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

7

Kamerstukken II, 2021-2022, 36 120, nr. 1.

8

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 6 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 4.

9

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 202, nr. 15 en Kamerstukken II, 2022-2023, 36 200 IX, nr. 47.

10

Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 175.

11

Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 180.

12

Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 170.

13

Kamerstukken II, 2023-2024, 32 140, nr. 179.

14

Kamerstukken II, 2021-2022, 35 925, nr. 173.

15

Kamerstukken II, 2022-2023, 36 410, nr. 85.

16

Kamerstukken II, 2022-2023, 28 741, nr. 92.

17

Kamerstukken II, 2022-2023, 28 741, nr. 106.

18

Kamerstukken II, 2022-2023, 31 293, nr. 669.

19

Kamerstukken II, 2022-2023, 29 389, nr. 118.

20

Kamerstukken II, 2022-2023, 29 362, nr. 328.

Licence