-
1. Een tegemoetkoming ingevolge de op de artikelen 3, eerste lid, en 9 van de Kaderwet SZW-subsidies en artikel 32d, tweede lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen gebaseerde regeling voor flexibele arbeidskrachten in het kader van de coronacrisis wordt aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
2. Met betrekking tot de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, is het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, inhoudingsplichtige als bedoeld in artikel 6 van de Wet op de loonbelasting 1964.
-
3. In afwijking van artikel 23, eerste en tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 58, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen kan de standaardloonheffingskorting, bedoeld in artikel 21c van de Wet op de loonbelasting 1964, met betrekking tot de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, ook worden toegepast ingeval daartoe geen verzoek is gedaan of ingeval de standaardloonheffingskorting reeds tegenover een andere inhoudingsplichtige is toegepast.