De Wet belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 47, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel x vervalt «, waarvan de aansluiting zich bevindt in een postcodegebied».
2. De onderdelen v, w, y en z vervallen, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel x door een punt en onder verlettering van onderdeel x tot v.
B
Aan artikel 47, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel v door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
- w. walstroominstallatie:
-
een installatie aan land met een zelfstandige aansluiting die het mogelijk maakt om schepen die zijn afgemeerd te voorzien van elektriciteit die afkomstig is van een distributienet.
C
Artikel 59a vervalt.
D
Artikel 59b vervalt.
E
In artikel 59c wordt «blijven de artikelen 59a en 59b» vervangen door «blijven de bepalingen gesteld bij of krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen v tot en met z, artikel 59a en artikel 59b».
F
Na artikel 60a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 60b
-
1. In afwijking van artikel 59, eerste lid, onderdeel c, bedraagt het tarief voor elektriciteit die wordt geleverd aan een walstroominstallatie die geheel of nagenoeg geheel bestemd is voor schepen niet zijnde particuliere pleziervaartuigen als bedoeld in artikel 70a, derde lid, per kWh € 0,0005.
-
2. Het tarief, genoemd in het eerste lid, is niet van toepassing als de verbruiker een onderneming in moeilijkheden is.
-
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorwaarden en beperkingen worden gesteld waaronder het tarief, genoemd in het eerste lid, wordt toegepast en worden nadere regels gesteld ter vaststelling wanneer de verbruiker moet worden aangemerkt als een onderneming in moeilijkheden.
-
4. Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.
ARTIKEL XXXII
De bepalingen gesteld bij of krachtens artikel 47, eerste lid, onderdelen v tot en met z, artikel 59a en artikel 59b van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals die artikelen luidden op 31 december 2020, blijven van toepassing op een vóór 1 januari 2021 gedaan verzoek tot aanwijzing en op de aanwijzing, bedoeld in artikel 59a, eerste lid, van die wet, zoals dat artikel luidde op 31 december 2020. Indien een beslissing op een verzoek als bedoeld in de vorige zin op of na 1 januari 2021 wordt genomen, is voor de toepassing van artikel 59c van die wet het tijdstip van aanwijzing 31 december 2020.
ARTIKEL XXXIII
Tot de opbrengst van onderneming en arbeid, bedoeld in artikel 6 van de Wet inkomstenbelasting BES, behoort niet:
-
a. een tegemoetkoming voor ondernemers van getroffen sectoren die op aanvraag wordt verstrekt door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat in verband met een in de periode van 13 maart 2020 tot en met 12 juni 2020 verwacht omzetverlies als gevolg van de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19;
-
b. een subsidie die aan een door de maatregelen ter bestrijding van de verdere verspreiding van COVID-19 getroffen onderneming op aanvraag wordt verstrekt door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, met als doel deze onderneming in staat te stellen in de periode van 1 juni 2020 tot en met 30 september 2020 de vaste lasten te betalen.