Base description which applies to whole site

ARTIKEL VI

De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 13bis, tweede lid, wordt «€ 2.400» vervangen door «€ 2.100».

B

In artikel 22a, tweede lid, onderdeel d, wordt «6%» vervangen door «5,86%».

C

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel j door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • k. thuiswerken in het kader van de dienstbetrekking tot € 2 per thuiswerkdag, daaronder begrepen een gedeelte van een thuiswerkdag, met dien verstande dat ingeval voor thuiswerken een vaste vergoeding wordt gegeven aan een werknemer die op ten minste 128 dagen per kalenderjaar thuiswerkt, deze vergoeding mag worden berekend alsof de werknemer op ten hoogste 214 dagen per kalenderjaar thuiswerkt.

2. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Voor de berekening van de in het tweede lid, onderdelen a en k, bedoelde vaste vergoeding ter zake van vervoer, onderscheidenlijk thuiswerken, worden de in die onderdelen genoemde aantallen dagen:

    • a. vermenigvuldigd met vier vijfde, drie vijfde, twee vijfde of een vijfde ingeval de werknemer in de regel vier dagen, drie dagen, twee dagen, onderscheidenlijk een dag, per week naar een vaste plaats van werkzaamheden reist, onderscheidenlijk thuiswerkt;

    • b. naar tijdsgelang herrekend bij het aanvangen of beëindigen van de betreffende vergoeding, dan wel bij een wijziging in de grondslag voor de berekening van de vergoeding, in de loop van het kalenderjaar.

3. Onder vernummering van het twaalfde tot en met veertiende lid tot veertiende tot en met zestiende lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 12. Indien op een dag zowel naar een vaste plaats van werkzaamheden wordt gereisd als wordt thuisgewerkt kan voor die dag slechts een van de vergoedingen of verstrekkingen ter zake of in de vorm van vervoer in het kader van de dienstbetrekking naar een vaste plaats van werkzaamheden als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onderscheidenlijk thuiswerken in het kader van de dienstbetrekking als bedoeld in het tweede lid, onderdeel k, worden gegeven. Indien op een dag naar een vaste plaats van werkzaamheden wordt gereisd met een door de inhoudingsplichtige ter beschikking gestelde auto als bedoeld in artikel 13bis, kan voor die dag niet een vergoeding of verstrekking ter zake of in de vorm van thuiswerken in het kader van de dienstbetrekking als bedoeld in het tweede lid, onderdeel k, worden gegeven.

  • 13. Bij het begin van het kalenderjaar wordt het in het tweede lid, onderdeel k, genoemde bedrag bij ministeriële regeling vervangen door een ander bedrag. Dit bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

D

Artikel 35o, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Artikel 12a, derde, vierde en tiende lid, vervalt met ingang van 1 januari 2023.

ARTIKEL VII

De vrije ruimte, bedoeld in artikel 31a, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964, bedraagt voor het kalenderjaar 2021, in afwijking van de in dat kalenderjaar geldende tekst van die wet:

  • a. 3% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b van die wet belasting wordt geheven met een maximum van € 12.000, vermeerderd met:

  • b. 1,18% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b van die wet belasting wordt geheven voor zover dat loon meer bedraagt dan € 400.000.

Licence