Als de Tweede Kamer een begroting heeft geautoriseerd weet een bewindspersoon wat hij of zij maximaal kan uitgeven in dat jaar. In sommige gevallen kan of hoeft een bewindspersoon niet het gehele budget te gebruiken om de doelstellingen te behalen. Dan is er sprake van onderuitputting van de begroting.
Departementen kunnen de onderuitputting op hun begrotingen via de zogenoemde eindejaarsmarge (deels) meenemen naar het volgende begrotingsjaar en dan gebruiken voor vertraagde uitgaven of incidentele budgettaire problemen. Dit bedrag mag niet groter zijn dan één procent van de departementale begroting. De Kamer krijgt van het kabinet informatie over deze eindejaarsmarges en de inzet ervan via de eerste suppletoire begrotingswetten.
Het beeld van Infrastructuur en Milieu (IenM) laat een onderuitputting zien van 736 miljoen euro in 2016, zoals ook tabel 2.3.2 vermeldt. Vertragingen in infrastructurele projecten hebben geleid tot onderuitputting van 550 miljoen euro op het Infrastructuurfonds en 127 miljoen euro op het Deltafonds. Dit geld gebruikt IenM in latere jaren om projecten alsnog te financieren. Daarnaast valt 40 miljoen euro te verklaren doordat vorig jaar geen nieuw regeringsvliegtuig is gekocht, terwijl het kabinet daarvoor wel een reservering had aangelegd op de begroting van IenM. Dat geld blijft voorhanden in 2017. De oorzaken van de vertragingen heeft de Minister van IenM gedeeld met het parlement.6
Binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) heeft het kabinet 85 miljoen euro minder besteed aan opvang in de regio dan geraamd en 46 miljoen euro minder aan het Dutch Relief Fund. De lager dan verwachte asielinstroom heeft ook 100 miljoen euro onderuitputting opgeleverd. Door een hogere VN-bijdrage aan de missie in Mali vallen de netto-uitgaven van het Budget Internationale Veiligheid 48 miljoen euro lager uit dan het kabinet bij de begroting dacht.
De Minister van Financiën noteerde op zijn begroting ook een onderuitputting. Zo ontving het kabinet meer premie en meer recuperaties op exportkredietverzekeringen. Dat zijn niet-belastingontvangsten en die zorgen voor lagere netto-uitgaven in het jaarverslag. Ook de lagere schade-uitkeringen op de exportkredietverzekeringen drukten de uitgaven in 2016. Bij de Belastingdienst vallen de apparaatuitgaven 43 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit verschil wordt verklaard door de versnelde uitstroom van personeel en incidentele meevallers in de uitvoering, zoals op facilitaire uitgaven en incidentele meevallers bij de Douane. Sinds 2015 vloeien verbeurde dwangsommen en bestuurlijke AFM- en DNB-boetes die hoger zijn dan 2,5 miljoen euro in de schatkist. Deze afspraak leverde 22,3 miljoen euro op, maar gezien de korte historie van de afspraak was niet eerder een opbrengst in de begroting geraamd.
Op de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is sprake van een onderuitputting van 128 miljoen euro. Het kabinet gaf 25 miljoen euro minder uit aan subsidies in het primair onderwijs dan geraamd, waaronder 15 miljoen euro minder aan de lerarenbeurs. In het middelbaar beroepsonderwijs is 19 miljoen euro minder uitgegeven dan beschikbaar was voor de regeling prestatiebekostiging tegen voortijdig schoolverlaten, omdat een aantal instellingen niet voldeed aan de norm. Verder is er per saldo een onderuitputting op studiefinanciering van 36 miljoen euro. Onder andere de uitgaven aan de basisbeurs, de aanvullende beurs, de studentenreisvoorziening en het kwijtschelden van studieleningen waren lager dan aanvankelijk geraamd.
De begrotingsgefinancierde uitgaven van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) vielen vorig jaar 168 miljoen euro lager uit dan het voorstel van het kabinet in de begroting. 40 miljoen euro onderuitputting ontstond doordat minder jeugdinstellingen zich meldden voor een transitieregeling. Bemiddeling leidde vaak al tot een betalingsregeling tussen gemeenten en instellingen. Mensen die hun zorgpremie niet betalen moeten alsnog een bestuursrechtelijke, hogere premie betalen. De opbrengst van die boetepremies was hoger dan VWS had verwacht, waardoor de netto-uitgaven extra daalden ten opzichte van de begroting. De uitvoeringstoets voor de compensatieregeling persoonsgebonden budget (pgb) kostte meer tijd dan verwacht, waardoor het kabinet het geld voor deze regeling niet in 2016 maar in 2017 zal gebruiken.
Vertragingen bij investeringsprojecten van het Ministerie van Defensie verklaren het grootste gedeelte van de onderuitputting van 166 miljoen euro. Daarnaast was er sprake van lagere uitgaven doordat de compensatie in verband met de reparatie van het AOW-gat nog niet in 2016, maar in 2017 wordt uitbetaald. Een andere oorzaak voor de onderuitputting is dat Defensie uitkeringen aan veteranen later uitbetaalt, omdat de behandeling van de claims meer tijd dan verwacht in beslag neemt vanwege de grondige, individuele juridische onderzoeksprocedures.
De begroting van het Ministerie van Wonen en Rijksdienst kent een onderuitputting van ruim 62 miljoen euro. De oprichting van het fonds duurzaam funderingsherstel neemt meer tijd in beslag (20 miljoen euro), subsidies voor huisvesting van statushouders (bijna 25 miljoen euro) en de subsidie voor energiebesparing eigen huis (SEEH; bijna 12 miljoen euro) zijn vorig jaar minder tot uitputting gekomen dan bij de begroting gedacht. Het Fonds energiebesparing huursector (FEH), dat sinds 2013 bestaat, heeft eenmalig 75 miljoen euro ontvangen en mag het overgebleven geld, 73 miljoen euro, meenemen naar het volgende jaar.
Bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties was er een onderuitputting van 20 miljoen euro, bij Economische Zaken van 18 miljoen euro en bij Algemene Zaken van 3 miljoen euro. De Staten-Generaal en de andere Hoge Colleges van Staat en de Kabinetten van de Gouverneurs laten samen een onderuitputting van 5 miljoen euro zien. Ook bij het Gemeentefonds en het Provinciefonds waren de uitbetalingen vorig jaar lager dan geraamd. Pas als de definitieve cijfers bekend zijn, kan het resterende bedrag verdeeld worden. Die uitbetaling komt terug in de eerste suppletoire begroting 2017.
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie had over 2016 juist last van een overschrijding van de begroting. Dat komt vooral door tegenvallers in de niet-belastingontvangsten. Een groot aantal vacatures bij de teams Verkeer van de Nationale Politie en verhoging van de maximumsnelheid op de snelwegen zorgen sinds 2014 voor lagere boete-opbrengsten. En lagere boete-opbrengsten zorgen voor hogere netto-uitgaven.
Departement | Onderuitputting 2016 | Als percentage van de begrotingsuitgaven RBG-eng OWB 2016 |
---|---|---|
Staten-Generaal | – 4 | 2,5% |
Hoge Colleges van Staat | – 1 | 1,4% |
Algemene Zaken | – 3 | 4,6% |
Veiligheid en Justitie | 91 | 0,8% |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | – 20 | 2,3% |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | – 128 | 0,4% |
Financiën | – 155 | 2,4% |
Defensie | – 166 | 2,1% |
Infrastructuur en Milieu | – 736 | 4,9% |
Economische Zaken1 | – 18 | 0,4% |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | – 72 | 11,8% |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | – 168 | 6,7% |
Wonen en Rijksdienst2 | – 62 | 1,7% |
Gemeentefonds en Provinciefonds | – 60 | 0,3% |
Homogene Groep Internationale Samenwerking | – 306 | 6,2% |
Totaal | – 1.808 | 1,6% |
In de begrotingsvoorbereiding kijkt het kabinet of er structurele onderuitputting op begrotingsposten optreedt. Als dat het geval is, dan kunnen de vrijgekomen middelen elders binnen de rijksbegroting worden ingezet. De Kamer wordt over deze budgetverschuivingen geïnformeerd in de ontwerpbegrotingen.
De afgelopen jaren kende de rijksbegroting forse ruilvoettegenvallers. Departementen hebben daarvoor geld ingeleverd om deze ruilvoettegenvallers te dekken en zo de rijksbegroting op orde te houden. Departementen hebben hiervoor veelal de geïdentificeerde structurele onderuitputting ingezet.