Base description which applies to whole site

2.1.1 Plafondtoets Rijksbegroting

De uitgaven onder het deelplafond Rijksbegroting zijn hoger uitgekomen dan geraamd in de Miljoenennota 2021. De overschrijding van het uitgavenplafond is ook groter dan verwacht in de Miljoenennota 2021. Tabel 2.1.2 toont een uitsplitsing van de ontwikkelingen onder het deelplafond Rijksbegroting.

Tabel 2.1.2 Ontwikkeling deelplafond Rijksbegroting (in miljoenen euro (- is onderschrijding)
  

2021

1

Uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021

147.573

 

Aanpassingen van het uitgavenplafond naar aanleiding van:

 

2

Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

‒ 150

3

Loon- en prijsontwikkeling

544

4

Volkshuisvestingsfonds

450

5

Plafondcorrectie Infrastructuurfonds en Deltafonds

‒ 291

6

Valutaontwikkeling Defensie-uitgaven

‒ 16

7

Correctie coronagerelateerde uitgaven

‒ 27

8

Overige plafondcorrecties

52

9

Uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 1 t/m 8)

148.134

   

10

Reguliere uitgaven bij Miljoenennota 2021

148.388

 

Uitgavenmutaties met aanpassing van het uitgavenplafond:

 

11

Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

‒ 150

12

Loon- en prijsontwikkeling

544

13

Volkshuisvestingsfonds

450

14

Plafondcorrectie Infrastructuurfonds en Deltafonds

‒ 291

15

Valutaontwikkeling Defensie-uitgaven

‒ 16

16

Correctie coronagerelateerde uitgaven

‒ 27

17

Overige plafondcorrecties

52

   
 

Uitgavenmutaties met beslag op budgettaire ruimte:

 

18

HGIS-bijstelling vanwege bni-volume

74

19

EU-afdrachten

771

20

Rente staatsschuld

504

21

Dividend staatsdeelnemingen

‒ 214

22

Schikking ABN AMRO

‒ 300

23

Gemeente-, Provincie- en Btw-compensatiefonds

328

24

Limburg

38

25

Leerlingenraming

‒ 72

26

Studiefinanciering

39

27

Verhogen lerarenbeurs

17

28

Uitvoeringskosten BIK

‒ 17

29

Prognosemodel Justitiële Ketens

209

30

Afpakken

84

31

Asielketen

‒ 25

32

Inburgering

‒ 19

33

Huurtoeslag

158

34

Jeugdzorg

613

35

Herstel toeslagengedupeerden

1.306

36

POK informatiehuishouding en dienstverlening

427

37

Schadeherstel en versterking Groningen

721

38

Bestuurlijke afspraken Groningen

386

39

Ontvangsten NAM Groningen

1.355

40

Investeringspakket Landen

93

41

Veteranen en tekort munitie, opleiding en training

90

42

Kasschuiven

‒ 274

43

Onderuitputting

‒ 4.844

44

Eindejaarsmarge (incl. GF/PF en HGIS)

956

45

Aanvullende in=uit-taakstelling

‒ 956

46

Invulling in=uit-taakstelling

1.923

47

Diversen

‒ 294

48

Reguliere uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (= 10 t/m 47)

152.026

   

49

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Miljoenennota 2021 (=10-1)

815

50

Over/onderschrijding uitgavenplafond bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (=48-9)

3.891

51

Corona-uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021

21.559

52

Totale uitgaven bij Financieel Jaarverslag Rijk 2021 (=48+51)

173.585

Het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 laat een overschrijding zien op het deelplafond Rijksbegroting van 3,9 miljard euro in 2021. Dit is meer dan de overschrijding van 815 miljoen euro die in de Miljoenennota 2021 werd verwacht.

Uitgavenmutaties met plafondaanpassing

Het deelplafond Rijksbegroting wordt aangepast voor een aantal soorten mutaties. In lijn met de begrotingsregels zijn dit onder andere de overboekingen tussen de verschillende deelplafonds en de indexatie voor loon- en prijsontwikkeling. Bij deze uitgavenmutaties beweegt het plafond mee met de mutatie.

11. Overboekingen met Sociale Zekerheid en Zorg

Dit zijn overboekingen van middelen van het deelplafond Rijksbegroting naar de deelplafonds Sociale Zekerheid en Zorg, en vice versa.

12. Loon- en prijsontwikkeling

De budgetten onder het deelplafond Rijksbegroting worden gedurende het jaar bijgesteld op basis van de loon- en prijsontwikkeling die het CPB raamt. De bijstelling voor de loon- en prijsontwikkeling leidt voor 2021 tot hogere uitgaven ten opzichte van Miljoenennota 2021. De aanpassing van het uitgavenplafond is gelijk aan de uitgekeerde loon- en prijsbijstelling.

13. Volkshuisvestingsfonds

Dit is een overboeking naar de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het in 2021 ingerichte Volkshuisvestingsfonds. Met een specifieke uitkering zijn middelen uitgekeerd aan gemeenten om de woningvoorraad te herstructureren en de leefbaarheid te verbeteren. Het Volkshuisvestingsfonds is geen begrotingsfonds als bedoeld in de Comptabiliteitswet 2016.

14. Plafondcorrectie Infrastructuurfonds en Deltafonds

In 2020 zijn de uitgaven op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds versneld. Hiervoor is bij de Najaarsnota 2020 het plafond verhoogd. Bij de Voorjaarsnota 2021 is dit plafond met hetzelfde bedrag verlaagd.

15. Valutaontwikkeling Defensie-uitgaven

De raming van het CPB (april 2020) van de wisselkoersen van buitenlandse valuta met de euro leidt tot lagere uitgaven in euro’s op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Daarnaast zijn hogere uitgaven ontstaan door verschillen in de dagkoersen ten opzichte van de raming van de euro-dollarkoers uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CEP 2020). Het Agentschap verzorgt de inkoop van dollars voor Defensie. Volgens de kabinetsafspraak komen budgettaire mee- en tegenvallers door valutaschommelingen direct ten gunste of ten laste van het EMU-saldo. Dit wordt verwerkt via een correctie van het uitgavenplafond.

16. Correctie coronagerelateerde uitgaven

Dit is een verzamelpost voor middelen die bij de Miljoenennota 2021 als reguliere uitgaven in de begroting waren verwerkt, maar die bij nader inzien als corona-uitgaven hadden moeten worden aangemerkt en vice versa. De grootste posten zijn het EZK-bedrijvenpakket van 250 miljoen euro in 2021 dat nu als coronamaatregel wordt verwerkt en middelen op de SZW-begroting die bij nader inzien niet coronagerelateerd geboekt hadden moeten worden. Dit leidt ertoe dat het uitgavenplafond in 2021 per saldo licht naar beneden wordt bijgesteld.

17. Overige plafondcorrecties

Deze post bevat alle overige mutaties waarvoor het plafond van de Rijksbegroting is gecorrigeerd. Dit zijn onder andere de compensatie voor huurbevriezingen en de apparaatskosten voor het Nationaal Groeifonds. Deze laatste kosten vielen eerder nog niet onder het uitgavenplafond Rijksbegroting. De compensatie is gedekt aan de inkomstenkant en legt daarom geen beslag op het deelplafond Rijksbegroting.

Uitgavenmutaties met budgettair beslag

18. HGIS-bijstelling als gevolg van bni-volume

Volgens de reguliere systematiek zijn de middelen voor Official Development Assistance (ODA) binnen de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) bijgesteld op basis van de groeiverwachting van het bruto nationaal inkomen (bni) van het CPB.

19. EU-afdrachten

De post EU-afdrachten is een saldo van verschillende mutaties. De afdrachten vielen in 2021 771 miljoen euro hoger uit dan geraamd. Een belangrijk element is de afdracht van de invoerrechten in de laatste maanden van 2021, die 343 miljoen euro hoger uitviel dan geraamd. Hier staat ook een hogere ontvangst tegenover, waardoor dit per saldo budgettair neutraal is. Daarnaast is een aantal afdrachten onder voorbehoud aan de Europese Commissie gedaan vanwege geschillen over de heffing van invoerrechten (in totaal 296 miljoen euro).

20. Rente staatsschuld

De raming van de rentelasten wijzigt door geactualiseerde rentestanden in de raming van het CPB. Ook is de verwachte financieringsbehoefte geactualiseerd.

21. Dividend staatsdeelnemingen

De onzekerheid in de dividendramingen als gevolg van de coronapandemie is gedaald, dit leidt tot hogere dividendontvangsten.

22. Schikking ABN AMRO

ABN AMRO en het Openbaar Ministerie hebben in 2021 een schikking getroffen inzake de witwasfraude waartegen de bank onvoldoende actie ondernomen had. De totale schikking bedroeg 480 miljoen euro. Dit bedrag bestond voor 300 miljoen euro uit boete.

23. Gemeente-, Provincie- en Btw-compensatiefonds

De post Gemeente-, Provincie- en Btw-compensatiefonds bevat de overboekingen van en naar de fondsen, beleidsmatige mutaties op de fondsen en de ontwikkeling van de jaarlijkse indexatie van de fondsen. De jaarlijkse indexatie van deze fondsen heet het accres (normeringssystematiek, ook trap-op-trap-af-systematiek genoemd). In het voorjaar van 2020 heeft het kabinet, in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO), besloten het accres voor 2020 en 2021 vast te zetten op de standen uit de Voorjaarsnota 2020. Ook het effect op het accres op het plafond van het Btw-compensatiefonds is volgens de normeringssystematiek bevroren. Het accres is daarom gelijk aan het begrote accres bij Miljoenennota 2021. Om deze reden is de reguliere bijlage met de accresontwikkeling sinds de Miljoenennota niet opgenomen.

24. Limburg

In 2021 zijn Rijkwaterstaat en ProRail gecompenseerd voor kosten die zij gemaakt hebben vanwege het hoogwater in Limburg. Daarnaast zijn er uitgaven voor de Regeling tegemoetkoming schade 2021 onder de Wet tegemoetkoming schade (Wts).

25. Leerlingenraming

In het Nationaal Programma (NP) Onderwijs is generaal budget beschikbaar gesteld om de structurele gevolgen te dekken van de extra studentenaantallen in de Referentieraming. Dit is in de zesde incidentele suppletoire begroting (ISB) verwerkt. In het eerste jaar leidde dit tot een meevaller.

26. Studiefinanciering

De tegenvaller op de relevante uitgaven op artikel 11 komt grotendeels door hogere studentenaantallen.

27. Verhogen lerarenbeurs

Naar aanleiding van amendement Nijboer zijn de uitvoeringskosten voor de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) alternatief ingezet voor de lerarenbeurs. Dit gaat om een bedrag van 17,1 miljoen euro voor 2021.

28. Uitvoeringskosten BIK

Het kabinet had het voornemen om de uitvoering van de BIK te beleggen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de Belastingdienst. De uitvoeringskosten waren geraamd op 69,2 miljoen euro voor de periode 2021-2024, waarvan de meeste uitgaven in de uitvoeringsjaren 2021 en 2022 waren geraamd. In de eerste ISB 2021 zijn de middelen hiervoor toegevoegd aan de begrotingen van EZK en Financiën. Het kabinet heeft na publicatie van de eerste ISB besloten de ontwikkeling van de BIK stop te zetten.

De niet-bestede uitvoeringskosten komen nu toen goede van de uitvoering van het aangenomen amendement-Nijboer (35 850 VIII nr. 7). Dit betekent dat het niet-bestede deel van de uitvoeringskosten bij ontwerpbegroting 2022 in mindering worden gebracht op de EZK-begroting en worden toegevoegd aan de begroting van Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). De uitvoeringskosten die de Belastingdienst al had gemaakt (17 miljoen euro), zijn gecorrigeerd op de toevoeging aan de OCW-begroting.

29. Prognosemodel Justitiële Ketens

Het Prognosemodel Justitiële Ketens raamt de meerjarige capaciteitsbehoefte in de justitiële keten. Uit de raming in 2021 voor de komende jaren blijkt een forse stijging in de capaciteitsbehoefte. Hieruit volgt een stijging in uitgaven, die in 2021 209 miljoen euro bedroegen.

30. Afpakken

De afpak-ontvangsten zijn ongeveer 84 miljoen euro lager dan geraamd. Dit komt voornamelijk doordat afpakontvangsten sterk afhankelijk zijn van de realisatie van grote schikkingen. Hoewel er in 2021 wel twee grote schikkingen zijn geweest (groter dan 10 miljoen euro), hadden deze schikkingen vooral een hoge boete-component en verhoudingsgewijs een beperkte afpak-component.

31. Asielketen

In de Meerjaren Productie Prognose (MPP) in het voorjaar 2021, is rekening gehouden met een lagere instroom dan in 2020 en een uitstroom van vergunninghouders volgens de taakstelling. Op basis hiervan is de MPP-raming voor de asieluitgaven in 2021 generaal neerwaarts bijgesteld. In de loop van het jaar bleek de bezetting bij het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) toch groter te zijn dan verwacht. Daarom is het asielbudget bij het COA bij de Najaarsnota verhoogd met een bedrag uit de asielreserve. Hiervoor is het uitgavenplafond niet aangepast.

32. Inburgering

Deze reeks is een saldoreeks van de mutaties op drie dossiers binnen het inburgeringsterrein. Allereerst leidt de vertraagde inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel tot een neerwaartse bijstelling van het budget voor het nieuwe stelsel. Gemeenten worden gecompenseerd voor de financiële gevolgen hiervan. Daarnaast zijn er hoger dan voorziene kosten die verband houden met de nieuwe inburgeringswet (zoals implementatie- en uitvoeringskosten). Ook wordt de specifieke uitkering (SPUK) voor inburgeringsvoorzieningen naar boven bijgesteld als gevolg van een hoger dan eerder geraamde asielinstroom. Tot slot worden de uitgaven voor maatschappelijke begeleiding in 2022 opwaarts bijgesteld. Dit is het gevolg van de vertraagde invoering van de Wet inburgering, waardoor er in 2021 meer trajecten plaatsvonden. Daarnaast komt dit door een hogere taakstelling huisvesting vergunninghouders in 2021 ten opzichte van de eerdere raming.

33. Huurtoeslag

De uitgaven aan de huurtoeslag vallen hoger uit. Dit komt voornamelijk door de coronacrisis en de inflatie. Ook vallen de ontvangsten bij de huurtoeslag lager uit dan geraamd. Dit hangt samen met een milder incassoregime en een tijdelijke verlaging van de invorderingsrente in verband met de coronacrisis. Daarnaast leidt de uitvoering van het amendement-Lodders tot lagere ontvangsten. De dekking van dit amendement wordt geëffectueerd bij de eerstvolgende materiële wijziging in het huurtoeslagstelsel of uiterlijk bij Voorjaarsnota 2022.

34. Jeugdzorg

Het kabinet heeft in 2021 613 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten voor het oplossen van de acute problematiek in de jeugdzorg. Dit is onder meer voor het uitbreiden van de crisiscapaciteit in de Jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) en het aanpakken van wachttijden.

35. Herstel toeslagengedupeerden

Het afgelopen jaar heeft het kabinet op verschillende momenten extra middelen beschikbaar gesteld voor toeslagengedupeerden. Deze middelen zijn onder andere voor de Catshuisregeling, de integrale beoordelingen, het kwijtschelden van publieke schulden en private schulden, en het apparaatsbudget. In totaal is tot en met 2024 cumulatief 5,2 miljard euro geraamd voor herstel toeslagengedupeerden. In 2021 is 1,3 miljard euro hiervan onder het plafond Rijksbegroting verwerkt.

36. POK informatiehuishouding en dienstverlening

In reactie op het rapport van de POK heeft het kabinet in januari 2021 structureel middelen gereserveerd oplopend tot 833 miljoen euro in 2026. Dit bedrag is voor het verder op orde brengen van de rijksbrede informatiehuishouding en het verbeteren van dienstverlening van de overheid voor alle mensen. In 2021 is hieraan 427 miljoen euro besteed.

37. Schadeherstel en versterking Groningen

In de Voorjaarsnota 2021 is tot en met 2027 een bedrag van 8,8 miljard euro geraamd voor de uitgaven aan schadeherstel, de versterkingsoperatie en uitvoeringskosten Groningen. Sinds de publicatie van de Voorjaarsnota heeft het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) een nieuwe werkwijze aangekondigd voor de afhandeling van fysieke schade. De budgettaire gevolgen van deze nieuwe werkwijze zijn in die Miljoenennota 2022 verwerkt. Hierin is meegenomen de doorwerking in de raming van de btw-component en de voorgenomen kapitaalinjectie voor Energie Beheer Nederland (EBN).

38. Bestuurlijke afspraken Groningen

In november 2020 sloten het kabinet en de regio de bestuurlijke afspraken Groningen. Hiermee is 1,51 miljard euro gemoeid. In 2021 zijn de benodigde middelen grotendeels aan de begroting van het ministerie van BZK toegevoegd. In de tabel is het bedrag voor 2021 opgenomen. Het restant staat op de Aanvullende post en wordt op een later moment overgeboekt.

39. Ontvangsten Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) Groningen

De geraamde ontvangsten voor het ministerie van BZK zijn deze met 266 miljoen euro naar beneden bijgesteld. De NAM heeft namelijk te kennen gegeven de openstaande facturen vooralsnog niet geheel te willen voldoen. Het kabinet ziet er streng op toe dat de NAM aan haar betaalverplichting voldoet. De Kamer wordt nader geïnformeerd over de vervolgstappen.

De bijstelling bij het ministerie van EZK is het gevolg van uitstel van de heffing die aan de NAM wordt opgelegd voor schadeherstel. Sinds 1 juli 2020 worden de kosten van de schadeafhandeling in Groningen op basis van artikel 15 van de Tijdelijke wet Groningen aan NAM doorbelast. Zorgvuldige onderbouwing van heffingsbesluiten vergt meer tijd dan eerder verwacht. De eerder geraamde ontvangsten van 959 miljoen euro worden daardoor pas in 2022 verwacht. Daarnaast komt 130 miljoen euro pas begin 2022 binnen, omdat de daarmee samenhangende uitgaven later dan verwacht zijn gerealiseerd.

40. Investeringspakket Landen

Dit is het meerjarige en deels structurele investeringspakket voor zowel Curaçao, Aruba als Sint-Maarten. Het gaat om maatregelen die gericht zijn op onder andere het structureel versterken van de rechtsstaat, oprichting van een hervormingsentiteit, ondersteuning van het bedrijfsleven en verbetering van de onderwijshuisvesting.

41. Veteranen en tekort munitie, opleiding en training

Er is structureel geïnvesteerd in de zorg voor veteranen en geoefendheid van militairen. Zo zijn er aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor het Nationaal Fonds Ereschuld voor veteranen, die als gevolg van missies fysieke of mentale schade hebben opgelopen. Daarnaast zijn er extra middelen beschikbaar voor munitie, opleiding en training van militairen. Hiermee is geïnvesteerd in een toename van de gereedheid van Defensie.

42. Kasschuiven

In 2021 is per saldo voor 247 miljoen euro aan uitgaven naar latere jaren geschoven. Enerzijds zijn er middelen doorgeschoven naar latere jaren, zoals ODA-middelen, middelen voor de aanpak stikstof en klimaat, compensatie vanwege POK en informatiehuishouding. Anderzijds zijn er middelen naar voren geschoven, zoals middelen voor de woningbouwimpuls, het Pensioenakkoord, Openbaar Vervoer (OV)-bedrijven aangaande studiefinanciering, en middelen uit het Infrastructuurfonds.

43. Onderuitputting

Tabel 2.1.3 toont de onderuitputting per begrotingshoofdstuk onder het plafond Rijksbegroting. Dit is de gemelde onderuitputting vanaf Najaarsnota 2021.

Tabel 2.1.3 Onderuitputting (in miljoenen euro, - is onderschrijding)

Begrotingshoofdstuk

2021

Staten-Generaal

0

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en Kiesraad

‒ 10

Algemene Zaken

‒ 3

Koninkrijksrelaties

‒ 29

Justitie en Veiligheid

‒ 153

Binnenlandse Zaken

‒ 200

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

‒ 310

Financiën

‒ 841

Defensie

‒ 143

Infrastructuur en Waterstaat

‒ 106

Economische Zaken en Klimaat

‒ 363

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

‒ 197

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (deelplafond R)

‒ 87

Volksgezondheid, Welzijn en Sport (deelplafond R)

‒ 46

Gemeentefonds

‒ 262

Provinciefonds

‒ 10

Infrastructuurfonds

‒ 241

Deltafonds

‒ 286

Defensiematerieelfonds

‒ 577

HGIS

‒ 246

Aanvullende post

‒ 733

Totaal

‒ 4.844

Hieronder wordt de onderuitputting per begrotingshoofdstuk toegelicht.

Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en Kiesraad

De onderuitputting op begrotingshoofdstuk 2B is een saldo van diverse mee- en tegenvallers. Op bijna alle artikelen is onderuitputting te zien, maar de onderuitputting zit met name bij de Raad van State en de Kiesraad.

Algemene Zaken

De onderuitputting bij Ministerie Algemene Zaken (AZ) bedraagt per saldo 3 miljoen euro over 2021. Deze onderuitputting wordt grotendeels verklaard door vertraging van het Informatie- en communicatietechnologie (ICT) -project AZ-Next en lagere uitgaven bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten en het Kabinet van de Koning.

Koninkrijksrelaties

De onderuitputting bij Koninkrijksrelaties is grotendeels te verklaren door een stijging van de wisselkoersreserve op de begroting. Door wisselkoersmeevallers in 2021 is deze post in omvang toegenomen. Daarnaast bestaat een kleiner deel van de onderuitputting uit middelen voor de Koninklijke Marchausse, de Douane en Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (COHO) uit de landspakketten van Curaçao, Aruba en Sint Maarten.

Justitie en Veiligheid

De onderuitputting bij Justitie en Veiligheid in 2021 bestaat uit meerdere mutaties, waaronder een meevaller op het dossier rechtsbijstand (52 miljoen euro) en een meevaller die betrekking heeft op het apparaat van het Openbaar Ministerie (OM) (17 miljoen euro).

Binnenlandse Zaken

Over 2021 is er per saldo een totale overschrijding van 66 miljoen euro op de begroting van Binnenlandse Zaken. Deze overschrijding is veroorzaakt doordat de ontvangsten van de NAM voor de versterkingsuitgaven over het tweede, derde en vierde kwartaal 2021 niet zijn gerealiseerd. Wanneer er wordt gecorrigeerd voor de ontvangsten van de NAM bedraagt de onderuitputting 200 miljoen euro. Deze onderuitputting komt grotendeels door lagere uitgaven voor Groningen, voor diverse POK-regelingen en voor de energietransitie in de gebouwde omgeving.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)

Het totaal aan meevallers is circa 200 miljoen euro op de OCW-begroting. Hiervan wordt ruim 60 miljoen euro verklaard door meevallers op studiefinanciering en op het lesgeld. Daarnaast wordt ruim 36 miljoen euro op de bekostiging van het primair onderwijs geboekt als onderuitputting. Naast deze meevallers bestaat een deel van de onderuitputting uit overlopende verplichtingen (ongeveer 62 miljoen euro). Tot slot is er ruim 47 miljoen euro voor de afhandeling van de kwijtschelding van de kinderopvangtoeslagschulden afgeboekt om in te zetten volgend jaar.

Financiën

De onderuitputting op de begroting van Financiën wordt met name verklaard door de hogere niet-belastingontvangsten op artikel 1 (per saldo 410 miljoen euro). Abstraherend van de niet-belastingontvangsten is de onderuitputting per saldo 430 miljoen euro en deze vindt plaats op nagenoeg alle artikelen. Een groot gedeelte hiervan vindt plaats bij de Belastingdienst (192 miljoen euro), met name bij externe inhuur en bij de materiële uitgaven van het apparaat. Zo is een groter deel van de taken binnen de eigen capaciteit opgelost en vielen een aantal kosten lager uit door het thuiswerkbeleid als gevolg vanwege corona.

Daarnaast is de onderuitputting op artikel 6 van het BTW-compensatiefonds 135 miljoen euro. De bijdrage aan gemeenten en provincies is lager uitgevallen, omdat zij minder btw hebben gedeclareerd dan verwacht. De hogere niet-belastingontvangsten op artikel 1 worden met name veroorzaakt door de definitieve verdeelsleutel van de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen. Hierdoor is van de niet-belastingontvangsten een groter deel dan voorzien is toegerekend aan de Financiënbegroting en een kleiner deel aan de Sociale Fondsen. De verdeelsystematiek wijzigt met ingang van 2022 om zo een meer stabiele verdeling te bereiken.

Defensie

Deze onderuitputting is ontstaan door de gestrande onderhandelingen over de cao van Defensie. De gesprekken zijn in 2022 opgepakt en lopen momenteel nog.

Infrastructuur en Waterstaat

Er is circa 106 miljoen euro aan specifieke onderuitputting voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit komt met name door forse onderuitputting op het artikel Apparaatsuitgaven van circa 41 miljoen euro en een meevaller op stikstof op het artikel Scheepvaart en Havens van circa 15 miljoen euro. Daarnaast zijn er veel lagere realisaties en kleine meevallers.

Economische Zaken en Klimaat (EZK)

De onderuitputting op de begroting van EZK komt gecorrigeerd voor de vertraagde NAM-ontvangsten op 363 miljoen euro. De onderuitputting vindt voornamelijk plaats op artikel 3 Toekomstfonds (93,1 miljoen euro). De onderuitputting is ontstaan doordat de verschillende regelingen een trager ritme van uitfinanciering hebben door bijvoorbeeld lagere participaties. Ook was sprake van onderuitputting op de klimaatmaatregelenindustrie (19,1 miljoen euro), diverse bedrijfslevensubsidies (25,3 miljoen euro) en per saldo onderuitputting van 30,3 miljoen euro op artikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering).

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De onderuitputting van 197 miljoen euro komt voornamelijk doordat stikstofmiddelen niet zijn besteed (168 miljoen euro). Het grootste gedeelte van deze onderuitputting is met de Najaarsnota gemeld en is bij de Startnota opgeboekt om behouden te blijven voor de aanpak stikstof (160 miljoen euro). De overige onderuitputting op stikstofmiddelen (8 miljoen euro) is gemeld bij de Slotwet. De onderuitputting zonder stikstof is dus circa 27 miljoen euro. Dit is een incidentele onderuitputting op onder andere mestbeleid (9,6 miljoen euro), energie-efficiëntie glastuinbouw (7,3 miljoen euro) en personele uitgaven (5 miljoen euro).

Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)

Op de begroting van SZW was er afgelopen jaar 87 miljoen euro onderuitputting. 84 miljoen euro daarvan is ontstaan door minder uitgaven, 2 miljoen euro volgt uit extra ontvangsten. De onderuitputting doet zich met name voor op subsidies en opdrachten (56 miljoen euro) en apparaatsuitgaven (20 miljoen euro).

Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)

Er zijn bij VWS hogere ontvangsten dan verwacht (52,4 miljoen euro). Verder doet de meeste onderuitputting zich voor op het apparaatsartikel (51,2 miljoen euro) en 27,1 miljoen euro bij de budgetten voor zelfstandige bestuursorganen (ZBO's). Er zijn ook overschrijdingen, zoals 28,2 miljoen euro op de subsidiebudgetten en 53,5 miljoen euro op de opdrachtenbudgetten. Deze overschrijdingen zijn verspreid over diverse beleidsartikelen.

Gemeentefonds

De onderuitputting op het Gemeentefonds komt doordat er een lager bedrag aan gemeenten is uitgekeerd dan bij de tweede ISB werd verwacht. Deze middelen komen later alsnog tot uitkering aan de gemeenten.

Provinciefonds

De onderuitputting op het Provinciefonds komt doordat er een lager bedrag aan provincies is uitgekeerd dan bij de tweede ISB werd verwacht. Deze middelen komen later alsnog tot uitkering aan de provincies.

Infrastructuurfonds

Op het Infrastructuurfonds is de onderuitputting 241 miljoen euro. Dit komt onder andere door vertragingen op het artikel Hoofdwegennet (circa 27 miljoen euro) en lagere uitgaven op het artikel Hoofdvaarwegennet (circa 104 miljoen euro). Oorzaak hiervan is dat projecten doorschuiven naar volgende jaren. Daarnaast zijn er op andere artikelen ook veel lagere uitgaven en worden projecten doorgeschoven.

Deltafonds

Op het Deltafonds is 286 miljoen euro onderuitputting. Dit komt onder andere door vertragingen in subsidieaanvragen en daarmee realisatie van projecten op het artikel Investeren in Waterveiligheid (circa 196 miljoen euro) en vertragingen bij het afsluiten van een overeenkomst op het DBFM-project Afsluitdijk (circa 47 miljoen euro). Daarnaast zijn op veel andere projecten vertragingen en daarmee lagere realisaties.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Er zijn twee belangrijke oorzaken voor onderuitputting op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Ten eerste komt deze door vertragingen in productie en leveringen. Daarnaast zijn onder andere risicoreserveringen en delta-exploitatiereeksen niet tot betaling gekomen. Enkele projecten die hieronder vallen zijn de conventionele munitie (45 miljoen euro), de Defensie Bewakings- en Beveiligingssystemen (DBBS) (35 miljoen euro), de verwerving van de F35 (83 miljoen euro) en de Chinook (107 miljoen euro). Daarnaast betreft dit ongeveer 60 miljoen euro aan onderuitputting bij Munitie.

HGIS

De totale HGIS-onderuitputting bedraagt in 2021 246 miljoen euro. Het grootste deel van de onderuitputting is te vinden op de begrotingen van Buitenlandse Zaken (BZ) en Defensie. Op de BZ-begroting is als gevolg van de situatie in Afghanistan een project gericht op de veiligheid van hoogrisicoposten niet tot besteding gekomen (24,4 miljoen euro). Hiernaast is op artikel 2.4 een contributie aan het crisisbeheersingsprogramma van de Verenigde Naties (VN) lager uitgevallen (15,7 miljoen euro). Ook is er in het kader van de middelenafspraak huisvesting sprake van in totaal 33,7 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaat, voortkomend uit de verkoop van vastgoed. Bij Defensie is sprake van 63 miljoen euro aan onderuitputting op het Budget Internationale Veiligheid en zijn de uitkeringsregeling Dutchbat III en Srebrenica in 2021 niet volledig tot realisatie gekomen (15,8 miljoen euro).

Aanvullende post

Op de Aanvullende post gaat het enerzijds om onderuitputting op regeerakkoordmiddelen van het vorige regeerakkoord voor onder andere Groningen, regionale knelpunten en klimaat. Anderzijds is er onderuitputting op de reserveringen voor de compensatie van Zeeland, Groningen en Digitale Veiligheid. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2022.

44. Eindejaarsmarge (incl. GF/PF en HGIS)

Via de eindejaarsmarge konden departementen een deel van de niet-bestede middelen uit 2020 meenemen naar 2021. Op deze manier wordt ondoelmatige besteding van middelen aan het einde van het jaar voorkomen. De eindejaarsmarge kent een maximum van 1,0 procent van de totale begroting, uitgezonderd het Defensiematerieelbegrotingsfonds, Deltafonds, Infrastructuurfonds, Gemeentefonds, Provinciefonds en Toekomstfonds. Deze fondsen hebben een eindejaarsmarge van 100 procent. In 2021 is er voor 956 miljoen euro aan eindejaarsmarge uitgekeerd.

45. Aanvullende in=uittaakstelling & 46. Invulling in=uittaakstelling

De in=uit-taakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. Om te voorkomen dat het uitgavenplafond wordt overschreden als gevolg van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt. Dit is de zogenoemde in=uit-taakstelling. De in=uit-taakstelling kent geen concrete invulling, maar wordt gaandeweg ingevuld met onder andere onderuitputting of andere meevallers. De taakstelling is bij Najaarsnota voor 105 miljoen euro ingevuld. De resterende in=uit-taakstelling van 1.818 miljoen euro is geheel ingevuld bij Slotwet.

47. Diversen

De post Diversen bevat het saldo van alle resterende uitgavenmutaties onder deelplafond Rijksbegroting. Deze post bevat onder andere de afboekingen op diverse begrotingen onder het plafond Rijksbegroting vanwege overboekingen naar het Gemeentefonds, Provinciefonds en Btw-compensatiefonds.

Licence