Base description which applies to whole site

1.3.2 Ontwikkeling van de overheidsschuld

De EMU-schuld in 2023 bedroeg 480,7 miljard euro, ofwel 46,5% van het bbp. De schuld viel hiermee lager uit dan verwacht bij de Miljoenennota 2023 (49,5% van het bbp) en lager dan bij de Najaarsnota 2023 (47,6% van het bbp). De schuld viel lager uit dan de afgelopen jaren (51,0% in 2022 en 52,1% in 2021). De daling van de schuld komt vooral door de hoge inflatie, die zich doorvertaalt in een hoger nominaal bbp, en daarmee een lagere procentuele staatsschuld ten opzichte van dit hogere bbp (het noemereffect). Tabel 1.3.2 geeft een volledige toelichting van de ontwikkeling van de schuld.

Tabel 1.3.2. Verticale toelichting EMU-schuld

(in procenten bbp, + is toename van de schuld)

Miljoenen euro

Procenten bbp

EMU-schuld Miljoenennota 2023

491.686

49,5%

Noemereffect

 

‒ 1,9%

Doorwerking hogere schuld 2022

15.651

1,5%

Mutatie EMU-saldo

‒ 26.014

‒ 2,5%

Coronagerelateerde leningen

1.019

0,1%

Studieleningen

‒ 1.263

‒ 0,1%

Kastransactieverschil belasting

‒ 1.685

‒ 0,2%

Overig

1.277

0,1%

EMU-schuld Financieel jaarverslag van het Rijk 2023

480.671

46,5%

In 2023 bleef de Nederlandse overheidsschuld onder de Europese grenswaarde van 60% van het bbp, zoals vastgelegd in het SGP. De ontwikkeling van de overheidsschuld sinds 1970 is weergegeven in figuur 1.3.2.

Figuur 1.3.2 Ontwikkeling EMU-schuld

In deze grafiek is de ontwikkeling van de EMU-schuld te zien van 1970 tot en met 2023. De blauwe lijn geeft de absolute schuld weer in euro's, en de gele lijn geeft de schuld als percentage van het bbp weer. Vanaf 1999 is de Europese referentiewaarde van 60% van het bbp weergegeven. De EMU-schuld van Nederland in 2023 bedraagt 46,5% van het bbp.
Licence