Wetsartikelen 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Nieuw beleid wordt pas in uitvoering genomen nadat het parlement de Ontwerpbegrotingswet 2021 heeft geautoriseerd. De spoedeisende maatregelen in deze incidentele suppletoire begroting 2021 gaan in vanaf 1januari 2021 en kunnen vanaf dat moment tot betalingen leiden. Indien de formele autorisatie van beide Kamers op dat moment niet is afgerond zal het kabinet de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in het belang van het Rijk conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 starten. Voor de indiening van deze Incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf genformeerd via de Kamerbrief Aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding van het coronavirus van 9december 2020.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes