Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen betreffende de VLN, TVL, de Tijdelijke subsidieregeling continuïteit bruine vloot en de waardevermeerderingsregeling, die in deze negende incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.
Voor de spoedeisende karakter van de bovengenoemde maatregelen en het verwerken daarvan in deze negende incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de volgende Kamerbrieven:
-
– Kamerbrief Steun aan door nachtsluiting getroffen horecabedrijven van 24 september 2021;
-
– Kamerbrief Aanvullingen op het economisch steun- en herstelpakket van 12 maart 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 248);
-
– Kamerbrief Uitbreiding steun- en herstelpakket van 21 januari 2021 (Kamerstuk 35 420, nr. 217);
-
– Kamerbrief Nieuwe verlenging waardevermeerderingsregeling van 8 oktober 2021.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok