Inleiding
Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de staatkundige relatie van de landen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten in het Koninkrijk. De landen behartigen zelfstandig hun eigen aangelegenheden, behoudens de Koninkrijksaangelegenheden, en onverminderd de waarborgfunctie van het Koninkrijk. Het Statuut geeft tevens regels voor onderlinge samenwerking, bijstand, overleg en de staatsinrichting van de landen.
De overleggen met de gouverneurs zijn een belangrijk podium om de onderlinge verhoudingen en de belangrijkste ontwikkelingen te bespreken. In 2015 ging het vooral over de politieke situatie in de landen, de versterking van de rechtshandhaving, de evaluatie van de Rijkswetten en de relaties tussen de landen.
De samenwerkingsprogramma’s waarmee Nederland de afgelopen jaren Caribisch Nederland, Sint Maarten en Curaçao op een groot aantal terreinen heeft ondersteund, zijn eind 2015 beëindigd. De samenwerkingsprogramma’s zijn geëvalueerd en het evaluatierapport van de Stichting Ontwikkeling Nederlandse Antillen (SONA) is in december 2015 aan de Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2015–2016, 24 587, nr. 630). De samenwerking met de landen is hiermee niet ten einde gekomen. Uit de evaluatie blijkt dat er nog moet worden ingezet op bestuurlijke en economische samenwerking.
Tijdens de Koninkrijksconferentie 2015 zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest, zoals de bestuurlijke en economische samenwerking, de kinderrechten, de geschillenbeslechting, de samenwerking op het gebied van de gezondheidszorg, de duurzame ontwikkeling van de (ei)landen en het versterken van de cohesie binnen het Koninkrijk.
Het 200 jarig bestaan van het Koninkrijk was een goede gelegenheid om de onderlinge banden te benadrukken.
Samenwerking met de landen
Bestuurlijke en economische ontwikkeling
Belangrijke voorwaarde voor gezonde overheidsfinanciën is een stabiel groeiende economie. Dit zorgt bijvoorbeeld voor hogere inkomsten, waardoor meer beleidsmatige ontwikkelingen mogelijk worden. Een groeiende economie is tevens van belang voor meer werkgelegenheid, het verminderen van de armoede en het vergroten van de welvaart.
Economische samenwerking binnen het Koninkrijk en versterking van de concurrentiepositie zijn nodig om de economische ontwikkeling verder te bevorderen. SEO Economisch Onderzoek heeft in dat licht een onderzoek uitgevoerd naar de ervaringen en behoeften van bedrijven bij hun handel met Latijns Amerika (Onderzoek handelsbevordering Koninkrijk, mei 2015). Dit onderzoek heeft geresulteerd in een aantal aanbevelingen ter bevordering van de handel, zoals het inrichten van een koninkrijksbreed organisatie-/informatiepunt, het optimaliseren van de verbindingen tussen de eilanden en het verbeteren van het investeringsklimaat. Deze aanbevelingen zijn in 2015 actief opgepakt. Zo is er een centraal informatiepunt opgericht in de vorm van een webportal www.investdutchkingdom.nl en is een start gemaakt met het onderzoek naar de «costs of doing business op de benedenwinden» (rapport verwacht in april 2016).
Overheidsfinanciën Curaçao en Sint Maarten
In 2015 is de rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) geëvalueerd (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 269, nr. 1 en 2). Conform het advies van de evaluatiecommissie heeft de Rijksministerraad besloten dat vanaf 10 oktober 2015 alle verplichtingen die volgen uit de Rft van toepassing blijven voor Curaçao en Sint Maarten. De eerstvolgende evaluatie vindt in 2018 plaats, tenzij één van beide landen gemotiveerd verzoekt tot een eerdere evaluatie, en de Rijksministerraad daartoe besluit.
De evaluatiecommissie heeft tevens enkele aanbevelingen gedaan om de werking van het toezicht te verbeteren, onder andere het ontwikkelen van een eenduidig toetsingskader om te bepalen of het toezicht (deels) kan vervallen, en het oplossen van onduidelijkheden in de wet om interpretatieverschillen te voorkomen. Ook heeft de commissie Curaçao en Sint Maarten aanbevolen naast de rentelastnorm ook een maximale schuldquote op te nemen in de eigen regelgeving, te investeren in een model om eigen instituties te versterken en te investeren in het verder verbeteren van het financieel beheer.
Curaçao heeft in december Kroonberoep ingesteld tegen het besluit tot voortzetting van de Rft, omdat de evaluatiecommissie haar bevoegdheden te ruim zou hebben geïnterpreteerd. Dit Kroonberoep wordt in 2016 door de Raad van State van het Koninkrijk worden behandeld.
De overheidsfinanciën van Curaçao zijn het afgelopen jaar verder verbeterd. Curaçao heeft het gehele begrotingsjaar voldaan aan de normen van de Rft, met uitzondering van de kapitaaldienst. De verwachting is dat Curaçao deze positieve lijn ook komend jaar doorzet. In 2015 heeft Curaçao via de lopende inschrijving van Nederland leningen afgesloten voor het ziekenhuis (tweede tranche, ANG 187 mln.) en diverse (infrastructurele) investeringen (ANG 115 mln.). De financiële situatie van de sociale fondsen, het nog altijd ontbrekende dividendbeleid van overheidsvennootschappen, de bouw van het ziekenhuis (HNO/SEHOS), het saneren van overheidsbedrijven en het financieel beheer blijven voor Curaçao echter uitdagingen.
In tegenstelling tot de voorgaande jaren heeft Sint Maarten in 2015 een verslechtering laten zien waar het de beheersing van de overheidsfinanciën betreft. Dit resulteerde uiteindelijk op advies van het Cft in een aanwijzing door de Rijksministerraad op de begroting 2015. Sint Maarten heeft niet voor de gestelde deadline van 31 oktober 2015 afdoende maatregelen genomen tegen de aanwijzing om aan de problematiek tegemoet te komen. Er zijn omvangrijke betalingsachterstanden (tenminste ANG 189 mln.) aan vooral de zorgfondsen en de oudedagsvoorzieningen. De financiële tekorten uit de periode 2010–2014 van circa ANG 60 miljoen werden in de begroting 2015 niet conform de afspraken gecompenseerd. Verplichtingen ten behoeve van de gezondheidszorg en de oudedagsvoorzieningen waren niet volledig in de begroting opgenomen maar vormen als geheel uiteindelijk een steeds groter deel van de begroting van Sint Maarten. Hierdoor komt de houdbaarheid van de begroting in het geding, tenzij structurele maatregelen worden genomen. De aanwijzing zag erop dat Sint Maarten deze problemen alsnog aanpakt.
Het door Sint Maarten ingestelde Kroonberoep schorste de werking van de aanwijzing niet, maar de regering van Sint Maarten heeft deze aanwijzing naast zich neergelegd. Het Kroonberoep dat Sint Maarten heeft ingesteld is door de Raad van State van het Koninkrijk behandeld in februari 2016. De in december 2015 aangetreden nieuwe Minister van Financiën van Sint Maarten heeft overigens aangegeven aan de elementen uit de aanwijzing te willen voldoen in de begroting 2016.
Financiële situatie Aruba
De financiële situatie van Aruba is de afgelopen jaren ernstig verslechterd. De staatsschuld is opgelopen tot boven de 80% van het BBP. Nadat in 2014 uit onderzoek van het Cft was gebleken dat de begroting 2014 en meerjarenramingen onvoldoende verbeteringen lieten zien, heeft de Nederlandse regering het overleg gestart met Aruba om te komen tot een arrangement waarin in Aruba zelfstandig kan teruggroeien naar een stabiele financiële situatie. Met Aruba zijn in 2015 afspraken gemaakt over begrotingstekorten en het instellen van een College Aruba financieel toezicht (CAft) per 1 augustus 2015.
Het CAft is in 2015 gestart met zijn werkzaamheden. Tot op heden is het CAft kritisch op met name de realiteit van de begroting- en realisatiecijfers van Aruba. Hoewel Aruba de eerste maatregelen heeft genomen om het begrotingstekort terug te dringen, zal de regering ook het komende jaar alle zeilen bij moeten zetten om uiteindelijk de doelstelling van een begrotingsoverschot in 2018 te realiseren.
Rechtshandhaving op Curaçao
Het project Duradero is gericht op het duurzaam uitbreiden en versterken van de handhavingcapaciteit ten behoeve van de aanpak van de financieel economische criminaliteit. In 2015 is daartoe primair ingezet op de versterking en verduurzaming van de capaciteit van het Openbaar Ministerie (OM) op Curaçao. Het Openbaar Ministerie heeft met een toenemende snelheid een financieel-economische focus weten aan te brengen in de werkzaamheden. Zo is parallel aan het Duradero-project het Afpakteam opgestart, waarmee het OM in nauwe samenwerking met Kustwacht, Marechaussee, Belastingdienst Curaçao, Douane en Korps Politie Curaçao, een integrale aanpak afpakmogelijkheden inventariseert, onderzoekt en daarop intervenieert.
Om te borgen dat ook na afronding van het Duradero-project de eerstelijns parketten zich blijven doorontwikkelen en de opgedane kennis duurzaam in de organisatie blijft belegd, is een specialist op het terrein van financieel economische criminaliteit en een op het terrein van witwassen benoemd bij het OM.
Integriteit van bestuur en rechtshandhaving op Sint Maarten
Op 24 mei 2015 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, een Protocol met Sint Maarten ondertekend. Daarin zijn afspraken vastgelegd over de instelling van een Integriteitkamer, de versterking van de rechtshandhaving in brede zin en de ondermijningsaanpak. Nederland draagt hier in 2015 en 2016 budgettair aan bij.
Sint Maarten heeft ten aanzien van de instelling van de Integriteitkamer een procedure aangespannen bij het Constitutionele Hof. Dit heeft tot gevolgd dat de Integriteitkamer nog niet is gestart met haar werkzaamheden.
Caribisch Nederland
Programma Bestuurlijke ontwikkeling
Het programma Bestuurlijke ontwikkeling richt zich de komende jaren op het verhogen van de kwaliteit en slagkracht van het openbaar bestuur op de zes eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Voor Caribisch Nederland geldt dat de vijver waaruit gevist kan worden voor functies binnen de sfeer van de (semi-) overheid onverminderd klein is, terwijl er grote opgaven liggen. Daarom is in 2015 opnieuw begonnen met projecten die ten goede komen aan de bestuurlijke ontwikkeling van de eilanden. Zo heeft het Ministerie van BZK het initiatief genomen om periodiek met de gezaghebbers van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in gesprek te gaan over hun rol en bijdrage aan dit onderwerp. Dit heeft geresulteerd in een kick-off met een tweedaagse bijeenkomst op Sint Maarten voor alle bestuurscolleges, eilandsraadsleden, griffiers en eilandsecretarissen van Caribisch Nederland. Het was voordien nooit eerder gelukt om iedereen op hetzelfde moment een dergelijk pallet aan workshops aan te bieden. Hier stonden kennisontwikkeling (o.a. over dualisme) en persoonlijke ontwikkeling centraal. Dit zal jaarlijks worden herhaald waarbij de deelnemers aangeven welke onderwerpen aan bod moeten komen.
In augustus 2015 is een Memorandum of Understanding (MoU) («Divi-akkoord») ondertekend tussen de Minister van BZK en het openbaar lichaam Bonaire, gericht op het verbeteren van het openbaar bestuur. Dit akkoord omvat onder meer het uitvoeren van een belevingsonderzoek in de ambtelijke organisatie, het aanstellen van een adviseur voor de gezaghebber en het opzetten van een opleiding- en ontwikkeltraject. Saba heeft een ontwikkelplan voor de hele organisatie opgesteld (o.a. invoering sectorenmodel en personeelscyclus) waar BZK financieel aan bijdraagt. Verder wordt in samenwerking met het Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector (BIOS) een integriteitleergang voor overheidsbedrijven op Bonaire opgezet. Deze kan desgewenst worden uitgebreid naar Saba en Sint Eustatius.
Staatkundige evaluatie van Caribisch Nederland
Op 11 juni 2015 hebben de Minister van BZK en de bestuurscolleges van Bonaire en Saba een meerjarenprogramma ondertekend. Het meerjarenprogramma van Sint Eustatius is op 1 februari 2016 door de Minister van BZK en de bestuurscollege van St. Eustatius ondertekend. De meerjarenprogramma’s moeten zorgen voor meer gecoördineerd beleid op basis van gezamenlijke plannen en prioriteiten. De focus ligt daarbij op economische ontwikkeling, armoedebestrijding en kinderrechten. Via de zogenoemde hoogambtelijke Caribisch Nederland-tafel vindt structureel overleg plaats over de onderwerpen die een interdepartementale aanpak behoeven zoals de hiervoor genoemde prioritaire thema’s. Hierbij wordt gestreefd naar de bundeling van krachten aan rijkszijde door steeds meer departementoverstijgende onderwerpen samen op te pakken.
Op 12 oktober 2015 heeft de commissie Spies het evaluatierapport uitgebracht over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur Caribisch Nederland. Het kabinet streeft naar een door zowel de eilanden als het kabinet gedragen gezamenlijk kabinetsstandpunt dat de Tweede Kamer nog voor het zomerreces 2016 kan behandelen.
In de kabinetsreactie, die momenteel wordt opgesteld met inbreng van de eilanden, is in ieder geval aandacht voor het bestuur en coördinatie van Caribisch Nederland vanuit de Haagse departementen en hoe dit steeds effectiever kan worden vormgegeven.
Kinderrechten
In de Caribisch Nederland week van 2015 zijn de actieplannen Kinderrechten van Bonaire, Saba en Sint Eustatius besproken. Conform het amendement van Laar/Segers (Kamerstuk 34 000 IV, nr. 9) zijn extra middelen aan de eilanden beschikbaar gesteld waarmee de actieplannen uitgevoerd gaan worden en wordt ingezet op versterking van de kinderrechten.
Voor 2016 is (in afstemming met Unicef, het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van BZK) aan Bonaire een bedrag beschikbaar gesteld voor het instellen van een centraal dataregistratiesysteem en een afdeling algemeen maatschappelijk werk, het ontwikkelen van een pedagogische visie en bijbehorend opleidingsprogramma en het (verder) invoeren van het brede school concept.
Op Saba zijn voor drie jaar middelen (door het Ministerie van VWS en het Ministerie van BZK) ter beschikking gesteld voor de aanstelling van een beleidscoördinator kinderrechten en huiselijk geweld. De coördinator is belast met de uitvoering van het actieplan kinderrechten, met inachtneming van de aanbevelingen van Unicef en Regioplan. Daarin zijn onder andere de volgende activiteiten opgenomen: betere afstemming tussen ketenpartners, in kaart brengen van de knelpunten in de jeugdketen, inzet van voorlichtingscampagnes en het opzetten van een opleiding-/trainingsprogramma voor jeugdwerkers.
Met de ondertekening van het meerjarenprogramma voor Sint Eustatius per 1 februari 2016 kan daar eveneens gestart worden met de uitvoering van het actieplan Kinderrechten. De Minister van BZK zal zich samen met de Rijksvertegenwoordiger en het Bestuurscollege van Sint Eustatius ervoor inzetten dat de projecten die zijn opgenomen in het actieplan zo snel mogelijk – in afstemming met Unicef – in gang worden gezet.
Een van de speerpunten van de Taskforce kinderrechten van het Koninkrijk, zoals vastgesteld tijdens de Koninkrijksconferentie van 2015, was het organiseren van een Safety net conferentie. Deze conferentie heeft op 2 en 3 december 2015 plaatsgevonden aan de Universiteit van Aruba. Aan de conferentie namen circa 80 deelnemers deel, afkomstig van Aruba, Bonaire, Sint Eustatius, Sint Maarten en Saba.
Artikel | Naam artikel | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Waarborgfunctie | X | ja | ||||||
2 | Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | ja1 |
Voor het meest recente overzicht van de programmering van beleidsdoorlichtingen:
http://www.rijksbegroting.nl/beleidsevalutaties/evaluaties-en-beleidsdoorlichtingen
Voor de realisatie (hyperlinks) van beleidsdoorlichtingen en andere onderzoeken, zie de bijlage «Evaluatie en overig onderzoek».
Overzicht van risicoregelingen
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2014 | Verleend 2015 | Vervallen 2015 | Uitstaande garanties 2015 | Garantie-plafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Leningen aan land Aruba | 5.112 | 0 | 1.887 | 3.225 | 0 | 3.225 |
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Voorschotten Europese Commissie aan Bonaire (Sociaal Infrastructuurprogramma/ riolerings- en waterzuiveringsprogramma) 9e EOF | 43.600 | 0 | 43.600 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Voorschotten 9e Europees Onwikkelingsfonds (EOF) vanaf juli 2015 | 4.226 | 0 | 4.226 | 0 | 20.200 | |
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Voorschotten 10e Europees Ontwikkelingsfonds van Europese Commissie aan Curaçao/Sint Maarten/BES-eilanden | 21.000 | 0 | 21.000 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 69.712 | 4.226 | 66.487 | 7.451 | 0 | 23.425 |
Er zijn in 2015 geen uitgaven gedaan op garanties.
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 13) Garantieverplichtingen.
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening | Totaal stand begrotingsreserve t-1 | Mutatie volume begrotingsreserve t en t-1 |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Begrotingssteun Aruba | 5.445 | 25 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) | 1.340 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Maatregel Tussenbalans | 7.703 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Water- en Energiebedrijf Aruba | 5.992 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Leningen lopende inschrijving Curaçao | 933.541 | 30 jaar | ||
Artikel 2 Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | 205.007 | 30 jaar |
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de toelichting bij de saldibalans, 10) Extra-comptabele vorderingen, onderdeel b).