Voor u ligt het jaarverslag van het Deltafonds, Hoofdstuk J van de Rijksbegroting. Naast het Deltafonds kent IenW ook de Beleidsbegroting Infrastructuur en Waterstaat (Hoofdstuk XII) en het Mobiliteitsfonds (Hoofdstuk A). Van deze begrotingen zijn separate jaarverslagen opgesteld.
In de Waterwet (stb. 2009, nr 107) is opgenomen dat er een Deltafonds wordt ingesteld met als doel de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Op grond van het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013-2014 33 503, nr. 8) is het met ingang van 1 januari 2015 mogelijk om de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds.
De producten van het Deltafonds zijn gerelateerd aan artikel 11 Integraal Waterbeleid op de beleidsbegroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Hoofdstuk XII van de Rijksbegroting). De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten heeft en over voldoende zoetwater beschikt.
Het Deltafonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de beleidsbegroting van IenW (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De apparaatsuitgaven en apparaatsontvangsten van het kerndepartement (met uitzondering van de Staf-Deltacommissaris) worden verantwoord op artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement van de begroting Hoofdstuk XII.
Opbouw
Het Jaarverslag van het Deltafonds bestaat uit de volgende onderdelen:
• Een algemeen deel: hierin is naast deze leeswijzer de officiële officiëleofficiëleofficiëleaanbieding van het Jaarverslag aan de Staten-Generaal en het verzoek tot dechargeverlening opgenomen.
• Het beleidsverslag 2022 van het Deltafonds, deze bestaat uit:
• Het Deltafondsverslag 2022, waarin een korte terugblik is opgenomen met betrekking tot de realisatie van de belangrijkste uitvoeringsprioriteiten over het verslagjaar 2022;
• De productartikelen van het Deltafonds;
• De bedrijfsvoeringsparagraaf.
• De Jaarrekening 2022 van het Deltafonds, deze bestaat uit de verantwoordingstaat en saldibalans van het Deltafonds.
• De volgende twee bijlagen:
• Instandhouding;
• Afkortingenlijst.
Normering jaarverslag
De financiële informatie in het beleidsverslag (onderdeel B) wordt gepresenteerd door middel van de tabellen ‘Budgettaire gevolgen van beleid’. Verschillen tussen de vastgestelde begroting en de realisatie worden conform de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 op het niveau van de financiële instrumenten toegelicht volgens onderstaande uniforme ondergrenzen. In aanvulling hierop worden ook de verschillen van de verplichtingen volgens deze ondergrenzen toegelicht.
Naar aanleiding van de motie van de leden Van Helvert en Van Veldhoven (Kamerstukken II 2015-2016, 34 475 XII, nr. 12) worden bij alle begrotingsartikelen op het Infrastructuurfonds en Deltafonds groter dan € 1 miljard de begrotingsmutaties boven de € 5 miljoen toegelicht. Dit heeft als praktische uitwerking dat bij de artikelen tussen de € 200 miljoen en € 1 miljard de ondergrens voor technische mutaties ook neerwaarts is bijgesteld. Voor beleidsmatige mutaties was er bij de artikelen van deze omvang reeds sprake van een ondergrens van € 5 miljoen.
Afronding budgettaire tabellen en verantwoordingsstaat
De verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in de verantwoordingsstaat zijn in lijn met de Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften naar boven afgerond. Om aansluiting te hebben tussen de budgettaire tabellen en de verantwoordingsstaat, zijn de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in budgettaire tabellen waar relevant tevens naar boven afgerond. Met deze werkwijze komen de cijfers in de verantwoordingsstaat overeen met de cijfers zoals opgenomen in de budgettaire tabellen.
Inzicht in budgetten van verkenningen en planuitwerkingprogramma’s en de realisatieprogramma's
Het inzicht in de budgetten van de verkenningen en planuitwerkingprogramma’s en de realisatieprogramma’s wordt vergroot door begrotingsmutaties expliciet in de MIRT projectoverzichten zichtbaar te maken op projectniveau (toezegging WGO van 22 juni 2011). Deze projectoverzichten zijn in ieder geval voorzien van toelichtingen indien sprake is:
• Van een wijziging (anders dan door de verwerking van prijsbijstelling) in het taakstellend projectbudget groter dan 10% of meer dan € 10 miljoen;
• Van een wijziging groter dan 1 jaar in de oplevering van het project.
In aanvulling op de toelichting op de budgettaire tabel, worden bij de projectoverzichten van het realisatieprogramma wijzigingen van het kasbudget op projectniveau toegelicht conform de staffel «Norm bij te verklaren verschillen» behorende bij de budgettaire tabel.
Grondslagen voor de vastlegging en de waardering
De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.
Indicatoren en kengetallen
Het jaarverslag is opgesteld conform de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften (RBV). De RBV stelt dat er op 15 maart een door de Auditdienst Rijk goedgekeurd jaarverslag aan de minister van Financiën wordt aangeboden en dat wijzigingen door vakministers, in uitzonderlijke gevallen, tot 25 maart verwerkt kunnen worden. Voor enkele indicatoren en kengetallen in de jaarverslagen van IenW zijn op deze momenten de realisatiegegevens nog niet beschikbaar en kunnen derhalve niet worden toegevoegd aan het jaarverslag. Hierdoor komt het voor dat er realisatiegegevens van indicatoren en kengetallen bekend worden ná het opstellen van het jaarverslag maar vóór publicatie van het jaarverslag. Deze gegevens worden, zoals in het jaarverslag aangegeven, bij de eerstvolgende begroting aan uw Kamer aangeboden.
Groeiparagraaf
Doorwerking wijzigingen Regeling Rijksbegrotingsvoorschriften 2023
Voor het opstellen van het departementaal jaarverslag gelden de Rijksbegrotingsvoorschriften van de Minister van Financiën. In de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2023 zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd die doorwerken in dit jaarverslag op het gebied van:
1. Bedrijfsvoeringsparagraaf
2. Model saldibalans begrotingsfondsen
3. Focusonderwerp: beroep op artikel 2.27 tweede lid CW 2016
4. Bijlage moties en toezeggingen
Ad 1. Bedrijfsvoeringsparagraaf
• In het Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties, fouten en onzekerheden is in de tabel duidelijker scheiding aangebracht tussen de verschillende toleranties.
• De kolommen met het bedrag en de percentages van fouten en onzekerheden gerelateerd aan de coronamaatregelen zijn verwijderd. Wel is bij tolerantieoverschrijdingen gerelateerd aan coronamaatregelen dit tekstueel toegelicht onder de tabel.
• Met ingang van het verantwoordingsjaar 2022 wordt gerapporteerd over de belangrijkste materiële risico’s op fraude en corruptie.
Ad 2. Model saldibalans begrotngsfondsen
Voor de saldibalans van de begrotingsfondsen is een specifiek model in de RBV opgenomen. In dit model is door de minister van Financiën een uniforme werkwijze voor de presentatie van het verrekenen van het saldo van het voorgaande verslagjaar in de saldibalans voorgeschreven. Een batig saldo wordt gepresenteerd als saldo begrotingsfonds onder de ontvangsten als 2a, een nadelig saldo wordt verantwoord als onder de uitgaven op regel 1a. Het cumulatief saldo van het begrotingsfonds van het huidige jaar wordt verwerkt via de Rekening-courant RHB onder balanspost 4/4a.
Ad 3. Focusonderwerp: overzicht ISB's en NvW's en beroep op artikel 2.25 en/of 2.27 tweede lid van de comptabiliteitswet
Voor de verantwoording 2022 heeft de Tweede Kamer de «terugkeer naar een regulier en voorspelbaar begrotingsproces» als focusonderwerp aangewezen. De Minister van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd op welke wijze gevolg wordt gegeven aan dit onderwerp (Kamerstukken II 2021/2022, 31 865, nr. 215). Voor het focusonderwerp is een eenmalige bijlage bij het jaarverslag van de beleidsbegroting HXII opgenomen.
Ad 4. Bijlage moties en toezeggingen
In het jaarverslag is een bijlage opgenomen met door de Eerste en Tweede Kamer aanvaarde moties en door bewindslieden aan de Eerste en Tweede Kamer gedane toezeggingen. Daarin wordt per motie en toezegging de stand van zaken gepresenteerd met betrekking tot de uitvoering ervan.
Omzetverantwoording agentschappen
De minister van Financiën heeft IenW tot en met het verslaggevingsjaar 2023 een uitzondering verleend op de toepassing van het realisatiebeginsel. De uitzondering is van toepassing op artikel 26 van de Regeling Agentschappen en richtlijn 930 paragraaf 22 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.
Informatiewaarde en leesbaarheid begroting en jaarverslag
In de begroting van 2023 is naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg Begrotingsonderzoek (WGO) jaarverslag 2021 van 23 juni 2022 voor het artikel 14 ‘Wegen en Verkeersveiligheid’ een pilot opgesteld ter bevordering van de informatiewaarde en leesbaarheid van de begroting. In dit WGO is toegezegd dat artikel 14 in de verantwoording 2022 tevens al zo veel als mogelijk vorm wordt gegeven in lijn met de opzet van de begroting 2023. Hiertoe zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
– Algemeen: Voor ieder artikel is een samenvatting van de budgettaire tabel toegevoegd.
– Pilot artikel 14: Het artikel is gestructureerd langs een onderdelen, waarbij de daarbij behorende doelstellingen, rollen en verantwoordelijkheden meer in samenhang zijn gepresenteerd.
Het gesprek over de verbetering van informatiewaarde en leesbaarheid van de begroting met de rapporteur wordt gecontinueerd. De uitkomsten daarvan worden verwerkt in de begroting 2024.
Motie Schouw c.s.
In juni 2011 is de motie-Schouw (Kamerstukken II 2011–2012, 21 501-20, nr. 537) ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Voor IenW heeft de Raad in 2022 geadviseerd om de investeringen in duurzaamvervoer te versnellen. In lijn met de regeling Rijksbegrotingsvoorschriften wordt bij de beleidsprioriteiten teruggekomen op deze aanbeveling.
Budgettair overzicht Oekraïne
Voorschrift vanuit de minister van Financiën is dat indien er in het jaar 2022 door het departement maatregelen zijn getroffen vanwege de oorlog in Oekraïne er door het betreffende departement een afzonderlijke overzicht van de budgettaire effecten in het beleidsverslag wordt opgenomen. IenW heeft in het jaar 2022 geen specifieke maatregelen (vergelijkbaar met het overzicht coronasteunmaatregelen) getroffen wegens de oorlog in Oekraïne, derhalve is er geen afzonderlijk budgettair overzicht opgenomen in het jaarverslag van IenW.