Nr | Begrotingsstuk | Onderwerp | Beroep art. 2.27, tweede lid, CW (ja/nee) | Verplichtingen aangegaan voor autorisatie EK (ja/nee) | Uitgaven voor autorisatie EK (ja/nee) | Indieningsdatum | Aangenomen door EK (datum) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Incidentele suppletoire begroting | Mutaties in de huisvestingsportefeuille | ja | ja | ja | 12 mei 2022 | 12 juli 2022 |
Toelichting
Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd, tenzij het spoedeisende karakter van de uitgaven dit niet toelaat.
Gedurende het jaar 2022 heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een incidentele suppletoire begroting ingediend met daarin verwerkt de uitgaven en verplichtingen die voortvloeien uit de aankoop van een kantoorpand voor de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie (PV EU) en de bilaterale ambassade in Brussel.
Gezien de marktgevoeligheid en commerciële vertrouwelijkheid van het aankoopproces konden de Kamers vooraf niet openbaar worden geïnformeerd en kon geen voorstel van wet tot wijziging van een begrotingsstaat worden ingediend. Zowel de Eerste als Tweede Kamer zijn op 7 januari 2022 in vertrouwelijkheid geïnformeerd over de destijds voorgenomen aankoop. Op het moment van afronding van de definitieve koopovereenkomst werd de Tweede Kamer openbaar geïnformeerd middels een op 10 mei 2022 verzonden openbare kamerbrief en indiening van een suppletoire begroting. Er kon niet worden gewacht tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal en zodoende is het kabinet in het belang van het Rijk reeds gestart met de uitvoering. Hiermee werd gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.