De Tweede Kamer verzoekt het Kabinet om bij de verantwoording over het jaar 2023 aandacht te besteden aan resultaatbereik in relatie tot onderuitputting, als gevolg van bijvoorbeeld arbeidskrapte. In deze bijlage wordt de totale specifieke onderuitputting op de begroting 9A en 9B gepresenteerd. Daarbij worden de grootste en/of belangrijkste meevallende realisaties apart toegelicht. De overige meevallende realisaties worden in de post «overige meevallers» toegelicht.
Bedrag | Als % v.d. vastgestelde netto-begroting 2023 | |
---|---|---|
Meevaller niet-belastingontvangsten artikel 1 | ‒ 311.517 | ‒ 2,6% |
Programma Toeslagen Herstel | ‒ 233.419 | ‒ 2,0% |
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Belastingdienst | ‒ 107.158 | ‒ 0,9% |
Vrijval Nog onverdeeld | ‒ 44.906 | ‒ 0,4% |
Meevaller apparaatsuitgaven Toeslagen | ‒ 26.668 | ‒ 0,2% |
Meevaller apparaatsuitgaven artikel 8 (Apparaat) | ‒ 25.039 | ‒ 0,2% |
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Douane | ‒ 24.630 | ‒ 0,2% |
Tegenvaller HGIS | 17.689 | 0,1% |
Meevaller Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen | ‒ 12.518 | ‒ 0,1% |
Overig | ‒ 225 | 0,0% |
Totaal | ‒ 768.391 | ‒ 6,4% |
Toelichting per begrotingsartikel
Meevaller niet-belastingontvangsten artikel 1
Er zijn fors meer niet-belastingontvangsten gerealiseerd en minder rente uitgaven dan verwacht. Dit zorgt voor onderuitputting van per saldo € 312 mln., die overigens los staat van het resultaatbereik. De belangrijkste verklaringen:
– De ontvangsten uit het doorbelasten van de kosten vervolging (stijging € 55 mln.) en boetes en schikkingen (stijging € 46 mln.) zijn sneller dan verwacht terug op het niveau van voor de coronacrisis.
– Daarnaast zijn de ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente fors hoger uitgevallen dan begroot (€ 161 mln.). Voor het grootste deel is dit toe te schrijven aan hogere ontvangsten aan belastingrente in de vennootschaps- en inkomstenbelasting, met name over het belastingjaar 2021. Dit komt doordat vanwege de coronacrisis de winsten en inkomsten te laag zijn ingeschat door belastingplichtigen.
– De uitgaven aan belasting- en invorderingsrente zijn € 50 mln. lager dan verwacht. Het herstelproject invorderingsrente vangt bijvoorbeeld aan in 2024 in plaats van 2023, waarmee ook de kosten van het herstelproject doorschuiven van 2023 naar 2024.
Programma Toeslagen Herstel
De onderuitputting wordt veroorzaakt doordat het kasritme in 2023 niet in lijn is met het aantal afgehandelde Integrale Beoordelingen (IB) en dossiers door de Commissie Werkelijke Schade (CWS). Daarnaast is er sprake van een langere doorlooptijd dan verwacht voor het kwijtschelden van private schulden in verband met (nog) niet ingediende of in behandeling genomen schuldenlijsten. Ook vallen de uitgaven voor het herstelprogramma voor kinderen lager uit doordat UHT een gedeelte van de betalingen niet kan uitvoeren omdat UHT nog gegevens nodig heeft vanuit de ouder, bewindvoerder of kind. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen.
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Belastingdienst
De totale onderuitputting op artikel 1, bestaande uit de apparaats- en programmauitgaven en de apparaatsontvangsten van de Belastingdienst, is € 107 mln. Belangrijkste reden voor de onderuitputting is dat de toebedeelde loon- en prijsbijstelling niet volledig nodig was (€ 85 mln.), onder andere doordat de cao-effecten beneden de marktontwikkeling - waar de loonbijstelling op gebaseerd is - lagen. Verder was sprake van onderuitputting op het overhead budget (zoals bijvoorbeeld huisvesting) vanwege o.a. onderbezetting.
Naast het cao-effect hangt de onderuitputting samen met de onderbezetting op eigen personeel bij de Belastingdienst. Deze onderbezetting wordt deels opgevangen door de inzet van uitzendkrachten en externe inhuur. Daarnaast prioriteert de Belastingdienst in de reguliere werkzaamheden. Bij onderbezetting wordt prioriteit gegeven aan de uitvoerende processen en andere werkzaamheden zoals dienstverlening en burger- en bedrijfgeïnitieerd werk (bijvoorbeeld opleggen van aanslagen, klachten, bezwaren en verzoeken tot aanpassingen). Dit betekent onder andere dat er in de praktijk keuzes in het toezicht worden gemaakt. Het keuzeproces waar de Belastingdienst voor staat is toegelicht in het jaarplan Belastingdienst 2024.
Vrijval Nog onverdeeld
Een deel van de nog onverdeelde middelen op artikel 10 zijn vrijgevallen (€ 45 mln.), omdat deze niet in 2023 nodig waren gezien de onderuitputting op de beleidsartikelen.
Meevaller apparaatsuitgaven Toeslagen
Artikel 13 had in 2023 een specifieke onderuitputting van € 27 mln. € 5 mln. hiervan betreft een technische mutatie. De belangrijkste oorzaak van de onderuitputting is meer onderbezetting dan verwacht bij Dienst Toeslagen (niet Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT)), zowel bij eigen personeel als bij externe inhuur. Dienst Toeslagen heeft te maken gehad met krapte op de arbeidsmarkt, wat leidt tot lagere bezetting ten opzichte van de formatie en daarmee lagere dan eerder begrote loonkosten. Ook wordt de onderuitputting veroorzaakt door het niet doorgaan van de eenmalige afkoop voor beheer en onderhoud van Hotspot Toeslagenaffaire (archief).
Meevaller apparaatsuitgaven artikel 8 (Apparaat)
Op artikel 8 Apparaat is er een onderuitputting van € 25 mln. Dit komt met name door lagere uitgaven aan eigen personeel vanwege onderbezetting door krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast waren de apparaatsontvangsten hoger door hogere verhuurontvangsten van het Rijksvastgoedbedrijf en de hogere verkoopontvangsten van Domeinen Roerende Zaken. Tot slot vielen enkele materiële uitgaven mee door bijvoorbeeld onderbesteding en vertraging op ICT-uitgaven en onderbesteding van onderzoeksbudget.
Meevaller apparaats- en programmauitgaven Douane
De totale onderuitputting van de Douane is € 25 mln. Dit betreft voor een deel (€ 9 mln.) minder uitgaven aan eigen personeel dan verwacht, doordat de Douane door krapte op de arbeidsmarkt niet de gehele formatie kan invullen. Hiernaast zijn bepaalde programmauitgaven door vertraging niet gerealiseerd (€ 12 mln.), o.a. voor (arbeids)marktcommunicatie, scan- en detectiematerialen en de het ICT-project Digitale Snelweg Douane.
Tegenvaller HGIS
Deze tegenvaller betreft een betaling aan de Wereldbank (ca. € 18 mln.) die per abuis twee keer is uitgevoerd. Aangezien dit aan het eind 2023 is gebeurd, is de teruggave van het bedrag net over de jaargrens gedaan.
Meevaller Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen
Deze meevaller wordt grotendeels veroorzaakt door terugbetaling door Argentinië. Het ontvangen bedrag in 2023 valt hoger uit dan geraamd, omdat de betaling van eind 2022 over de jaargrens is ontvangen. Daarnaast vallen de schaderestituties ekv einde jaar hoger uit dan begroot. Vanwege het vraaggestuurd karakter van de ekv ontstaan er verschillen tussen de raming en daadwerkelijke realisatie.
Overig
Deze post bevat het saldo van mee- en tegenvallers op artikel 2, 3, 4 en 11. Dit komt bijvoorbeeld door hogere uitvoeringskosten en lagere uitgaven aan het register van uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) van vennootschappen en andere juridische entiteiten.