A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting 2001, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de departmentale begrotingsstaat van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2005 te wijzigen.
De in die begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
2.2 De beleidsartikelen
2.3 De niet-beleidsartikelen
B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGS(STAAT)
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op beleidsartikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2005.
Daarna is onder het onderdeel 2 «Het beleid» in de begrotingstoelichting eerst de aansluiting gemaakt met de Najaarsnota 2005. Vervolgens worden de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel gespecificeerd en toegelicht.
Tenslotte wordt inzicht gegeven in de financiële mutaties die op beleidsartikelniveau zijn opgenomen via de verdiepingsbijlage.
2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
In de 2e suppletore begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven van de effecten van de besluiten van het Kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg van de besluitvorming wordt in de OCW-begroting in 2005 een uitgavenpeil van circa € 27,6 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is circa € 1,3 miljard.
In tabel 1 wordt de aansluiting getoond van de uitgaven en ontvangsten tussen de 1e suppletore begroting 2005 en de 2e suppletore begroting 2005. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2006 en de hiermee samenhangende OCW-begroting.
Tabel 1: Overzicht belangrijkste suppletore mutaties 2005 (x € 1 miljoen)
Artikel | Uitgaven | Ontvangsten | |
---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2005 | 26 684,2 | 1 303,6 | |
Stand 1e suppletore begroting 2005 (Voorjaarsnota) | 27 213,0 | 1 405,0 | |
Belangrijkste suppletore mutaties: | |||
1) Monumentenzorg | 14 | 97,5 | 97,5 |
2) Afschaffing lesgeld | 12/13 | – 124,0 | – 211,0 |
3) Invordering naar aanleiding van de hbo-fraude | 60,5 | ||
4) Doorwerking gewijzigde taakstelling ww-maatregel | 3,9 | ||
5) Versnelde uitbetaling interimvergoeding ziektekosten | 17 | 326,9 | |
6) Bijstelling reclameontvangsten publieke omroep | 15 | – 30,0 | – 30,0 |
7) Overige mutaties | 38,8 | – 2,3 | |
Stand 2e suppletore begroting 2005 (Najaarsnota) | 27 586,6 | 1 259,2 |
De belangrijkste beleidsmatige mutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden zijn de volgende:
1. Uit het FES is € 100 miljoen beschikbaar gekomen. Hiervan zal € 97,5 miljoen worden aangewend voor het wegwerken van achterstanden in de monumentenzorg en wordt 2,5 beschikbaar gesteld voor de Hermitage.
2. Deze wijziging betreft de verlaging van de ontvangsten als gevolg van de afschaffing van het lesgeld in het voortgezet onderwijs en de deelnemers van 16 en 17 jaar in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs met ingang van het schooljaar 2005–2006.
3. De € 60,5 miljoen is onderverdeeld in een verrekening van € 25,7 miljoen en een kasschuif van 34,8 miljoen. Daarnaast betreft het een verrekening van in totaal € 25,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap. Het betreft hier een deel van de verrekeningen voor het BVE (€ 0,5 miljoen), HBO (€ 20,7 miljoen) en WO (€ 4,5 miljoen); ook in 2006 zullen nog vorderingen worden vereffend. Met het bedrag van € 25,7 miljoen dat in 2005 bij de betreffende instellingen wordt geïnd, wordt een deel ingevuld van de geraamde ontvangst die in 2005 op beleidsartikel nominaal en onvoorzien is geboekt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Het restant van de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude» ad € 34,8 miljoen wordt doorgeschoven naar 2006.
4. Deze post betreft een aanpassing van in de begroting 2004 opgenomen taakstelling doorwerking ww-maatregel. De OCW-begroting wordt hiermee verhoogd met € 3,9 miljoen in 2005. De verdeling van de gewijzigde taakstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.
Gewijzigde taakstelling doorwerking ww-maatregel (bedragen x € 1 000)
2005 | |
---|---|
Primair onderwijs | 537 |
Voortgezet onderwijs | 835 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 682 |
Hoger beroepsonderwijs | 466 |
Wetenschappelijk onderwijs | 1 300 |
Onderzoek en wetenschappen | 58 |
Ministerie algemeen | 41 |
Inspecties | 6 |
Totaal | 3 925 |
5. Door de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel wordt de interimvergoeding ziektekosten voor het onderwijs- en rijkspersoneel van in totaal € 396,1 miljoen, waarvan € 326,9 miljoen in 2005 en € 66,5 miljoen in 2006, versneld uitbetaald.
6. Het betreft een negatieve bijstelling van de beschikbare STER-inkomsten bij de publieke omroep.
7. Daarnaast is er nog een saldo van beleidsmatige en autonome uitgavenmutaties, die de begrotingsomvang beïnvloeden (totaal € – 5,5 miljoen) en technische bijstellingen (totaal € 44,3 miljoen). Deze categorieën tellen op tot € 38,8 miljoen.
2.1.1 Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling
De mutatie op de post loonbijstelling wordt grotendeels veroorzaakt door de loonbijstelling tranche 2005 en additionele middelen voor onder meer de gestegen pensioenpremies. Met dit totaal aan middelen wordt in de 1e suppletore begroting 2005 voor alle beleidsartikelen een nullijn gerealiseerd. Tenslotte wordt ook de interimvergoeding ziektekosten voor onderwijs- en rijkspersoneel versneld uitbetaald vanwege de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel. De verdeling van de loonbijstelling over de verschillende beleidsartikelen is in de onderstaande tabel weergegeven.
Loonbijstelling (bedragen x € 1 000)
2005 | |
---|---|
Primair onderwijs | 177 984 |
Voortgezet onderwijs | 173 753 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 78 402 |
Hoger beroepsonderwijs | 44 842 |
Wetenschappelijk onderwijs | 42 664 |
Internationaal beleid | 119 |
Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 1 767 |
Informatie- en communicatie technologie | 42 |
Studiefinanciering | 763 |
Cultuur | 6 635 |
Media | 401 |
Onderzoek en wetenschappen | 7 385 |
Nominaal en onvoorzien | 764 |
Ministerie algemeen | 1 959 |
Inspecties | 1 185 |
Adviesraden | 134 |
Totaal | 538 799 |
De mutatie op de post prijsbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de prijsbijstelling van € 72,4 miljoen. De verdeling van de prijsbijstelling over de verschillende beleidsterreinen is in de onderstaande tabel weergegeven.
Prijsbijstelling (bedragen x € 1 000)
2005 | |
---|---|
Primair onderwijs | 23 535 |
Voortgezet onderwijs | 5 597 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | 5 540 |
Technocentra | 80 |
Hoger beroepsonderwijs | 4 817 |
Wetenschappelijk onderwijs | 9 196 |
Internationaal beleid | 111 |
Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | 531 |
Informatie- en communicatie technologie | 440 |
Studiefinanciering | 7 302 |
Cultuur | 3 331 |
Media | 7 972 |
Onderzoek en wetenschappen | 2 851 |
Nominaal en onvoorzien | 848 |
Ministerie algemeen | 177 |
Inspecties | 48 |
Adviesraden | 5 |
Totaal | 72 381 |
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 1 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 7 525 535 | 7 617 348 | 256 104 | 7 873 452 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 7 526 664 | 7 618 477 | 256 104 | 7 874 581 |
Programma-uitgaven | 7 521 085 | 7 612 980 | 255 792 | 7 868 772 |
• Toerusting | 5 823 998 | 5 998 255 | 18 411 | 6 016 666 |
• Onderwijskwaliteit | 13 891 | 18 245 | – 2 383 | 15 862 |
• Toegankelijkheid | 1 566 524 | 1 592 446 | 17 896 | 1 610 342 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 8 855 | 11 503 | 5 980 | 17 483 |
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 20 611 | 31 231 | 354 | 31 585 |
Voorcalculatorische uitdelingen | 87 206 | – 38 700 | 215 534 | 176 834 |
Apparaatsuitgaven | 5 579 | 5 497 | 312 | 5 809 |
Ontvangsten | 20 133 | 51 449 | 4 574 | 56 023 |
Voor het primair onderwijs is sprake van een stijging van de uitgaven en verplichtingen met € 256,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.
Voor € 208,7 miljoen betreft het technische mutaties. Als gevolg van autonome en beleidsmatige mutaties is de begroting met € 47,4 miljoen gestegen.
De ontvangsten zijn met € 4,6 miljoen gestegen. Dit betreft uitsluitend technische mutaties.
Deze mutatie van € 20,3 miljoen betreft een verhoging van het beschikbare budget voor Participatiefonds. In de voorjaarsnota is reeds melding gemaakt van verwachte hogere uitgaven bij het Participatiefonds. De hogere uitgaven bij het Participatiefonds ontstaan doordat het aantal I/D-banen in het onderwijs daalt. De kosten van de daaruit voortvloeiende werkloosheidsuitkeringen worden gedragen door dit fonds. Er zijn maatregelen getroffen om het verschil tussen de uitgaven en inkomsten van het fonds te verkleinen; voorts is in het kader van de voorjaarsnota het budget voor Participatiefonds verhoogd. De resterende problematiek wordt met deze mutatie opgelost. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toegankelijkheid.
Om het tekort bij het Participatiefonds te dekken, wordt ondermeer met een aantal maatregelen geld vrijgemaakt uit het schoolbudget (€ 8,4 miljoen). Zo worden de geraamde oploop in verband met integraal personeelsbeleid en de loonbijstelling over het schoolbudget niet uitgekeerd en wordt tevens het betalingsritme aangepast. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.
Als gevolg van het succesvol gevoerde arbeidsmarktbeleid in de afgelopen jaren valt binnen de regeling opleiden in de school € 2,5 miljoen vrij. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.
In het kader van de nieuwe CAO zijn ondermeer afspraken gemaakt over een contractloonontwikkeling van 1% per 1 augustus 2005 en een verhoging van de structurele eindejaarsuitkering met 0,5%. Hiervoor is € 35,6 miljoen aan de begroting toegevoegd. Tevens is hiervoor een intertemporele compensatie tussen 2005 en 2006 van € 2,4 miljoen opgenomen. Deze mutaties doen zich voor bij de voorcalculatorische uitdelingen.
Verder zijn er meer middelen nodig voor kinderopvang. Tot dit jaar was er sprake van een gebudgetteerde regeling met wachtlijsten. Als gevolg van nieuwe wetgeving is er nu sprake van een open einde regeling. Volgens de ramingen van de uitvoeringsorganisatie Kintent leidt dit tot een structurele kostenstijging. In 2005 gaat het om € 3,3 miljoen voor het primair- en voortgezet onderwijs. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.
Voor de kosten samenhangend met de voorbereiding van het invoeren van het onderwijsnummer is naast de enveloppemiddelen binnen de begroting ruimte gevonden voor een intesivering van € 6,6 miljoen. Dit geld komt ten goede aan de scholen. Dekking voor dit bedrag is ondermeer gevonden binnen de materiële budgetten voor toerusting en bereikbaarheid en voor Weer Samen Naar School. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.
Flankerend beleid schoolbegeleidingsdiensten
Voor flankerend beleid schoolbegeleidingsdiensten is conform de toezegging aande Tweede Kamer € 2,7 miljoen vrijgemaakt binnen de OCW-begroting. Deze mutatie doet zich voor bij de doelstelling toerusting.
De uitputting van de innovatieprojecten in 2005 is vertraagd omdat de sector primair onderwijs, waarin vele partijen vertegenwoordigd zijn, is gevraagd zelf de regie te voeren op de vorm en de inhoud van het innovatiebeleid. De uitvoering van het gezamenlijke plan vindt derhalve grotendeels in 2006 plaats. Om het gereserveerde budget te behouden voor dit doel is deze (2e) suppletore wet een mutatie opgenomen van -/- € 3,2 miljoen. Een tegengestelde mutatie zal in de 1e suppletore wet 2006 worden opgenomen
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 3 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 5 378 019 | 5 393 156 | 199 390 | 5 592 546 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 5 361 828 | 5 376 965 | 199 204 | 5 576 169 |
Programma-uitgaven | 5 337 071 | 5 350 533 | 193 465 | 5 543 998 |
• Personeel en materieel | 5 266 373 | 5 279 636 | 194 249 | 5 473 885 |
• Onderwijsverzorging en projecten | 70 698 | 70 897 | – 784 | 70 113 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 10 268 | 10 268 | 4 728 | 14 996 |
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 9 867 | 11 268 | 292 | 11 560 |
Apparaatsuitgaven | 4 622 | 4 896 | 719 | 5 615 |
Ontvangsten | 1 361 | 1 361 | 3 074 | 4 435 |
Voor het voortgezet onderwijs is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 199,2 miljoen.
Voor € 179,4 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.
De voornaamste overige mutaties betreffen:
• het saldo van de kosten van de incidentele eindejaarsuitkering 2005 (+ € 29,4 miljoen) en de gedeeltelijke dekking van deze kosten binnen het voortgezet onderwijs (– € 17,8 miljoen);
• het saldo van diverse interne overboekingen met andere directies ad. € 7,3 miljoen, deze mutaties hebben geen beleidsconsequenties;
• overige (+ € 0,9 miljoen).
Ontvangsten:
De ontvangsten zijn met € 3,1 miljoen gestegen. € 2,1 miljoen wordt verklaard door extra inkomsten ten behoeve van pensioenpremies WW ’ers; het restant (€ 1,0 miljoen) door terugontvangsten op in voorgaande jaren verstrekte subsidies.
4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 4 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 753 213 | 2 768 860 | 119 915 | 2 888 775 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 2 738 005 | 2 742 866 | 100 240 | 2 843 106 |
Programma-uitgaven | 2 734 228 | 2 739 170 | 99 900 | 2 839 070 |
• Middelbaar beroepsonderwijs | 2 390 135 | 2 385 833 | 82 959 | 2 468 792 |
• Educatie | 243 857 | 248 011 | 2 836 | 250 847 |
• Specifieke stimulering | 89 439 | 91 868 | – 5 165 | 86 703 |
• Leren en werken | 14 097 | 14 097 | ||
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 4 479 | 4 479 | 1 065 | 5 544 |
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 6 318 | 8 979 | 4 108 | 13 087 |
Apparaatsuitgaven | 3 777 | 3 696 | 340 | 4 036 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
De uitgaven voor het beroepsonderwijs zijn ten opzichte van de 1e suppletore begroting verhoogd met € 100,2 miljoen. Deze mutaties zijn voornamelijk technisch van aard.
De verhoging van de uitgaven van dit onderdeel wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon- en prijsbijstelling) en interimvergoeding ziektekosten van € 83,9 miljoen;
• een verrekening van in totaal € 4,5 miljoen die plaatsvindt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting;
• de doorwerking van de gewijzigde ww-taakstelling voor € 0,6 miljoen. Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.
Uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon en prijsbijstelling) van € 2,8 miljoen.
Uitdeling vanuit de aanvullende posten van € 1,2 miljoen.
Daarnaast is in verband met het apart zichtbaar maken van de middelen bedoeld voor het actieplan «Leren en werken» (zie het volgende onderdeel) een bedrag van € 13,9 miljoen overgeboekt naar dat onderdeel.
Dit budget is overgeboekt van het onderdeel «specifieke stimulering» (04.03) Naar onderdeel «Leren en Werken».
Deze mutaties betreffen uitdelingen vanuit de aanvullende posten en interne overboekingen. De voornaamste interne overboeking betreft € 4,7 miljoen voor het onderwijsnummer.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 6 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1 737 734 | 1 874 214 | 27 396 | 1 901 610 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 1 764 633 | 1 773 371 | 30 717 | 1 804 088 |
Programma-uitgaven | 1 759 564 | 1 768 331 | 30 206 | 1 798 537 |
Toerusting | ||||
• Toerusting van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek | 1 679 814 | 1 686 122 | 33 074 | 1 719 196 |
Toegankelijkheid | ||||
• Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs | 1 116 | 1 300 | 150 | 1 450 |
• Verbetering doorstroom beroepskolom* | 4 868 | 4 868 | – 4 868 | 0 |
• Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs | 3 293 | 3 293 | 983 | 4 276 |
• Zorgopleidingen in het hoger onderwijs | 4 900 | 4 900 | 475 | 5 375 |
• Beta/techniek en emancipatie | 100 | 100 | 100 | |
• Deltaplan beta/techniek | 13 946 | 13 946 | 8 831 | 22 777 |
• Prestatieafspraken | 8 667 | 9 650 | – 9 650 | 0 |
Kwaliteit | ||||
• Internationalisering in het hoger onderwijs | 445 | 445 | 445 | |
• Lectoren/Kennisinnovatie in het hoger beroepsonderwijs | 34 622 | 34 622 | 813 | 35 435 |
• Digitale universiteit in het hoger onderwijs | 2 000 | 2 000 | 2 000 | |
Doelmatigheid onderdeel lumpsum | ||||
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 1 904 | 1 904 | 42 | 1 946 |
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 3 889 | 5 181 | 356 | 5 537 |
Apparaatsuitgaven** | 5 069 | 5 040 | 511 | 5 551 |
Ontvangsten | 17 | 17 | 0 | 17 |
* Exclusief de middelen impuls beroepskolom. Deze maken deel uit van toerusting (lumpsum).
** In 2004 zijn de directies HBO en WO samengevoegd. De totale apparaatskosten voor de nieuwe directie Hoger Onderwijs zijn begroot op artikel 6. De middelen voor beleidsgericht onderzoek maken voor het gehele hoger onderwijs deel uit van de programma-uitgaven van artikel 7.
Voor het hoger beroepsonderwijs is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 30,7 miljoen. Als belangrijkste oorzaken hiervoor worden genoemd een bijstelling uit de aanvullende posten van € 49,7 miljoen, en een bedrag van – € 20,7 miljoen als gevolg van verrekeningen met meerdere hogescholen van vorderingen op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap (zie verder bij Toerusting).
Toelichting per operationele doelstelling
De verhoging van het onderdeel «toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» met € 33,1 miljoen is met name het gevolg van:
• het terugboeken naar de normatieve exploitatievergoeding van € 4 miljoen uit de prestatieafspraken (zie ook onder Toegankelijkheid, onderdeel prestatieafspraken);
• een bijstelling uit de aanvullende posten van in totaal € 49,7 miljoen (zie de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting) en
• een verrekening van in totaal € 20,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap (het betreft hier een deel van de verrekeningen). Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.
• Het onderdeel «verbetering doorstroom beroepskolom» is verlaagd met € 4,9 miljoen. Omdat alle activiteiten (dus ook die voor het hbo) uit het actieplan Leven lang leren (27 406, nr. 32) centraal op begrotingsartikel 4 worden geraamd en verantwoord, is dit bedrag overgeboekt. In deze 2e suppletore begroting is een correctie aangebracht in de bedragen voor dit onderdeel bij de stand ontwerp-begroting 2005 en de stand 1e suppletore begroting 2005. In de 1e suppletore begroting 2005 is bij dit onderdeel abusievelijk tweemaal een bedrag van € 1,9 miljoen vermeld in plaats van – overeenkomstig de begroting 2005 – een bedrag van € 4,9 miljoen. In de totalen is wel rekening gehouden met het juiste bedrag van € 4,9 miljoen.
• Het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek» is verhoogd met € 8,8 miljoen. Belangrijkste verklaring voor deze verhoging is een toevoeging van € 8,5 miljoen uit de middelen voor prestatieafspraken hbo (€ 4,3 miljoen) en wo (€ 4,2 miljoen) voor de financiering in 2005 van het WO-Sprint-programma. Deze € 8,5 miljoen wordt overigens in 2008 vrijgemaakt uit de middelen voor «Deltaplan bèta/techniek» en weer toegevoegd aan de middelen prestatieafspraken hoger onderwijs ten behoeve van de International centres of excellence (€ 5 miljoen), verhoging deelname allochtone studenten (€ 1,5 miljoen) en verhoging deelname studenten met een handicap (€ 2 miljoen).
• Voor het onderdeel «prestatieafspraken» is sprake van een verlaging van € 9,7 miljoen. Belangrijkste verklaringen voor deze verlaging zijn:
– een toevoeging aan de lumpsum van € 4 miljoen (zie ook onder Toerusting);
– een toevoeging aan het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek» van in totaal € 4,3 miljoen. Deze middelen komen in 2008 weer beschikbaar voor onderwerpen die uit de middelen prestatieafspraken worden gefinancierd (zie hiervoor de toelichting bij het onderdeel «Deltaplan bèta/techniek»).
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 7 x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 289 976 | 3 369 058 | 63 257 | 3 432 315 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 3 260 446 | 3 290 273 | 49 657 | 3 339 930 |
Programma-uitgaven | 3 260 446 | 3 290 273 | 49 657 | 3 339 930 |
Toerusting | ||||
• Toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek | 3 205 900 | 3 229 499 | 53 644 | 3 283 143 |
• Toerusten van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs | 15 155 | 21 717 | 167 | 21 884 |
Toegankelijkheid | ||||
• Studiekeuze informatie voor het hoger onderwijs | 184 | 0 | 0 | 0 |
• Onderzoeksmasters in het wetenschappelijk onderwijs | 5 910 | 5 910 | 0 | 5 910 |
• Numerus fixus geneeskundeopleidingen in het wetenschappelijk onderwijs* | 0 | 0 | 0 | 0 |
• Toelatingsbeleid in het hoger onderwijs | 1 633 | 2 717 | 0 | 2 717 |
• Zorgopleidingen in het hoger onderwijs | 6 300 | 6 300 | – 2 100 | 4 200 |
• Prestatieafspraken | 4 333 | 5 104 | – 4 233 | 871 |
Kwaliteit | ||||
• Dynamisering eerste geldstroom wetenschappelijk onderzoek | 2 821 | 821 | 0 | 821 |
• Internationalisering in het hoger onderwijs | 2 154 | 2 154 | 0 | 2 154 |
• SURF Educatiefonds in het hoger onderwijs | 4 000 | 4 000 | 0 | 4 000 |
• Digitale universiteit in het hoger onderwijs | 1 000 | 1 000 | 0 | 1 000 |
• Jonge universiteiten | 6 000 | 6 000 | 0 | 6 000 |
Doelmatigheid onderdeel lumpsum | ||||
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 3 633 | 3 633 | 2 015 | 5 648 |
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 1 423 | 1 418 | 164 | 1 582 |
Apparaatsuitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 1 400 | 1 400 | 0 | 1 400 |
* Vanaf 2005 maken de middelen deel uit van toerusting (lumpsum).
De uitgaven voor het wetenschappelijk onderwijs zijn ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 verhoogd met € 49,7 miljoen. Voor € 48,1 miljoen is dit voornamelijk het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.
Toelichting per operationele doelstelling
De verhoging van € 53,8 miljoen voor de onderdelen «toerusten van instellingen voor het verzorgen van hoger onderwijs en onderzoek» en «toerusten van faciliterende organisaties gericht op het hoger onderwijs» is met name het gevolg van loon- en prijsbijstelling 2005 uit de aanvullende post van in totaal € 51,9 miljoen (zie de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting).
De verlaging van € 6,3 miljoen voor het onderdeel «toegankelijkheid» wordt met name veroorzaakt door de verlaging van de middelen voor prestatieafspraken met € 4,2 miljoen. Het betreft hier een overboeking naar beleidsartikel 6 (hoger beroepsonderwijs) en wordt ingezet voor de financiering van het WO-Sprint-programma (zie de uitgebreide toelichting aldaar).
8. Internationaal onderwijsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 8 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 19 612 | 13 412 | 6 393 | 19 805 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 21 245 | 15 396 | 1 891 | 17 287 |
Programma-uitgaven | 19 284 | 13 342 | 690 | 14 032 |
• Mobiliteit | 10 711 | 4 911 | 13 | 4 924 |
• Samenwerkingsverbanden | 2 927 | 2 927 | 50 | 2 977 |
• Institutionele subsidies Nederland | 4 975 | 4 432 | 157 | 4 589 |
• Instellingen buitenland | 166 | 67 | 67 | |
• Overige internationale uitgaven | 505 | 1 005 | 470 | 1 475 |
Apparaatsuitgaven | 1 961 | 2 054 | 1 201 | 3 255 |
Ontvangsten | 99 | 99 | 0 | 99 |
9. Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 9 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 179 906 | 168 801 | – 21 724 | 147 077 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 179 906 | 168 801 | – 21 724 | 147 077 |
Programma-uitgaven | 176 358 | 164 973 | – 21 862 | 143 111 |
• Arbeidsmarkt | 129 737 | 118 352 | – 24 451 | 93 901 |
• ZVOO | 46 621 | 46 621 | 587 | 47 208 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | ||||
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 0 | 0 | 2 002 | 2 002 |
Apparaatsuitgaven | 3 548 | 3 828 | 138 | 3 966 |
Ontvangsten |
Voor het artikel arbeidsmarkt en personeelsbeleid is sprake van een daling van de uitgaven met € 21,8 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.
Voor – € 4,0 miljoen betreft het technische mutaties. De voornaamste overige mutaties ad – € 17,8 miljoen hebben betrekking op:
• een mutatie van € 3,4 miljoen is overgeboekt ten behoeve van de knelpunten in het Participatiefonds in het primair onderwijs. Het gaat om € 0,5 miljoen uit de loonbijstelling op het bestedingsplan en € 2,9 miljoen uit het budget maatwerk lerarenopleiding;
• een overboeking ad € 2,5 miljoen naar art. 1 (PO) ten behoeve van het invoeren van het onderwijsnummer. Deze middelen zijn beschikbaar gekomen uit verschillende posten van art. 9 (AP) waar minder op is uitgegeven dan voorzien;
• verder wordt van dit artikel € 10,5 miljoen overgeboekt naar de artikelen 1 (PO) en 3 (VO) om de eindejaarsuitkering voor onderwijspersoneel 2005 te bekostigen;
• diverse overige mutaties met een totaal bedrag van – € 1,3 miljoen.
10. Informatie- en communicatietechnologie
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 10 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 51 936 | 53 773 | – 8 596 | 45 177 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 51 936 | 53 773 | – 8 596 | 45 177 |
Programma-uitgaven | 50 023 | 51 923 | – 7 865 | 44 058 |
Deregulering, autonomie en rekenschap: | ||||
• Monitoring/onderzoek | 2 020 | 2 020 | – 1 717 | 303 |
• Internetvoorziening centraal | 5 000 | 5 000 | – 4 845 | 155 |
Onrendabele gebieden | ||||
Centrale voorziening | 10 000 | 12 000 | – 765 | 11 235 |
Innovatie en versterking van de kennisinfrastructuur: | ||||
• Innovatie stichtingen | ||||
Basissubsidie kennisnet | 18 600 | 18 600 | 18 600 | |
Basissubsidie ict op school | 2 723 | 2 723 | 2 723 | |
Internationaal | 100 | 100 | – 100 | 0 |
Onderwijs en bedrijfsleven | 100 | 100 | – 100 | 0 |
• Innovatie Balkenende II | ||||
Platform | 1 000 | 1 000 | 1 000 | |
Kennisproductie (kennisrotonde) | 3 000 | 3 000 | 3 000 | |
Grassroots cultuureducatie | 500 | 500 | – 500 | 0 |
Contentontwikkeling | 2 500 | 2 500 | 168 | 2 668 |
Breedband | 1 000 | 1 000 | – 1 000 | 0 |
• Overige innovatieve projecten | ||||
Informatie- en kennistransfer vakgebieden | 240 | 240 | – 240 | 0 |
OSSOS | 500 | 500 | – 30 | 470 |
ICT-agenda | 500 | 500 | – 200 | 300 |
Communicatie «Parels» | 500 | 400 | 71 | 471 |
Internationaal | 250 | 250 | – 250 | 0 |
Meer mensen werkzaam in het onderwijs: | ||||
• Professionalisering van docenten | ||||
Grassroots (incl. evaluatie) | 480 | 480 | 0 | 480 |
Professionalisering docenten | 1 000 | 1 000 | – 79 | 921 |
Doorlopende verplichtingen NI.tree: | ||||
• Overige en veldspecifieke ict-projecten | 10 | 10 | 1 722 | 1 732 |
Apparaatsuitgaven | 1 913 | 1 850 | – 731 | 1 119 |
Ontvangsten | 47 776 | 49 776 | 2 800 | 52 576 |
De uitgaven voor Informatie- en communicatietechnologie zijn verlaagd met € 8,6 miljoen. De ontvangsten zijn verhoogd met € 2,8 miljoen. De belangrijkste mutaties hierin zijn onder meer:
Deregulering, autonomie en Rekenschap
• Een verlaging in verband met een beleidsmatige mutatie van € 3,5 miljoen voor de dekking van de begrotingsproblematiek «behoud nullijn onderwijspersoneel VO». De dekking is gevonden in de gereserveerde middelen voor de Internetvoorziening centraal (bredere ambitie ICT), waarbij ict-projectinitiatieven op het gebied van de onderwijssectoren geen doorgang zullen vinden.
Innovatie en versterking kennisinfrastructuur
• Een verlaging van het budget met € 0,7 miljoen in verband met lagere subsidietoekenning op projecten 2005, die samenhangen op de gereserveerde middelen voor het Platform Kennisrotonde en innovatie- en communicatieprojecten ict.
• Een verlaging van het budget met € 1,3 miljoen in verband met vrijvallende middelen op projecten 2005 die samenhangen op de gereserveerde middelen voor het Innovatieprogrammamanagement en ict in lerarenopleiding. De genoemde projecten zijn niet tot uitvoering gekomen.
Als gevolg van afrekening van subsidiegelden op de jaren 2001–2004 van de stichting Kennisnet wordt een bedrag ontvangen van € 3,4 miljoen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 11 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 775 974 | 2 860 611 | 11 398 | 2 872 009 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 2 775 974 | 2 860 611 | 11 398 | 2 872 009 |
Programma-uitgaven | 2 704 740 | 2 789 250 | 18 399 | 2 807 649 |
Programma-uitgaven overig | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 69 968 | 70 100 | – 7 031 | 63 069 |
Apparaatsuitgaven | 1 266 | 1 261 | 30 | 1 291 |
Ontvangsten | 397 200 | 400 700 | – 18 900 | 381 800 |
Voor studiefinanciering is er sprake van een stijging van de uitgaven met € 11,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005. Dit is het saldo van alleen technische mutaties; een stijging van € 18,4 miljoen van de reguliere WSF-programma-uitgaven en een daling van € 7,0 miljoen van het uitvoeringsbudget van de IB-Groep.
De € 18,4 miljoen stijging van de programma-uitgaven betreft voor het grootste deel (€ 15,4 miljoen) een bijstelling bij begrotingsvoorbereiding 2006 van het budget voor 2005 van de raming van uitgaven aan rentedragende leningen.
De daling met € 7,0 miljoen van het uitvoeringsbudget van de IB-Groep hangt voornamelijk samen met een herverdeling van het budget voor 2005 over de beleidsartikelen 11, 12 en 13 als gevolg van een nieuw kostprijsmodel voor de IB-Groep.
De ontvangsten zijn met € 18,9 miljoen gedaald. Dit betreft een technische bijstelling van de raming van de aflossing van rentedragende leningen voor 2005.
12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 12 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 404 945 | 422 100 | – 119 100 | 303 000 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 404 945 | 422 100 | – 119 100 | 303 000 |
Programma-uitgaven | 393 987 | 411 000 | – 125 000 | 286 000 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
Uitvoeringsorganisatie IBG | 10 958 | 11 100 | 5 900 | 17 000 |
Ontvangsten | 10 318 | 13 200 | 0 | 13 200 |
Voor tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten is sprake van een daling van de uitgaven met per saldo € 119,1 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.
Dit betreft een beleidsmatige mutatie van – € 125,0 miljoen in verband met het afschaffen van het lesgeld voor leerlingen in het voortgezet onderwijs en deelnemers in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs van 16 en 17 jaar met ingang van het schooljaar 2005–2006. Door het afschaffen van die onderwijsbijdrage zijn ook de tegemoetkomingen in dit verband niet meer nodig.
Een technische mutatie van totaal € 5,9 miljoen houdt voor het grootste deel verband met een herverdeling over de beleidsartikelen 11, 12 en 13 van het uitvoeringsbudget voor 2005 van de IB-Groep als gevolg van een nieuw kostprijsmodel.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 13 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Totaal uitgaven | 3 373 | 3 400 | 3 669 | 7 069 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie IBG | 3 373 | 3 400 | 3 669 | 7 069 |
Ontvangsten | 441 487 | 432 700 | – 211 000 | 221 700 |
Bij de uitgaven op het artikel lesgelden is sprake van een stijging van per saldo € 3,7 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005.
Dit is het saldo van technische mutaties die voor het grootste deel betrekking heeft op een herverdeling van het uitvoeringsbudget voor 2005 van de IB-Groep als gevolg van een nieuw kostprijsmodel.
Een beleidsmatige mutatie ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 van – € 211,0 miljoen bij de lesgeldontvangsten is het gevolg van het afschaffen van het lesgeld in het voortgezet onderwijs en de deelnemers van 16 en 17 jaar in de beroepsopleidende leerweg en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs met ingang van het schooljaar 2005–2006.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 14 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 539 248 | 693 271 | 112 867 | 806 138 |
Waarvan garantieverplichtingen | 146 225 | |||
Totaal uitgaven | 759 604 | 773 253 | 112 867 | 886 120 |
Programma-uitgaven | 701 853 | 712 858 | 107 664 | 834 691 |
Kunsten: | ||||
• Podiumkunsten | 203 067 | 203 954 | 289 | 204 243 |
• Film | 25 375 | 26 630 | 26 630 | |
• Beeldende kunst/bouwkunst/vormgeving | 70 630 | 71 665 | 2 193 | 73 858 |
• Amateurkunst en kunsteducatie | 30 021 | 26 329 | – 226 | 26 103 |
• Kunsten Algemeen | 42 215 | 36 413 | 2 443 | 38 856 |
Letteren en Bibliotheken: | ||||
• Bibliotheken | 30 900 | 32 500 | 150 | 32 650 |
• Letteren | 15 780 | 15 868 | 383 | 16 251 |
• Overig | 1 759 | 1 759 | 743 | 2 502 |
Culureel erfgoed: | ||||
• Musea | 130 973 | 149 204 | 4 086 | 153 290 |
• Monumentenzorg | 75 274 | 75 274 | 98 505 | 173 779 |
• Archeologie | 13 933 | 10 933 | – 3 000 | 7 933 |
• Archieven | 25 952 | 25 952 | 25 952 | |
• Overig | 29 007 | 29 136 | 3 252 | 32 388 |
Overig | 6 967 | 7 241 | – 1 744 | 5 497 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Nationaal archief | 13 408 | 14 169 | 590 | 14 759 |
Apparaatsuitgaven | 44 343 | 46 226 | 5 203 | 51 429 |
Ontvangsten | 494 | 3 494 | 101 398 | 104 892 |
Op de verschillende artikelonderdelen bedraagt de loon- en prijsbijstelling € 8,7 mln.
Het budget is verhoogd met € 1 miljoen als gevolg van de te verwachten hogere realisatie door de definitieve vaststelling van de hoogte van de Cultuurnota subsidies 2001–2004. Deze boeking is ook van invloed op de ontvangsten op artikel 14 Cultuur.
Daarnaast is er sprake van een aantal budgettair neutrale interne overboekingen.
Naast de loon- en prijsbijstellingen is er sprake van een aantal budgettair neutrale interne overboekingen.
Van de verhoging van het budget met € 100 miljoen voor monumenten uit het FES wordt € 97,5 miljoen ingezet in 2005 voor het inlopen van de restauratie-achterstand in de monumentenzorg, € 2,5 miljoen wordt in 2006 beschikbaar is gesteld voor een bijdrage aan de vestiging van de Hermitage Amsterdam. Deze boeking is ook van invloed op de ontvangsten Cultuur omdat het geld uit het FES afkomstig is.
Voor een bijdrage in de aanschaf van het tweede deel van de Collectie Visser (€ 0,9 miljoen), een schilderij van Van Ruisdael (€ 1,4 miljoen) en een viertal werken uit de Collectie Peeters (€ 0,5 miljoen) is er € 2,8 miljoen het budget toegevoegd, afkomstig uit het aankoopfonds.
Een overboeking van in totaal € 3 miljoen naar het Ministerie van BZK voor het Gemeente- en Provinciefonds (elk € 1,5 miljoen) ter dekking van de bestuurslasten in het kader van het verdrag van Malta.
Voor de uitvoering van het programma Belvedere werd er € 2,5 miljoen ontvangen van het Ministerie van VROM en € 0,9 miljoen overgeheveld naar het Ministerie van LNV.
Circa € 0,3 miljoen is bijgeboekt voor verbetering van de digitale toegang tot de collectie.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 15 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 852 868 | 836 321 | – 20 378 | 815 943 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 852 868 | 845 699 | – 20 378 | 825 321 |
Programma-uitgaven | 852 868 | 845 699 | – 20 378 | 825 321 |
• Publieke Omroep | 848 810 | 841 641 | – 20 603 | 821 038 |
• Migranten | 3 518 | 3 518 | 218 | 3 736 |
• Zero base | 540 | 540 | 7 | 547 |
Ontvangsten | 256 785 | 319 890 | – 30 000 | 289 890 |
• Media | 219 004 | 282 136 | – 30 000 | 252 136 |
• Zero base | 37 781 | 37 754 | 37 754 |
De mutatie voor publieke omroep betreft enerzijds de daling van het beschikbare budget als gevolg van lagere reclameontvangsten van € 30 miljoen en anderzijds de stijging van het beschikbare budget als gevolg van ontvangen loon- en prijsbijstelling 2005 van € 8,4 miljoen. Verder een drietal interne overboekingen (AWO-fonds voor de Omroep, Switch Off en Teleblik) van artikel 14 van € 1,2 miljoen.
16. Onderzoek en wetenschappen
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 16 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 752 705 | 758 821 | 39 456 | 798 277 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 816 236 | 822 352 | 21 446 | 843 798 |
Programma-uitgaven | 812 845 | 818 979 | 21 128 | 840 107 |
• Onderzoeksbestel | 713 954 | 715 955 | 9 694 | 725 649 |
• Specifieke beleidsthema’s | 90 611 | 94 995 | 11 600 | 106 595 |
• Coördinatie en samenwerking | 7 990 | 7 740 | – 62 | 7 678 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Uitvoeringsorganisatie CFI | 290 | 289 | – 104 | 185 |
Apparaatsuitgaven | 3 391 | 3 373 | 318 | 3 691 |
Ontvangsten | 116 450 | 120 885 | 0 | 120 885 |
Bij de programma-uitgaven voor onderzoek en wetenschappen is sprake van een stijging van de uitgaven met € 21,4 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore wet.
De verhoging van de uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door:
• uitdelingen uit de aanvullende post (met name loon en prijsbijstelling) van € 9,0 miljoen;
• een overboeking van € 11,6 miljoen van het ministerie van Economische Zaken voor het regieorgaan ICT (€ 2,5 miljoen) en het regieorgaan Genomics (€ 9,1 miljoen);
• de doorwerking van de gewijzigde ww-taakstelling voor € 0,6 miljoen. Zie ook de toelichting in het algemene deel van deze suppletore begroting.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 17 (bedragen x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – 34 792 | 243 657 | – 238 339 | 5 318 |
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven | – 34 792 | 243 657 | – 238 339 | 5 318 |
Loonbijstelling | 21 319 | 228 987 | – 226 994 | 1 993 |
Prijsbijstelling | 0 | 72 381 | – 72 381 | 0 |
Nader te verdelen | – 56 111 | – 57 711 | 61 036 | 3 325 |
Asielzoekers | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voor het artikel nominaal en onvoorzien is sprake van een daling van de uitgaven en de verplichtingen met € 238,3 miljoen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005. Het betreft voor – € 278,4 miljoen technische mutaties. Autonoom en beleidsmatig wordt het artikel verhoogd met € 40,1 miljoen.
De mutatie op de post loonbijstelling wordt grotendeels veroorzaakt door de loonbijstelling tranche 2005 en additionele middelen voor onder meer de gestegen pensioenpremies. Met dit totaal aan middelen wordt voor alle beleidsartikelen een nullijn gerealiseerd. Tenslotte wordt ook de interimvergoeding ziektekosten voor onderwijs- en rijkspersoneel versneld uitbetaald vanwege de invoering van het nieuwe ziektekostenstelsel. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in het algemene deel.
De mutatie op de post prijsbijstelling wordt veroorzaakt door de uitdeling van de prijsbijstelling van € 72,4 miljoen. De verdeling naar de verschillende beleidsartikelen is opgenomen in het algemene deel.
De mutatie van € 61,0 miljoen op dit onderdeel wordt grotendeels verklaard door een verrekening van in totaal € 25,7 miljoen die plaatsvindt op basis van de resultaten van het onderzoek door de Commissie Vervolgonderzoek Rekenschap. Het betreft hier een deel van de verrekeningen voor het BVE (€ 0,5 miljoen), HBO (€ 20,7 miljoen) en WO (€4,5 miljoen); ook in 2006 zullen nog vorderingen worden vereffend. Met het bedrag van € 25,7 miljoen dat in 2005 bij de betreffende instellingen wordt geïnd, wordt een deel ingevuld van de geraamde ontvangst die in 2005 op beleidsartikel nominaal en onvoorzien is geboekt in verband met de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude». Het restant van de «invordering naar aanleiding van de hbo-fraude» ad € 34,8 miljoen wordt doorgeschoven naar 2006.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 18 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 139 576 | 138 427 | – 10 370 | 128 057 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 139 576 | 138 427 | – 10 370 | 128 057 |
Programma-uitgaven | 139 576 | 138 427 | – 10 370 | 128 057 |
• Bestuursdepartement | 105 446 | 125 175 | – 6 983 | 118 192 |
Programma-uitgaven overig: | ||||
• Overige uitvoeringsorganisatie | 104 | 104 | 896 | 1 000 |
• Uitvoeringsorganisatie onverdeeld | 34 026 | 13 148 | – 4 283 | 8 865 |
Ontvangsten | 975 | 975 | 2 200 | 3 175 |
Het artikel wordt per saldo verlaagd met € 10,2 miljoen. De ontvangen loonbijstelling uit de aanvullende posten bedraagt € 2,1 miljoen. Uitgaven en ontvangsten zijn verhoogd met € 2,2 miljoen voor de afrekening met het UWV over ouderenkorting en de afrekening met Cfi over het sociaal beleidskader.
Uit de enveloppemiddelen voor servicegericht uitvoeren is € 4,5 miljoen overgeboekt naar Cfi, Inspectie en onderwijsdirecties. Uit de enveloppemiddelen voor invoering onderwijsnummmer is € 9,3 miljoen overgeboekt naar de onderwijsdirecties. Het artikel is verder verlaagd met een bedrag van € 10,2 miljoen voor begrote uitgaven die in latere jaren tot betaling leiden. Het betreft het project geïntegreerd toezicht, uitgaven voor sociaal beleid en een vervangingsreservering voor hardware en meubilair.
Verhoogd is het artikel met de kosten van het secretariaat van de cie. Schutte, € 2,4 miljoen, het interdepartementale project archieven van voor 1975, € 1,6 miljoen en de herverdeling van de taakstellingen uit de regeerakkoorden, € 5,1 miljoen, die op dit artikel geparkeerd stonden.
Met ingang van 2005 worden de kosten van de bezwaarschriftencommissie op dit artikel begroot. De onderwijsdirecties hebben hiervoor € 4,3 miljoen overgeboekt van het onderdeel uitvoeringsorganisatie Cfi.
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 19 (x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 45 879 | 47 027 | 3 961 | 50 988 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 45 879 | 47 027 | 3 961 | 50 988 |
45 879 | 47 027 | |||
• Cultuurinspectie | 1 270 | 2 535 | 46 | 2 581 |
• Onderwijsinspectie | 44 609 | 44 492 | 3 915 | 48 407 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voor de twee Inspecties is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 3,8 miljoen.
Voor € 1,2 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten.
De overige mutaties (€ 2,6 miljoen) betreffen interne overboekingen ten behoeve van de Inspectie van het Onderwijs. Deze projectsubsidies houden verband met ondermeer:
• bijdrage ten behoeve van de uitwerking van Geïntegreerd toezicht (€ 1,0 mln.);
• project ICT in het onderwijs (€ 0,6 miljoen);
• bijdrage andere ministeries ten behoeve van project integraal toezicht jeugdzaken (€ 0,6 miljoen);
• Bijdrage ten behoeve van de projecten toezicht samenwerkingsverbanden en verbreding techniek in het basisonderwijs (€ 0,4 miljoen).
Budgettaire gevolgen van beleid
Budgettaire gevolgen artikel 20(x € 1 000)
Stand ontwerp-begroting 2005 | Stand 1e suppletore begroting 2005 | Mutaties 2e suppletore begroting 2005 | Stand 2e suppletore begroting 2005 | |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 6 791 | 7 484 | 857 | 8 341 |
Waarvan garantieverplichtingen | ||||
Totaal uitgaven | 6 791 | 7 484 | 857 | 8 341 |
Programma-uitgaven | 6 791 | 7 484 | 857 | 8 341 |
• Onderwijsraad | 2 613 | 2 607 | 222 | 2 829 |
• Raad voor Cultuur | 3 262 | 3 250 | – 98 | 3 152 |
• AWT | 916 | 1 627 | 733 | 2 360 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Voor de adviesraden is ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2005 sprake van een stijging van de uitgaven met € 0,9 miljoen.
Voor € 0,1 miljoen is dit het gevolg van bijstellingen uit de aanvullende posten. Het resterende bedrag van € 0,8 miljoen is het gevolg van in- en externe overboekingen.
De externe overboeking betreft:
• de jaarlijkse bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van de AWT (€ 0,7 miljoen).