A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2005 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van Koninkrijksrelatie (IV).
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
A. Pechtold
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. Remkes
Onderstaand worden de belangrijkste verschillen tussen de realisatie 2005 en de stand 2e suppletore begroting 2005 toegelicht.
Beleidsartikel 1. Waarborgfunctie
De overschrijding wordt in hoofdzaak verklaard doordat het Ministerie van Defensie schadeloos is gesteld voor niet ontvangen kustwachtbijdragen van Aruba in achterliggende jaren. Naar aanleiding van een verzoek daartoe is een bedrag van € 3,7 miljoen overgemaakt. In de administratie van Koninkrijksrelaties is dit bedrag toegevoegd aan de vordering uit hoofde van niet ontvangen kustwachtbijdragen voor de jaren 2001 en 2002. Het totaal van de vorderingen zal worden verrekend met de verwachte verkoopopbrengst van de deelnemingen in het Plant hotel. Daarnaast zijn er tegenvallende uitgaven als gevolg van een hogere kustwachtbijdrage (c.a. € 2 mln.).
Aruba heeft de bijdrage Kustwacht niet overgemaakt. Onder andere hierdoor vallen de ontvangsten € 1,4 miljoen lager uit. Deze bijdrage is in februari 2006 voldaan.
Beleidsartikel 2. Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties
Er is vertraging ontstaan in de uitvoering van de tweede spoor van het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA). Deze vertraging is het gevolg van het besluitvormingstraject (€ 1,8 mln.). Daarnaast leidden de perikelen bij de AMFO tot opschorting van de stortingsbijdrage voor het derde en vierde kwartaal. De onderbesteding die hierdoor ontstond, is gebruikt om urgente projecten te financieren op het vlak van het onderhoud van historische monumenten en van schoolgebouwen. In sommige gevallen zijn in geldnood verkerende NGO’s rechtstreeks gefinancierd. Er zijn ook 70 kleinschalige projecten gefinancierd om de armoede te bestrijden en te verlichten (€ 1,6 mln.).
Betreft ontvangen rente liquiditeitssteun ad € 3,4 mln. over de jaren 2002, 2003 en 2004.