Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN 2
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) 2
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingen die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2006 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting op de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in die begroting opgenomen productartikelen worden in onderdeel van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. Begrotingstoelichting).
1. | Leeswijzer | 4 |
2. | Infrastructuuragenda | 7 |
3. | Afkortingenlijst | 20 |
4. | Productartikelen | 23 |
5. | Verdiepingshoofdstuk | 105 |
6. | Conversietabel | 127 |
7. | Bijlage: Overzichtconstructie Nota Ruimte: Noordvleugel | 136 |
Naast de beleidsbegroting van VenW, hoofdstuk XII van de rijksbegroting, kent VenW ook een Infrastructuurfonds. Met een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.
Zo mag het fonds jaarlijkse saldi («meer of minder uitgegeven in enig jaar») overhevelen – in tegenstelling tot de begroting van VenW: XII – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet meteen leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van VenW (artikel 39.01) en verder uit bijdragen vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze bijdragen worden ondermeer ontvangen voor de investeringsimpuls in het kader van het regeerakkoord 1998, de Betuweroute, de HSL-Zuid, het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) en, nieuw in deze begroting 2006, prijsbeleid en Zuidas. Tenslotte worden voor een aantal projecten de uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De onderliggende begroting van het Infrastructuurfonds kent overigens een andere indeling dan in voorgaande jaren. Dit heeft alles van doen met de keuze van VenW voor een nieuwe indeling van haar beleidsbegroting (XII), waar sprake is van nieuwe beleidsartikelen die meer dan voorheen gericht zijn op maatschappelijke doelen en relevantie. Hierop wordt uitgebreid ingegaan in de leeswijzer bij de begroting van VenW (XII).
De nieuwe indeling van de productbegroting van het Infrastructuurfonds is hier op aangesloten. Zo is het eerdere onderscheid tussen «nat/droog» losgelaten en vervangen door de investeringssectoren zoals die ook in de Nota Mobiliteit worden gehanteerd.
Hiermee is de aansluiting tussen begroting en Nota Mobiliteit gemakkelijker te leggen (zie schema).
Tenslotte geldt ook hier dat de nieuwe vormvoorschriften naar aanleiding van de evaluatie VBTB ertoe hebben geleid dat de begrotingsartikelen compacter en beter leesbaar zijn geworden. Dit heeft echter nadrukkelijk niet geleid tot een verlies aan informatie.
Bij de begroting 2007 zal getracht worden het (rijksbrede) format zoals dat bij de beleidsbegroting (XII) is gehanteerd, waar mogelijk ook te gebruiken bij het Infrastructuurfonds. Door de andere opzet van het fonds was dat voor dit begrotingsjaar nog niet mogelijk.
In de Infrastructuuragenda zijn de uitvoeringsprioriteiten beschreven. Hierbij is zo veel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen in de begroting van VenW aangegeven (XII).
Vervolgens worden de productartikelen behandeld.
Het bekende onderscheid hierbij naar (aparte artikelonderdelen voor) onder andere Aanleg en Beheer en onderhoud blijft. Nieuw is dat de tabel «Budgettaire gevolgen» nu een slag dieper gaat dan in voorgaande begrotingen, namelijk tot op het niveau van producten.
Hierdoor wordt bijvoorbeeld niet alleen de categorie beheer en onderhoud nu verder opgedeeld naar de hierbij onderkende soorten van onderhoud, maar zijn ook de planstudieprojecten opgeknipt naar het moment van tracébesluit (voor en ná) en apart zichtbaar gemaakt. In een aantal gevallen, bijvoorbeeld bij beheer en onderhoud, is er sprake van een onderscheid naar basispakketten en servicepakketten. Met basispakket wordt grofweg bedoeld: «houden wat we hebben» en «goed rentmeesterschap». Het gaat over een activiteitenpakket dat een neerslag is van het beleid van de afgelopen decennia. Een en ander is doorvertaald in wetgeving, normen en criteria die VenW hanteert bij het bijhouden van haar areaal en het beheer daarvan. Bij servicepakketten moet gedacht worden aan de activiteiten die een bijdrage leveren aan de realisatie van nieuw beleid, bijvoorbeeld de ombouw van kruispunten tot rotondes of realisatie van vistrappen en/of ecoducten.
Tenslotte is er voor gekozen om, daar waar relevant, aparte artikelonderdelen op te nemen voor «Geïntegreerde contractvormen/PPS».
Onder de verschillende artikelen zijn tevens de bijbehorende projectoverzichten opgenomen. In eerdere jaren werden deze nog geheel als bijlage opgenomen. Het MIT/Projectenboek bevat vervolgens gedetailleerde toelichtingen bij de projecten. Dit Projectenboek wordt beschouwd als een «bijstuk» bij de begroting van het Infrastructuurfonds.
De begroting kent verder een verdiepingshoofdstuk, waarin de overzichten over de opbouw van beschikbare bedragen zijn opgenomen alsmede een conversietabel van de «oude» begrotingsindeling 2005–2010 naar de nieuwe begrotingsindeling 2006, waaruit direct te herleiden is waar budgetten vandaag komen waar zij naar toe zijn gegaan.1 De tabel is voorzien van een kwalitatieve toelichting. Afgesloten wordt met een overzichtsconstructie met betrekking tot de Noordvleugel.
Baten-lastendienst RWS & introductie producten met integrale kosten
Tot en met de begroting 2005 werd bij de artikelen in het Infrastructuurfonds waarbij RWS optreedt als uitvoeringsorganisatie, een onderscheid gemaakt tussen uitgaven die nodig zijn om het product te maken (productuitgaven) en alle direct aan een product toe te rekenen uitgaven van RWS om haar kerntaken uit te voeren, de productie voor te bereiden, aan te sturen en te controleren (directe uitvoeringsuitgaven).
Daarnaast werden de niet direct aan een product toe te rekenen uitgaven van RWS verantwoord op de begroting VenW (voorheen artikel 22.02: de apparaatuitgaven van de algemene uitvoeringsuitgaven), bijvoorbeeld het management, RWS brede staven en activiteiten alsmede bijvoorbeeld de huur van panden in het kader van de stelselherziening Rijkshuisvesting.
Zoals uitgebreid in de Leeswijzer bij de begroting VenW (XII) is aangegeven wordt RWS met ingang van 1 januari 2006 een baten-lastendienst en zal binnen VenW sprake zijn van de introductie van producten, en het daarbij werken met integrale kosten.
Het onderscheid tussen productuitgaven en (directe en indirecte) uitvoeringsuitgaven is daarmee niet langer relevant. De projecten zullen tegen voorcalculatorische integrale kostprijzen worden opgenomen (= integrale kosten per project).
Een deel van deze projectkosten wordt als programmageld verantwoord op het Infrastructuurfonds; een ander deel wordt voorcalculatorisch geraamd en verantwoord en in de vorm van een bijdrage aan de baten-lastendienst overgeboekt naar de begroting van de baten-lastendienst RWS.
Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan 10% van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 mln. of meer dan een jaar afwijken van de eerder afgesproken oplevering.
Infrastructuur is één van de middelen die Verkeer en Waterstaat kan inzetten om de beleidsdoelstellingen te realiseren. Verkeer en Waterstaat financiert in dat kader niet alleen rijksinfrastructuur, maar geeft ook financiële bijdragen aan grote regionale/lokale infrastructuurprojecten.
De infrastructuuragenda 2006 bevat een korte en bondige weergave van de uitvoeringsprioriteiten van het ministerie van Verkeer en Waterstaat op het gebied van infrastructuur. Het is een invulling met fysieke producten die voortvloeien uit de prioriteiten in de beleidsagenda. Met de agenda wordt allereerst inzicht geboden in de wijze waarop Verkeer en Waterstaat inhoudelijk op programmaniveau met infrastructuur wil omgaan. Het gaat hierbij om de algemene kaders op basis waarvan het programma concreet met infrastructuurprojecten wordt vormgegeven. Daarnaast wordt in deze agenda op projectniveau aandacht besteed aan te realiseren mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Het accent ligt op het uitvoeringsjaar 2006. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2006 worden opgeleverd en bij welke projecten in 2006 een begin wordt gemaakt met de uitvoering. Voor een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten, wordt verwezen naar het MIT (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport)/SNIP (Spelregels Natte Infrastructuur Projecten) Projectenboek 2006.
Bij het opstellen van de infrastructuuragenda is ernaar gestreefd zoveel mogelijk overlap te voorkomen met:
• de beleidsagenda (waarin de beleidsprioriteiten van Verkeer en Waterstaat staan beschreven);
• de toelichting op de productartikelen bij de begroting op het Infrastructuurfonds (waarin gedetailleerde informatie op projectniveau is opgenomen en waarin alle relevante wijzigingen in de projecten worden weergegeven);
• de toelichting op de beleidsartikelen bij de begroting hoofdstuk XII;
• de toelichting in het MIT/SNIP projectenboek 2006.
2.1. Infrastructuur als instrument
Bij de rijksinfrastructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen transportinfrastructuur (hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet) en hoofdwatersystemen. Dit sluit aan op de nieuwe indeling van het Infrastructuurfonds, waarbij ervoor gekozen is om de in de Nota Mobiliteit benoemde sectoren afzonderlijk zichtbaar te maken. Bij transportinfrastructuur wordt ernaar gestreefd om de bereikbaarheid te verbeteren binnen (wettelijke) kaders van verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Voor hoofdwatersystemen (waterbeheren- en waterkerenprojecten) staat allereerst het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land centraal. Daarnaast wordt gestreefd naar het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik wordt gegarandeerd.
Drie elementen komen terug in de manier waarop Verkeer en Waterstaat met de rijksinfrastructuur omgaat:
1. de bestaande infrastructuur wordt beheerd en onderhouden om een bepaalde basiskwaliteit voor die infrastructuur in stand te kunnen houden. Hiervoor is het basispakket. Deze wordt onderscheiden van het servicepakket dat complementair is aan het basispakket;
2. om het gebruik van de beschikbare capaciteit van de bestaande infrastructuur te optimaliseren worden vervolgens benuttingsmaatregelen getroffen (voor hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen);
3. ten slotte wordt, indien voorgaande maatregelen ontoereikend zijn, de bestaande capaciteit uitgebreid door nieuwe infrastructuur aan te leggen. Het gaat hierbij zowel om uitbreidingen binnen de bestaande netwerken (bijvoorbeeld door verbreding van wegen) als om uitbreidingen van de netwerken zelf (in de vorm van volledig nieuwe tracés).
2.2 Verwerking besluitvorming Voorjaarsnota 2005/Aanbestedingsresultaten
Eind 2004 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de tot en met 2010 berekende en verwachte positieve aanbestedingsresultaten. In totaliteit betreft dit een bedrag van € 1,4 miljard. Hieraan is – zoals gemeld in de kamerbeantwoording inzake de Voorjaarsnota (TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3) – € 140 mln tot en met 2010 toegevoegd.
Hiervan wordt € 270 miljoen ingezet voor de versnelling van het wegenprogramma voor de periode tot en met 2010. De financiële ruimte die daardoor beschikbaar komt na 2010 wordt ingezet voor de Spoortunnel Delft. Er is voor gekozen om drie belangrijke wegenprojecten te versnellen. Deze drie trajecten kennen momenteel veel files en het lijkt uitvoeringstechnisch mogelijk om (onderdelen binnen) deze projecten te versnellen. Het gaat om:
Project | Budget | Uitvoering | Versnelling |
---|---|---|---|
A2 Amsterdam–Utrecht,Aanleg één extra strook (naar 2x5) | € 44 miljoen | 2008–2010 | De versnelling van de variant met 2x5 rijstroken wordt drie jaar versneld |
A2 Tangenten Eindhoven | € 89 miljoen | 2006–2010 | De oplevering wordt 1 jaar versneld |
A4 Burgerveen–Leiden | € 137 miljoen | 2002–2011 | Onderdelen worden 1 à 2 jaar versneld |
Het voornemen is om in de periode tot en met 2010 op twee momenten te beoordelen in hoeverre het totaal van tot en met 2010 verwerkte verwachte aanbestedingsresultaten moet worden bijgesteld op basis van de gerealiseerde resultaten. Een dergelijke herijking vindt onder meer plaats op basis van analyse van de geprognosticeerde conjunctuurontwikkeling, de marktspanning en de impact van het werken met innovatieve contractvormen. De eerste herijking wordt in 2006 betrokken bij de voorbereidingen voor de ontwerpbegroting 2007. Twee jaar later volgt een tweede herijking ten behoeve van de begrotingsvoorbereiding 2009. De herijkingen kunnen aanleiding zijn voor besluitvorming over in- of extensiveringen van het vastgestelde programma.
Na afloop van elk jaar worden de gerealiseerde aanbestedingsresultaten geconfronteerd met het in de begroting verwerkte resultaat. Mochten de aanbestedingsresultaten in enig jaar hoger uitvallen dan voor dat jaar geraamd, dan wordt het meerdere in beginsel binnen de betreffende sector (spoor, weg en water) aangewend voor het versnellen van het betreffende programma. Het omgekeerde kan zich natuurlijk ook voordoen. Jaarlijkse plussen en minnen worden opgevangen binnen het bestaande programma. Mocht blijken dat dit niet langer haalbaar en/of wenselijk is (bijvoorbeeld omdat de uitvoering van amendementen vertraging oploopt), dan wordt de Tweede Kamer hierover in het kader van de begrotingscyclus geïnformeerd.
2.3 Aansturing Rijkswaterstaat en producten
• Aansturing baten-lastendienst Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat wordt per 1 januari 2006 een baten-lastendienst. Jaarlijks worden in Service Level Agreements (SLA's) afspraken met Rijkswaterstaat gemaakt over de binnen het onderhoud te leveren producten en diensten (basis- en service pakketten) en de beschikbaar te stellen middelen. Daarnaast worden met Rijkswaterstaat specifieke afspraken gemaakt over de inzet van middelen en capaciteit bij aanleg- en grootonderhoudprojecten en adviestaken.
De wijze waarop de baten-lastendienst Rijkswaterstaat de prestaties realiseert is binnen de vigerende uitvoeringskaders vrij. Op deze manier kan Rijkswaterstaat dusdanig de markt inschakelen zodat de inzet van middelen wordt geoptimaliseerd en de met de omvorming tot baten-lastendienst beoogde efficiencyverbetering daadwerkelijk te realiseren.
• Integrale budgetten
In vorige begrotingen is onderscheid gemaakt tussen de productuitgaven en directe uitvoeringsuitgaven. Een dergelijk onderscheid past niet binnen de aansturingsrelatie van een baten-lastendienst, hetgeen Rijkswaterstaat per 1 januari 2006 zal zijn. De projecten zijn tegen integrale kostprijzen (op basis van voorcalculatie) per project opgenomen.
In de Leeswijzer bij deze begroting is ook kort ingegaan op deze onderwerpen.
Bij de begroting is een voorstel gedaan voor verlenging van de planperiode voor het MIT voor de periode 2011–2014, waarbij ook een doorkijk naar de periode 2015–2020 is verstrekt. In het MIT 2006 is een infrastructuurprogramma tot en met 2020 gepresenteerd, met daarin een onderscheid naar de status van verschillende MIT-periodes (MIT tot en met 2010 inclusief de verlenging 2011–2014 en de doorkijk MIT 2015–2020). Hiervoor wordt verwezen naar het MIT/SNIP Projectenboek 2006 en de MIT-projectoverzichten bij de artikelen.
De kwaliteit van de bestaande transportnetwerken van hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen staat sterk onder druk. Gelet op de mobiliteitsgroei, de uitbreiding van de netwerken en de vervangingsbehoefte van kunstwerken en technische systemen is vastgesteld dat de onderhoudsbudgetten – ondanks reguliere groei – ontoereikend waren om een maatschappelijk verantwoord, veilig en betrouwbaar gebruik te garanderen.
Het kabinet heeft in 2004 besloten tot de uitvoering van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Beleid en Onderhoud Infrastructuur. Centrale vraagstelling van het IBO is hoe de besluitvorming over (beleid en uitvoering van) onderhoud van infrastructuur beter kan worden onderbouwd. Het IBO wordt naar verwachting in 2005 afgerond.
Bij de begroting 2004 zijn de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierbij is aangegeven dat er, ten behoeve van de begroting 2007, een Midterm review wordt uitgevoerd. Het doel van de Midterm review is om na te gaan of de aanpak van het wegwerken van de achterstanden verloopt conform de plannen van aanpak, de maatregelen en de inzet van middelen voldoende effectief zijn en of de verdeling van de middelen moet worden heroverwogen (fasering en omvang). Bij het opstellen en uitwerken van de Midterm review wordt aangesloten bij de resultaten van het IBO.
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende maatregelen uit de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud uitvoeren/in uitvoering nemen:
Hoofdwegen
• 420 km extra asfaltonderhoud
Spoorwegen
• het uitvoeren van bovenbouwvernieuwing;
• het uitvoeren van groot- en klein onderhoud;
• het uitvoeren van STS-programma (ter voorkoming van passages stoptonende seinen);
• het uitvoeren van het programma UPGE (plaatsen van geluidsschermen op emplacementen).
Project | Start | Oplevering |
---|---|---|
Amsterdam–Lemmer en IJsselmeer, baggeren Buiten-IJ | 2005 | 2006 |
Amsterdam Rijnkanaal/Lek, baggeren en oevers | 2004 | 2010 |
Amsterdam Rijnkanaal/Lek, renovatie Prins Bernhard en Prinses Irenesluizen | 2005 | 2007 |
Amsterdam Rijnkanaal, vervangen Sifon Zeeburg | 2006 | 2007 |
Haringvlietsluizen, conserveren vizierschuiven en renovatie | 2005 | 2010 |
Noordzeekanaal, baggeren resterende gedeelte | 2005 | 2009 |
Rotterdam–Duitsland, baggeren en oevers Waal | 2005 | 2009 |
Rotterdam–Duitsland, baggeren Boven Merwede, Beneden Merwede en Oude Maas | 2006 | 2007 |
Rotterdam–België, baggeren voorhaven Kreekrak en Antwerpskanaalpand | 2005 | 2006 |
Rotterdam–België, renoveren hefdeuraadrijvingen en Kreekraksluizen-complex | 2005 | 2007 |
Rotterdam–België, renovatie Volkeraksluizen | 2006 | 2009 |
Stuwen in de Lek | 2006 | 2010 |
Maas, vervuild onderhoud voorhavens | 2004 | 2009 |
Maas, renovatie diverse kunstwerken | 2006 | 2010 |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken Beheer en Onderhoud wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MT/SNIP Projectenboek 2006.
Hieronder is ingegaan op de mijlpalen die Verkeer en Waterstaat op de diverse projecten binnen de in de Infrastructuurfonds onderkende sectoren.
• Hoofdwatersystemen
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Start realisatie | • Herstel Steenbekledingen Oosterschelde (waterkeren) |
• Rivierverruiming Roosteren (waterkeren) | |
• Ruimte voor de Rivier (waterkeren) | |
Oplevering | • Deltaplan grote rivieren (waterkeren) |
• Dijkversterking Flevoland (inclusief herstel steenbekledingen) (waterkeren) | |
• Inrichting IJsselmonding (waterbeheren) | |
• Onderzoek hydraulische randvoorwaarden (HR2006) (waterkeren) | |
• Vispassages Grave en Borgharen (waterbeheren) | |
Projectbesluit | • Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes) (waterbeheren) |
• Peilbesluit Veerse Meer (waterbeheren) | |
• Volkerak Zoommeer (waterbeheren) |
• Hoofdwegennet
Op het gebied van hoofdwegen wordt gewerkt aan de uitvoering van het zogenaamde Fileplan ZSM (zichtbaar, slim en meetbaar). In dit plan zijn maatregelen opgenomen, waarmee de fileproblematiek voor de gebruiker merkbaar en meetbaar moet verminderen en waarmee de betrouwbaarheid van het verkeerssysteem moet verbeteren. Centraal staat zowel het verminderen van het aantal files en het tijdverlies voor de weggebruikers, als het wegnemen van ergernissen bij die gebruikers. In het fileplan wordt voorzien in twee delen. Met het eerste deel (ZSM1) worden voornamelijk allerlei extra benuttingsmaatregelen getroffen. Basis voor deze maatregelen is de Spoedwet wegverbreding. Naast extra benuttingsmaatregelen is de wet ook van toepassing op een aantal projecten, die reeds in het MIT staan, en die versneld zullen worden aangepakt.
Aanvullend op ZSM-1 zijn in het kader van het Hoofdlijnenakkoord 2003 extra middelen beschikbaar gesteld om een aantal nieuwe knooppunten en een aantal ontbrekende schakels in de doorgaande verbindingen aan te pakken (ZSM-2).
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • A15 Reconstructie aansluitingen bij Hardinxveld Giessendam–Sliedrecht |
Start realisatie | • A2 Oudenrijn–Deil |
• A4 Dinteloord–Bergen op Zoom, onderdeel omlegging Halsteren | |
• A7 Zaanstad Purmerend | |
• A7 Zuidelijke ringweg Groningen, fase 1 | |
• A12 Utrecht–Maarsbergen | |
• A12 Utrecht–West, benutting i.s.m. Woerden–Gouda | |
• A74 Venlo | |
• N31 Zurich–Harlingen | |
• N57 Veersedam–Middelburg | |
Tracébesluit | • A1 Barneveld–Deventer |
• A2 Deventer–Hengelo | |
• Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) 2 x 5 rijstroken | |
• A2 Oudenrijn–Deil | |
• A2 Passage Maastricht | |
• A10 Tweede Coentunnel/Westrandweg | |
• A12 Maarsbergen–Veenendaal | |
• A28 Hattemmerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32 | |
• A74 Venlo | |
• N9 Koedijk–De Stolpen | |
• N50 Ewijk–Valburg–Grijsoord | |
• N50 Ramspoel–Ens | |
• N61 Hoek–Schoondijke |
• Spoorwegen
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Emplacement Den Haag CS |
• Integrale spoorverdubbeling Amsterdam–Utrecht: station Bijlmer, station Abcoude, station Breukelen, station Maarssen | |
• Tweede perron Amsterdam Zuid/WTC | |
• Pilot fluistertrein | |
• Breda Centraal: 3e perron + sporenlayout | |
• HSL Oost (kopgroep): keervoorzieningen Ede Wageningen en Veenendaal centrum, blokverdichting en geluidsmaatregelen Brug Westervoort | |
• Vleuten–Geldermalsen: halte Vathorst, Utrecht Zuidzijde 7e perron, Halte Utrecht Zuilen | |
• Betuweroute | |
Start realisatie | • Baarn ontvlechting knooppunt |
• Breda Centraal: 3e perron + sporenlayout | |
• Regionet: diverse onderdelen | |
• Rotterdam Centraal | |
• Utrecht Centraal |
• Regionale/lokale infrastructuur
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Randstadrail op Zoetermeerlijn en Hofpleinlijn |
Afgifte beschikking/ | • N201 |
start realisatie | • Rijn Gouwelijn Oost |
• Tilburg Noordwest Tangent | |
Projectbesluit | • Eindhoven Bose |
• Hilversum Mediapark (verwerking bijdrage in BDU) |
• Hoofdvaarwegennet
In 2006 wil Verkeer en Waterstaat de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Vaarroute Ketelmeer fase 1 |
• Verdrag verdieping Westerschelde (inclusief natuurherstel) | |
Start realisatie | • Toekomstvisie Waal |
Tracébesluit/projectbesluit | • Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis |
• Vaarweg Lemmer–Delfzijl (kunstwerken en verruimimgen) • Zuid-Willemsvaart (gedeelte Maas-Berlicum-Den Dungen) | |
• Zuid-Willemsvaart, vervanging sluizen 4, 5 en 6 |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIT/SNIP Projectenboek 2006.
Innovatieve vormen van aanbesteden en publiek-private samenwerking in de realisatie van infrastructuur heeft voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat een hoge waarde. Er wordt prioriteit gegeven aan het formuleren van werkvormen die zowel voor het bedrijfsleven als de overheid bijdragen aan een zoveel mogelijk integrale toepassing. Samen met VNO/NCW, Bouwend Nederland, ONRI, de banken en de ministers van Financiën, Economische Zaken en VROM heeft Verkeer en Waterstaat in de Taskforce PPS/infrastructuur gewerkt aan concrete instrumenten om PPS een duurzaam onderdeel van het verkeer- en vervoerbeleid te maken (Kamerbrief d.d. 25 februari 2005). Dit betreft:
• een handboek voor DBFM;
• een modulair DBFM-modelcontract;
• een praktische werkwijzer voor de vervlechting van tracé/m.e.r.- en aanbestedingsprocedures.
Door de taskforce zijn 12 projecten benoemd die op korte termijn in publiek-private samenwerking kunnen worden aangepakt (in willekeurige volgorde):
• Tweede Coentunnel | • Ring Utrecht |
• A4 Delft–Schiedam | • Corridor A6/A9 Schiphol–Almere |
• A2 passage Maastricht | • Ruimte voor de rivier |
• A15 Maasvlakte–Vaarplein | • Zuidas Amsterdam |
• Mainportcorridor A4/A15 | • Tweede Maasvlakte |
• A27 Utrecht (Lunetten)–Hooipolder | • Zuiderzeelijn (afhankelijk van nadere besluitvorming) |
Voor een nadere toelichting op de manier waarop Verkeer en Waterstaat invulling geeft aan PPS wordt verwezen naar het MIT/SNIP projectenboek 2006.
Om de voortgang en bijdrage van DBFM-projecten in de begroting van Verkeer en Waterstaat meer zichtbaar te maken is besloten deze projecten in een apart begrotingsartikel op te nemen. Zo kan de omvang van de DBFM-portefeuille meer zichtbaar worden gemaakt en wordt recht gedaan aan de samenhang tussen aanleg en onderhoud.
Bij de infrastructurele investeringen door Verkeer en Waterstaat worden de (wettelijke) randvoorwaarden van milieu (met name geluid en lucht) en natuur en landschap (inpassing en ontsnippering) in acht genomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk getracht kosteneffectieve en innovatieve maatregelen in te zetten.
• Luchtkwaliteit
Nederland voldoet op dit moment in sommige gebieden niet aan de EU-normen voor fijn stof (PM10, geldig vanaf 1 januari 2005). Ook de EU-norm voor stikstofdioxide (NO2, geldig vanaf 1 januari 2010) wordt voor Nederland problematisch. Dit leidt tot risico's voor de volksgezondheid en bemoeilijkt nieuwe ruimtelijke ingrepen zoals de aanleg van infrastructuur, bedrijventerreinen en woningbouw.
De problemen rond de luchtkwaliteit worden op een breed front aangepakt. Er is sprake van vele, parallel lopende ontwikkelingen. Daarom is het niet mogelijk om de consequenties voor het Infrastructuurprogramma op dit moment exact aan te geven. Voor projecten in de planstudiefase kan er sprake zijn van vertraging, aangezien er dikwijls aanvullende luchtonderzoeken nodig zijn. Deze vertraging hoeft niet in alle gevallen tot eventueel latere realisatie van het project te leiden. Daarnaast zal bij een aantal projecten ook inhoudelijk worden nagegaan of deze gezien de luchtkwaliteitproblematiek (volgens planning) doorgang kunnen vinden. De huidige inzet is erop gericht de effecten op het Infrastructuurprogramma te minimaliseren of weg te nemen. Er wordt gewerkt aan het projectspecifiek doorrekenen van de omvang van het probleem en de bijdrage van (mogelijke) oplossingen. Op programmaniveau worden de (eventuele) consequenties, zowel op de korte als op de lange termijn, voor het Infrastructuurprogramma continu gemonitord.
De aanpak van de luchtkwaliteitproblematiek heeft absolute prioriteit. De samenwerking tussen de betrokken departementen richt zich op een zo spoedig mogelijke oplossing van de problematiek. Er wordt ingezet op verbetering van de luchtkwaliteit enerzijds en het zoveel mogelijk op koers houden van de uitvoering van het Infrastructuurprogramma en andere (rijks)projecten anderzijds. Om dit te bereiken is ingezet op de volgende sporen:
• Nationale maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit
• Aanpassing nationale regelgeving
• Europees beleid
Voor een nadere toelichting omtrent de sporen wordt verwezen naar het MIT/SNIP projectenboek 2006.
• Innovatieprogramma Geluid en implementatie nieuwe geluidsmaatregelen
Bij de begroting 2004–2008 is een innovatieprogramma voor geluid aangekondigd, waarvoor in de periode 2004–2008 in totaal € 110 miljoen beschikbaar is gekomen. Het betreft € 70 miljoen aan middelem voor wegen en € 40 miljoen voor spoor. Daarnaast is ook een bedrag van € 200 miljoen beschikbaar gesteld tot en met 2010 voor de implementatie van geluidsmaatregelen bij wegen.
In 2006 worden de volgende producten geleverd/activiteiten ontplooid:
– Beproeving van stille dunne deklagen op rijkswegen als kostenbesparend alternatief voor ZOAB en tweelaags ZOAB.
– Proefvakken met het 3e generatiewegdek Rollpave.
– In gebruik nemen van een testterrein voor stille wegdekken.
– Stimulering van het gebruik van stillere autobanden in lijn met het gesloten convenant met de koplopers uit de branche.
– Beproeving van LL remblokken op goederenwagons (geluidsreductie circa 7 decibel).
– Prototypen van stiller gemaakte treinen van NS Reizigers
– Proef met prefab raildemper in combinatie met spoorvernieuwing op de Zeeuwse lijn.
– Inzet op aanscherping van Europese geluidsrichtlijnen voor banden en wegvoertuigen.
• Meerjarenprogramma Ontsnippering
In 2006 zal Verkeer en Waterstaat enkele ontsnipperingsmaatregelen opleveren. Te denken valt aan kleine faunatunnels onder de N34, de N69 en de A67. Verder zal in 2006 worden gestart met de realisatie van ecoducten over de A1 (in Noord-Holland), A2 (in Limburg) en A27 (in Noord-Holland).
4.1 Afdekking risico's grote spoorprojecten
De omvang van de post «afdekking risico's spoor» wordt bepaald door de waardering van de onderliggende risico's bij de Betuweroute en de HSL-Zuid, gerelateerd aan de kans dat deze risico's optreden. In 2005 is er voor € 97 miljoen aan verplichtingenruimte onttrokken aan de post «afdekking risico's spoor» voor optredende risico's bij de HSL-zuid. Dit leidt tot € 60 miljoen aan uitgaven in 2005 en € 37 miljoen aan uitgaven in 2006. Met het oog op de ontwikkeling van het risicoprofiel is de post «Afdekking risico's spoorprogramma» verder verlaagd met € 193 mln. Deze middelen zijn toegevoegd voor intensivering spoor in steden.
Afdekking risico's spoorprogramma | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2005 | 0 | 239 | 197 | 135 | 0 | 23 | 594 |
Fasering en onttrekking 2005 (verwerkt bij Voorjaarsnota) | – 130 | – 4 | 38 | 14 | 17 | – 65 | |
Onttrekking t.b.v. HSL | – 60 | – 37 | – 97 | ||||
Onttrekking a.g.v. verlaging risicoprofiel | – 49 | – 66 | – 30 | – 14 | – 34 | – 193 | |
Stand begroting 2006 | 0 | 0 | 90 | 143 | 0 | 6 | 239 |
Eind 2004 heeft de Tijdelijke Commissie Infrastructuur (TCI) haar rapport over besluitvorming over grote infrastructuurprojecten opgeleverd. Hierin zijn verschillende aanbevelingen gedaan voor verbetering en aanscherping van de huidige (besluitvormings)procedures. Zo is kritisch gekeken naar de onderbouwing van projecten. Projectbeheersing en risicomanagement moeten op een hoger plan komen en ook de informatievoorziening aan de Tweede Kamer zal worden verbeterd. Bij grote projecten zal met een structuurvisie worden gewerkt die in nauwe samenwerking met VROM tot stand zal komen. Daarin wordt aandacht besteed aan een heldere probleemanalyse en een kosten-batenanalyse. Elementen uit het de TCI-aanbevelingen zullen ook op de reguliere MIT-projecten van toepassing worden. Het Kabinet kan zich op hoofdlijnen vinden in de voorgestelde procedure voor grote projecten1, maar heeft aangegeven dat voor de uitwerking daarvan op onderdelen de voorkeur wordt gegeven aan andere instrumenten en oplossingen.
Ook op een aantal van de meer specifieke aanbevelingen bestaat verschil van opvatting tussen het Kabinet en de Tweede Kamer. Voor de Zuiderzeelijn heeft het Kabinet, in lijn met de conclusies van de TCI, aangekondigd tot een geactualiseerde nut- en noodzaakdiscussie te komen in de vorm van een Structuurvisie. Over de uiteindelijke concrete gevolgen voor de werkwijze bij grote projecten zal najaar 2005 nog overleg met de Tweede Kamer plaatsvinden.
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletore begroting 2005. Het betreft hier tevens een aantal belangrijke technische mutaties. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in het Verdiepingshoofdstuk.
Uitgaven (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand 1e suppletore wet 2005 | 5 872 092 | 6 286 583 | 6 692 121 | 6 455 856 | 6 520 877 | 6 669 786 | |
I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds | – 17 275 | 41 285 | – 58 024 | 83 928 | 101 002 | 128 942 | |
1.Looncompensatie | Div. | 7 275 | 1 029 | 1 043 | 1 011 | 934 | 934 |
2.Prijscompensatie | Div. | 25 223 | 27 034 | 28 770 | 27 834 | 27 839 | 27 839 |
3.Inkooptaakstelling | 11, 12, 15 | – 2 497 | – 6 104 | – 6 144 | – 6 144 | – 6 144 | |
4.Naar VWS: Valys-regeling | 13 | – 10 000 | – 10 000 | ||||
5.Naar BDU | 14 | – 91 000 | |||||
6.A'dam Zuidas | 13 | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
7.Vorming baten-lastendienst RWS | Div. | 134 651 | 123 759 | 120 721 | 119 911 | 119 812 | 118 418 |
8.Aanbestedingsresultaat Betuweroute | 13, 15, 17 | – 30 000 | – 15 000 | – 14 000 | 17 000 | 10 000 | 2 000 |
9.Beleidsvoorbereiding naar H12 | 11,15 | – 25 664 | – 25 265 | – 24 716 | – 25 199 | – 25 050 | – 25 124 |
10.Saldering BLS ontvangsten | 11,12,15 | – 63 610 | – 62 069 | – 58 170 | – 60 323 | – 61 186 | – 59 786 |
11.Aanpassing kasprognose Betuweroute | 17 | – 80 000 | 55 000 | 25 000 | |||
12.Aanpassing kasprognose HSL | 17 | – 26 691 | 119 600 | – 11 645 | – 92 713 | – 20 176 | – 13 384 |
13.Diverse kasschuiven | 11, 12 | – 33 700 | 12 000 | 44 000 | 22000 | 24 000 | 27 700 |
14.Kasritmeproblematiek IF | 11,12,13,15 | 26 741 | – 176 600 | – 68 355 | 52 713 | – 3 928 | – 11 176 |
15.Aanpassing ontvangstenraming | 12 | – 5 706 | 6 432 | 12 838 | 9 901 | 7 665 | |
16.Waalsprong | 16 | 48 500 | |||||
17.Diverse budgettair neutrale mutaties | Div. | ||||||
II Overige mutaties | – 23 673 | 24 640 | 11 187 | 5 227 | 9 217 | 13 973 | |
Totale mutaties | – 40 948 | 65 925 | – 46 837 | 89 155 | 110 219 | 142 915 | |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 5 831 144 | 6 352 508 | 6 645 284 | 6 545 011 | 6 631 096 | 6 812 701 |
ad 1 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 4 Deze mutatie betreft de doorwerking van amendement nr. 40 (van de leden Dijksma en van Ham) waarmee ook voor de jaren 2006 en 2007 de dekking ongedaan wordt gemaakt van het aantal te bereizen kilometers in de Valys-regeling (bovenregionaal vervoer van gehandicapten).
ad 5 In voorgaande jaren zijn op projecten kleiner dan € 225 mln. gelden tot een bedrag van € 91 mln. niet uitgegeven en aangewend voor financiering van de grotere regionaal lokale infrastructuur projecten. De projecten kleiner dan € 225 mln. waarop indertijd de onderuitputting is opgetreden zijn inmiddels via de GDU+ onderdeel gaan uitmaken van de BDU. Derhalve wordt de € 91 mln. vanuit het artikel lokale infrastructuur teruggeboekt ten gunste van de BDU.
ad 6 Deze mutatie betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam Zuidas.
ad 7 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst RWS (zie Leeswijzer).
ad 8 Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda, Ziekteverzuim OV (art 39.02 Hoofdstuk XII) en de sluizen Zuid Willemsvaart.
ad 9 In het kader van de conversie van de begroting van hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegroting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid» en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».
ad 10 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van het agentschap ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan agentschap) kan worden verlaagd.
ad 11 Deze mutatie betreft een aanpassing van het kasritme van de Betuweroute, dat is aangepast op basis van de liquiditeitsprognose van ProRail.
ad 12 Dit betreft een aanpassing van het kasritme voor de HSL-zuid op basis van de meest recente projectraming, welke wordt opgevangen binnen de totale infrastructuurfondsproblematiek.
ad 13 Deze kasschuif is een aanpassing aan de projectplanning van het programma Zwakke Schakels Kust, het innovatieprogramma Geluid en van de projecten RW12 Veenendaal en CRAAG.
ad 14 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn.
ad 15 Door de actualisering van de ontvangstenraming wordt de uitgavenraming voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.
ad 16 Dit betreft de compensatie van de planschade Veur-Lent die is ontstaan door het interveniëren in de ontwikkeling van de Waalsprong (VINEX locatie).
ad 17 Deze post bestaat uit de volgende budgettair neutrale mutaties:
– A12/Nootdorpboog (uit artikel 13 naar artikel 12)
– Amendement nr. 8 (van Hijum) (van artikel 14 naar artikel 12)
– Motie Slob: HSL (uit artikel 13 naar artikel 17)
– Risico's Maaswerken (uit artikel 11 naar artikel 16)
– Verantwoording HSL Oost (uit artikel 17 naar artikel 13)
– Verantwoording Infraprovider (uit artikel 17 naar artikel 13)
– Onttrekking aan post «Afdekking risico's spoorprogramma's» (artikel 13) en toevoeging aan projectbudget HSL-zuid (artikel 17)
A. | ||
AGRS | = | Actief GPS Referentiesysteem |
AHOB | = | Automatische Halve Overweg Bomen |
AMVB | = | Algemene Maatregel van Bestuur |
ATB | = | Automatische treinbeveiligingssystemen |
B. | ||
BDU | = | Brede doeluitkering |
BERZOB | = | Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant over water |
B&O | = | Beheer en onderhoud |
BISK | = | Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur |
BKL | = | Basis kustlijn |
BLS | = | Baten-Lastenstelsel |
BPRW | = | Beheerplan voor de rijkswateren |
BOR | = | Bereikbaarheidsoffensief Randstad |
C. | ||
CS | = | Centraal station |
D. | ||
DBFM | = | Design-Build-Finance-Maintenance |
DGG | = | Directoraat-generaal goederenvervoer |
DGP | = | Directoraat-generaal personenvervoer |
DGR | = | Deltaplan grote rivieren |
DRIP | = | Dynamische route informatie panelen |
DUU | = | Directe uitvoeringsuitgaven |
E. | ||
EISR | = | Economische Impactstudie Railgoederenvervoer |
ETCS | = | European Train Control System |
EU | = | Europese Unie |
F. | ||
FES | = | Fonds economische structuurversterking |
FTE | = | Full-time equivalent |
G. | ||
GDU | = | Gebundelde doeluitkering |
GIS | = | Geluidsisolatieproject Schiphol |
GPS | = | Global Positioning System |
GVB | = | Grootschalige Verwerking Baggerspecie |
H. | ||
ha | = | Hectare |
HBR | = | Havenbedrijf Rotterdam |
H&I | = | Herstel & Inrichting |
HSA | = | High Speed Alliance |
HSL | = | Hogesnelheidslijn |
I. | ||
ICES | = | Interdepartementale Commissie voor Economische Structuurversterking |
IF | = | Infrastructuurfonds |
IPG | = | Innovatieprogramma Geluid |
IPL | = | Innovatieprogramma luchtkwaliteit |
IRMA | = | INTERREG Rijn en Maasactiviteiten |
IVM | = | Integrale Verkenning Maas |
K. | ||
KRW | = | (Europese) Kaderrichtlijn Water |
M. | ||
MER | = | Milieu Effect Rapportage |
MHW | = | Maatgevend hoogwater |
MIT | = | Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport |
MJPO | = | Meerjarenprogramma ontsnippering |
N. | ||
NAP | = | Nieuw Amsterdams Peil |
NBW | = | Nationaal Bestuursakkoord Water |
NS | = | Nederlandse Spoorwegen |
NSP | = | Nieuwe sleutelprojecten |
NURG | = | Nadere uitwerking Rivierengebied |
NV | = | Naamloze vennootschap |
NVVP | = | Nationaal verkeers- en vervoersplan |
O. | ||
OV | = | Openbaar vervoer |
P. | ||
PAGE | = | Plan van aanpak goederen emplacementen |
PKB | = | Planologische kernbeslissing |
PMR | = | Project mainportontwikkeling Rotterdam |
PPS | = | Publiek private samenwerking |
PU | = | Productuitgaven |
PVVP | = | Provinciaal verkeers- en vervoersplan |
R. | ||
RIT | = | Rail Infra Trust |
ROBEL | = | Rotterdam–België |
RVVP | = | Regionaal verkeers- en vervoersplan |
RW | = | Rijkswegen |
RWS | = | Rijkswaterstaat |
S. | ||
SOIT | = | Subsidieregeling openbare inland terminals |
SNIP | = | Spelregelkader natte infrastructuurprojecten |
SUBBIED | = | Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied |
SVB | = | Stimulering verwerking baggerspecie |
SVV | = | Structuurschema verkeer en vervoer |
T. | ||
TEN | = | Transeuropese netwerken |
TCI | = | Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten |
U. | ||
UWO | = | Uitwerkingsovereenkomst |
V. | ||
VBS | = | Verkeersbegeleidende Systemen |
VenW | = | Ministerie van Verkeer en Waterstaat |
VINEX | = | Vierde nota ruimtelijke ordening extra |
VNK | = | Veiligheid Nederland in kaart |
VROM | = | Ministerie van Volkshuisvesting ruimtelijke ordening en milieubeheer |
W. | ||
WB21 | = | Waterbeheer 21e eeuw |
WST | = | Westerscheldetunnel |
WTC | = | World trade centre |
Z. | ||
ZSM | = | Zichtbaar, slim en meetbaar |
ZZL | = | Zuiderzeelijn |
a. Relatie producten en beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Hoofdwatersystemen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel Hoofdwatersystemen is gerelateerd aan het volgende beleidsartikel:
• artikel 31: Integraal Waterbeleid.
Het watersysteem omvat het geheel van oppervlaktewater, waterbodems, oevers, waterkeringen, technische infrastructuur en de biologische component alsmede de grondwatermassa in één of meer watervoerende lagen.
Het op orde krijgen en houden van dit watersysteem is van vitaal belang voor alle functies in het landelijk en het stedelijk gebied (zoals de veiligheid, economie, wonen, landbouw, recreatie en natuur) en daarmee voor een veilig en bewoonbaar Nederland.
Het Rijk is als één van de centrale spelers in de vormgeving en implementatie van het integrale waterbeleid verantwoordelijk voor het tot stand brengen van een gezamenlijke aanpak van de nationale waterproblematiek. Structurele ontwikkelingen als klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling, verstedelijking en toename van economische waarden maken een dergelijke aanpak noodzakelijk.
In het MIT/SNIP-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het SNIP-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de infrastructuurprojecten vastgelegd. De onzekerheidsmarge van de raming neemt af naarmate het project verder wordt uitgewerkt.
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
11. Hoofdwatersystemen | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 536 335 | 623 371 | 302 259 | 371 585 | 567 856 | 636 621 | 656 811 |
Uitgaven | 469 766 | 557 450 | 473 648 | 516 258 | 590 764 | 637 267 | 632 061 |
11.01 Watermanagement | 67 747 | 76 406 | 70 353 | 68 924 | 79 157 | 82 104 | 81 860 |
11.01.01 Basispakket watermanagement | 67 747 | 76 406 | 70 353 | 68 924 | 79 157 | 82 104 | 81 860 |
11.02 Beheer en onderhoud | 197 134 | 204 929 | 191 857 | 181 706 | 197 491 | 187 215 | 190 784 |
11.02.01 Basispakket B&O waterkeren | 103 141 | 106 336 | 115 551 | 102 883 | 111 222 | 100 816 | 101 318 |
11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbeheer | 63 547 | 95 464 | 70 395 | 55 021 | 53 031 | 54 571 | 66 139 |
11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer | 3 446 | 3 129 | 5 911 | 23 802 | 33 238 | 31 828 | 23 327 |
11.03 Aanleg | 197 103 | 264 179 | 200 802 | 206 861 | 243 071 | 258 127 | 261 191 |
11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren | 103 509 | 133 782 | 91 116 | 90 370 | 112 933 | 159 552 | 187 290 |
11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheer | 93 594 | 130 397 | 109 686 | 116 491 | 130 138 | 98 575 | 73 901 |
11.05 Verkenning en planstudie | 7 782 | 11 936 | 10 636 | 58 767 | 71 045 | 109 821 | 98 226 |
11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen | 1 000 | ||||||
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren | 4 029 | 4 794 | 3 167 | 51 967 | 64 810 | 103 928 | 92 334 |
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer | 3 753 | 7 142 | 6 469 | 6 800 | 6 235 | 5 893 | 5 892 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 332 292 | 309 674 | 269 387 | 294 244 | 296 314 | 308 623 | |
–Restant | 225 158 | 163 974 | 246 871 | 296 520 | 340 953 | 323 438 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 49% | 25% | 6% | 3% | 1% | |
11.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 83 063 | 12 617 | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 |
Watermanagement betreft de regulering van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en de regulering van de kwaliteit van het water. De volgende activiteiten worden uitgevoerd:
• peilbeheer en bediening van objecten;
• monitoring en informatieverstrekking;
• crisisbeheersing en -preventie.
De areaalgegevens rondom watermanagement zijn opgenomen in onderstaande tabel
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang |
---|---|---|
Watermanagement | Km2 water | 65 250 |
11.01.01 Basispakket Watermanagement
Het watermanagement van het hoofdwatersysteem wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken.
Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2006 |
---|---|---|---|
Calamiteitenorganisatie (in samenhang met verkeersmanagement) | Hebben en uitvoeren van plannen en houden van oefeningen voor calamiteiten op het gebied van scheepvaart, waterkwaliteit, wateroverlast en bij watertekort. | Wel/Niet:– Plannen– Oefenen– Uitvoeren | JaJaJa |
Betrouwbare en toegankelijke informatie | In- en externe informatievoorziening volgens afgesproken beschikbaarheid en kwaliteit | Ja/Nee | Ja |
Peil, stuw en kwaliteitsbeheer | Hebben en nakomen van afspraken over waterverdeling en waterkwaliteit | Ja/Nee | Ja |
Na afloop van het uitvoeringsjaar zal Rijkswaterstaat in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.
De bekostiging van deze prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal:
Areaaleenheid | Omvang | Tarief in € 1 000 | Totaalbudget 2006 in € 1 000 |
---|---|---|---|
Km2 water | 65 250 | 1,171 | 76 408 |
Bij het bepalen van dit tarief is gekeken naar de belangrijkste factoren die de kosten van het onderhoud bepalen. De belangrijkste component van watermanagement is personeel.
11.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud Waterkeren
Het beheer en onderhoud van de waterkeringen wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau beheerd en onderhouden zal worden.
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in die conditie te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie waterkeren:
1. kustlijnhandhaving (cf basiskustlijn zandige kust niveau 1990);
2. beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen (cf Wet op de waterkering)
Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikelonderdeel de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud waterkeren verantwoord.
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks gecompenseerd moet worden. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil wordt gehouden en het effect van de zeespiegelstijging te niet gedaan.
Ook zijn er activiteiten zoals bestortingen, onderhoud van dammen en strandhoofden, eveneens met het doel om structurele kusterosie te bestrijden.
Voor het jaar 2006 geldt de volgende prestatieafspraak:
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2006 |
---|---|---|---|
Suppleren zand voor kustlijn | Uitvoeren vastgesteld suppletieprogramma | Aantal m3 per jaar | 12 000 000 |
Bij het basispakket is uitgegaan van de volgende hoeveelheden te suppleren zand voor de kustlijn.
Suppleren voor kustlijnzorg in 1000m3 | 2004 | 2005 | 2006* |
---|---|---|---|
Strand | 2 630 | 4 380 | 2 150 |
Onderwater | 6 400 | 7 600 | 9 850 |
Strand (zwakke schakels) | 2 270 |
* Is eerste schatting en in voorbereiding. Besluitvorming vindt plaats door de bewindslieden in het najaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar
Op het beleidsartikel 31 van de begroting van Verkeer en Waterstaat (HXII) is een overzicht terug te vinden, wat inzicht geeft in de suppletie en de overschrijding van de kustlijn vanaf 1991.
Hieronder is indicatief aangegeven waar de suppletie en in welke hoeveelheden in de afgelopen jaren suppleties hebben plaatsgevonden.
Ad 2. Beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen
• Stormvloedkeringen
Ter beveiliging van ons land tegen de zee is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Stormvloedkering Oosterschelde, de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg (de Maeslantkering), de Hartelkering en de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen, het onderhoud aan het besturingssysteem en periodieke inspecties.
Bij de stormvloedkeringen wordt apart aandacht besteed aan conserveringen en aan informatietechnologie ten behoeve van de besturing (m.n. ten behoeve van de Maeslantkering). Informatietechnologie kent een minder lange levensduur dan de «harde» infrastructuur. De benodigde middelen voor vervanging liggen hoog.
• Rijkswaterkeringen
Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt ongeveer 480 km primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Wet op de Waterkering vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het betreft hier met name waterkeringen die bescherming bieden aan bovenregionale gebieden en waterkeringen waarvoor het achterland onvoldoende financiële draagkracht heeft. Buiten de eerder genoemde stormvloedkeringen gaat het om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland. De uitgaven voor de noodzakelijke 5-jaarlijkse toetsing van de Rijkswaterkeringen (in het kader van de Wet op de Waterkering om te voldoen aan de wettelijke functie-eisen) behoren ook tot de activiteiten.
Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat een aantal niet-primaire waterkeringen. Dit zijn waterkeringen die niet onder de Wet op de Waterkering vallen omdat ze geen bescherming hoeven te bieden tegen het buitenwater, maar wel aan een bepaald veiligheidsniveau moeten voldoen. Het betreft hier onder andere de zeereep (de eerste duinen die grenzen aan het strand welke niet tot de dijkring behoort) en de Waddenzeekust voor Texel.
Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie-indicator | Waarde 2006 |
---|---|---|
Primaire waterkeringen | Groei naar 100% voldoen aan de normen wet op waterkeringen (alle bekende maatregelen uitvoeren)Beheer en onderhoud zonder beperkingen uitvoeren | 85% 100% |
Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd. Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één prijs.
De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Tarief in € 1 000 | Totaalbudget 2006 in € 1 000 |
---|---|---|---|---|
Infraprovider | Dijken primaire waterkeringen in km | 480 | 55,048 | 26 423 |
Stormvloedkeringen | 4 | 8 537 | 34 147 | |
Niet primaire waterkeringen in km | 268 | 22,754 | 6 098 | |
Suppleren voor kustlijnzorg in m3 | 12 000 000 | 0,004 | 48 883 |
* in voorgaande begrotingen was steeds sprake van 291km primaire keringen. Het aantal km niet-primaire kering werd niet genoemd. Tijdens een inventarisatie van het areaal in 2004 zijn de nu opgenomen aantal km vastgesteld.
Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatie-indicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT-projectenboek 2006.
11.02.05 Basispakket Beheer en onderhoud Waterbeheren
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in die conditie te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie integraal waterbeheer. Daarbij valt te denken aan:
• beheer en onderhoud van rijkswateren ten behoeve van maatgevend hoogwater (MHW);
• beheer en onderhoud van stuwende en spuiende kunstwerken, oevers en bodems;
• beheer en onderhoud van rijkswateren ten behoeve van waterkwaliteit;
• beheer en onderhoud van oevers en bodems;
• Vergunningverlening en handhaving.
Vergunningverlening en handhaving zijn gericht op het voldoen aan de nationaal vastgestelde uitvoeringskaders, toetskaders, wettelijke eisen, Europese richtlijnen (Kader Richtlijn Water) en internationaal gemaakte afspraken. Hieronder valt de in 2006 vast te stellen zwemwaterrichtlijn. Vergunningverlening en handhaving vinden plaats op basis van een risicoanalyse. De handhaving omvat een minimaal afgesproken aantal bedrijfsbezoeken en opvolgingsacties. Voor risicovolle (berekend risico voor water en omgeving) bedrijven zijn de vergunningen actueel zodat de handhaving op dat punt optimaal kan zijn. Prioritaire stoffen (waarover zeer ernstige zorg bestaat op basis van de huidige kennis van hun gevaareigenschappen) zijn in de vergunning afgedekt. Bij vergunningverlening wordt altijd getoetst aan de Vogel- en habitatrichtlijn.
Het kabinet heeft besloten tot de vorming van een «Kustwacht Nieuwe Stijl» per 1 maart 2006. Deze kustwacht nieuwe stijl wordt thans nader uitgewerkt, waarbij de ministeriële verantwoordelijkheid van de betrokken ministers voor handhaving op hun gebied gehandhaafd blijft. Deze kustwacht beschikt over materiaal (vaar- en vliegtuigen) en personeel, en heeft daarnaast ook trekkingsrecht op het gebruik van andere vaartuigen van Defensie en VenW. Beleid en begroting worden onder regie van VenW in de ministerraad vastgesteld, de directeur Kustwacht bij defensie wordt operationeel verantwoordelijk. De mogelijkheid van één rijksbrede civiele rederij wordt nader onderzocht.
Naast het uitvoeren van beheer- en onderhoudsmaatregelen omvat het basispakket ook een aantal activiteiten ter voorbereiding van beheer en onderhoud. Het gaat daarbij om onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits.
Door de specialistische diensten van Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer en vaarweggebruikers uitgevoerd kan worden.
Het beheer en onderhoud van het hoofdwatersysteem wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau beheerd en onderhouden zal worden. Voor 2006 zijn de prestatie afspraken nog in ontwikkeling.
De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per vergunning.
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Tarief in € 1 000 | Totaalbudget 2006 in € 1 000 |
---|---|---|---|---|
Beheer en onderhoud waterbeheren | Vergunningen | 2 773 | 17 815 | 49 400 |
11.02.08 Groot variabel onderhoud Waterbeheren
• Impuls 2003
Voor de Hoofdwatersystemen is het plan van aanpak van toepassing van achterstallig onderhoud. In dit plan is een aantal projecten genoemd. Deze projecten hebben invloed op de afgesproken prestaties. Projecten hebben een lange looptijd en worden pas na 2006 gerealiseerd.
Projecten | Netwerk | Doorlooptijd | Start uitvoering |
---|---|---|---|
Stuwen Lek | HWS | 2004–2010 | 2006 |
Haringvliet | HWS | 2004–2009 | 2005 |
Om (verkeers)overlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen.
11.03.01 Realisatie Waterkeren
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:
1. rivierverruiming;
2. dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding;
3. overige onderzoeken en kleine projecten;
4. resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren;
5. Zwakke schakels kust;
6. hoogwaterbeschermingsprogramma.
In artikel 16 van deze begroting (megaprojecten niet verkeer en vervoer) wordt ingegaan op de grote projecten Ruimte voor de Rivier (16.2) en Maaswerken (16.3).
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden projecten uitgevoerd met als doel rivierverruiming om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen. Andere projecten die in het kader van de rivierverruiming worden uitgevoerd betreffen de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Over deze laatste projecten is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Doel van deze overeenkomst is het realiseren van 7 000 ha (nieuwe) natuurontwikkeling door aankoop en inrichting. De realisatie van de natuurontwikkeling moet uiterlijk 2015 afgerond zijn. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd om deze doelstelling te realiseren zijn de projecten Hemelrijkse Waard, Batenburg en het Lexkesveer. In totaal is € 119 mln beschikbaar gesteld. Naast deze projecten wordt een grootschalige rivierverruiming voorbereid in het project Ruimte voor de Rivier en voor de Maas zijn de meeste rivierverruimende maatregelen ondergebracht in het project Maaswerken (zie artikel 16 IF).
Ad 2. Dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding
De verbetering van de dijken van de Noord-Oostpolder en Flevoland langs het IJsselmeer en het Markermeer wordt in 2005 afgerond. De verbetering bestaat uit verhoging en/of versterking van de waterkering of uit vervanging van de bestaande steenbekleding. Ook het programma herstel en onderzoek steenbekleding Westerschelde en Oosterschelde valt onder dit onderdeel.
Ad 3. Overige onderzoeken en kleine projecten
De volgende onderzoeken zijn voor 2006 gepland:
• veiligheid Nederland in kaart (VNK) met dit project worden de kansen op en de gevolgen van overstromingen van de dijkringen in Nederland in kaart gebracht volgens een nieuwe methode. De sterkte van kunstwerken, inzicht in zwakke plekken in de dijkring en het omgaan met onzekerheden in kennis vormen belangrijke onderdelen van het project;
• sterkte en belasting waterkeringen, waarbij onder andere het inzicht in de golfvoortplanting verbeterd wordt;
• hydraulische randvoorwaarden 2006 de wet op de waterkering stelt (o.a.) dat Verkeer en Waterstaat verantwoordelijk is voor het uitbrengen van hydraulische randvoorwaarden en andere instrumenten die door waterkeringbeheerders worden gebruikt bij de vijfjaarlijkse toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen en die worden gebruikt bij het ontwerp van die waterkeringen.
Ad 4. Resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren
De werken langs de grote rivieren met als doel om bij een afvoer bij Lobith van 15 000 m3/sec voldoende veiligheid te bieden, zijn grotendeels voltooid. In het kader van bescherming tegen hoge buitenwaterstanden zijn langs de kust en in het benedenrivierengebied nog enkele werken in uitvoering. Daarnaast wordt nog een aantal subsidies verstrekt en bijdragen verleend in het kader van de afronding van het Deltaplan grote rivieren.
Voor toelichting van de Zwakke Schakels Kust wordt verwezen naar paragraaf 11.05.02.
Ad 6. Hoogwaterbeschermingsprogramma
Er worden een aantal subsidies verstrekt en bijdragen verleend in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Onder dit programma vallen onder andere de werkzaamheden die voortkomen uit toetsingen als ook de verbeteringen van de steenbekledingen. Voor meer detailinformatie over projecten wordt verwezen naar het MIT/SNIP-projectenboek dat als bijstuk bij de begroting wordt ingediend.
11.03.02 Realisatieprogramma Waterbeheren
Onder waterbeheren vallen de volgende projecten:
1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen. Per 2006 is hier het gehele herstel en inrichting-programma opgenomen;
2. saneren van waterbodems incl SUBBIED (Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied), GVB (landelijke proef grootschalige verwerking baggerspecie) en SVB (stimulering verwerking baggerspecie);
3. gemalen IJmuiden en Gouda.
Daarnaast wordt binnen dit programma het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) verantwoord.
Ad 1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen
Het programma Herstel & Inrichting (H&I) is gericht op het ecologisch herstel van de Rijkswateren en bestaat voornamelijk uit verbetering van de hydromorfologie van de watersystemen (ontwikkeling van door water gevormde structuren in waterlopen en de hiermee samenhangende omgevingen). De prioriteit ligt bij de realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en met name bij de doelstellingen voor beschermde gebieden. Zolang deze doelstellingen niet zijn vastgesteld wordt gewerkt aan de volgende maatregelen:
• het creëren van langsverbindingen (dit zijn verbindingen in de stroomrichting van het watersysteem);
• het beschermen en creëren van natuurlijke land-waterovergangen en dwarsverbindingen;
• het creëren van natuurlijke stromingspatronen;
• het herstellen van natuurlijke peildynamiek (meren, zoetwatergetijde).
In 2005 wordt het programma van Herstel en Inrichtingsprojecten verder ingevuld voor de jaren 2006–2010, dat moet bijdragen aan de doelen uit de Vierde nota Waterhuishouding en anticiperen op de doelen van de Kaderrichtlijn Water.
Hiervoor worden projecten uitgevoerd die te maken hebben met waterbodemsaneringen en met het bergen en verwerken van vervuilde baggerspecie (o.a. depot Hollandsch Diep, projecten uit het saneringsprogramma rijkswateren en diverse subsidieregelingen (SUBBIED en SVB).
De landelijke proef grootschalige «verwerking baggerspecie» (GVB) is in 2004 gestart. Het saneren van vervuilde waterbodems wordt uitgevoerd onder de noemer saneringsprogramma rijkswateren. Het programma geeft een overzicht van het waterbodemonderzoek en de waterbodemsaneringen die zijn geprogrammeerd in de wateren waarvoor de Minister van Verkeer en Waterstaat waterkwaliteitsbeheerder is op grond van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren.
Ad 3. Gemalen IJmuiden en Gouda
In het kader van bestrijding van wateroverlast wordt gewerkt aan de realisatie van twee gemalen te Gouda en IJmuiden. De verwachting is dat deze nog in 2005 worden afgerond.
• Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend door het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen met als doel samen de waterproblematiek in Nederland aan te pakken. Het akkoord heeft tot doel om in de periode tot 2015 het watersysteem in Nederland op orde te krijgen en daarna op orde te houden. Het gaat daarbij om het aanpakken van de gevolgen van de zeespiegelstijging, bodemdaling en een veranderend klimaat. Om deze problemen te bestrijden zijn maatregelen nodig met als uitgangspunt het eerst vasthouden, dan bergen en vervolgens afvoeren van water. Het kabinet heeft een eenmalige impuls van € 100 miljoen beschikbaar gesteld om een snelle start van de uitvoering van maatregelen tegen wateroverlast te bevorderen.
De «Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast» die hiertoe met de NBW-partijen is opgesteld is met ingang van 1 april 2004 opengesteld. Op 1 juli 2004 is het volledige budget vastgelegd in beschikkingen aan 67 gemeenten en waterschappen. In de gehonoreerde aanvragen zijn 302 projecten opgenomen. De 302 projecten zullen allemaal uiterlijk in 2007 gestart zijn en naar verwachting in 2010 zijn gerealiseerd. De nadruk in de projecten ligt op het vasthouden en bergen van overtollig water. De gemeente Almelo heeft als eerste subsidiënt haar uitvoeringsplan uitgevoerd. De definitieve vaststelling van subsidies is daarmee gestart.
11.05 Verkenningen en planstudies
11.05.01 Verkenningenprogramma Hoofdwatersystemen
De volgende verkenningen vinden plaats binnen het artikel hoofdwatersystemen:
• Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas:
In het watersysteem Bovenmaas, dat gezamenlijk met België (Wallonië) wordt beheerd, spelen problemen met betrekking tot inrichting, welke betrekking hebben op waterbeheersing en ecologie. In de verkenning zal een aantal oplossingsrichtingen worden bezien.
• Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust:
Uitwerking van de motie Geluk (29 200 XII nr. 53) naar de mogelijkheden voor een kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen. In samenwerking met de provincie Zuid-Holland richt de verkenning zich op het benoemen van voorwaarden waaraan voldaan moet worden om kustuitbreiding haalbaar te maken en nadrukkelijk niet op de realisatie van een eventuele kustuitbreiding.
De eerste fase van de verkenning is in januari 2005 aan de Tweede Kamer gerapporteerd (TK 29 800 XII, nr. 55). Hierbij is aangegeven onder welke financiële randvoorwaarden kustuitbreiding met PPS mogelijk is. De tweede fase van de verkenning zal zich in een parallel proces richten op nut en noodzaak en het verkrijgen van maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak. De verwachting is dat de Tweede Kamer medio 2006 over het eindresultaat van de verkenning kan worden geïnformeerd.
• Integrale verkenning Maas (IVM)
In de 2e helft van de 21e eeuw worden als gevolg van de klimaatverandering hogere afvoeren van de Maas verwacht. De Integrale Verkenning Maas (IVM) is eind 2000 gestart met als doel voorbereid te zijn op deze hogere afvoeren. Uitgangspunt is het handhaven van het huidige wettelijke beschermingsniveau met een overstromingskans van 1:1250 per jaar in het bedijkte deel van de Maas en 1:250 per jaar in het onbedijkte deel. De bedoeling is dit in de periode na de voltooiing van de Maaswerken te realiseren door het geleidelijk scheppen van extra ruimte voor de rivier. Dit zal zoveel mogelijk worden gekoppeld aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In de tweede fase zal in overleg met de regio door nadere selectie een concrete lijst van verruimingsprojecten voor de Maas worden opgesteld. Met de Vlaamse rivierbeheerder worden mogelijke maatregelen op de Vlaamse oever verkend. De tweede fase zal worden afgerond met een advies van de regionale stuurgroep aan de Staatssecretaris van VenW in het najaar van 2005.
• Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)
Het systeem van de Nederlandse grote rivieren is in 2015 uitgelegd op het veilig kunnen afvoeren van een afvoer die één maal per 1250 jaar voorkomt. Echter de kans dat er rivierafvoeren zullen optreden die groter zijn, is niet uitgesloten. De overstromingen die dan kunnen optreden, hebben grote gevolgen. Derhalve heeft de Regering in haar standpunt van december 2003 besloten om naast de optie noodoverloopgebieden ook nog 4 andere opties te onderzoeken: internationale afstemming, structurele normverhoging, organisatorische maatregelen en compartimentering. In haar Tussenbesluit van mei 2005 heeft het Kabinet besloten af te zien van 2 van de 3 noodoverloopgebieden en de verkenning naar het noodoverloopgebied Beerse Overlaat en de andere 4 opties, door te zetten. De verwachting is dat de Tweede Kamer in het voorjaar 2006 over het eindresultaat van de verkenning kan worden geïnformeerd.
• Natuurontwikkelingsschets Eems
De verwachting is dat de druk van economisch gerichte activiteiten op de morfologie van het Eems-estuarium, zoals scheepvaart, verdiepingen en schelpenwinning, in de toekomst verder zal toenemen. Dit zal waarschijnlijk met negatieve effecten op de natuur gepaard gaan. In het natuurontwikkelingsplan wordt een pakket van concrete, locatiespecifieke herstel en inrichtingsmaatregelen beschreven die bijdragen aan de doelen voor de Kaderrichtlijn Water.
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren
De volgende planstudies vinden plaats binnen het programma waterkeren.
• Zwakke Schakels Kust
De bescherming tegen overstromingen vanuit de zee is geregeld in de Wet op de Waterkering, waarin normen zijn opgenomen waaraan de zeeweringen moeten voldoen. Echter, naar aanleiding van signalen over een sterkere golfbelasting op de kust, is in 2003 door de waterschappen nogmaals gekeken naar de sterkte van de zeeweringen. De inzichten hebben geleid tot tijdelijke maatregelen zoals diverse zandsuppleties. Daarnaast is er gesignaleerd dat er op 10 locaties langs de kust zogenoemde zwakke schakels zijn, waarvoor binnen een periode van 20 jaar dijkversterking nodig is. Op 8 van deze 10 locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels: kop van Noord-Holland (Den-Helder–Callantsoog), Hondsbossche en Pettemer Zeewering, Noordwijk, Scheveningen, Kijkduin–Hoek van Holland, Flaauwe Werk, Zuidwestkust Walcheren en West Zeeuws Vlaanderen. Voorne en de Helderse zeewering in Den Helder zijn de twee zwakke schakels waar alleen een dijkversterking nodig is.
Voor de prioritaire zwakke schakels heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat een beschikking aan de betreffende kustprovincies van in totaal € 9,67 mln. gegeven voor het maken van integrale planstudies. Vanaf 2004 zijn de provincies gestart met de planstudies, waarbij Rijkswaterstaat een bijdrage levert aan de totstandkoming van de integrale planstudie. Daarnaast is voor technische ondersteuning een kenniscoördinatiepunt ingesteld.
De planstudies worden medio 2007 afgerond. De besluitvorming over de financiering van de versterkingsplannen is vervroegd. In het voorjaar van 2006 zullen de drie kustprovincies op basis van de op te stellen voorkeurs-alternatieven gezamelijk een voorstel voor prioritering aanleveren. Uitvoering zal plaatsvinden van 2007 t/m 2020. Om in 2007 voortvarend met de uitvoering een start te kunnen maken is in deze begroting voor de periode 2007–2010 een bedrag van € 96 mln. versneld beschikbaar gesteld; totaal blijft tot en met 2020 voor het programma Zwakke Schakels kust een bedrag van € 743 mln. gereserveerd. Deze middelen worden geprogrammeerd binnen het jaarlijks vast te stellen Hoogwaterbeschermingsprogramma.
• Extra spuicapaciteit Afsluitdijk
In verband met de uitbreiding van de spuicapaciteit wordt in het IJsselmeergebied een planstudie uitgevoerd. Met deze planstudie wordt de MER gemaakt op basis waarvan het dijkversterkingsplan conform de Wet op de waterkering wordt opgesteld. Nader onderzoek is vereist voor zowel de MER als ook ter voorbereiding van de realisatie. Verwacht wordt dat de planstudie naar de uitbreiding van de spuicapaciteit in de Afsluitdijk eind 2006 gereed is. De start van de realisatie is voorzien in 2008.
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheren
De volgende planstudies vinden plaats binnen het programma waterbeheren.
• Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer
Het huidige tegennatuurlijke peilbeheer in het Veerse Meer brengt delen van het watersysteem uit evenwicht. Het peilbeheer is vrijwel volledig afgestemd op de afwateringsfunctie voor de landbouw in de winter en de recreatieve functie in het voorjaar en de zomer. Hierdoor komt de ecologische kwaliteit nauwelijks tot ontwikkeling en worden ook de recreatieve potenties nauwelijks benut. Een natuurlijker peilbeheer geeft de natuur de kans om een situatie te ontwikkelen die meer past bij een watersysteem met (beperkt) getij. Rijkswaterstaat en de provincie Zeeland voeren een planstudie/MER uit naar een meer natuurlijk peilbeheer. De planstudie is in 2007 gereed.
• Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes)
Op 11 maart 2005 ondertekenden de bewindslieden Minister K. Peeters (Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, Vlaanderen), Minister K. Peijs (Verkeer en Waterstaat Nederland), Minister C. P. Veerman (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Nederland) en Staatssecretaris M. H. Schultz van Haegen (Verkeer en Waterstaat, Nederland) het derde Memorandum van Overeenstemming, waarbij namens beide regeringen de besluiten van de Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium zijn vastgesteld. Met de uitkomsten van deze Nederlands-Vlaamse verkennende studie is een start gemaakt met de planstudiefase naar een samenstel van maatregelen om de veiligheid, toegankelijkheid en natuurlijkheid van het estuarium te verbeteren. In het Memorandum is afgesproken dat wij ons krachtig zullen inspannen om de noodzakelijke wettelijke procedures voor de verdieping in 2007 af te ronden, zodat de gewenste vaardiepte in 2009 kan worden verwezenlijkt.
Intussen wordt gewerkt aan de totstandkoming van verdragen om de uitvoering van deze projecten veilig te stellen, en om de hechte samenwerking van de laatste jaren met het Vlaamse Gewest rond beleid en beheer ten aanzien van het estuarium te bestendigen. Het is de bedoeling deze verdragen in 2006 ter ratificatie aan de Staten-Generaal aan te bieden.
• Volkerak-Zoommeer
Begin jaren '90 werd in toenemende mate in de zomer blauwalgenbloei aangetroffen. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van hoge nutriëntenconcentraties en de lange verblijftijd van het water. De blauwalgenbloei leidt tot veel overlast voor verschillende gebruiksfuncties (oever- en verblijfsrecreatie, wonen, natuur, landbouwwater). Er zullen twee alternatieven onderzocht worden: zoet doorspoelen en zout doorspoelen. De planstudie is medio 2006 gereed.
Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:
Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Inrichting Veluwe randmeer | 989 | 1 419 | 1 193 | 866 | ||
Projectbureau Deltanatuur | 100 | 100 | 100 | 100 | 66 | 66 |
Vergroten spuicapaciteit | 275 | |||||
Overige aanleg ontvangsten, incl. EU-bijdragen mbt IRMA | 11 253 | 4 637 | ||||
Totaal Ontvangsten Aanleg | 12 617 | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 |
Waterkeren (Hoofdwatersystemen) Realisatie IF 11.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
(Deltaplan grote rivieren) | 648 | 641 | 606 | 33 | 9 | 2006 | 2006 | |||||
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
NURG | 118 | 119 | 36 | 14 | 7 | 7 | 7 | 7 | 7 | 33 | 2015 | 2015 |
Participatie | 17 | 17 | 2 | 1 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 4 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Doorlatend maken spoorbrug Oosterbeek | 51 | 51 | 47 | 4 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Keent | 17 | 14 | 2 | 1 | 7 | 5 | 2 | 2010 | 2008 | |||
Dijkversterking | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Flevoland en Noordoostpolder | 93 | 93 | 75 | 18 | 2005 | 2005 | ||||||
Herstel steenbekleding | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Onderzoek Hydraulische randvoorwaarden (HR 2006) | 8 | 7 | 4 | 3 | 1 | 2006 | 2006 | |||||
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) | 12 | 12 | 10 | 2 | 2005 | 2004 | ||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Noordoostpolder en Flevoland | 59 | 59 | 30 | 17 | 11 | 2006 | 2006 | |||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Oosterschelde* | 479 | 9 | 11 | 24 | 30 | 65 | 340 | 2015 | ||||
Westerschelde | 433 | 437 | 218 | 20 | 23 | 25 | 26 | 30 | 28 | 64 | 2015 | 2015 |
Hoogwaterbescherming | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Hoogwaterbeschermingsprogramma 1e en 2e toetsing* | 394 | 1 | 12 | 18 | 26 | 25 | 20 | 25 | 267 | 2020 | ||
Hoogwaterbeschermingsprogramma overige projecten* | 134 | 2 | 7 | 10 | 15 | 15 | 8 | 77 | 2020 | |||
Zwakke Schakels Nederlandse Kust | ||||||||||||
Zeewering Den Helder* | 1 | 0 | 1 | 2005 | ||||||||
Overig | ||||||||||||
Kleine projecten | 21 | 21 | 13 | 4 | 4 | |||||||
Totaal categorie 0 | 2 484 | 1 042 | 134 | 91 | 88 | 103 | 105 | 134 | 785 | |||
Begroting (IF 11.03.01)1 | 134 | 91 | 90 | 113 | 160 | 187 |
* Nieuw in realisatie
1 Dit is inclusief de planstudie Extra spuicapaciteit Afsluitdijk.
Waterbeheren (Hoofdwatersystemen) Realisatie IF 11.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) | 22 | 23 | 2 | 4 | 4 | 5 | 7 | 2008 | 2008 | |||
Sanering waterbodems | 401 | 408 | 53 | 29 | 27 | 19 | 25 | 20 | 26 | 202 | divers | divers |
Stimuleringsregeling hergebruik baggerspecie (SVB) | 11 | 31 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 4 | 2009 | ||
Subsidie baggeren bebouwd gebied (SUBBIED) | 123 | 103 | 5 | 25 | 27 | 22 | 25 | 19 | 2010 | 2009 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Inrichting IJsselmonding | 13 | 11 | 8 | 4 | 1 | 2006 | 2005 | |||||
Integrale inrichting Veluwe randmeer (IIVR) | 39 | 38 | 4 | 6 | 2 | 5 | 5 | 5 | 5 | 7 | 2011 | 2011 |
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied | 30 | 25 | 16 | 5 | 6 | 3 | 2007 | 2004 | ||||
Depot Hollandsch Diep | 78 | 82 | 13 | 6 | 12 | 25 | 18 | 4 | 2008 | 2007 | ||
Haringvliet De Kier | 35 | 35 | 4 | 10 | 6 | 10 | 4 | 1 | 2006 | 2006 | ||
Klein Profijt | 2 | 2 | 2 | 2005 | 2004 | |||||||
Uitbreiding gemaalcapaciteit IJmuiden | 49 | 49 | 44 | 5 | 2005 | 2005 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Aanleg baggerdepots (voorheen Depot Koerogspolder) | 22 | 32 | 16 | 4 | 2 | 2007 | 2007 | |||||
Doorlaatmiddel Veerse Meer | 20 | 20 | 19 | 1 | 2004 | 2004 | ||||||
Vispassages Grave en Borgharen | 7 | 7 | 1 | 4 | 2 | 2006 | 2005 | |||||
Overig | ||||||||||||
Nieuwe projecten Herstel en Inrichting (H&I, excl. B&O-deel) | 403 | 225 | 3 | 13 | 6 | 17 | 15 | 26 | 28 | 295 | n.v.t. | |
Nationaal Bestuursakkoord Water | 100 | 1 | 11 | 14 | 10 | 30 | 23 | 11 | ||||
Totaal categorie 0 (IF 11.03.02) | 1 355 | 191 | 130 | 110 | 117 | 130 | 99 | 74 | 504 | |||
Begroting (IF 11.03.02) | 130 | 110 | 117 | 130 | 99 | 74 |
Hoofdwatersystemen Verkenningen IF 11.05.01Lopende verkenningen | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel (inter)nationaal) | ||||
Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden) | Veiligheid | Waterbeheren | Kabinetsstandpunt Noodoverloopgebieden december 2003 | 2006 |
Landsdeel Noord | ||||
Natuurontwikkelingsplan Eems | Natuur | Waterbeheren | Kaderrichtlijn Water | 2007 |
Landsdeel West | ||||
Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust | Kustuitbreiding | Waterkeren | Motie Geluk (TK 29 200 XII nr. 53) | 2006 |
Landsdeel Zuid | ||||
Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas | Waterbeheersing en Kaderrichtlijn Water | Waterbeheren | Afspraak tussen Nederland en België/Wallonië | 2007 |
Integrale Verkenning Maas (IVM) | Duurzame hoogwaterbescherming | Waterkeren | Kabinetsstandpunt Ruimte voor de Rivier december 2000 | 2005 |
Waterkeren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Raming kosten | Budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max. | Taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Extra spuicapaciteit Afsluitdijk | 250 | pb | uo | 2008–2013 | |||||||
Overige steenzetting | 377 | 2009–2015 | |||||||||
Zwakke Schakels Nederlandse Kust | 742 | uo | 2007–2020 | ||||||||
Totaal categorie 1 | 1 369 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Waterbeheren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.03 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Volkerak Zoommeer | 40 | 59 | pb | 2007–2010 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
«Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes); Nederlands aandeel *)» | 30 | pb | uo | 2007–2012 | |||||||
Peilbesluit Veerse Meer | pm | pb | 2007–2010 | ||||||||
Speciedepot Maasdal 1) | 35 | pb | na 2010 | ||||||||
Totaal categorie 1 | 65 |
* Nieuw in planstudie.
1 Exclusief 5 miljoen kosten grondverwering, die in 2004 zijn betaald.
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
a. Relatie producten en beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel hoofdwegen is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
In het MIT-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het MIT-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.
b. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
12. Hoofdwegennet | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 3 478 578 | 2 379 467 | 2 125 087 | 2 387 305 | 2 934 954 | 2 592 898 | 2 797 942 |
Uitgaven | 1 588 635 | 2 030 225 | 2 542 951 | 2 784 881 | 2 918 362 | 2 686 220 | 2 797 975 |
12.01 Verkeersmanagement | 45 140 | 62 441 | 54 292 | 49 664 | 50 129 | 51 394 | 51 936 |
12.01.01 Basispakket verkeersmanagement | 45 140 | 62 441 | 54 292 | 49 664 | 50 129 | 51 394 | 51 936 |
12.02 Beheer en onderhoud | 610 828 | 721 590 | 836 106 | 818 545 | 789 396 | 763 446 | 826 699 |
12.02.01 Basispakket B&O infrastr. Hoofdwegen | 540 146 | 641 262 | 677 447 | 608 867 | 703 147 | 688 793 | 751 050 |
12.02.02 Service pakket B&O infrastr. Hoofdwegen | 70 682 | 80 328 | 158 659 | 209 678 | 86 249 | 74 653 | 75 649 |
12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracebesluit | 866 204 | 919 653 | 1 172 628 | 1 353 268 | 1 189 341 | 850 963 | 806 894 |
12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwegen | 647 811 | 617 653 | 724 703 | 859 537 | 719 740 | 485 461 | 439 444 |
12.03.02 Planstudieprogramma na tracebesluit | 218 393 | 302 000 | 447 925 | 493 731 | 469 601 | 365 502 | 367 450 |
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 37 968 | 111 921 | 117 978 | 126 991 | 139 961 | 133 959 | 113 958 |
12.04.01 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 37 968 | 111 921 | 117 978 | 126 991 | 139 961 | 133 959 | 113 958 |
12.05 Verkenning en planstudies voor tracebesluit | 28 495 | 214 620 | 361 947 | 436 413 | 749 535 | 886 458 | 998 488 |
12.05.01 Verkenningen | 700 | 700 | |||||
12.05.02 Planstudieprogramma vóór tracebesluit | 28 495 | 213 920 | 361 247 | 436 413 | 749 535 | 886 458 | 998 488 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage baten-lastendienst | 1 063 645 | 1 189 339 | 1 170 903 | 1 121 113 | 1 055 910 | 1 111 936 | |
–Restant | 966 580 | 1 353 612 | 1 613 978 | 1 797 249 | 1 630 310 | 1 686 039 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 39% | 14% | 13% | 8% | 5% | |
12.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 152 215 | 5 300 | 32 764 | 26 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 |
12.01.01 Basispakket verkeersmanagement
De reikwijdte van verkeersmanagement
Verkeersmanagement streeft naar goed gebruik van de beschikbare infrastructuur en draagt bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Hieraan wordt invulling gegeven door in intensieve samenwerking met de regionale partners (publiek en privaat) activiteiten te verrichten op het gebied van:
• voorlichting over Rijkswegen;
• reistijd- en route-informatie;
• gedisciplineerd en sociaal weggedrag;
• hulpverlening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);
• verkeersgeleiding bij grote drukte.
Bij het verder vormgeven van verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt tussen twee toepassingsgebieden te weten:
• het onder «normale» omstandigheden zorgen dat de wegen in een gebied zo goed mogelijk worden gebruikt. De reguliere ochtend- en avondspits zijn daarbij de meest aansprekende tijdsperioden;
• het onder «niet normale« omstandigheden zorgen dat de afwijkingen zo goed mogelijk worden gereguleerd. Hierbij valt te denken aan evenementen, wegwerkzaamheden en incidenten.
Vanuit de vijf regionale verkeerscentrales en de landelijke verkeerscentrale (VCNL) wordt voor beide toepassingsgebieden een pro-actieve sturing voorgestaan. Het benodigd instrumentarium voor deze sturing van het verkeer is in ontwikkeling. Hierbij wordt, in lijn met de bevindingen van de Commissie Luteijn, getracht om te werken binnen bestuurlijk afgedekte samenwerkingsgebieden. Het streven is om het Rijkswegennet in samenhang met het regionaal wegennet te besturen.
Na de succesvolle implementatie van incident management in de afgelopen jaren worden in 2006 verdergaande maatregelen op dit gebied onderzocht. Vooral de zwaardere ongevallen (met vrachtauto's of meerdere personenauto's) krijgen daarbij prioriteit. Dit type ongevallen veroorzaakt immers vaak langdurige overlast voor de weggebruikers. De verdergaande maatregelen kunnen onder andere bestaan uit het versnellen van het politieonderzoek en het versneld vrijmaken van de weg.
Tot nu toe wordt gewerkt in een twintigtal samenwerkingsverbanden (grote en middelgrote stedelijke agglomeraties). Bij een aantal heeft dit reeds geleid tot pakketten van maatregelen. Voorbeelden hiervan zijn het KAN-gebied (Arnhem-Nijmegen), SIRE-gebied (regio Eindhoven), Haaglanden en het Stadsgewest Rotterdam.
De investeringen in de het hoofdwegennet nemen de komende jaren flink toe als gevolg van een impuls aan het beheer en onderhoud, het programma Zichtbaar, Slim en Meetbaar (ZSM) en een intensivering van de droge aanlegprojecten. Het is belangrijk dat de planningen van al deze werkzaamheden goed op elkaar worden afgestemd.
Voor de jaren 2006 tot en met 2008 zijn alle werkzaamheden met capaciteitsbeperking tot gevolg in kaart gebracht. De hinder voor de weggebruiker zal toenemen, met name in 2007. Er wordt naar gestreefd de projecten met minimale verkeershinder uit te voeren, uitgaande van de huidige werkplanning, conform afgesproken beleidsdoelstellingen en binnen de beschikbare budgetten. Als blijkt dat er onacceptabele verkeershinder dreigt te ontstaan, wordt overwogen om de planning aan te passen.
Specificatie bedieningsareaal
Eenheid | t/m 2004 | t/m 2005 | t/m 2006 | |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | Km | 997,3 | 999,3 | 1 047,6 |
Verkeerscentrales | stuks | 7 | 6 | 6 |
Spits- en plusstroken | stuks | 19 | 27* | 47* |
Doelgroepstroken, incl. busvoorzieningen | stuks | 36 | 38 | 38 |
* Een en ander afhankelijk van de voortgang van de planning i.v.m. de luchtproblematiek (zie ook bij art 12.03.01)
NB Door herdefiniëring wijken de kengetallen licht af van de getallen in de vorige ontwerpbegroting.
12.01.02 Servicepakket verkeersmanagement
In deze begrotingsperiode is er geen servicepakket verkeersmanagement afgesproken.
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het Rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in die staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie (het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu).
De areaalgegevens voor rijkswegen zijn opgenomen in de volgende tabel.
Specificatie areaal rijkswegen | 2004 | 2005 | 2006 | |
---|---|---|---|---|
Soort beheer en onderhoud | ||||
rijbaanlengte (in km) | hoofdrijbanen | 5 789 | 5 820 | 5 820 |
rijbaanlengte (in km) | verbindingswegen en op- en afritten | 1 747 | 1 750 | 1 750 |
zwart onderhoud (in km2) | hoofdrijbanen | 70 | 71 | 71 |
zwart onderhoud (in km2) | verbindingswegen en op- en afritten | 15 | 15 | 15 |
–groen onderhoud (in km2) | 186 | 188 | 188 |
12.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het wegennet is betrouwbaarheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales, verkeersvoorzieningen, het landschap en het milieu rond de Rijkswegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst.
Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel ook de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud van Rijkswegen verantwoord. Dit behelst onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits. Door de specialistische diensten van Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer uitgevoerd kan worden.
Het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het hoofdwegennet beheerd en onderhouden zal worden.
Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie indicator | Eenheid | Waarde 2006 |
---|---|---|---|
Voorzieningenniveau Infrastructuur | Voldoen van wegen aan de afgesproken normen | % areaal | 85% |
Waarborg voor verkeersveiligheid, doorstroming en publiekvriendelijk werken | Bij het (tijdelijk) niet voldoen aan de normen van de wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels worden binnen maximaal 24 uur na constatering maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te waarborgen | aantal malen niet voldaan binnen afge- sproken tijd | 1 |
Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.
Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één prijs.
De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Tarief in € 1 000 | Totaalbudget 2006 in € 1 000 |
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek in km2 | 86 | 7 878 | 677 477 |
Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatie-indicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT-projectenboek 2006.
12.02.02 Servicepakket Beheer en Onderhoud
• Impuls 2003
De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de areaaluitbreidingen, het toegenomen gebruik van elektronica, de aangescherpte eisen en de extra slijtage die het gevolg is van het intensiever gebruik. Dit leidt tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Met de impuls beheer en onderhoud worden de meest urgente onderhoudsachterstanden aangepakt. Het in 2006 vanuit de impuls beschikbare budget zal grotendeels ingezet worden voor het vervangen van verhardingen.
Jaar | Gerealiseerd (km's) | Planning (km's) | Vermindering achterstand (%) |
---|---|---|---|
2004 | 139 + 41* | 4,8% + 1,4% | |
2005 | 139 | 4,8% | |
2006 | 420 | 14,5% | |
2007 | 561 | 19,4% | |
Totaal | 180 | 1 120 | 45,0% |
* Versnelde aanpak glad wegdek
Om verkeersoverlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen deze werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanleg- en Fileplan ZSM-programma alsmede de werkzaamheden van andere wegbeheerders (zie ook de toelichting onder 12.01.01 Basispakket verkeersmanagement).
• Servicepakket meer vlot
Het servicepakket meer vlot beoogt een aantal kleinschalige verbeteringen voor het goederenvervoer te realiseren. Daarbij moet gedacht worden aan zaken als uitbreiding parkeervoorzieningen voor vrachtauto's en aanpassing verkeerslichten ten behoeve van doorstroming vrachtverkeer.
• Servicepakket meer veilig
Onder dit pakket worden enkele kleine verbeteringen uitgevoerd, zoals het iets verder doortrekken van strepen. Dergelijke zaken kunnen «meeliften» met reguliere onderhoud.
• Servicepakket meer kwaliteit leefomgeving
Binnen dit servicepakket worden bijdragen geleverd aan het meerjarenprogramma ontsnippering. De ontsnipperingswerken worden uitgevoerd in samenspraak met alle betrokkenen. Hiermee ontstaat een realistisch, uitvoerbaar ontsnipperingsprogramma dat aansluit op en afgestemd is met de ontsnipperingsmaatregelen van andere overheden. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel.
12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracébesluit
Op dit hoofdproduct worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
• de uitvoering van nieuwbouwprojecten. Deze projecten zijn vooral gericht op structurele capaciteitsuitbreiding van het hoofdwegennet en dragen bij aan het vergroten van de verkeersveiligheid;
• de voorbereiding van de uitvoering van deze projecten.
De aan deze indeling gekoppelde verzameling projecten wordt aangeduid als het uitvoeringsprogramma, respectievelijk het voorbereidingsprogramma. De fase van voorbereiding van de uitvoering begint na vaststelling van een tracébesluit en wordt ook aangeduid als «planstudie na tracébesluit». Indien daadwerkelijk tot realisatie van het project wordt overgegaan, zal deze doorschuiven naar de realisatiefase.
Binnen dit artikelonderdeel gaat het concreet om uitgaven als:
• de budgetten benodigd voor de daadwerkelijke realisatie (voorheen de ProductUitgaven);
• de personele, materiële, automatiserings- en uitbestedingsuitgaven ten behoeve van voorbereiding, administratie en toezicht (voorheen de Directe UitvoeringsUitgaven en een gedeelte van de voormalige apparaatsuitgaven van de Algemene Uitvoeringsuitgaven (art 22.02 Hoofdstuk XII);
• gereserveerde rijksbijdragen aan projecten.
In het MIT wordt per (nieuwbouw)project het integraal taakstellende budget voor de uitgaven gepresenteerd, dus inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst.
12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwegennet
In de tabel hieronder is de output van het nieuwbouwprogramma in 2005 en 2006 opgenomen. Een nadere inhoudelijke toelichting per project is te vinden in het MIT/SNIP-projectenboek.
RW | Wegvak | Openstelling in Jaar | In Maand | Aantal km | Totaal aantal rijstroken | Totaal aantal rijbanen |
---|---|---|---|---|---|---|
2 | Oudenrijn–Everdingen | 2005 | Jan | 2 | 6 | 2 |
15 | Aansluiting Vondelingenplaat | 2005 | Juli | nvt | nvt | nvt |
15 | Europaweg | 2005 | Dec | nvt | nvt | nvt |
50 | Eindhoven-Oss, gedeelte Uden-Oss | 2005 | Dec | 8,5 | 4 | 2 |
33 | Spijk–Eemshaven | 2005 | Aug | 6 | 2 | 1 |
15 | Reconstructie aansluitingen Hardinxveld–Giessendam en Sliedrecht | 2006 | Dec | nvt | nvt | nvt |
Van één project, Rijksweg 2 Tangenten Eindhoven, dat op dit moment in de fase van «voorbereiding van de uitvoering» verkeert, start naar verwachting in 2006 de uitvoering. Dit project is dus niet meer opgenomen in de planstudietabel, maar staat in het realisatieprogramma.
Hieronder volgt een korte toelichting op een aantal bovenstaande projecten. In het MIT staan de integrale budgetten genoemd (inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst):
• Rw15 Aansluiting Vondelingenplaat: Het taakstellende budget is verhoogd (met € 16 mln.) als gevolg van hogere uitvoeringskosten. Compensatie heeft volledig plaatsgevonden uit het budget van RW15 Europaweg.
• Rw15 Europaweg: Het taakstellende budget is verlaagd en deze verlaging is overgeheveld naar RW15 Aansluiting Vondelingenplaat (zie hierboven).
In het aanlegprogramma zijn drie amendementen in deze begroting verwerkt ten behoeve van vergroting van de capaciteit en veiligheid van het hoofdwegennet. Dit betreft
• het amendement nr. 8 IF van Van Hijum (gedeeltelijk, ad € 110 mln);
• het amendement nr. 19 IF van Hofstra (ad € 60 mln);
• en amendement nr. 38 IF van Hermans (ad € 60 mln).
De amendementen Van Hijum en Hermans zijn deels toegevoegd aan het ZSM II programma (ten behoeve van RW 12 Maarsbergen–Veenendaal) en voorshands is amendement Hofstra expliciet in het programma benoemd als project.
Uit de in de begroting verwerkte verwachte aanbestedingsmeevallers is een versnelling van het aanlegprogramma gefinancierd in de periode 2007 tot en met 2010. De hierdoor ontstane vrijval in het aanlegprogramma Hoofdwegennet wordt na 2010 aangewend ten behoeve van de financiering van de spoortunnel Delft (motie Mastwijk c.s. 29 800 XII, nr. 88). Deze versnelling is bedoeld voor de volgende wegen:
• A4 Burgerveen–Leiden (€ 137 mln);
• A2 Tangenten Eindhoven (€ 89 mln);
• A2 Amsterdam–Utrecht (€ 44 mln).
Het programma fileplan ZSM omvat een aantal maatregelen die de doorstroming verbeteren. ZSM staat voor zichtbaar, slim en meetbaar ofwel een pakket infrastructuurmaatregelen op de grootste knelpunten op het hoofdwegennet hoofdzakelijk in de Randstad en overige belangrijke knelpunten waarmee op de korte termijn een oplossing geboden kan worden.
«Fileplan ZSM» omvat alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het programma Fileplan ZSM . De middelen worden ingezet om de capaciteit gedurende de spits te vergroten en de doorstroming te bevorderen.
Het programma ZSM bevat projecten van structurele aard, semi-permanente aard en tijdelijke aard. Verkeersveiligheid is hierbij een belangrijke randvoorwaarde.
De maatregelen zijn te onderscheiden in:
• maatregelen ter beperking van structurele files, zoals plus-, spits- en bufferstroken, aanpassingen in knooppunten, reguliere weguitbreidingen en toeritdoseerinstallaties;
• maatregelen ter bestrijding van incidentele files, zoals de DRIP's (dynamische route informatie panelen), verbetering van netwerkmanagement.
• ZSM Fase I
Het programma ZSM Fase I bestaat uit Spoedwetprojecten en projecten die onder de tracéwet worden uitgevoerd in de periode 2003 t/m 2010, inclusief budget ten behoeve van flankerende maatregelen die de structurele inbedding van de resultaten van de Spoedwet Wegverbreding en het totale programma Fileplan ZSM moeten verankeren. Het gaat daarbij zowel om maatregelen die de snelle besluitvorming over infrastructuurprojecten bevorderen (uniformiteit, transparantie en eenduidigheid van de beslisdocumenten) als om verkeersmaatregelen die de daadwerkelijke doorstroming bevorderen en de ergernissen van weggebruikers beperken.
De spoedwet wegverbreding gaat uit van een netwerk waarin de elementaire schakels voor zover mogelijk zijn gevrijwaard van files. Deze elementaire schakels zijn de wegen rondom de grote steden en belangrijke knooppunten in het wegennet. Filevorming op deze knooppunten leidt direct tot slechter functioneren van het gehele wegennet. Wordt het verkeer op deze elementaire schakels in beweging gehouden, dan gaat de prestatie van het totale wegennet fors vooruit.
Files op de ringen rondom stedelijke agglomeraties ontstaan mede doordat verkeer dat de ringen af wil, vastloopt in knelpunten op uitgaande wegen. Het oplossen van deze terugslaande files levert een aanzienlijke bijdrage aan de effectiviteit van het gehele wegennetwerk. Spitsstroken worden daarom in de uitgaande richtingen ingezet voor het «leegtrekken» van de ringen rondom stedelijke agglomeraties en knooppunten. Door op deze gerichte wijze de files aan te pakken verdwijnen uiteraard niet alle files, maar wordt de doorstroming op het wegennet wel sterk verbeterd.
• ZSM Fase II
Met het ZSM Fase II-pakket is een vervolg op ZSM Fase I-pakket gekomen. De spoedwet wegverbreding maakt het mogelijk om op korte termijn een aantal belangrijke knelpunten aan te pakken om vervolgens met de projecten van het programma ZSM fase II die de (langere besluitvormingsweg van de) tracéwet volgen een samenhangend pakket van maatregelen te realiseren. Bij de keuze van de projecten is de filetop 50 uitgangspunt geweest. Hiermee worden die wegen als eerste aangepakt die tot de grootste knelpunten van het wegennet worden gerekend. Deze beleidsintensivering uit het Hoofdlijnenakkoord van dit kabinet voor de aanpak van de files maakt het mogelijk om een aantal van de ontbrekende schakels in de doorgaande verbindingen en een aantal knooppunten aan te pakken. Voor de tweede fase van het programma ZSM (tracéwetprocedure) zullen de volgende projecten uitgevoerd worden:
Rijksweg | Traject |
---|---|
1/35 | Azelo–Buren |
1/28 | Knooppunt Hoevelaken |
1 | 1 Eemnes–Eembrugge |
2 | Leenderheide–Budel |
6 | Knooppunten Almere (2x), Lelystad en Emmeloord |
12/18 | Knooppunt Ouddijk |
12 | Maarsbergen–Veenendaal |
12 | Gouda–Woerden |
12 | Woerden–Oudenrijn |
12/20 | Knooppunt Gouwe |
12 | Waterberg–Velperbroek |
12 | Waterberg–Velperbroek |
15 | Papendrecht–Sliedrecht Oost/Hardinxveld–Giessendam |
27/28 | Knooppunten Lunetten–Rijnsweerd |
28 | Knooppunt Lankhorst |
28 | Zwolle–Meppel |
50 | Valburg–Grijsoord |
50 | Waalbrug |
50/73 | Knooppunt Ewijk |
58 | Eindhoven–Oirschot |
De capaciteit van de betreffende wegen zal hiermee verder toenemen en de betrouwbaarheid van het netwerk zal voor de automobilist verder stijgen.
• Luchtproblematiek
Na recente uitspraken van de Raad van State over spoedwetprojecten (A1 Hoevelaken–Barneveld, A2 Den Bosch–Eindhoven en de A27 Utrecht Noord–Eemnes) en diverse streek- en bestemmingsplannen, is duidelijk geworden dat op basis van het huidige Besluit luchtkwaliteit geen instemmende besluiten over wegenprojecten kunnen worden genomen in situaties waar de normen voor luchtkwaliteit worden overschreden. Besluiten over weginfrastructuurprojecten, inclusief de projecten van het programma Fileplan ZSM, kunnen pas genomen worden, nadat de regelgeving is aangepast. Het Kabinet heeft via een AMVB luchtkwaliteit de regelgeving aangepast en zal begin 2006 met een wettelijke regeling komen. Op basis van deze AMVB zullen naar verwachting weer rechtsgeldige besluiten genomen kunnen worden. Het wachten op deze aangepaste regelgeving voor de luchtkwaliteit heeft tot vertraging geleid in de besluitvorming van alle weginfrastructuurprojecten, waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden. Vertraging in de besluitvorming hoeft niet per definitie te leiden tot vertraging in de uitvoering. Mogelijkheden om de uitvoering te versnellen worden optimaal benut. Naast deze regelgeving zal Verkeer en Waterstaat inzetten op het versterken van het EU-bronbeleid en op het uitvoeren van generieke maatregelen op nationaal niveau ter verbetering van de luchtkwaliteit. Hier wordt in artikel 36 van Hoofdstuk XII meer specifiek op ingegaan.
12.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit
Projecten in deze fase zijn:
• Rijksweg 7: Zuidelijke Ringweg Groningen fase 1;
• Rijksweg 35: Zwolle–Almelo, inclusief omlegging Ommen (Rijksweg 34), exclusief gedeelte Wierden–Almelo;
• Rijksweg 4: Burgerveen–Leiden;
• Rijksweg 57: Veerse dam–Middelburg;
• De projecten Spoedwet wegverbreding/fileplan ZSM Fase II;
• Innovatieprogramma geluid en lucht, inclusief maatregelen geluid.
12.04 Geïntegreerde contractvormen
In dit artikelonderdeel zijn opgenomen:
• exploitatiebudget Westerscheldetunnel. Na de opening van de tunnel in maart 2003 is de bijdrage van de veren op de Westerschelde omgezet naar een bijdrage ten behoeve van de exploitatie van deze tunnel.
• tunnel de Noord en de Wijkertunnel: dit betreffen aflossingsverplichtingen voor Tunnel de Noord en de Wijkertunnel;
• de A59, waarbij het bedragen betreft van een beschikbaarheidsvergoeding in het kader van het PPS project Rosmalen – Geffen;
• de N11, waarbij het betalingen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in het kader van het PPS-project Alphen a/d Rijn–Bodegraven betreft.
12.05 VERKENNING EN PLANSTUDIE VOOR TRACEBESLUIT
Hier zijn een tweetal mutaties te onderkennen.
Enerzijds betreft dit een nieuwe gebiedsgerichte verkenning te Utrecht. Deze heeft betrekking op de problematiek op de A2/A12 Zuidwest Ring Utrecht en de A27 Oost Ring Utrecht.
Daarnaast is de verkenning op de A27 Breda-Utrecht vervallen omdat deze is afgerond en wordt opgevolgd door de planstudie A27 Lunetten–Hooipolder.
12.05.02 Planstudieprogramma vóór tracébesluit
De Raad van State heeft recent een uitspraak gedaan met betrekking tot de luchtkwaliteitproblematiek waardoor er vertraging in planstudies is opgetreden. De noodzakelijke luchtonderzoeken worden zo snel mogelijk uitgevoerd. Er wordt naar gestreefd de consequenties voor de opleveringstermijnen zo beperkt mogelijk te houden (zie ook 12.03.01).
In het kader van het MIT 2005 en het Verlengde MIT zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in de brief van 10 december 2004 en verwerkt in deze begroting.
Specifiek betreft het de volgende projecten In het MIT staan de integrale budgetten genoemd, inclusief de bijdrage aan de baten-lastendienst):
Rijksweg | Traject | Toelichting |
---|---|---|
1 | Amsterdam-Amersfoort (Muiderberg-Hoevelaken) | In de doorkijk van het MIT 2015–2020 is de planstudie A1 Amsterdam–Amersfoort opgenomen als vervolg op de bestaande planstudie A1 Eemnes–Barneveld. De scope van die studie wordt aangepast op basis van de Nota Mobiliteit en betreft nu het traject Muiderberg–Hoevelaken. |
1 | Eemnes–Barneveld | De studie is vervallen onder deze naam. Eemnes–Hoevelaken is opgenomen in de planstudie A2 Amsterdam–Amersfoort. Hoevelaken–Barneveld is geen knelpunt in de Nota Mobiliteit. |
2 | Amsterdam–Utrecht | Dit betreft een voortzetting van de planstudie Rijksweg 2 Holendrecht–Oudenrijn met een mogelijke wijziging van de scope. |
2 | Tangenten–Eindhoven | Dit project is overgegaan naar de realisatie en vervalt daarmee in de planstudietabel. |
2 | Leenderheide–Budel | De spitsstrook is opgenomen in ZSM Fase II. |
2 | Maasbracht–Geleen | De planstudies A2 Grathem–Urmond en A2 Urmond–Kerensheide–Hoensbroek worden voortgezet onder de naam Maasbracht–Geleen waarbij de scope is aangepast. |
2 | Grathem–Urmond | Dit project is opgenomen in de planstudie Rw 2 Maasbracht–Geleen. |
2 | Urmond–Kerensheide–Hoensbroek | Dit project is deels opgenomen in de planstudie Rijksweg 2 Maasbracht–Geleen. |
4 | Delft–Schiedam | Als gevolg van bestuurlijk overleg is het budget voor dit project verhoogd van € 468 mln naar € 475 mln. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 511 mln. |
Schiphol–Amsterdam–Almere (inclusief Hollandse brug) | Dit betreft een nieuwe planstudie waarin de Rijksweg 6/9 toltunnel en de Rijksweg 9 Badhoevedorp–Holendrecht zijn opgenomen. | |
6 | Hollandse brug | De Hollandse brug is opgenomen in de planstudie A6/A9 Schiphol–Amsterdam–Almere. |
7 | Zuidelijke Ringweg Groningen | Dit betreft fase 2. De planstudie is vervangen door een gebiedsgerichte verkenning. |
9 | Koedijk–De Stolpen | De oplevering verschuift van 2008 naar 2009 als gevolg van tegenvallende procedures. |
10 | Coentunnel | Het budget is opgehoogd van € 1 113 mln. naar € 1 126 mln. uit het budget ZSM. Het Coenplein is daarmee onderdeel van het project Coentunnel. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 1 196 mln. |
12 | Maarsbergen–Veenendaal | Dit project is opgenomen in ZSM Fase II. Er is € 50 mln. voor 2010 beschikbaar uit amendement Van Hijum en € 60 mln uit het amendement Hermans. |
13/16 | Rotterdam | Dit project is opgenomen in de doorkijk MIT 2015–2020. Mogelijkheden voor versnelling naar de periode 2011–2014 worden onderzocht. |
15 | Maasvlakte-Vaanplein | Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg is het project geheel opgenomen in categorie 1. |
50 | Ramspol–Ens | Het budget is verhoogd van € 41 mln naar € 70 mln als gevolg van scopewijziging op basis van bestuurlijk overleg. Met toevoeging van de bijdrage aan de baten-lastendienst is het budget € 79 mln. |
27 | Utrecht–Breda | Dit betreft een nieuwe planstudie voor het traject Utrecht (Lunetten)–Hooipolder. |
28 | Hattemerbroek–Zwolle–Meppel | Dit project is opgenomen in ZSM fase II. |
Op dit artikel wordt ontvangen:
Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit producartikel (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
rw 2 Holendrecht-Oudenrijn | 1 594 | 18 814 | 24 127 | 18 901 | 7 665 | |
rw 2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel | 2 400 | |||||
rw 4 Burgerveen-Leiden | 67 300 | |||||
rw 15 Reconstructie aansluitingen | 2 200 | 2 900 | ||||
rw 31 Leeuwarden-Drachten | 3 100 | 5 800 | ||||
rw 35 Zwolle-Almelo combiplan | 3 400 | 3 100 | 3 100 | |||
Diverse ontvangsten | 20 070 | 4 189 | ||||
Totaal ontvangsten aanleg | 5 300 | 32 764 | 26 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 |
Hoofdwegennet Realisatie IF 12.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Noord | ||||||||||||
Rw31 Leeuwarden-Drachten | 124 | 112 | 11 | 22 | 33 | 29 | 29 | 2008 | 2008 | |||
Rw37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens1 | 167 | 158 | 88 | 25 | 26 | 16 | 12 | 2007 | 2006 | |||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Rw2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel | 453 | 378 | 21 | 25 | 52 | 89 | 87 | 76 | 76 | 27 | 2010 | 2010 |
Rw35 Wierden-Almelo | 94 | 82 | 15 | 21 | 23 | 17 | 13 | 5 | 2008 | 2008 | ||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Rw2 Holendrecht-Oudenrijn | 1 152 | 992 | 115 | 54 | 111 | 176 | 232 | 197 | 189 | 78 | 2012 | 2012 |
Rw2 Knpt. Oudenrijn-knpt. Everdingen, incl. 2e brug o/d Lek bij Vianen en verzorgingsplaats1 | 119 | 119 | 111 | 8 | 2005 | 2004 | ||||||
Rw14 Wassenaar-Leidschendam (Verlengde Landscheidingsweg incl. aansluiting Hubertusviaduct) | 399 | 382 | 264 | 27 | 43 | 46 | 19 | 2008 | 2007 | |||
Rw15 Aansluiting Vondelingenplaat | 104 | 86 | 89 | 13 | 2 | 2005 | 2004 | |||||
Rw15 Europaweg (Dintelhavenbrug, Calandtunnel en 3 aansluitingen)1 | 591 | 600 | 513 | 34 | 28 | 16 | 2005 | 2005 | ||||
Rw15 Reconstructie aansluitingen bij H-Giessendam en Sliedrecht1 | 184 | 178 | 136 | 30 | 13 | 5 | 2006 | 2006 | ||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maatregelenpakket Limburg* 2 | 65 | 4 | 12 | 12 | 12 | 18 | 19 | |||||
Rw2 Rondweg Den Bosch | 330 | 294 | 14 | 28 | 71 | 75 | 65 | 51 | 26 | 2010 | 2010 | |
RW 2 Tangenten Eindhoven* | 650 | 17 | 17 | 29 | 75 | 138 | 124 | 149 | 101 | 2010 | 2011 | |
Rw50 Eindhoven-Oss1 | 445 | 433 | 379 | 48 | 18 | 2005 | 2005 | |||||
Rw73/74 Venlo–Maasbracht ism rw74, N68 en OTR | 932 | 828 | 131 | 182 | 236 | 290 | 93 | 2007 | 2007 | |||
Overig | ||||||||||||
Dynamisch Verkeersmanagement1 | 28 | 130 | 28 | nvt | nvt | |||||||
Kleine projecten/Afronding projecten | 54 | 76 | 39 | 15 | nvt | nvt | ||||||
Verkeersveiligheid infrastructuurpakket hoofdwegennet en project N33 Assen–Zuidbroek* 3 | 65 | 13 | 13 | 13 | 13 | 13 | ||||||
Totaal categorie 0 | 5 956 | 1 904 | 618 | 725 | 859 | 719 | 485 | 440 | 206 | |||
Begroting (IF 12.03.01) | 618 | 725 | 859 | 719 | 485 | 440 |
* Nieuw in realisatie.
1 Project Trans Europese Netwerk (TEN) zoals afgegeven in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Eur. Parlement en de Raad van 23 juli 1996.
2 Betreft invulling van het amendement van Van Hijum (29 800 A, nr. 8) à € 60 mln en € 5 mln BLD-bijdrage: aanleg spitsstrook A2 St. Joost-Urmond en aanpassing aansluiting Nuth op A76.
3 Betreft invulling van het amendement Hofstra (29 800 A , nr. 19) à € 60 mln en € 5 mln BLD-bijdrage, verdeeld over «Verkeersveiligheid Infrastructuurpakket Hoofdwegennet» (€ 10 mln) en het project N33 Assen–Zuidbroek (€ 50 mln en € 5 mln BLD-bijdrage) naar aanleiding van de motie Hofstra (29 800 A, nr. 28).
Hoofdwegennet Planstudie IF 12.03.02 (na tracébesluit) en 12.05.02 (voor tracébesluit) | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedrag in mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | periode |
CATEGORIE 1 (na tracébesluit) | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Innovatieprogramma Geluid en Lucht, incl. maatregelen geluid | 298 | 2004–2010 | |||||||||
Spoedwet Wegverbreding / Fileplan ZSM | 1 324 | 2004–2010 | |||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw7 Rondweg Sneek | 87 | pr | 2009–2013 | ||||||||
Rw7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 1 | 127 | pr | 2006–2009 | ||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw35 Zwolle-Almelo in combinatie met rw34 en exclusief gedeelte rw35 Wierden-Almelo9 | 198 | pr | 2007–2013 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw4 Burgerveen-Leiden7, 8 | 685 | tb | pr | 2002–2011 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw4 Dinteloord-Bergen op Zoom, omlegging Halsteren | 72 | pr | 2006–2007 | ||||||||
Rw57 Veersedam-Middelburg | 166 | pr | 2006–2010 | ||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé/-projectbesluit t/m 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw31 Zurich-Harlingen | 34 | tb | pr | 2006–2008 | |||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw28 Hattemmerbroek-Zwolle-Meppel en kortsluiting A28/A3215 | tn | tb | pr | 2008–2009 | |||||||
Rw34 omleiding Ommen in combinatie met rw35 Zwolle-Almelo9 | tb | pr | 2007–2010 | ||||||||
Rw50 Ewijk-Valburg-Grijsoord10 | 305 | tn | tb | pr | 2008–2011 | ||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw1/Rw6/Rw9, benutting14 | 471 | wab | pr | 2007–2008 | |||||||
Rw2 Amsterdam-Utrecht (Holendrecht-Oudenrijn) 2x5 rijstroken | 44 | tb | pr | 2008–2010 | |||||||
Rw2 Oudenrijn-Deil1,3,6 | 196 | tb/pr | 2006–2011 | ||||||||
Rw7 Zaanstad-Purmerend, benutting14 | wab/pr | 2006–2007 | |||||||||
Rw9 Velsen-Badhoevedorp, benutting14 | wab/pr | 2007 | |||||||||
Rw9 Koedijk-De Stolpen | 75 | tb | pr | 2007–2009 | |||||||
Rw10 Tweede Coentunnel/Westrandweg | 1 196 | tb | pr | 2007–2012 | |||||||
Rw12 Den Haag-Gouda, benutting3, 11 | 115 | wab | pr | 2005–2009 | |||||||
Rw12 Maarsbergen-Veenendaal15,16 | tb | pr | 2008–2010 | ||||||||
Rw12 Utrecht-Maarsbergen en Veenendaal-Ede3, 11 | 368 | wab | pr | 2006–2009 | |||||||
Rw12 Utrecht west benutting ism Woerden-Gouda3, 11 | 120 | wab | pr | 2006–2008 | |||||||
Rw50 Ramspol-Ens | 79 | tb | pr | 2007–2009 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw61 Hoek-Schoondijke | 124 | tb/pr | 2008–2010 | ||||||||
Rw74 Venlo ism rw73 zuid, N68 en Oosttangent Roermond | tb | pr | 2007–2008 | ||||||||
Tracé-/projectbesluit na 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw31 Leeuwarden | 185 | tn | tb | pr | 2011–2014 | ||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw18 Varsseveld-Enschede | 54 | tb/pr | na 2009 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw4 De Hoek-Prins Clausplein2 | 137 | 730 | tb | pr | 2011–2014 | ||||||
Rw4 Delft-Schiedam | 511 | tb | pr | 2009–2013 | |||||||
Rw4/9 Knooppunt Badhoevedorp3 | 122 | 2007–2008 | |||||||||
Rw10 Zuidas (hoofdweggedeelte)1 | tb/pr | 2011–2014 | |||||||||
Rw11 Leiden/Zoeterwoude-Alphen a/d Rijn | tb | pr | |||||||||
Rw13/16 Rotterdam | 31 | tb | pr | 2011–2020 | |||||||
Rw15 Maasvlakte – Vaanplein | 1 270 | tb | pr | 2008–2015 | |||||||
Schiphol-Amsterdam-Almere (inclusief Hollandse Brug)13 | tb/pr | 2011–2017 | |||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
N62* 17 | 80 | 2011–2014 | |||||||||
Rw2 Leenderheide-Budel15 | tb | pr | na 2009 | ||||||||
Rw2 Passage Maastricht | 297 | tb | pr | 2008–2013 | |||||||
Rw4 Dinteloord-Bergen op Zoom, exclusief Omlegging Halsteren17 | 100 | tb | pr | na 2010 | |||||||
Rw27 Utrecht (Lunetten) – Hooipolder* | tb | pr | 2011–2014 | ||||||||
Rw61 Sluiskil | tb/pr | 2008–2010 | |||||||||
Totaal categorie 1 | 8 734 | ||||||||||
CATEGORIE 2 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw12 Ede-Duitse grens | 245 | tb | pr | na 2014 | |||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw1 Amsterdam-Amersfoort (Muiderberg-Hoevelaken)12 | tb | na 2014 | |||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw2 Maasbracht-Geleen | tb | pr | na 2014 | ||||||||
CATEGORIE 3 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw1 Barneveld-Deventer | 116 | 361 | tn | tb | pr | na 2020 | |||||
Rw1 Deventer-Hengelo | 58 | 128 | tn | tb | pr | na 2020 | |||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw2 Den Bosch-Eindhoven | 57 | 162 | tb | pr | na 2020 |
* Nieuw in planstudie.
1 Financiering uit FES-budget Noordvleugel waarover in 2006 deels wordt besloten.
2 Prioriteit voor Den Haag-Leiden.
3 Project in het kader van Bereikbaarheidsoffensief Randstad.
4 Project volgt geen Tracèwetprocedure.
6 Tracèbesluit is gesplitst in Oudenrijn-Everdingen en Everdingen-Deil.
7 Betreft ingetrokken deel van het tracèbesluit bij Leiden en Leiderdorp.
8 Exclusief het aan HSL-zuid overgedragen deel van de uitvoering van het gebundelde gedeelte van de verbreding van rw 4.
9 Gedeelte rw35 Wierden-Almelo (€ 94 mln) is overgegaan naar het realisatieprogramma.
10 Taakstellend budget betreft gedeelte Ewijk-Valburg. Valburg-Grijsoord is ZSM II.
11 Spoedwet Wegverbreding.
12 Betreft aangepaste planstudie A1 Eemnes-Barneveld.
13 Hierin is opgenomen rw9 Badhoevedorp-Holendrecht en rw6/9 Toltunnel.
14 Budget van € 471 mln voor onder andere benuttingsprojecetn A1/A6/A9 CRAAG, A9 Velsen-Badhoevedorp en A7 Zaanstad-Purmerend.
15 ZSM II
16 ZSM II, uit amendement Van Hijum 8 is € 50 mln beschikbaar en uit amendement Hermans € 60 mln.
17 Financiering via kasschuif VERA.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
tb / pb tracèbesluit / projectbesluit
wab wegaanpassingsbesluit
pr procedures rond
Geïntegreerde contractvormen Hoofdwegen IF 12.04 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in € mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Aflossing tunnels | 311 | 300 | 51 | 51 | 52 | 52 | 52 | 53 | ||||
Rw11 Alphen a.d. Rijn – Bodegraven, betaling PPS-constructie | 75 | 70 | 6 | 1 | 6 | 14 | 27 | 21 | 2004 | 2004 | ||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Exploitatie Westerscheldetunnel | 282 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | |||||
Rw59 Rosmalen-Geffen, PPS | 267 | 249 | 36 | 13 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 147 | 2005 | 2005 |
Totaal categorie 0 | 935 | 42 | 112 | 118 | 127 | 140 | 134 | 114 | 147 | |||
Begroting (IF 12.04) | 112 | 118 | 127 | 140 | 134 | 114 |
Hoofdwegennet Verkenningen IF 12.05.01 A. Lopende verkenningen | |||
---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel Oost | |||
Aansluiting A15 (Ressen)–A12 (Zevenaar) | Bereikbaarheid | Bestuur overleg | 2006 |
Landsdeel West | |||
Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse) | Bereikbaarheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
B. (Mogelijk) te starten verkenningen | ||
---|---|---|
Hieronder worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn wordt dit toegelicht. | ||
Locatie | Probleem | Toelichting |
Landsdeel Noord | ||
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 (netwerkanalyse) | Veiligheid, milieu | Tijdens het bestuurlijk overleg MIT eind 2004 (TK 29 800 A, nr. 17) is afgesproken dat er door middel van een gebiedsgerichte verkenning een evaluatie zal worden gestart naar de effecten van de 1e fase van de Zuidelijke Ringweg bij Groningen en de getroffen OV-maatregelen. Deze verkenning komt in plaats van de planstudie A7 Zuidelijke Rindweg Groningen, 2e fase. Over de uitvoering van de verkenning worden nog nadere afspraken gemaakt tussen Verkeer en Waterstaat en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Op basis van de uitkomsten van de verkenning zal een besluit worden genomen over het vervolgtraject. Naar verwachting is de verkenning in 2009 gereed. |
Landsdeel Oost | ||
A12 Ede–Arnhem | Bereikbaarheid | |
A73 Nijmegen–Boxmeer | Capaciteit | |
Landsdeel West | ||
A7 Amsterdam–Hoorn | Bereikbaarheid | |
A8/A9 Amsterdam–Alkmaar | Bereikbaarheid | |
A12 Den Haag–Gouda | Bereikbaarheid | |
A12 Gouda–Utrecht | Bereikbaarheid | |
A13 Den Haag–Rotterdam | Bereikbaarheid | |
A16 Rotterdam–Moerdijk | Bereikbaarheid | |
A20 Rotterdam–Gouda | Bereikbaarheid | |
A20 Maassluis–Rotterdam | Bereikbaarheid | |
A27 Utrecht–Almere | Bereikbaarheid | |
A28 Utrecht–Amersfoort | Bereikbaarheid | |
A44 Burgerveen–Leiden | Bereikbaarheid | |
Landsdeel Zuid | ||
A2 Utrecht–Den Bosch | Bereikbaarheid | |
A58 Breda–Roosendaal | Bereikbaarheid | |
Bereikbaarheid Venlo | Bereikbaarheid | Het gaat hier om een verkenning naar het mogelijk op termijn ontstaan van knelpunten in de bereikbaarheid van de Tradeport Venlo. In overleg met betrokken partijen wordt bepaald welke partij de verkenning zal trekken. |
a. Relatie producten en beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikelen:
– artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
– artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
– artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
In het MIT-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het MIT-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.
b. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 1 328 300 | 3 551 130 | 2 532 363 | 1 311 315 | 1 764 337 | 940 449 | 1 235 216 |
Uitgaven | 1 532 660 | 1 528 012 | 1 775 840 | 2 021 937 | 1 910 975 | 1 942 617 | 1 911 973 |
13.01 Railverkeersleiding | 75 569 | 76 573 | 75 970 | 76 370 | 76 370 | 76 370 | 76 370 |
13.02 Onderhoud en vervanging | 1 036 996 | 959 582 | 927 542 | 881 935 | 838 468 | 766 287 | 791 976 |
13.02.01 Regulier onderhoud | 421 984 | 390 482 | 412 042 | 400 435 | 374 968 | 363 787 | 316 776 |
13.02.02 Grote onderhoudsprojecten | 362 134 | 335 100 | 409 000 | 371 000 | 348 000 | 283 000 | 354 700 |
13.02.03 Rentelasten | 252 878 | 234 000 | 106 500 | 110 500 | 115 500 | 119 500 | 120 500 |
13.03 Aanleg | 400 647 | 460 627 | 718 358 | 918 809 | 841 681 | 826 419 | 692 587 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 363 585 | 410 675 | 645 061 | 854 179 | 801 565 | 819 655 | 692 587 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 10 616 | 23 506 | 46 851 | 38 184 | 13 670 | 6 764 | |
13.03.03 Uitgaven leenfaciliteit versnelde aanleg | 26 446 | 26 446 | 26 446 | 26 446 | 26 446 | ||
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 44 374 | 128 784 | 115 348 | 115 784 | 116 553 | ||
13.05 Verkenningen en planstudies | 19 448 | 31 230 | 9 596 | 16 039 | 39 108 | 157 757 | 234 487 |
13.05.01 Planstudieprogramma personenvervoer | 11 755 | 17 319 | 6 487 | 903 | 35 000 | 145 648 | 192 207 |
13.05.02 Planstudieprogramma goederenvervoer | 5 630 | 11 849 | 1 047 | 13 071 | 2 046 | 10 046 | 40 217 |
13.05.03 Verkenningenprogramma | 2 063 | 2 062 | 2 062 | 2 065 | 2 062 | 2 063 | 2 063 |
Van totale uitgaven: | 1 528 012 | 1 775 840 | 2 021 937 | 1 910 975 | 1 942 617 | 1 911 973 | |
–Apparaatsuitgaven | 1 725 | 1 129 | 903 | ||||
–Restant | 1 526 287 | 1 774 711 | 2 021 034 | 1 910 975 | 1 942 617 | 1 911 973 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 85% | 40% | 33% | 29% | 28% | |
13.09 Ontvangsten | 31 650 | 10 096 | 38 200 | 80 000 | 101 000 | 123 000 | 131 000 |
–HSA | 15 000 | 65 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 | ||
–Overig | 31 650 | 10 096 | 23 200 | 15 000 | 14 000 | 14 000 |
De middelen voor spoorverkeersleiding worden vanaf 2005 verantwoord op het infrastructuurfonds.
De verkeersleiding stuurt het treinverkeer en levert actuele reisinformatie. De uitvoering van verkeersleiding is georganiseerd in vier regio's met in totaal zeventien posten. Verkeersleiding is ook verantwoordelijk voor het afhandelen van calamiteiten op het spoor en het zo snel mogelijk herstellen van het treinverkeer.
De prioriteit binnen betrouwbaarheid gaat uit naar onderhoud en vervanging. Het betreft hier vervangingsinvesteringen, de beheer- en onderhoudskosten van de in uitvoering zijnde of gerealiseerde aanlegprojecten en de effecten van groei.
Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor het onderhoud spoor wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. Dit is al verwerkt in het Overzicht budgettaire gevolgen van uitvoering.
In bepaalde segmenten van het goederenvervoer per spoor zou – bij gelijkblijvende kwaliteit van treinpaden – onverkorte toepassing van de nieuwe systematiek voor de vaststelling van de gebruiksvergoeding tot een grote vraaguitval kunnen leiden. Een dergelijke vraaguitval zou eveneens negatieve gevolgen kunnen hebben voor de rentabiliteit van de Betuweroute. VenW verleent derhalve voor het jaar 2006 een bijdrage aan ProRail om het voor ProRail mogelijk te maken de stijging van de gebruiksvergoeding 2006 specifiek voor goederenvervoer per spoor te verlagen. Afhankelijk van het definitief te verstrekken bedrag, zal dit bij 1e suppletore begroting 2006 definitief worden verwerkt.
In het onderhoudsbudget wordt een onderscheid gemaakt tussen «regulier onderhoud», «grote onderhoudsprojecten» en «rentelasten». Voor de opbouw van deze posten wordt verwezen naar het MIT-projectenboek.
13.03.01 Realisatie programma aanleg personenvervoer
ProRail heeft aangegeven een bedrag van € 200 mln. aan additioneel aanbestedingsresultaat aanleg spoor te verwachten in de periode 2005–2012, waarvan € 140 mln. in de periode tot en met 2010. Dit heb ik u gemeld in de kamervraagbeantwoording inzake de Voorjaarsnota (TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3). In het nu voorliggende MIT is dit verwerkt door enerzijds de budgetten van de projecten Vleuten–Geldermalsen, Nootdorpboog en Uitgeest de Kleis te verlagen (totaal € 20 mln.). Het restant is technisch verwerkt op het project 2e fase Betrouwbaar Benutten.
NSP-Zuidas: extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid/WTC (2e eilandperron)
De Zuidas is mede van invloed op de afwikkeling van het treinverkeer op het «verkeersplein» Amsterdam. Om te voorkomen dat de Zuidas uit het oogpunt van betrouwbaarheid en capaciteit een knelpunt gaat vormen na de opening van de Utrechtboog en de spooruitbreiding Amsterdam–Utrecht is het nodig dat in 2007 een tweede eilandperron op het station Zuid/WTC beschikbaar is. Hiermee wordt tevens gewaarborgd dat zich zolang de eindsituatie voor de Zuidas nog niet gereed is, geen nieuwe knelpunten op de Zuidas voordoen. Nadere uitwerking van het project heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van het projectbudget tot € 45 mln.
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten
Onderstaande projecten zijn in dienst gesteld. De afzonderlijke projecten zijn afgesloten en de resterende werkzaamheden zijn opgenomen onder de post Nazorg gereed gekomen lijnen en halten:
• Houten Castellum;
• Hemboog;
• Flevolijn Gooiboog;
• Groningen Sauwerd;
• Halte Tilburg Reeshof.
Het project Binckhorst is geheel afgerond.
Het projectbudget is verlaagd met € 110 mln. Deze gelden zijn toegevoegd aan artikel 13.02.01 om zo via het getoetste Beheerplan jaarlijks aan ProRail budget beschikbaar te stellen voor de aanpak van geluidsoverlast op emplacementen.
Het project is overgegaan van planstudie- naar realisatiefase. Het projectbudget is verhoogd van € 18 mln. naar € 37 mln. In de toetsbrief van het Rijk van december 2003 was reeds een stijging gemeld, waarbij de kosten voor het basisstation werden geraamd op circa € 30 mln. Naast de kosten van het basisstation is besloten om gezamenlijk met de spoorsector te investeren in een derde perron en een sobere uitbreiding van de sporenlay-out om de aanlanding van de HSA-treinen mogelijk te maken zonder dat het nodig is om in de bestaande (stop)treindiensten te schrappen.
In de 1e suppletore begroting 2005 (TK 2004–2005, 30 105 A, nr. 2) is een bedrag van € 128 mln. voor investeringen spoor gemeld. Hierbij dient nog rekening te worden gehouden met de als gevolg van de Motie-Slob hiervan bestemde € 23 mln. (zie ook TK, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3). In het Beheerplan 2006 zal door de sector nadere invulling worden gegeven aan de voor investeringen in spoor nog beschikbare middelen. In de afweging terzake zal rekening worden gehouden met onder meer het vanaf 2007 wegvallen van de leenfaciliteit ter financiering van kleine uitbreidingsinvesteringen.
Op het gebied van geluid en veiligheid bestaan knelpunten in de steden. Momenteel vindt samen met VROM een inventarisatie plaats van deze knelpunten en de kosten die gemoeid zijn met het helpen oplossen hiervan. VenW is voornemens om een bijdrage te leveren om de steden tegemoet te komen in het oplossen van prioritaire knelpunten. Op basis van de inventarisatie zal bekeken worden op welke wijze de VenW-bijdrage kan worden ingezet. De in deze begroting voor oplossing beschikbaar gestelde middelen ad € 300 mln. (in de periode 2006–2020) ontstaan door versnelde aflossing van schuld bij ProRail (Kamerstukken II, 2004–2005, 30 105 A, nr. 2) en door verlaging van post «afdekking risico's spoorprogramma».
In juni 2001 is de Trajectnota/MER fase HSL-Oost afgesloten met een standpuntbepaling. Hierin is besloten het project HSL-Oost niet door te zetten, maar het huidige spoor tussen Utrecht en Arnhem beter te benutten door diverse maatregelen op het traject uit te voeren onder de naam Traject Oost. In het Standpunt worden 15 deelprojecten genoemd. Het betreffen deelprojecten die op korte termijn gereed zouden moeten zijn, de zogenaamde kopgroep, en deelprojecten die op langere termijn gereed moeten zijn, het zogenaamde peloton.
In de begroting 2005 waren de gereserveerde gelden nog opgenomen onder het artikel van de hoge snelheidslijnen, maar omdat HSL-Oost niet meer tot de zogenaamde grote projecten wordt gerekend is het project nu ondergebracht onder het reguliere aanlegprogramma Personenvervoer.
De kopgroep gelden zijn opgenomen in het realisatieprogramma en de pelotongelden in het planstudie programma.
Het planstudiebudget is naar beneden bijgesteld door een overheveling van gelden naar Rijkswegenprogramma inzake inpassingmaatregelen A12 Utrecht–Maarsbergen.
Afdekking risico's spoorprogramma
Aan de post «afdekking risico's spoorprogramma» voor grote projecten is € 97 mln. onttrokken en toegevoegd aan het projectbudget HSL-Zuid. Verder is met het oog op de ontwikkeling van het risicoprofiel de reservering verlaagd met € 193 mln. Deze middelen zijn binnen dit artikel ingezet voor intensivering Spoor in Steden.
Naast bovenstaande posten is voor een aantal andere projecten, na het inventariseren van de resterende werkzaamheden en risico's, de projectbudgetten bijgesteld.
13.03.02 Realisatieprogramma aanleg goederenvervoer
In het voorjaar van 2003 is begonnen met de werkzaamheden op de trajecten Arnhem–Deventer en Amsterdam–Amersfoort–Deventer–Oldenzaal. Het aslastenprogramma wordt ook in 2006 voortgezet. Het strekt ertoe dat huidige snelheidsbeperkingen in verband met lokaal beperkte draagkracht van de spoorbaan en met name van kunstwerken in bestaande spoorwegen komen te vervallen. Dat leidt tot een grotere capaciteit van de spoorinfrastructuur, ten gunste van zowel reizigers- als goederenvervoer.
PAGE (plan van aanpak goederen emplacementen)
De uitvoering van het PAGE project is in 2002 van start gegaan. Voor elf locaties worden maatregelenplannen opgesteld en uitgevoerd. Uitvoering loopt door tot 2008.
De eerste concrete maatregelen zijn uitgevoerd (emplacementen Venlo en Rotterdam IJsselmonde). Maatregelen op emplacementen Almelo en Sittard zijn in uitvoering.
Stamlijn Noordwesthoek Maasvlakte
Dit project betreft de aansluiting van de Noordwesthoek van de Maasvlakte op het spoorwegnet. De realisatie van deze verbinding is van groot belang voor zowel de ontwikkeling van het goederenvervoer per spoor als voor de positie van de Rotterdamse haven. In dit gebied zullen zich diverse bedrijven vestigen die aangegeven hebben een deel van hun vervoer via het spoor te willen afwikkelen.
Inmiddels is de eerste fase van dit project, de spoorverbinding met de nieuwe chemieterminal, voltooid en is deze spoorverbinding in gebruik genomen. De tweede fase betreft de verbinding met de Euromaxterminal. In 2006 wordt met de aanleg van dit traject begonnen. Deze moet in 2007 zijn gerealiseerd.
De Sloelijn is de spoorverbinding voor goederenvervoer die het havengebied van Vlissingen-Oost (het Sloegebied) verbindt met de spoorlijn Vlissingen-Roosendaal. De bestaande Sloelijn niet-geëlektrificeerd, voldoet niet aan huidige milieueisen (onder andere geluid) en heeft een te beperkte capaciteit. In 1998 is een Tracéwetprocedure gestart, het tracébesluit is begin 2004 genomen.
Onderdeel van het Sloelijnproject is ook de planbeschrijving Zeeuwse Lijn, dit betreft inpassingsmaatregelen voor geluid op het traject Vlissingen–Roosendaal. In 2006 wordt met deze inpassingsmaatregelen een aanvang gemaakt.
Tenslotte zijn binnen het aanlegprogramma spoorwegen de volgende mutaties te onderkennen:
• Pilot fluistertrein: De budgetverlaging van € 7 mln. naar € 5 mln. De uitvoering van deze pilot valt goedkoper uit dan in eerste instantie werd gedacht.
• Sloelijn: De budgetophoging van € 51 mln. naar € 66 mln. wordt voornamelijk veroorzaakt door het opnemen in het projectbudget van de uitgaven die voor derden worden gedaan (hier staan eveneens bijdragen van derden tegenover).
13.03.03 Rente en aflossing leenfaciliteit versnelde aanleg
Door een leenfaciliteit aan de Nederlandse Spoorwegen is in de periode van 1991 tot en met 1993 een versnelde realisatie van spoorweginfrastructuur ten behoeve van personenvervoer mogelijk gemaakt. Aanvankelijk bedroeg de leenfaciliteit € 272 mln., maar uiteindelijk heeft de NS € 245 mln. voorgefinancierd. De rente- en aflossingsverplichting komt vanaf 1994 ten laste van de begroting van het infrastructuurfonds en bedraagt jaarlijks € 26 mln. t/m 2008.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De publiekprivate samenwerking komt bij de onderdelen Infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand. Eind 2001 zijn de contracten met de Infraprovider en de Vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de Infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw geldt dat de HSL-zuid-onderdelen gefaseerd worden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de Infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering in het noordelijk deel wordt per september 2005 verwacht.
Op 1 april 2006 wordt de infrastructuur tussen Rotterdam en de belgische grens aan HSA beschikbaar gesteld. Op 1 oktober 2006 volgt de infrastructuur tussen Rotterdam en Amsterdam.
13.05 Verkenningen en planstudies
13.05.01 Planstudie spoor personen
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd van door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen.
Het project is overgegaan van de planstudie- naar de realisatiefase.
NSP Zuidas: deel station Amsterdam Zuid/WTC
Vanwege toedeling van de kosten die zijn gemoeid met een sober en doelmatig basisstation op basis van het globale plan voor de OV-terminal ZuidAs is het projectbudget omhoog bijgesteld.
NSP Zuidas: Amsterdam Zuid/WTC/4 sporig + keerspoor
Op basis van benuttings- en verkeersonderzoek is de infrastructuurfunctionaliteit nader bepaald. Herijking van de raming heeft geleid tot een opwaartse bijstelling van het projectbudget. Daarnaast is vooruitlopend op de besluitvorming over het al dan niet ondergronds aanleggen van het spoor rond Amsterdam Zuidas in de raming rekening gehouden met een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.
Zie de toelichting bij het realisatieprogramma.
13.05.02 Planstudie spoor goederen
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd van door ProRail uit te voeren planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen.
Op basis van herprioritering binnen het spoorgoederenprogramma is de start van de uitvoering van cluster III verschoven naar 2007. Door de eerdere uitvoering van het derde cluster zijn de kosten nauwkeuriger te ramen, waardoor het budget kan worden bijgesteld van € 46 mln. naar € 30 mln.
De voor VERA gereserveerde financiële middelen zijn in het kader van de besluitvorming over de verdieping van de Westerschelde verder naar achteren geschoven (2014–2020). De realisatie van VERA is onzeker. Werkzaamheden aan het OntwerpTracéBesluit liggen al enige tijd stil. Realisatie op basis van de huidige informatie (Trajectnota) wordt, naar mate de tijd vordert, steeds moeilijker.
Goederenverbinding Antwerpen-Roergebied (IJzeren Rijn). Op 24 mei 2005 heeft het Arbitragetribunaal uitspraak gedaan in het geschil tussen België en Nederland inzake de IJzeren Rijn.
Op dit artikelonderdeel worden de activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement en capaciteitsstudies verantwoord welke door ProRail worden uitgevoerd.
Uit het eindbeeldonderzoek Rotterdam België (ROBEL) is geconcludeerd dat de vervoersprognoses en de omgevingshinder langs de bestaande spoorlijn geen spoedige aanleg (niet vóór 2020) van een compleet nieuwe goederenspoorlijn tussen Rotterdam en Antwerpen noodzakelijk maken. De vervoersontwikkeling op deze as zal periodiek geanalyseerd worden om te kunnen bepalen wanneer er wel (onderdelen van) zo'n spoorlijn nodig is. Voor de omgevingshinder langs de bestaande spoorlijnen bestaan saneringsregelingen. Bovendien is regelgeving in de maak om de omgevingshinder (geluid, risico's) aan plafonds te binden. Met de provincies en gemeenten is in bestuurlijk overleg wel een voorlopige voorkeur voor een tracé afgesproken. De provincies hebben aangegeven met het oog op de toekomst dat tracé in hun streekplannen vast te leggen. Hiermee is de verkenning afgerond.
Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:
Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x € 1 000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Bijdragen TEN CAU | 5 000 | ||||
ProRail EAT taakstelling | 11 000 | 12 000 | 14 000 | 14 000 | |
Bijdragen Sloelijn | 7 200 | 3 000 | |||
HSA | 15 000 | 65 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 |
Totaal | 38 200 | 80 000 | 101 000 | 123 000 | 131 000 |
Spoorwegen Personenvervoer Realisatie IF 13.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Totaal MIT/SNIP | Budget | Oplevering MIT/SNIP | |||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Benutten | ||||||||||||
BB21 (ontw. Bev21, VPT+,VPT2, 25KV, ontw. + implement. GSM-R) | 271 | 270 | 212 | 40 | 16 | 3 | divers | divers | ||||
Geluid (emplacementen en innovatieve ontwikkelingen)1 | 86 | 197 | 21 | 8 | 12 | 17 | 12 | 10 | 6 | divers | divers | |
Kleine projecten2 | 33 | 45 | 4 | 11 | 7 | 7 | 4 | divers | divers | |||
Stationsstallingen (kwaliteit) | 82 | 82 | 21 | 20 | 20 | 21 | divers | divers | ||||
2e fase Betrouwbaar Benutten | 914 | 1 088 | 123 | 140 | 141 | 152 | 118 | 240 | divers | divers | ||
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Integrale spooruitbreiding Amsterdam–Utrecht | 965 | 964 | 658 | 120 | 81 | 54 | 36 | 17 | 2006 | 2006 | ||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Kleine stations 3) | 76 | 80 | 3 | 6 | 7 | 4 | 10 | 10 | 10 | 26 | divers | divers |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Afdekking risico's spoorprogramma's | 239 | 594 | 0 | 90 | 143 | 0 | 6 | 0 | ||||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten4 | 340 | 340 | 138 | 30 | 30 | 33 | 41 | 30 | 30 | 8 | divers | divers |
Investeringen in Spoor* | 105 | 27 | 20 | 30 | 28 | divers | ||||||
Intensivering Spoor in steden* | 300 | 49 | 82 | 37 | 21 | 41 | 7 | 63 | divers | |||
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 50 | 41 | 17 | 10 | 7 | 7 | 5 | 4 | divers | divers | ||
Ontsnippering | 71 | 71 | 7 | 7 | 7 | 50 | divers | divers | ||||
Traject Oost (perronverbredingen)7 | 29 | 2 | 8 | 10 | 5 | 4 | 2004/2006 | |||||
Projecten Landsdeel Oost | ||||||||||||
Utrecht–Arnhem–Zevenaar | ||||||||||||
Arnhem West vrije kruising | 63 | 62 | 2 | 10 | 15 | 15 | 21 | 2010 | 2010 | |||
Arnhem 4e perron | 172 | 172 | 21 | 4 | 8 | 15 | 25 | 24 | 27 | 48 | 2007/2010 | 2007/2010 |
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 25 | 24 | 2 | 7 | 7 | 7 | 2 | 2009 | 2007 | |||
Projecten Landsdeel West | ||||||||||||
Amsterdam–Den Haag–Rotterdam–Dordrecht | ||||||||||||
Rotterdam Zuid–Dordrecht: 4/6-sporig5 | 382 | 382 | 366 | 8 | 5 | 3 | 1997 | 1997 | ||||
Rotterdam/Den Haag–Utrecht | ||||||||||||
Woerden–Harmelen: 4-sporig fase 2 | 149 | 155 | 112 | 21 | 11 | 3 | 2 | 2005 | 2005 | |||
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Vleuten – Geldermalsen 4/6 sp. (incl. Randstadspoor)6 | 941 | 951 | 18 | 48 | 23 | 94 | 113 | 135 | 141 | 369 | 2005 e.v. | 2005 e.v. |
Amsterdam/Schiphol–Den Helder/Hoorn | ||||||||||||
Uitgeest de Kleis (Regionet 1e fase) | 24 | 27 | 19 | 3 | 2 | 2005 | 2005 | |||||
Haarlemmermeer–Almere | ||||||||||||
Extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid (2e eilandperron) | 45 | 51 | 14 | 24 | 7 | 2006 | 2006 | |||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Amsterdam CS spoor 10/15 | 79 | 78 | 68 | 3 | 4 | 2 | 2 | 2004 | 2004 | |||
Amsterdam Zuidas; deel stationsstalling (t.b.v. NSP) | 2 | 2 | 1 | 1 | 2006 | 2006 | ||||||
Breda Centraal (t.b.v. NSP)* | 37 | 18 | 5 | 12 | 9 | 9 | 2 | 2006/2009 | ||||
Den Haag Centraal (t.b.v. NSP) | 82 | 82 | 4 | 15 | 30 | 25 | 8 | 2008 | 2008 | |||
Den Haag emplacement | 21 | 21 | 3 | 10 | 4 | 4 | 2006 | 2006 | ||||
Fietsenstalling Amsterdam CS | 27 | 27 | 1 | 3 | 3 | 8 | 8 | 3 | 1 | 2007/2011 | 2006/2010 | |
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP) | 161 | 160 | 5 | 15 | 45 | 50 | 35 | 11 | 2009 | 2009 | ||
Transfercapaciteit Amsterdam CS | 12 | 12 | 12 | 2007 | 2007 | |||||||
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 253 | 252 | 3 | 10 | 30 | 61 | 71 | 65 | 13 | 2009/2011 | 2010 | |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Hanzelijn | 890 | 885 | 14 | 9 | 33 | 58 | 125 | 139 | 156 | 356 | 2012/2013 | 2012/2013 |
Nootdorpboog | 47 | 55 | 28 | 11 | 4 | 2 | 2 | 2005 | 2005 | |||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) | 171 | 170 | 3 | 35 | 35 | 40 | 30 | 28 | divers | divers | ||
Totaal categorie 0 | 7 144 | 1 697 | 411 | 645 | 854 | 802 | 820 | 693 | 1 223 | |||
Begroting (IF 13.03.01) | 411 | 645 | 854 | 802 | 820 | 693 |
* Nieuw in realisatie.
1 Inclusief de toegevoegde middelen ad 60 mln. i.h.k.v. Strategisch Akkoord 2002.
2 Het betreft de projecten: knelpunt Baarn en Hilversum Larenseweg. De resterende middelen worden gereserveerd voor kleine projecten in de Noordvleugel.
3 Er is een beschikking afgegeven voor de stations Tilburg Reeshof, Almere Oostvaarders, Arnhem Zuid en Ypenburg Haaglanden. Tot en met 2006 zal een beschikking worden afgegeven voor Helmond. Omstreeks 2006 zal een nadere invulling van het programma plaatsvinden.
4 Opgenomen is het programma tot en met 2010 alsmede de middelen vanuit NaNOV voor verdiepte ligging spoor bij Almelo.
5 Dit project bestaat uit 3 delen; Rotterdam Zuid – Dordrecht deel NS-R; Trajectdeel Barendrecht; en Wisselcomplex Kijfhoek.
6 Inclusief de halten Vathorst, def. Halte Leidsche Rijn west en Leidsche Rijn Centrum. Door de regio is voorfinanciering aangeboden.
7 Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).
Spoorwegen Goederenvervoer Realisatie IF 13.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Aslasten cluster II | 45 | 43 | 17 | 11 | 10 | 4 | 2 | 1 | 2009 | 2009 | ||
PAGE risico reductie | 19 | 19 | 5 | 2 | 4 | 5 | 3 | divers | divers | |||
Pilot Fluistertrein1 | 5 | 7 | 4 | 1 | 2006 | 2006 | ||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte | 22 | 21 | 3 | 4 | 8 | 5 | 2 | 2007 | 2007 | |||
Verbindingssporen ECT | 13 | 12 | 10 | 3 | 2005 | 2005 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Sloelijn | 66 | 51 | 1 | 4 | 24 | 24 | 7 | 6 | 2009 | 2008 | ||
Totaal categorie 0 | 170 | 40 | 24 | 47 | 38 | 14 | 7 | |||||
Begroting (IF 13.03.02) | 24 | 47 | 38 | 14 | 7 |
1 Project gefinancierd uit milieudrukgelden.
Geïntegreerde contractvormen spoor IF 13.04 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
Reeks Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding (13.04) | 3 024 | 3 024 | 44 | 129 | 115 | 116 | 117 | 2 503 | ||||
Reeks Infraprovider (IP): onderhoud (13.02) | 25 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 20 | |||||
Totaal categorie 0 (incl. reeks Infraprovider) | 3 049 | 0 | 0 | 45 | 130 | 116 | 117 | 118 | 2 523 | |||
Begroting (IF 13.04 en 13.02) | 0 | 45 | 130 | 116 | 117 | 118 |
Spoorwegen Personenvervoer Planstudie IF 13.05.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Traject Oost (diverse maatregelen)3 | 461 | divers | |||||||||
Projecten Landsdeel West | |||||||||||
Amsterdam Zuidas: deel station (t.b.v. NSP) | 91 | 2008–2013 | |||||||||
Amsterdam Zuidas WTC/4-sporig + keersporen2 | 288 | 2008–2014 | |||||||||
Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft1 | 270 | pm | |||||||||
Totaal categorie 1 | 1 110 |
1 De totale Rijksbijdrage bedraagt € 345 mln: € 75 mln via VROM en € 270 mln via V&W.
2 Inclusief € 100 mln FES bijdrage.
3 Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).
Spoorwegen Goederenvervoer Planstudie IF 13.05.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Tracè-/projectbesluit na 2005 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Goederenroute Rotterdam–Noord-Nederland (GoeNoord) | 62 | pb/uo | 2009–2013 | ||||||||
Aslastencluster III | 30 | pr | uo | 2007–2012 | |||||||
Roosendaal/Antwerpen (VERA) | 186 | 2014–2020 | |||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNOV) | 119 | uo | 2010–2015 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn) | pm | pm | |||||||||
Totaal categorie 1 | 397 |
Legenda
tb/pb tracèbesluit/projectbesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Spoorwegen Verkenningen IF 13.05.03 A. Lopende verkenningen | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed Landsdeel (inter)nationaal) |
Overdracht spooraansluitingen | Toegankelijkheid spoornet | Spoor goederen | Motie (TK 27 482, nr 55) | 2006 |
B. (Mogelijk) te starten verkenningen | |||
---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Toelichting |
Landsdeel West | |||
Railservice centra Waalhaven en Maasvlakte (vervolgfase) | Capaciteitstekort | Spoorgoederen | De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de beide Railservice centra. Onderzocht zal worden of, en zo ja wanneer, er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen. |
Spooraansluiting Tweede Maasvlakte | Ontsluiting Europese spoorwegennet | Spoorgoederen | Bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte is het van belang dat de aldaar te ontwikkelen industriële activiteiten en overslagactiviteiten op het Europese spoorwegnet worden aangesloten. Onderzocht zal worden op welke wijze een dergelijke aansluiting het beste kan worden gerealiseerd. |
a. Relatie producten en beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale/lokale infra verantwoord. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij beleidsartikel 34.3 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd/decentrale netwerken.
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
14 Regionaal/lokale infra | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 750 230 | 63 056 | 225 977 | 280 991 | 314 262 | 251 919 | 294 925 |
Uitgaven | 750 230 | 230 614 | 327 108 | 457 349 | 327 839 | 251 884 | 294 893 |
14.1 Grote regionaal/lokale projecten | 738 910 | 167 923 | 235 567 | 429 298 | 327 839 | 251 884 | 294 893 |
14.1.1 Verkenningen | |||||||
14.1.2 Planstudieprogramma reg/lok | 6 155 | 6 563 | 5 992 | 5 576 | 20 765 | 15 540 | 83 034 |
14.1.3 Realisatieprogramma reg/lok | 732 755 | 161 360 | 229 575 | 423 722 | 307 074 | 236 344 | 211 859 |
14.2 Regionale mob fondsen | 11 320 | 62 691 | 91 541 | 28 051 | |||
14.2.1 Rijksbijdrage | 11 320 | 20 830 | 49 680 | 28 051 | |||
14.2.2 Terugsluisopbrengsten | 41 861 | 41 861 | |||||
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 3 759 | 3 254 | 3 125 | 3 341 | 3 274 | 3 274 | |
–Restant | 226 855 | 323 854 | 454 224 | 324 498 | 248 610 | 291 619 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 80% | 57% | 100% | 86% | 76% | |
14.03 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 7 090 |
14.1 Grote regionale/lokale projecten
In dit onderdeel worden alleen de aanlegprojecten behandeld waarvan de kosten van de meest kosten effectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de «oude» GDU+ (respectievelijk € 112,5 mln. en € 225 mln.). Voor de beschikbare bedragen per project wordt verwezen naar de projectoverzichten regionale/lokale infra onder d projecten overzichten.
Met de subsidieverlening voor de projecten die boven bovengenoemde grenswaarde uitkomen worden de volgende doelen nagestreefd:
• het verminderen van de congestieproblematiek op de weg. Met name de bereikbaarheid van de mainports en de achterlandverbindingen is daarbij van groot belang. Onder deze categorie valt onder meer de realisatie van belangrijke verbindingen, stadsgewestelijke OV-verbindingen, de aanleg en verbetering van wegen van het onderliggende wegennet, bijvoorbeeld die de doorstroming van het openbaar vervoer bevorderen;
• de verbetering van het openbaar vervoer op netwerkniveau. Het kan daarbij gaan om projecten die leiden tot snelheidsverhoging van de voertuigen, lagere exploitatiekosten en/of hogere vervoerwaarde (meer reizigers);
• het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Ter afwikkeling van Demonstratieproject Duurzaam veilig vinden in 2005 en 2006 nog uitgaven plaats voor het project West Zeeuws Vlaanderen.
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIT. Een voorgenomen project zal, na een zorgvuldige probleemanalyse door de regio, eerst in het RVVP (Regionaal Verkeers- en vervoersplan)/PVVP (provinciaal verkeer en vervoersplan) worden opgenomen. Op basis van de uitkomsten van de door de regio uitgevoerde verkenning wordt besloten of het betreffende project al dan niet in de planstudietabel wordt opgenomen. Opname in de planstudietabel betekent een erkenning door Verkeer en Waterstaat van het verkeer- en vervoerprobleem.
14.1.2. Planstudieprogramma regionaal lokaal
Van een project dat in de planstudietabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt.
Wijzigingen projecten in planstudieprogramma:
• het project N 201 is overgeheveld van het planstudieprogramma naar het realisatieprogramma;
• het project Hilversum Mediapark is niet meer opgenomen, omdat dit project onder het regime (en de daarbij behorende financieringswijze) van de Brede Doeluitkering (BDU) (Hoofdstuk XII artikel 39) valt;
• de benaming van project 229, doortrekking A 73, wordt gewijzigd in 2e stadsbrug Nijmegen.
14.1.3. Realisatieprogramma regionaal lokaal
Dit artikelonderdeel bevat de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.
Momenteel zijn dit vooral projecten voor openbaar vervoer, met name over rails. In de realisatietabel staan de 4 grote projecten, waarvan 3 reeds in uitvoering zijn: de Noord/Zuidlijn (metro in Amsterdam), Beneluxmetro (metro in Rotterdam) en Randstadrail (light-rail Rotterdam/Den Haag). Het 4e project de N201 zal binnenkort in uitvoering komen.
Wijzigingen projecten in realisatieprogramma:
• De N 201 is opgenomen in de realisatietabel. Door toevoeging van het overschot Mediapark (€ 25 mln) en de prijscompensatie is de bijdrage verhoogd tot € 166 mln.
14.2 Regionale mobiliteitsfondsen
Het programma rond de regionale mobiliteitsfondsen valt uiteen in vier onderdelen:
• fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Dijsselbloem;
• fondsen (nieuw en bestaand) in het kader van de impuls voor regionale bereikbaarheid;
• fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Van Hijum;
• fondsen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad.
In 14.2.1 zal worden ingegaan op de reguliere rijksbijdragen, die de komende jaren nog worden gedaan in de regionale mobiliteitsfondsen. Concreet geldt dit voor middelen uit de amendementen Van Hijum en Dijsselbloem en middelen uit de impuls voor regionale bereikbaarheid. In 14.2.2 wordt specifiek ingegaan op de compensatie van drie BOR-regio's naar aanleiding van het niet doorgaan van de proef met het spitstarief.
• Fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Dijsselbloem.
Als gevolg van het amendement Dijsselbloem is in 2001 in totaal € 136 mln. gereserveerd voor acht regionale mobiliteitsfondsen in de zuidelijke en oostelijke provincies en kaderwetgebieden. Zeven regio's hebben aan alle voorwaarden voldaan en hebben de rijksbijdrage van maximaal € 17 mln. ontvangen. Het Knooppunt Arnhem–Nijmegen heeft € 11,32 mln. aan rijksbijdrage ontvangen en moet nog een stortingsverzoek doen voor het resterende bedrag (€ 5,68 mln.). De verwachting is dat deze laatste bijdrage in 2005 aan het Knooppunt Arnhem–Nijmegen zal worden gedaan.
• Fondsen (nieuw en bestaand) in het kader van de impuls voor regionale bereikbaarheid.
In het kader van de besteding van het Kwartje van Kok geeft Verkeer en Waterstaat een gerichte impuls voor regionale bereikbaarheid van in totaal € 360 mln. tot en met 2010. In 2003 is met een aantal regio's afgesproken dat een deel van deze impuls (€ 55 mln.) zal worden ingezet voor netwerk/pakketmaatregelen in de betreffende regio's. De financiering van deze maatregelen verloopt via de regionale mobiliteitsfondsen. Omdat het Samenwerkingsverband Noord-Nederland nog geen regionaal mobiliteitsfonds heeft zal daar een bestaand fonds worden omgebouwd of een nieuw fonds worden opgericht. De middelen (€ 10 mln. voor de Regio Twente, € 10 mln. voor het Knooppunt Arnhem–Nijmegen, € 25 mln. te verdelen over de regio's Rotterdam en Den Haag en € 10 mln. voor het Samenwerkingsverband Noord-Nederland) zullen in de periode 2005–2007 beschikbaar worden gesteld, onder de bestaande voorwaarden van de regionale mobiliteitsfondsen.
• Fondsen (bestaand) in het kader van het amendement Van Hijum.
Met het amendement Van Hijum wordt € 140 mln beschikbaar gesteld voor de verbetering van het (onderliggende) wegennet. Besloten is een deel van deze middelen (€ 15 mln voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en € 15 mln voor Gelderland/Overijssel) in te zetten voor kansrijke netwerk/pakketmaatregelen. Financiering hiervan zal verlopen via de regionale mobiliteitsfondsen, onder de bestaande voorwaarden. De middelen komen beschikbaar in de periode 2006–2007.
Voor de uitvoering van het BOR zijn ten behoeve van de vier betrokken regio's (Noordelijke Randstad en de regio's Rotterdam, Haaglanden en Utrecht) regionale mobiliteitsfondsen ingesteld. Het kabinet heeft hiervoor een bedrag van maximaal € 454 mln. beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de regio minimaal eenzelfde bijdrage levert (50%-50% cofinanciering). De voeding van de vier fondsen heeft in 2000 en 2001 plaatsgevonden, conform de afspraken uit het BOR en het feit dat de regio eerst haar bijdrage heeft geleverd. In het kader van het BOR is daarnaast een bedrag – gelijk aan de toenmalig geraamde opbrengst van het spitstarief op het hoofdwegennet – in de periode 2002–2010 in de begroting opgenomen, de zogenaamde terugsluisopbrengsten. Omdat de proef met het spitstarief niet is doorgegaan, is in dit kader € 81,6 mln gereserveerd om drie BOR-regio's financieel te compenseren (Noordelijke Randstad, Rotterdam en Haaglanden). De betreffende regio's zullen in 2005 het eerste deel van deze compensatie ontvangen. Per ontvangende partij gaat het om een bedrag van € 13,6 mln. In 2006 volgt dan het tweede deel van de compensatie.
Regionale/lokale infrastructuur Planstudie IF 14.01.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projectbesluit t/m 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Hilversum Mediapark | 25 | pn | pb | pr | uo | vanaf 2008 | |||||
Rijn Gouwelijn Oost1 | 140 | pb | pr/uo | 2006–2010 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Eindhoven BOSE3 | 95 | 400 | 50 | pb | pr | uo | 2010–2012 | ||||
Tilburg Noordwest Tangent* 5 | 115 | 2,5 | pb | pr/uo | 2006–2008 | ||||||
Projectbesluit na 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Nijmegen 2e stadsbrug2 | 250 | 300 | 50–70 | pb | pr | uo | 2009–2011 | ||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Maaskruisend verkeer, Maastricht4 | 36 | 272 | pb | pr | uo | 2010–2012 | |||||
Totaal categorie 1 | 267,5–287,5 |
Voor alle projecten geldt: het is afhankelijk van de uitkomsten van de planstudie en de beschikbare middelen of een project in aanmerking kan komen voor een rijksbijdrage.
* Nieuw in planstudie.
1 Rijksbijdrage komt beschikbaar vanaf 2010.
2 Er is nog geen taakstellende Bijdrage bepaalde (min. € 50 mln–max. € 70 mln). De naam van het project is gewijzigd van «doortrekking A73» in «2e stadsbrug».
3 Er is € 50 mln gereserveerd uit envelop Regionale Bereikbaarheid; voorwaarde van de TK is dat de regio met een analyse komt van nut, noodzaak, draagvlak en oplossing.
4 Er is nog geen taakstellende bijdrage bepaald.
5 De rijksbijdrage bedraagt € 2,5 mln op basis van de MKE in het kader van bijdrage «groot regionaal project». De rijksbijdrage kan als gevolg van nadere besluitvorming nog worden aangepast.
Legenda
pn projectnota
pb projectbesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Regionale/lokale infrastructuur Realisatie IF 14.01.03 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in € mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Beneluxmetro (VINEX)1, 3 | 660 | 660 | 617 | 23 | 20 | 2002 | 2002 | |||||
Duurzaam Veilig West-Zeeuws Vlaanderen | 6 | 5 | 1 | |||||||||
N201 | 166 | 140 | 4 | 38 | 26 | 20 | 31 | 46 | 1 | 2010 | 2010 | |
Noord-Zuidlijn Noord-WTC1, 2 | 1 132 | 1 128 | 225 | 60 | 135 | 244 | 145 | 146 | 142 | 35 | 2010/2011 | 2011 |
RandstadRail, 1e fase | 846 | 844 | 409 | 43 | 32 | 150 | 138 | 55 | 19 | 2006/2008 | 2006/2008 | |
Zuidtangent kerntraject fase 2 | 93 | 93 | 92 | 1 | 2002 | 2002 | ||||||
Overig | ||||||||||||
Afrekening Decentralisatie GDU+ 2004 | 21 | 21 | ||||||||||
Experimenteerfonds | 76 | 55 | 2 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 5 | 49 | ||
Totaal categorie 0 | 3 000 | 1 345 | 161 | 230 | 424 | 307 | 236 | 212 | 85 | |||
Begroting (IF 14.01.03) | 161 | 230 | 424 | 307 | 236 | 212 |
1 (Deels) investeringsimpuls 1994.
2 (Deels) investeringsimpuls 1998.
3 Exclusief € 4,3 mln bodemsanering.
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 33: veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico's;
• artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden;
• artikel 35: mainports en logistiek;
• artikel 36: bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
In het MIT/SNIP-projectenboek 2006 is per aanlegproject beschreven welk probleem met het betreffende project wordt opgelost. Uitgangspunt voor de besluitvorming over de projecten is het SNIP-spelregelkader. Hierin zijn de belangrijkste beslismomenten van de projecten vastgelegd.
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
15. Hoofdvaarwegennet | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 545 613 | 392 777 | 405 090 | 484 455 | 592 374 | 586 252 | 615 050 |
Uitgaven | 398 492 | 450 076 | 452 210 | 536 417 | 587 278 | 592 605 | 642 193 |
15.01 Verkeersmanagement | 79 800 | 79 828 | 73 558 | 74 983 | 75 801 | 80 391 | 80 969 |
15.01.01 Basispakket verkeersmanagement | 79 800 | 79 828 | 73 558 | 74 983 | 75 801 | 80 391 | 80 969 |
15.02 Beheer en onderhoud | 221 766 | 244 993 | 265 062 | 354 558 | 403 642 | 399 093 | 380 129 |
15.02.01 Basispakket B&O hoofdvaarwegen | 162 714 | 167 983 | 137 774 | 211 606 | 259 945 | 243 258 | 235 259 |
15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen | 31 578 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 |
15.02.04 Groot variabel onderhoud hoofdvaarwegen | 27 474 | 39 510 | 89 788 | 105 452 | 106 197 | 118 335 | 107 370 |
15.03 Aanleg en planstudie na tracebesluit | 90 150 | 113 176 | 92 504 | 70 491 | 61 443 | 62 208 | 56 269 |
15.03.01 Realisatieprogramma hoofdvaarwegen | 86 327 | 108 376 | 84 584 | 54 011 | 39 843 | 32 208 | 27 469 |
15.03.02 Planstudieprogramma na tracebesluit | 3 823 | 4 800 | 7 920 | 16 480 | 21 600 | 30 000 | 28 800 |
15.05 Verkenning en planstudies voor tracebesluit | 6 776 | 12 079 | 21 086 | 36 385 | 46 392 | 50 913 | 124 826 |
15.05.01 Verkenningen | 6 776 | 12 079 | 6 446 | 6 265 | 7 482 | 7 883 | 7 826 |
15.05.02 Planstudieprogramma vóór tracebesluit | 0 | 0 | 14 640 | 30 120 | 38 910 | 43 080 | 117 000 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 297 708 | 272 456 | 341 872 | 390 240 | 390 446 | 408 354 | |
–Restant | 152 368 | 179 754 | 194 545 | 197 038 | 202 159 | 233 839 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 47% | 35% | 26% | 23% | 17% | |
15.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 52 892 | 19 749 | 22 732 | 13 523 | 12 623 | 12 923 | 14 323 |
Activiteiten rond verkeersmanagement worden uitgevoerd ten behoeve van meer vlot en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet.
Het gaat om de volgende activiteiten:
• verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
• monitoring en informatieverstrekking;
• vergunningverlening en handhaving;
• crisisbeheersing en -preventie.
De areaalgegevens rondom verkeersmanagement zijn opgenomen in onderstaande tabel:
Areaaleenheid | ||
---|---|---|
Verkeersmanagement | Begeleide vaarweg in km | 1 372,5 |
Bediende objecten in aantallen | 1081 |
1 in voorgaande begrotingen was steeds sprake van 193 bediende objecten. Vanwege de nieuwe vereenvoudigde aansturing is gekozen voor een vereenvoudigde definitie van het aantal bediende objecten. Zo worden alleen sluizen en beweegbare bruggen opgenomen. Afzonderlijke stuwen en pompgemalen vallen niet meer onder de definitie. Bovendien wordt bijv. een brug over een sluis samen als 1 object gezien (voorheen: 2)
15.01.01 Basispakket verkeersmanagement
Het verkeersmanagement van het hoofdvaarwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken.
Voor het jaar 2006 geldt de volgende prestatieafspraak:
Basispakket | Prestatie indicator | Eenheid | Waarde 2006 |
---|---|---|---|
Bedienen van sluizen en beweegbare bruggen | Uitvoeren van in toelichting genoemde afspraken conform het Vaarplan ONTWERP BPRW 2005–2008. | % waaraan voldaan wordt aan afgesproken bedieningstijden | 100% |
De bekostiging van deze prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal:
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | T arief in € 1 000 | Totaalbudget 2006 in € 1 000 |
---|---|---|---|---|
Verkeersmanagement | Begeleide vaarweg in km | 1 372,5 | 8,229 | 11 294 |
Bediende objecten | 108 | 576,509 | 62 263 |
Bij het bepalen van dit tarief is gekeken naar de belangrijkste factoren die de kosten van het verkeersmanagement bepalen. De belangrijkste component van verkeersmanagement is personeel.
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdvaarwegennetwerk in een dusdanige staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie (het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig verkeersmanagement maar ook watermanagement ten behoeve van het hoofdwatersysteem).
Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud vaarwegen verantwoord.
Areaaleenheid | ||
---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Vaarweg (in km) | 4 378 |
15.02.01 Basispakket Beheer en onderhoud
Een absolute voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is betrouwbaarheid van de infrastructuur van «waterbak» (baggeren), kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst.
Het beheer en onderhoud van het hoofdvaarwegennet wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het hoofdwegennet beheerd en onderhouden zal worden.
Voor het jaar 2006 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie indicator | Eenheid | Waarde 2006 |
---|---|---|---|
Voorzieningenniveau Infrastructuur | Toegangsgeulen zeehavens voldoen het gehele jaar aan de normen voor het vaarwegprofiel | % waarin voldaan wordt aan profiel | 95% |
Onderhoud aan de vaarwegmarkeringen is zodanig dat voor een afgesproken percentage wordt voldaan aan de IALA normen en de SIGNI-normen. | % van de vaarwegmarkeringen dat voldoet | 85% |
Na afloop van het uitvoeringsjaar zal RWS in de verantwoording aangeven of deze prestaties ook inderdaad zijn gerealiseerd.
Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één prijs.
De bekostiging van de prestatieafspraken vindt plaats op basis van een vast tarief per eenheid areaal.
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Tarief in € 1 000 | Totaalbudget 2005 in € 1 000 |
---|---|---|---|---|
Beheer en onderhoud | Vaarweg | 4 377,8 | 31 471 | 137 774 |
Een nadere toelichting op het totstandkomen van het tarief, de prestatie-indicator en een nadere toelichting op de verschillende componenten van het basispakket beheer en onderhoud is terug te vinden in het MIT/SNIP-projectenboek 2006.
15.02.02 Servicepakketten Beheer en Onderhoud
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd hoe dit proces zal worden afgerond (TK stuk 28 600 XXII nr. 17). Bij elke overeenstemming over de overdracht zal apart worden bezien of de overdrachtsovereenkomst kan worden gesloten.
De rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen.
De bijdrage betreft de vaarweg Lemmer-Delfzijl (Pr. Margrietkanaal en van Starkenborghkanaal) alsmede het van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep. Deze laatste 2 vaarwegen worden niet gerekend tot het hoofdvaarwegennet.
De rijksbijdrage is in de negentiger jaren vastgesteld op basis van een preventief onderhoudsniveau (geen achterstalligheid). Er is een jaarlijkse indexering afgesproken.
Naar aanleiding van het rapport Commissie-Brinkman «Anders gestuurd, beter bestuurd» is er een advies om het Harinxmakanaal en het Winschoterdiep te financieren via het provinciefonds. De vaarweg Lemmer–Delfzijl zou in rijksbeheer moeten komen. In 2005 zal de wenselijkheid van centralisatie of overheveling conform het advies van de Commissie-Brinkman nader worden bezien.
15.02.04 groot variabel onderhoud
• Impuls 2003
De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de kosten van beheer en onderhoud. Ongewild leidt dit tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud, waarbij geprioriteerd is naar vaarwegklasse. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswaterwegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004).
Voor de Hoofdvaarwegen geldt ook het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud. In dit plan is een aantal projecten genoemd. Deze projecten hebben invloed op de afgesproken prestaties.
Projecten | Uitvoeringsperiode |
---|---|
Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers | 2004–2009 |
Amsterdam-Lemmer/IJsselmeer | 2004–2010 |
Baggeren IJssel | 2008–2011 |
Vervanging vaartuigen | 2004–2010 |
Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers | 2004–2010 |
Maas: baggeren en kunstwerken | 2004–2010 |
Noordzeekanaal baggeren | 2004–2009 |
Rotterdam–België/Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren | 2004–2010 |
Rotterdam–Duitsland: baggeren en oevers | 2004–2009 |
Wrakkenberging | 2010 |
Natte bruggen | 2005–2010 |
Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers | 2004–2009 |
Om verkeersoverlast zo veel als mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen.
15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit
15.03.01 Realisatieprogramma hoofdvaarwegen
Op dit hoofdproduct worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de realisatie van aanleg hoofdvaarwegprojecten.
Naar verwachting komen de volgende projecten in 2006 gereed:
• de 1e fase van de verdieping van de vaargeulen in het Ketelmeer;
• de verbreding van de toegang naar de Beatrixsluis in het Lekkanaal;
• de landschappelijke inpassing van de 2e sluis te Lith;
• de brugverhogingen voor vierlaags containervaart op de Maas te Roosteren en Echt.
Ten opzichte van de begroting 2005 zijn bij de projecten de volgende mutaties te melden:
• het project vaargeul Ketelmeer is vertraagd naar 2006 in verband met vergunningenproblematiek: het verkrijgen van de vergunningen duurt langer dan verwacht;
• vaarweg Lemmer Delfzijl: In 2004 is de planstudie goedgekeurd en deze maatregelen zijn (inclusief het bijbehorende budget) toegevoegd aan het gelijknamige lopende realisatieproject;
• als gevolg van verwachte meevallende aanbestedingen zijn de projectbudgetten in totaal met circa € 21 miljoen neerwaarts bijgesteld. Een nadere toelichting op projectniveau staat vermeld in het MIT/SNIP-projectenboek;
• Walradar Noordzeekanaal: Hiervoor was € 6 mln. gereserveerd. De wens om recente technologische ontwikkelingen (o.a. de invoering van een automatisch identificatiesysteem) zo goed mogelijk in dit project te betrekken, heeft geleid tot een hoger bedrag dat benodigd is voor de investering in de walradar voor het Noordzeekanaal. Met het gemeentelijk havenbedrijf Amsterdam is afgesproken dat deze één derde deel van de investeringskosten voor haar rekening neemt, en het Rijk twee derde deel. Vanuit het project Walradarsystemen is daarom € 5 mln toegevoegd aan het projectbudget;
• over de planstudie Lemmer–Delfzijl is eind 2004 een planstudiebesluit genomen en dit project is overgeheveld naar het realisatieprogramma.
15.03.02 Planstudieprogramma ná tracébesluit
Er zijn een tweetal projecten die in de planstudiefase zitten en waarvoor wel al een tracébesluit is genomen. De budgetten die hier zijn opgenomen zijn benodigd voor de planstudies plus de uitvoering van de projecten. Het betreft de volgende projecten:
• Maasroute, modernisering fase 2
De groei van het goederenvervoer over water alsmede de schaalvergroting leiden tot lange wachttijden bij de sluizen. Tevens vormt het huidige vaarwegprofiel een knelpunt voor een efficiënte verkeersafwikkeling. In studie is het behouden, respectievelijk vergroten van het vervoersaandeel van de binnenvaart in de Maasroute-corridor door: 1) het realiseren van een volwaardige klasse Vb vaarweg (diepgang 3,5 m) op de verbreding Weurt-Ternaaien, waarmee de economische groei door vervoer over water wordt bevorderd; 2) het realiseren van doorvaarthoogtes van 9,10 m op het traject Weurt–Born; 3) het verminderen van de wachttijden bij de sluizen door capaciteits- en/of beschikbaarheidsuitbreiding.
Naar verwachting zal in 2005 voor enkele projectonderdelen (waar onder verhoging van de bruggen bij Weurt) een uitvoeringsbesluit worden genomen.
• Sluis Ternaaien
De scheepvaartverbinding tussen de Maasroute en het Albertkanaal (B) bestaande uit het sluiscomplex Ternaaien heeft een te kleine schutcapaciteit, waardoor lange wachttijden voor de scheepvaart ontstaan. Bovendien is de betrouwbaarheid kwetsbaar.
In studie is het vergroten van de schutcapaciteit door de bouw van een vierde sluiskolk. Het project zal door Nederland en België gezamenlijk worden gefinancierd. Bijdrage van Nederland aan de realisatie van de door België te bouwen vierde sluiskolk is € 8 mln. (prijspeil 2004) plus een bijdrage aan de planstudiekosten. De Europese Commissie subsidieert de planstudie voor 50%. Geplande start van uitvoering is 2008.
15.05 Verkenningen en planstudie vóór tracébesluit
De besluitvorming over de verkenning Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant (BERZOB) loopt nog. Wel zijn enkele no-regret maatregelen in voorbereiding genomen (zie planstudie voor projectbesluit).
Daarnaast zijn de volgende verkenningen gestart:
• er is een verkenning gestart naar de verkeerssituatie bij de splitsing Hollands Diep-Dordtse Kil, gericht op het in kaart brengen van de mogelijke veiligheidsproblemen die zich daar voordoen;
• er is een verkenning gestart naar de 2e sluiskolk Eefde, om te bezien of uitbreiding van de kolkcapaciteit nodig is;
• in 2006 zullen ook verkenningen starten naar de sluiscapaciteit bij de Kreekrak- en Volkeraksluizen en naar de ligplaatscapaciteit op een aantal locaties in Nederland.
15.05.02 Planstudieprogramma vóór tracé-/projectbesluit
Over de voortgang van het planstudieprogramma voor tracébesluit is het volgende te melden:
• in 2006 wordt een standpunt of tracé-/projectbesluit verwacht voor de planstudies betreffende de Waal, de Zuid-Willemsvaart, de vaarweg Meppel–Ramspol (Zwartsluis), het Burgemeester Delenkanaal, de Bovenloop–IJssel en de 3e kolk Beatrixsluis;
• rond de planstudie Wilhelminakanaal vinden nog onderhandelingen met de regio plaats over de voorkeursvariant en de kostenverdeling tussen Rijk en regio;
• de verkenning Bereikbaarheid Zuid-Oost-Brabant heeft geresulteerd in versneld onderzoek naar de no-regret maatregelen ten behoeve van de vervanging sluizen 4, 5 en 6 naar klasse IV, aanpassing Erpsebrug en bijbehorende passageplaatsen en zwaaikommen. Start uitvoering is voorzien in 2006, met oplevering in 2010. Deze maatregelen worden gefinancierd door de regio Noord-Brabant en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Ondertekening van een realisatieconvenant is voorzien in juni 2006.
Op het ontvangstartikel wordt het volgende verantwoord:
Gespecificeerde ontvangsten op de producten van dit productartikel (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Investeringen in Schelderadarketen | 9 157 | 8 936 | 5 400 | 4 500 | 4 800 | 6 200 |
VBS-tarief | 8 123 | 8 123 | 8 123 | 8 123 | 8 123 | 8 123 |
Overige aanleg ontvangsten | 2 469 | 5 673 | ||||
Totaal Ontvangsten Aanleg | 19 749 | 22 732 | 13 523 | 12 623 | 12 923 | 14 323 |
Vaarwegen Realisatie IF 15.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va | 201 | 90 | 73 | 8 | 13 | 18 | 18 | 20 | 21 | 30 | 2012 | 2006 |
Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam-Lemmer | 16 | 15 | 11 | 2 | 1 | 1 | 1 | 2010 | 2010 | |||
Walradarsystemen | 68 | 56 | 2 | 5 | 4 | 5 | 6 | 5 | 6 | 35 | n.v.t. | n.v.t. |
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Verruiming Twentekanalen | 62 | 55 | 11 | 24 | 15 | 6 | 6 | 2008 | 2007 | |||
Vaarroute Ketelmeer (excl. EU-bijdrage) | 16 | 14 | 1 | 12 | 3 | 2006 | 2005 | |||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen | 19 | 17 | 6 | 2 | 3 | 8 | 2007 | 2005 | ||||
Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden | 232 | 229 | 209 | 12 | 6 | 5 | 2005 | 2005 | ||||
Walradar Noordzeekanaal* | 13 | 7 | 4 | 5 | 4 | 2008 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maasroute fase 1, brugverhogingen Roosteren en Echt | 20 | 18 | 4 | 4 | 9 | 3 | 2007 | 2006 | ||||
Maasroute fase 1, voorhavens en wachtplaatsen | 72 | 72 | 69 | 3 | 2004 | 2004 | ||||||
Tweede Sluis Lith | 57 | 57 | 55 | 2 | 2002 | 2002 | ||||||
Verdrag verdieping Westerschelde, incl. natuurherstel | 177 | 175 | 162 | 10 | 5 | 2006 | 2006 | |||||
Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II | 59 | 55 | 27 | 7 | 20 | 2 | 3 | 2008 | 2008 | |||
Overig | ||||||||||||
Kleine projecten | 71 | 51 | 50 | 9 | 1 | 4 | 3 | 4 | n.v.t. | n.v.t. | ||
TBBV/SBV | 34 | 34 | 26 | 8 | n.v.t. | n.v.t. | ||||||
Totaal categorie 0 | 1 117 | 706 | 108 | 84 | 54 | 40 | 32 | 27 | 65 | |||
Begroting (IF 15.03.01) | 108 | 84 | 54 | 40 | 32 | 27 |
* Nieuw in realiastie.
Hoofdvaarwegen Planstudie IF 15.03.02 (na tracébesluit) en IF15.05.02 (voor tracébesluit) | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | Periode |
CATEGORIE 1 (na tracébesluit) | |||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Bouw 4e sluiskolk Ternaaien | 8 | uo | 2008 e.v. | ||||||||
Maasroute, moderinisering fase 2, verruiming tot klasse Vb | 542 | uo | 2005 e.v. | ||||||||
Totaal categorie 1 na tracè- besluit (IF 15.03.02) | 550 | ||||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracèbesluit) | |||||||||||
Tracé-/projectbesluit t/m 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Vaarweg Meppel–Ramspoel (keersluis Zwartsluis) | 26–41 | pb | pr | μo | 2009–2012 | ||||||
Waal, toekomstvisie | 170 | uo | 2006–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis | 80–92 | tb | uo | 2011–2014 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Wilhelminakanaal Tilburg2 | 62 | pb | uo | 2007–2011 | |||||||
Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas-Den Dungen + afbouw Den Dungen-Veghel | 312 | tb | pr | uo | 2008 e.v. | ||||||
Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6* | 30 | tn/pb | uo | 2007–2010 | |||||||
Tracè-/projectbesluit na 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Bovenloop IJssel | 42 | uo | 2011–2013 | ||||||||
Twentekanaal | 33 | uo | 2011–2013 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg1 | 12 | uo | 2011–2013 | ||||||||
De Zaan1 | pm | 2012–2014 | |||||||||
Vaarroute Ketelmeer, fase 2 | 12 | pb | 2011–2013 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Burgemeester Delenkanaal Oss1 | pm | tn | pb | uo | na 2008 | ||||||
Totaal categorie 1 voor tracébesluit (IF 15.05.02) | 767–797 | ||||||||||
Totaal categorie 1 | 1 317–1 347 |
* Nieuw in planstudie
1 Rijksbijdrage is afhankelijk van onderhandelingen en planstudie.
2 Projectbesluit genomen in 2005. Projectbudget kan als gevolg van nadere besluitvorming nog worden aangepast.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
tb/pb tracèbesluit/projectbesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Hoofdvaarwegen Verkenningen IF15.05.01 A. Lopende verkenningen | |||
---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel West | |||
Verkenning Verkeerssituatie Splitsing Hollands Diep–Dordtse Kil | Veiligheid | Risico-atlas vaarwegen | 2006 |
Landsdeel Oost | |||
Verkenning Sluis Eefde | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2006 |
B. (Mogelijk) te starten verkenningen | ||
---|---|---|
Hieronder worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn wordt dit toegelicht. | ||
Locatie | Probleem | Toelichting |
(Inter)nationaal | ||
Innovatieproject verkeersmanagement vaarwegen (RIS/Centrale bediening) | Bereikbaarheid en veiligheid | |
Landsdeel Noord | ||
Sluis Lemmer (kolk en ligplaatsen) | Capaciteit en veiligheid | |
Vaarweg Lemmer–Delfzijl (fase 2) | Capaciteit | Deze verkenning is een vervolg op de planstudie Lemmer- Delfzijl, fase 1. |
Landsdeel Oost | ||
Bruggen en vaarwegprofiel Twentekanalen | Capaciteit | |
Ligplaatsen Kampen | Capaciteit en veiligheid | |
Ligplaatsen Driel | Capaciteit en veiligheid | |
Verkenning IJssel (fase 2) | Capaciteit | |
Landsdeel West | ||
Ligplaatsen vaarweg Amsterdam–Rijn- kanaal en vaarweg Amsterdam–Lemmer | Capaciteit en veiligheid | Het betreft hier de ligplaatsen Lelystad, Diemen, Breukelen en Oranjesluizen. |
Verkenning Zeepoort IJmond | Capaciteit | Het project Zeepoort IJmond bevond zich tot 2005 in de MIT-planstudiefase (categorie 2), waarbij verschillende oplossingsvarianten zijn onderzocht. Uiteindelijk is een nieuwe oplossingvariant («Grote groene Kolk») ontwikkeld. In bestuurlijk overleg afgesproken om uiterlijk in 2008 te bezien of de groei aan de verwachtingen voldoet en welke maatregelen dan nodig zijn. De huidige MER procedure wordt daarmee (voorlopig) afgesloten. |
Landsdeel Zuid | ||
Bruggen Born–België | Capaciteit | |
Kreekraksluizen | Capaciteit | Er bestaat mogelijk een capaciteitsknelpunt. Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag. |
Ligplaatsen Engelen | Capaciteit en veiligheid | |
Ligplaatsen Krammersluis | Capaciteit en veiligheid | |
Westsluis bij Terneuzen | Capaciteit | |
Sluis St Andries | Capaciteit | |
Verkenning Zuid-Willemsvaart (beperkt) klasse IV | Capaciteit | Het gaat hierbij om een eventuele verdere verruiming van de vaarweg naar (beperkt) klasse IV. |
Volkeraksluizen | Capaciteit | Er bestaat mogelijk een capaciteitsknelpunt. Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag. |
16. Megaprojecten niet-verkeer en vervoer
a. Relatie producten en beleid
In dit productartikel worden de producten van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam beschreven. De doelstelling van het onderliggende beleid is terug te vinden in de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII). Het projectartikel is gerelateerd aan Beleidsartikel 35 Mainports en logistiek.
Vervolgens worden in dit productartikel de producten van de megaprojecten Ruimte voor de Rivier en Maaswerken beschreven. Deze projecten zijn gerelateerd aan Beleidsartikel 31 Integraal waterbeleid.
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
16. Megaproj. niet-Verkeer en Vervoer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 48 263 | 100 197 | 79 934 | 69 726 | 141 929 | 250 789 | 283 505 |
Uitgaven | 46 333 | 109 725 | 86 054 | 71 215 | 148 482 | 257 342 | 281 363 |
16.01 Project Mainportontwikkeling R'dam | 1 765 | 4 898 | 16 798 | 13 787 | 14 138 | 13 134 | 11 234 |
16.01.02 Realisatieprogramma PMR | 1 765 | 4 898 | 16 798 | 13 787 | 14 138 | 13 134 | 11 234 |
16.02 Ruimte voor de Rivier | 28 858 | 61 622 | 6 024 | 27 316 | 100 203 | 206 821 | 254 051 |
16.03 Maaswerken | 15 710 | 43 205 | 63 232 | 30 112 | 34 141 | 37 387 | 16 078 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 20 620 | 10 181 | 12 981 | 21 731 | 36 769 | 33 308 | |
–Restant | 89 105 | 75 873 | 58 234 | 126 751 | 220 573 | 248 055 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 2% | 3% | 1% | 0% | 0% | |
16.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR)
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam heeft een dubbele doelstelling: het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond. In drie deelprojecten, te weten «Bestaand Rotterdams Gebied» (uitgevoerd door gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)) wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Verkeer en Waterstaat is in het kader van de grote projecten procedure aangewezen als coördinerend projectministerie voor de Planologische Kernbeslissing Plus (PKB-plus) van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Eind 2003 heeft het Kabinet de bereidheid uitgesproken te participeren in de financiering.
Zo spoedig mogelijk na de afronding van de onderhandelingen met de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf over de financiering en risicoverdeling van dit project wordt een Basisrapportage in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten aan de Tweede Kamer uitgebracht.
Met de ondertekening van het Bestuursakkoord in juli 2004 is een eerste procedurele stap gezet in de aanloop naar de start uitvoeringsfase. In januari 2005 heeft de Raad van State vier van de acht in de Planologische Kernbeslissing-Plus (PKB+) opgenomen concrete beleidsbeslissingen vernietigd. Na het herstel van de door de Raad van State gesignaleerde gebreken in 2005 wordt in 2006 een nieuw deel 3 van de PKB+ opgesteld en in behandeling gebracht. Gedurende 2007 wordt de reguliere beroepsprocedure doorlopen.
Daarnaast worden in 2005 de Uitwerkingsovereenkomsten (UWO's) gesloten op basis van het Bestuursakkoord, rekening houdend met de uitkomsten van het due diligence onderzoek ten behoeve van een deelneming van het Rijk in het Havenbedrijf Rotterdam en met de uitkomsten van het tussen de Tweede Kamer en het kabinet gevoerde overleg. Op basis van de PKB-plus, EU-richtlijnen en het Publiek programma van Eisen wordt de uitvoering voorbereid. De daadwerkelijke aanlegwerkzaamheden van de landaanwinning starten in 2008.
Op dit artikel worden de met ingang van 2004 door V&W te verantwoorden projectkosten van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) ondergebracht. Dit betreft zowel de kosten die worden gemaakt ter voorbereiding van en vooruitlopend op de daadwerkelijke uitvoeringsfase als de kosten die direct samenhangen met (de organisatie van) de realisatiefase van het project.
Daarnaast zijn de kosten voor de natuurcompensatie (nulmeting Zeereservaat) tevens op dit artikel ondergebracht. De bekostiging hiervan vindt plaats uit de FES-middelen. Met het oog op de nog lopende onderhandelingen wordt in deze begroting geen inzicht geboden in de voor dit project geraamde budgetten.
Verkeer en Waterstaat voert Project Mainportontwikkeling Rotterdam niet uit als een project onder eigen regie en eigen verantwoordelijkheid en is derhalve belast met de coördinatie van Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Daarbij staat de beheersing van de afzonderlijke deelprojecten (Landaanwinning; inclusief Natuurcompensatie, 750 ha en Bestaand Rotterdams Gebied) centraal.
Op 15 april 2005 heeft het kabinet het ontwerp van de Planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB deel 1) vastgesteld. In juni 2005 is de inspraak gestart. Deel 3 zal naar verwachting voorjaar 2006 worden vastgesteld.
Met deze PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
1. het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen uiterlijk in 2015 in overeenstemming moet worden gebracht met de wettelijke vereiste norm. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de maatgevende Rijnafvoer van 16 000 m3/sec bij Lobith en 3 800 m3/sec bij Borgharen, zoals die in 2001 zijn vastgesteld en de verhoging van de toestroom van de zijrivieren;
2. een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Daarmee wordt het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.
De PKB bevat een besluit over de voor 2015 uit te voeren maatregelen én de plaats waar ze getroffen moeten worden. Hierbij wordt bovendien een doorkijk naar de verdere toekomst gegeven. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. De kosten van het basispakket zijn geraamd op € 2 212 mln.
Parallel aan de PKB-procedure worden planstudies naar de zogenaamde lopende projecten voortgezet (zoals onder meer de dijkteruglegging Veur-Lent) en wordt gestart met een aantal koploperprojecten die nog nader bepaald zullen worden. In het Kabinetsstandpunt (eind 2000) is aangegeven dat lopende projecten met kracht zullen worden voortgezet. De Tweede Kamer wordt twee maal per jaar middels een voortgangsrapportage over het project geïnformeerd in het kader van de procedureregeling grote projecten.
Het budget voor het realiseren van Ruimte voor de Rivier is in deze begroting opgehoogd met € 300 mln., hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 100 mln. aan projectgebonden opbrengsten en EU-middelen.
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de Maaswerken verantwoord. Na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas, in december 1993 en januari 1995, is het Deltaplan Grote Rivieren gepresenteerd. Hier zijn de Maaswerken voor de onderdelen Zandmaas en Grensmaas uit voortgekomen. Het project de Maaswerken bestaat derhalve naast bovengenoemde onderdelen uit de Maasroute. De Maasroute draagt bij aan een verbeterde bevaarbaarheid tussen Ternaaien en het Maas-Waalkanaal en wordt dan ook verantwoord onder Hoofdvaarwegennet, onderdeel Aanleg. Belangrijkste doelstelling van de onderdelen Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord Brabant tegen hoog water van de Maas.
Over dit project wordt gerapporteerd in het kader van de procedureregeling grote projecten. De zevende voortgangsrapportage is in april 2005 aan de Tweede Kamer gezonden.
Ten opzichte van de begroting 2005 is er een bedrag van € 107 mln. toegevoegd aan het totale projectbudget ten behoeve van de dekking van waarschijnlijk optredende risico's in dit project. Een uitgebreide beschrijving van deze risico's is terug te vinden in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages.
Hieronder wordt nader in gegaan op de doelstellingen van de projectonderdelen Zandmaas en Grensmaas.
Het project Zandmaas kent de volgende doelstellingen:
• hoogwaterbescherming, op zodanige wijze dat de bevolking achter de kaden van de Zandmaas (die aangelegd zijn in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren) een beschermingsniveau van 1:250 jaar in 2015 wordt geboden;
• het in de periode tot 2015 realiseren van beperkte natuurontwikkeling in de Zandmaas.
Het project Grensmaas kent de volgende doelstellingen:
• het door rivierverruiming verlagen van de hoogwaterstanden in de Maas met als maatstaf dat uiterlijk in 2017 de gebieden, die door de op basis van de Deltawet Grote Rivieren aangelegde kades zijn beschermd, een beschermingsniveau van 1:250 hebben;
• het tot ontwikkeling brengen van tenminste 1000 ha natuur binnen het Grensmaasgebied in de periode tot 2018. Dit gekoppeld aan het ecologisch herstel van de rivier zoals vastgelegd in de intentieverklaring voor het Maasdal in Limburg van 26 november 1992;
• het winnen van tenminste 35 miljoen ton grind voor de nationale behoefte.
Prestatieindicatoren | Zandmaas | Grensmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbescherming | 70% in 2008/100% in 2015 | 100% in 2017 |
Natuurontwikkeling | beperkt | tenminste 1000 ha |
Delfstoffen | Tenminste 35 mln. ton |
Project Mainportontwikkeling Rotterdam Planstudie IF 16.01.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedrag in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Project Mainportontwikkeling Rotterdam | pm | pr | uo | 2006–2020 | |||||||
Totaal categorie 1 | pm |
Legenda
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
pr procedures rond
Project Mainportontwikkeling Rotterdam Realisatie IF 16.01.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidid | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Uitvoeringsorganisatie1 | 11 | 2 | 2 | 4 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | pm | pm | 2004 |
750 ha | 10 | 28 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | pm | pm | pm | ||
Groene verbinding | 21 | 27 | 7 | 7 | 7 | pm | 2011 | 2011 | ||||
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) | 5 | 10 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | pm | pm | pm | ||
Landaanwinning | ||||||||||||
Voorfinanciering FES natuurcompensatie | 2 | 2 | 1 | 1 | 2006 | 2006 | ||||||
Voorfinanciering FES visonderzoek | 30 | 12 | 10 | 4 | 3 | 1 | pm | pm | pm | |||
Totaal categorie 0 | 79 | 2 | 5 | 17 | 14 | 14 | 13 | 11 | pm | |||
Begroting (IF 16.01.02) | 5 | 17 | 14 | 14 | 13 | 11 |
1 Als gevolg van uitspraak van Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ is een hersteltraject gestart. De kosten hiervan zijn opgenomen onder uitvoeringsorganisatie.
Ruimte voor de Rivier Realisatie IF 16.02.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Ruimte voor de Rivier | 2015 | 2015 | ||||||||||
Uitvoering PKB en lopende projecten | ||||||||||||
Projecten (inter) nationaal | ||||||||||||
Realisatiekosten | 2008 | 1 821 | 48 | 15 | 85 | 197 | 254 | 1 409 | ||||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Hondsbroeksche Pleij | 48 | 47 | 13 | 1 | 2 | 10 | 14 | 8 | ||||
Planstudie | ||||||||||||
Projecten (inter) nationaal | ||||||||||||
Projectburo en planstudie lopende projecten | 58 | 57 | 41 | 12 | 4 | 1 | ||||||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Dijkteruglegging Lent | ||||||||||||
Toegangsdam stuw Amerongen | ||||||||||||
Bato's erf | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
*Aansluiting Sliedrechtse Biesbosch | ||||||||||||
*Zuiderklip | 5 | 1 | 1 | 1 | 2 | |||||||
*Batenburg | ||||||||||||
EU en projectgebonden ontvangsten | 100 | 100 | ||||||||||
Totaal categorie 0 | 2 219 | 54 | 62 | 6 | 27 | 100 | 207 | 254 | 1 509 | |||
Begroting (IF 16.02.02) | 62 | 6 | 27 | 100 | 207 | 254 |
MaaswerkenRealisatie IF 16.03.01 en IF 16.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Grensmaas | 131 | 71 | 49 | 1 | 1 | 1 | 1 | 9 | 4 | 65 | 2022 | 2022 |
Zandmaas | 516 | 471 | 131 | 42 | 62 | 29 | 33 | 28 | 12 | 179 | 2015 | 2015 |
Totaal categorie 0 | 647 | 180 | 43 | 63 | 30 | 34 | 37 | 16 | 244 | |||
Begroting (IF 16.03.01 en IF 16.03.02) | 43 | 63 | 30 | 34 | 37 | 16 |
17 Megaprojecten verkeer en vervoer
In dit productartikel worden eerst de producten van de Westerscheldetunnel (WST) beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is nu gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen van de begroting van Verkeer en Waterstaat (HXII) beleidsartikel 32 (veiligheid in mobiliteit) en beleidsartikel 34 (betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden).
In het productartikel 17.2 zijn de producten van de Betuweroute beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is gerelateerd aan beleidsartikel 35 Mainports en logistiek.
Vervolgens zijn in het productartikel 17.3 de producten van de Hogesnelheidslijnen beschreven alsmede de producten van spoorwegen en rijkswegen van werken die qua planning en bouw met de aanleg van de Hogesnelheidslijnen zijn verbonden. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (hoofdstuk XII). Het productartikel nu is met name gerelateerd aan beleidsartikel 34 betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden. De relatie met de Infraprovider is beschreven in artikel 13.4 (van het Infrastructuurfonds) Geïntegreerde contractvormen.
In productartikel 17.4 worden de uitgaven voor anders betalen voor mobiliteit verantwoord. Ontwikkeling voor anders betalen voor mobiliteit is afhankelijk van de besluitvorming in de Nota Mobiliteit, inclusief de uitvoeringsagenda.
Tenslotte worden binnen dit artikel de producten van het project Zuiderzeelijn verantwoord. Het productartikel Zuiderzeelijn is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in beleidsartikel van de begroting van Verkeer en Waterstaat (XII) 34 betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden.
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 462 442 | 358 743 | 243 729 | 19 461 | 9 757 | 216 563 | 222 311 |
Uitgaven | 1 538 896 | 869 808 | 644 583 | 206 382 | 12 978 | 216 563 | 222 311 |
17.01 Westerscheldetunnel | 595 | 7 785 | |||||
17.02 Betuweroute | 496 468 | 329 673 | 325 561 | 167 827 | 5 319 | 2 301 | |
17.03 Hoge snelheidslijn | 1 037 786 | 512 855 | 311 605 | 38 555 | 1 816 | ||
17.03.01 Realisatie HSL-zuid | 818 519 | 435 855 | 300 605 | 37 555 | 1 816 | ||
17.03.02 Realisatie HSL-zuid spoorwegen | 34 075 | 9 000 | 2 000 | ||||
17.03.03. Realisatie HSL-zuid hoofdwegen | 185 192 | 68 000 | 9 000 | 1 000 | |||
17.04 Anders betalen voor mobiliteit | 0 | 8 000 | 2 398 | ||||
17.05 Zuiderzeelijn | 4 097 | 11 495 | 5 019 | 0 | 5 843 | 214 262 | 222 311 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 89 265 | 59 023 | 19 551 | 565 | 0 | 0 | |
–Restant | 780 543 | 585 560 | 186 831 | 12 413 | 216 563 | 222 311 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 94% | 94% | 75% | 0% | 0% | |
17.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 63 514 | 38 751 | 33 988 |
Op 14 maart 2003 is de Westerscheldetunnel voor het publiek opengesteld. Op 10 december 2004 is de eindevaluatie in het kader van de procedureregeling Grote Projecten aan de kamer aangeboden.
Er resteren nu alleen nog uitgaven die voortvloeien uit claimafhandeling en nadeelcompensatie.
De bouw van de Betuweroute vordert gestaag. De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk de havenspoorlijn en het A15 deel. Het gedeelte Havenspoorlijn, het bestaande stuk spoor tussen de Maasvlakte en de Waalhaven in het Rotterdamse Havengebied is dubbelsporig gemaakt en wordt geëlektrificeerd, emplacementen zijn uitgebreid en knelpunten opgeheven.
Het project Betuweroute behelst de aanleg van een 160 kilometer lange, tweesporige lijn die exclusief bestemd en ontwikkeld is voor goederenvervoer. De route wordt aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar–Emmerich. De stroom containershuttles per spoor naar het Europese achterland groeit sterk. Goederenvervoer per spoor is belangrijk voor de bereikbaarheid van de Nederlandse industrie en zeehavens. De Betuweroute wordt aangelegd om in de toenemende vraag naar goederenvervoer over spoor te voorzien.
De havenspoorlijn is op 10 juli 2004 officieel in dienst genomen, zij het voorlopig nog met dieseltractie en beveiligingssysteem ATB-EG. Het geëlektrificeerd in dienst nemen met het beveiligingssysteem ETCS level 2 is gepland in december 2006.
Voor driekwart van de totale lengte wordt de Betuweroute tegen de A15 aangelegd. Op deze wijze kan de goederenspoorlijn zo goed mogelijk in het bestaande landschap worden ingepast en worden dorpen en steden zoveel mogelijk ontzien. De onderbouw van de A15-lijn is nagenoeg gereed. Alle grote bovenbouwcontracten zijn inmiddels opgedragen aan de aannemers.
De verwachte indienststellingsdatum van de gehele Betuwelijn is december 2006.
Middels voortgangsrapportages die halfjaarlijks in het kader van de procedureregeling Grote Projecten worden opgesteld, wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van de risico's en de beheersmaatregelen.
De planning van de aanleg van de Betuweroute ziet er als volgt uit:
Van de Europese Unie worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de Europese Unie en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt thans uitgegaan van een bedrag van € 167 mln.
De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV middelen;
• bijdrage uit het FES;
• bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES;
• bijdrage van de Europese Unie;
• bijdrage Gelderland;
• bijdrage VROM ten behoeve van geluidsmaatregelen Calandbrug;
• bijdrage ProRail.
Tot en met 2004 is door de Europese Unie € 121 mln. betaald. De bijdrage van de Europese Unie (onder andere TEN-gelden) wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat ingediende aanvragen.
Een toelichting op de reeds gedane uitgaven en de verdere planning en organisatie van het project is opgenomen in de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer in het kader van de procedureregeling grote projecten.
Binnen dit productartikel wordt een drietal producten gerealiseerd voor de Hogesnelheidslijn-Zuid.
17.03.01 Hogesnelheidslijn-zuid
Op 29 april 1997 is de Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit genomen door de ministers van VenW en VROM. In december 1999 is het boortunnelcontract gegund, in juli 2000 zijn de 5 contracten voor de civiele onderbouw gegund, en begin 2001 ook het contract railaansluitingen. Langs het tracé zijn de bouwwerkzaamheden in volle gang. Voor de ontwikkeling van de HSL-stations wordt gestreefd naar aparte lokale vormen van publiekprivate samenwerking. Dit wordt nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten.
Vanaf begin 2002 wordt de risico-analyse per kwartaal zeer secuur geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico's nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico's zo veel als mogelijk worden beheerst. De planning van de aanleg van de HSL-Zuid is weergegeven in het onderstaande balkenschema, en is conform de 16e Voortgangsrapportage.
17.03.02 Hogesnelheidslijn-Zuid: spoorwegen personenvervoer
Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door de Minister toegezegd aan de gemeente Breda.
17.03.03 Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen
Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk–Galder) en de A4 (Burgerveen–Leiden) bestaan grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is besloten dat de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.
De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV-middelen;
• een bijdrage uit het FES;
• de bijdrage uit private financiering;
• de bijdragen van de Europese Unie;
• ontvangsten derden.
De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 van deze begroting.
17.04 Anders betalen voor mobiliteit
In de nota mobiliteit deel 1 is aangegeven dat het kabinet een andere manier van betalen voor het gebruik van de weg als een kosteneffectief middel ziet om de bereikbaarheid te verbeteren. In het najaar van 2004 is het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit gestart om tot een maatschappelijk gedragen voorstel te komen voor de implementatie van een andere manier van betalen voor gebruik van de weg. Het voorstel van het Platform is een belangrijke bijdrage voor het kabinetsstandpunt over anders betalen voor mobiliteit in de nota mobiliteit deel 3, inclusief de uitvoeringsagenda.
Het kabinetsstandpunt zal meer richting geven aan dit dossier, waardoor de opdracht van Verkeer en Waterstaat voor 2006 hieromtrent verhelderd wordt.
Hierop vooruitlopend is binnen het FES € 100 mln. gereserveerd voor dekking van de initiële van de voorfase van prijsbeleid.
Na het TCI debat heeft de Tweede Kamer tijdens het AO van 29 juni 2005 ingestemd met het Plan van Aanpak voor de Structuurvisie fase. De Structuurvisie fase is gericht op zorgvuldige besluitvorming in 2006 in samenhang met het Noordvleugelprogramma.
De Structuurvisie Zuiderzeelijn heeft als primair doel om de besluitvorming over nut en noodzaak van het project te faciliteren. Een tweede doel van de Structuurvisie is het vaststellen van de kaders waarbinnen verdere uitwerking in een latere fase dient plaats te vinden (dit zijn selectie van alternatieven en bijbehorende uitwerkingswijze) indien besloten wordt om na het besluit over nut en noodzaak met het project door te gaan.
De Structuurvisie bevat een integrale afweging van alle belangen in het licht van de beoogde maatschappelijke projectdoelen.
De Structuurvisie Zuiderzeelijn moet licht werpen op actualiteit van de probleemstelling, de doelstelling van het project, de mogelijke alternatieven en de samenhang met andere plannen en projecten binnen de ruimtelijke hoofdstructuur en in de betreffende regio's (Noord-Nederland en Noordvleugel van de Randstad). Deze samenhang is mede bepalend voor het maatschappelijk rendement van het project en de ruimtelijke ontwikkeling in de regio's.
De scope van de Structuurvisie bestaat primair uit de vier bekende alternatieven (MZB, HSL, IC & HZL+) en de HZL++, en wordt definitief vastgesteld op basis van de probleemanalyse die een brede insteek heeft en aansluit bij de nationale beleidsnota's Nota Ruimte, Nota Mobiliteit en Pieken in de Delta.
Het Rijk heeft voor de realisatie van een snelle verbinding met het Noorden € 2,73 mld. (prijspeil 2002, netto contante waarde 2010) gereserveerd. De bijbehorende kasstromen staan gereserveerd in de periode 2004–2016.
De op dit artikel geraamde ontvangsten betreft de EU-bijdrage voor de HSL en de Betuweroute en voor € 5 mln. ontvangsten van derden. Zie voor een verdere uitsplitsing de projectoverzichten onder d.
Betuweroute Realisatie IF 17.02.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Betuweroute | 2006 | 2006 | ||||||||||
Reguliere SVV-middelen | 708 | 869 | 213 | 85 | 266 | 137 | 5 | 2 | ||||
FES-middelen | 2 814 | 2 814 | 2 911 | – 97 | ||||||||
Privaat | 828 | 828 | 538 | 290 | ||||||||
Financiering Prorail | 97 | 97 | 33 | 33 | 31 | |||||||
Bijdrage Gelderland | 8 | 8 | 8 | |||||||||
Bijdrage VROM | 14 | 14 | 14 | |||||||||
EU-ontvangsten | 167 | 169 | 121 | 19 | 27 | |||||||
Totaal categorie 0 | 4 636 | 3 805 | 330 | 326 | 168 | 5 | 2 | |||||
Begroting (IF 17.02.01) | 330 | 326 | 168 | 5 | 2 |
Hogesnelheidslijn (HSL) Realisatie IF 17.03 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
HSL-Zuid (IF 17.03.01) | 5 687 | 5 471 | 4 910 | 436 | 301 | 38 | 2 | 0 | 0 | 2006/ 2007 | 2006/ 2007 | |
–Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR) | 2 604 | 2 526 | 2 375 | 31 | 158 | 38 | 2 | 0 | 0 | |||
–Fes regulier | 1 711 | 1 686 | 1 764 | 47 | – 101 | |||||||
–Privaat | 936 | 936 | 513 | 251 | 172 | |||||||
–EU-ontvangsten | 176 | 176 | 163 | 6 | 7 | |||||||
–Ontvangsten derden | 50 | 34 | 45 | 5 | ||||||||
–Risicoreservering | 210 | 113 | 50 | 95 | 65 | |||||||
HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02) | 115 | 113 | 104 | 9 | 2 | |||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03) | 997 | 925 | 919 | 68 | 9 | 1 | ||||||
Totaal categorie 0 (excl. reeks Infraprovider) | 6 799 | 5 933 | 512 | 312 | 39 | 2 | 0 | 0 | ||||
Begroting (IF 17.03) | 512 | 312 | 39 | 2 | 0 |
Zuiderzeelijn Planstudie IF 17.05.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedrag in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Zuiderzeelijn1 | 2 851 | tn2 | ot | tb/pr | pm | ||||||
Totaal categorie 1 | 2 851 |
1 Betreft geïndexeerde waarde van de rijksbijdrage à € 2,73 mld (prijspeil 2002).
2 Afhankelijk van de uitkomst van de besluitvorming voorjaar 2006 op basis van de Structuurvisie ZZL.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
ot ontwerp-tracébesluit of ontwerp-projectbesluit
tb/pb tracébesluit/projectbesluit
pr procedures rond
a. Relatie produkten en beleid
Artikel 18 bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen. Bij elk onderdeel zal het verband met het artikel uit de begroting van Hoofdstuk XII worden vermeld. Vanaf 2005 worden de kosten voor bodemsanering (18.2) toegerekend aan de projecten waar zich bodemverontreiniging voordoet.
Met de aan Railinfrabeheer (18.5) verstrekte lening worden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden van de begroting van V&W (Hoofdstuk XII), uit te voeren .
b. Budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
18. Overige uitgaven | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Verplichtingen | 52 555 | 49 896 | 49 500 | 47 088 | 46 211 | 46 597 | 29 932 |
Uitgaven | 58 250 | 55 234 | 50 114 | 50 845 | 48 333 | 46 598 | 29 932 |
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen | mem | mem | mem | mem | mem | ||
18.02 Bodemsanering | 1 448 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.03 Intermodaal vervoer | 908 | 7 181 | 3 087 | 3 757 | 2 121 | 0 | 0 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel) | 92 | 1 100 | 1 000 | 1 000 | 0 | 0 | 0 |
18.05 Railinfrabeheer | 49 860 | 40 119 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 |
18.07 Modaliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 5 942 | 6 834 | 5 812 | 5 862 | 6 088 | 6 305 | 6 034 |
18.07.01 Nationale basisinformatievoorziening en ov. uitgaven | 5 942 | 6 834 | 5 812 | 5 862 | 6 088 | 6 305 | 6 034 |
Van totale uitgaven: | |||||||
–Bijdrage aan baten-lastendienst | 6 790 | 5 785 | 5 835 | 6 061 | 6 278 | 6 034 | |
–Restant | 48 444 | 44 329 | 45 010 | 42 272 | 40 320 | 23 898 | |
–waarvan op 1 januari 2006 juridisch verplicht | 100% | 9% | 11% | 12% | 8% | 13% | |
18.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 49 860 | 40 119 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 |
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen | |||||||
Ontvangsten | 228 135 | 142 235 | mem | mem | mem | mem | mem |
18.01 Saldo van afgesloten rekeningen
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
Op dit artikel zijn uitgaven verantwoord voor bodemsanering bij de aanleg van projecten in het kader van de investeringsimpuls (1994) en de ontsluiting van VINEX locaties. Vanaf 2005 zijn er geen middelen meer beschikbaar.
In dit produktartikel worden de produkten van Intermodaal Vervoer beschreven. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn opgenomen in Hoofdstuk XII van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Het produktartikel heeft betrekking op beleidsartikel 35, Mainport en logistiek.
Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken ten aanzien van het ruimtelijk beleid. Een aantal acties is afhankelijk van afspraken op Europees niveau, waarbij de effectiviteit van een deel van de acties ook wordt bepaald door de beschikbaarheid en toegankelijkheid van internationale netwerken. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.
Uit de Economische Impact Studie Railgoederenvervoer (EISR) studie blijkt dat er een behoefte bestaat aan enkele grote terminals op de primaire assen van het spoornetwerk, voornamelijk ten behoeve van het faciliteren van de overslag van weg naar spoor en omgekeerd, maar ook ten behoeve van het accommoderen van innovatieve mogelijkheden als «trailers-on-trains». Nieuwe industriegebieden, zoals Maasvlakte II, dienen te worden ontsloten.
De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de Railservicecentra. Onderzocht zal worden of, en zo ja, wanneer er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen.
18.03.01 Realisatieprogramma intermodaal vervoer
Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)
Doel van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals was het bieden van de mogelijkheid om de capaciteit van het infrastructurele netwerk optimaal te benutten. Door het verstrekken van subsidies aan de openbare overslagterminals is het terminalnetwerk versterkt en is een modal shift gestimuleerd. Met behulp van deze subsidies zijn nieuwe openbare overslagterminals gerealiseerd en is de capaciteit van bestaande overslagterminals vergroot. De SOIT is tussentijds geëvalueerd en de Minister heeft in 2003 besloten de regeling niet in zijn huidige vorm te verlengen.
De looptijd van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals is per 1 januari 2004 verstreken.Nieuwe aanvragen kunnen derhalve niet meer worden ingediend. De afwikkeling van de reeds ingediende aanvragen vindt in 2005 plaats en zal afhankelijk van de planning en uitvoering van de gehonoreerde projecten naar verwachting doorlopen naar 2008.
Omdat uit een in 2004 ter beschikking gekomen evaluatieonderzoek is gebleken dat de doelstelling van een landelijk dekkend terminalnet is bereikt, is de eerder gebruikte prestatie-indicator komen te vervallen.
Ten behoeve van de subsidieregeling SOIT zijn tien projecten in uitvoering genomen en dus verplicht. Van die tien zijn er inmiddels zes gerealiseerd. Voor 2 projecten wordt nog formeel een beschikking geslagen. Dit betreft het restant van de SOIT regeling en is bestuurlijk gebonden en beleidsmatig gereserveerd. De verkenningen en planstudies ten aanzien van Railservicecentra zijn niet vastgelegd in verplichtingen.
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel)
De Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit stellen de uitvoering van het beleid centraal waardoor de prioriteit komt te liggen bij praktisch uit te voeren gebiedsgerichte plannen. Het kabinet heeft er voor gekozen om de uitvoering van projecten een viertal gebieden in Nederland via een samenhangend programma te organiseren. Dit om de gecoördineerde rijksinzet in te vullen, waarbij het kabinet een selectie van inrichtingsopgaven financieel en inhoudelijk op hoofdlijnen integraal afweegt. Binnen de programma's is er voor gekozen om te focussen op een beperkt aantal projecten die samenhang vertonen en bij de besluitvorming «in elkaar haken». In de Nota Ruimte worden deze gebieden aangeduid: de Noordvleugel en de Zuidvleugel van de Randstad, Zuidoost Brabant/Noord Limburg en het Groene Hart. Elk programma wordt door een ander ministerie gecoördineerd, waarbij de Minister van V&W verantwoordelijk is voor het programma Noordvleugel. De overzichtsconstructie van het Noordvleugelprogramma is bijgevoegd.
De samenhang tussen infrastructuur en overige ruimtelijke ontwikkelingen doet zich vooral in de Noordvleugel sterk voor. De projecten die in het Noordvleugelprogramma zijn opgenomen zijn deels ruimtelijke ontwikkelingsprojecten (verstedelijking) die door VROM worden getrokken, en deels infrastructurele projecten waarvoor V&W verantwoordelijk is. Het gaat om de volgende projecten:
• Mainport Schiphol (mn. landzijdige ontsluiting luchthaven): zie HXII, art. 35.1
• Planstudie weg Schiphol–Almere: zie IF 12
• Zuiderzeelijn: zie IF 17.05
• NSP Amsterdam Zuidas: zie IF 13
• Verkenning Utrecht: zie IF 12.05.01
• De projecten «Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer», «Almere» en «Verstedelijking Utrecht» drukken op de VROM begroting (HXI).
Op dit artikel worden de coördinatiekosten van het programma Noordvleugel verantwoord. In totaal staat hiervoor in de periode 2005 tot en met 2007 ca. € 3 mln ter beschikking.
De aandelen van Railinfrabeheer B.V. (als onderdeel van Rail Infra Trust (RIT)) zijn per 1 juli 2002 overgedragen aan de Staat der Nederlanden. Railinfrabeheer B.V. kan met ingang van 1 januari 2001 niet meer voorzien in de financiering van de investeringen door het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt.
Daarom was de mogelijkheid geschapen dat Prorail gebruik kon maken van zogenaamde schatkistleningen via een lening van het ministerie van Financiën aan Verkeer en Waterstaat
Op dit artikel wordt de rente over en aflossing van deze schatkistleningen verantwoord die in de periode 2001/2002 zijn verstrekt aan Prorail.
Het betreft hier de leningen die door het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat beschikbaar zijn gesteld om vervolgens door Verkeer en Waterstaat aan Prorail te worden uitgeleend.
In totaal is op deze wijze € 806 mln via Verkeer en Waterstaat aan Prorail beschikbaar gesteld (€ 483 mln in 2001 en € 323 mln in 2002). De aflossingen vinden plaats in 2011 en 2012. De uitgaven betreffen de betalingen van rente (en aflossing) van Verkeer en Waterstaat aan Financiën en de ontvangsten betreffen de betalingen van rente (en aflossing) Prorail aan Verkeer en Waterstaat.
18.07 Modaliteitsafhankelijke kennis en expertise
18.07.01 Nationale basisinformatievoorziening en overige uitgaven
De nationale basisinformatievoorziening heeft betrekking op het verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens voor een limitatief aantal informatiebestanden betreffende de waterstaatkundige toestand van het land, het verkeer te water en het wegverkeer. Het gaat om taken die wettelijk bij Rijkswaterstaat zijn neergelegd en gelden als standaard voor gebruik in Nederland. Deze producten zijn gewaarmerkt als potentiële authentieke registraties.
Voorbeelden van nationale basisinformatie zijn:
• Informatiebestanden betreffende de geometrische infrastructuur in Nederland zoals het NAP-peilmerkennet waarmee belangrijke hoogte(laagte)verschillen worden beoordeeld of het Actief GPS Referentiesysteem (AGRS.nl) dat de basis vormt voor een betrouwbaar en uitermate nauwkeurig gebruik van GPS in Nederland.
• Opstellen van waterstandsverwachtingen en geven van stormvloedwaarschuwingen aan beheerders van waterkeringen en anderen aan de hand van berekeningen met atmosferische modellen en waterbewegingsmodellen, gekoppeld aan meetgegevens uit verschillende automatische meetnetten.
De overige uitgaven betreffen de uitgaven voor grensoverschrijdende netwerkoverleg.
Intermodaal vervoer Realisatie IF 18.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | huidig | vorig |
Multi- en modaalvervoer | ||||||||||||
Regionale terminals | 21 | 21 | 13 | 2 | 2 | 2 | 2 | divers | divers | |||
Totaal categorie 0 | 21 | 13 | 2 | 2 | 2 | 2 | ||||||
Ruimte voor planstudies | 5 | 1 | 2 | |||||||||
Begroting (IF 18.03.01) | 7 | 3 | 4 | 2 |
19. Bijdragen andere begrotingen rijk
a. Relatie produkten en beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord, die ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII). Het productartikel is gerelateerd aan artikel 39 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds.
Daarnaast wordt op dit artikel de bijdrage ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) verantwoord.
b. Budgettaire gevolgen van uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Ontvangsten | 5 737 296 | 5 496 449 | 6 246 245 | 6 484 483 | 6 293 167 | 6 432 813 | 6 635 749 |
19.09 Ten laste van begroting VenW | 4 116 936 | 4 031 120 | 4 745 454 | 4 553 080 | 4 560 854 | 4 666 661 | 4 762 777 |
19.10 Ten laste van het FES | 1 620 360 | 1 465 329 | 1 500 791 | 1 931 403 | 1 732 313 | 1 766 152 | 1 872 972 |
19.09 Ten laste van begroting VenW
Niet van toepassing.
In de volgende tabel wordt de bijdrage uit het FES (art 19.10) uitgesplitst naar de verschillende categorieën van projecten.
Uitsplitsing bijdrage FES (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Betuweroute | 197 503 | |||||
HSL-Zuid | 362 081 | 71 640 | ||||
Impuls f 1,9 mld | 90 595 | 31 492 | 4 764 | |||
12 mld impuls | – 149 359 | 509 682 | 1 095 312 | 974 542 | 1 067 053 | 1 064 020 |
Bor | 640 039 | 444 761 | 316 825 | 237 178 | 230 839 | 343 039 |
FES-bruggetje | 150 694 | 185 607 | 260 891 | 284 563 | 226 369 | 193 912 |
Voorfinanciering GIS | – 32000 | – 33 000 | – 34 000 | |||
Fileplan ZSM | 162000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 |
BISK/Proces en systeem innovatie | 2 775 | 2 610 | 2 610 | 2 030 | 3 890 | |
A2 Maastricht | 9 000 | 9 000 | 5 000 | 5 000 | ||
Amsterdam Zuid-as | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
Totaal art 19.10 | 1 465 329 | 1 500 791 | 1 931 403 | 1 732 313 | 1 766 152 | 1 872 972 |
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 429 772 | 336 162 | 363 740 | 536 969 | 638 549 | 659 354 |
Nieuwe mutaties | 193 599 | – 33 903 | 7 845 | 30 887 | – 1 928 | – 2 543 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 623 371 | 302 259 | 371 585 | 567 856 | 636 621 | 656 811 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 565 876 | 531 587 | 548 737 | 562 090 | 639 197 | 632 756 |
Nieuwe mutaties | – 8 426 | – 57 939 | – 32 479 | 28 674 | – 1 930 | – 695 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 557 450 | 473 648 | 516 258 | 590 764 | 637 267 | 632 061 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Looncompensatie | 974 | 117 | 120 | 121 | 111 | 109 |
2Prijscompensatie | 2 516 | 2 350 | 2 484 | 2 736 | 3 020 | 2 906 |
3Correctie prijscomp. Ruimte voor de Rivier | – 730 | |||||
4Rente Deltaplan Grote Rivieren | 8 000 | |||||
5Oplossing kasritmeprobl. IF | – 4 907 | – 33 967 | – 43 271 | 27 662 | 15 269 | 6 883 |
6Inkooptaakstelling | – 429 | – 1 023 | – 1 597 | – 1 597 | – 1 597 | |
7Vanuit Maaswerken splitsing WB21 | 637 | 229 | 594 | 583 | 64 | – 78 |
8Vanuit Ruimte voor de Rivier splitsing WB21 | 145 | 174 | – 543 | – 549 | – 502 | 238 |
9Wijziging aanbestedingsmeevallers | 4 210 | 250 | 6 780 | 6 760 | 6 470 | 8 200 |
10Proses | – 4 545 | |||||
11Kasschuif Zwakke Schakels Kust | 32000 | 22000 | 24 000 | 18 000 | ||
12Beleidsvoorbereiding naar hoofdstuk XII | – 13 084 | – 12 685 | – 12 136 | – 12 619 | – 12 470 | – 12 544 |
13Saldering BLS ontvangsten | – 33 755 | – 33 755 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 |
14Vorming baten-lastendienst RWS | 26 838 | 19 777 | 18 177 | 19 238 | 19 675 | 20 124 |
15Risico's Maaswerken | – 20 309 | – 2000 | ||||
Totaal | – 8 426 | – 57 939 | – 32 479 | 28 674 | – 1 930 | – 695 |
ad 1 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Dit betreft een correctie van de toegekende prijsindexering bij begroting 2005.
ad 4 Deze mutatie heeft betrekking op de rentekosten in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren voor de Gemeente Rotterdam.
ad 5 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritme-problematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft deze problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.
ad 6 Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 7 en 8 Mutatie betreft de afronding van de ontvlechting van de programma's Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en WB21.
ad 9 Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005 opgenomen verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005 budgettair neutraal.
ad 10 De mutatie vloeit voort uit de financiering van de kosten voor de toegankelijkheidsprojecten verbandhoudende met de verdieping van de Westerschelde en de Memorandum of Understanding met het Belgische Vlaanderen. Deze kosten worden verantwoord op artikel 15 waarbij de financiering gevonden is binnen het Infrastructuurfonds.
ad 11 Deze kasschuif is een aanpassing aan de projectplanning van het programma Zwakke Schakels Kust.
ad 12 In het kader van de conversie van de begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegroting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid». en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».
ad 13 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kan worden verlaagd.
ad 14 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).
ad 15 Uit dit artikel wordt uit de jaren 2009 en 2010 in totaal ca. € 22,3 mln. overgeboekt naar artikel 16 ten behoeve van de Maaswerken.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 46 372 | 38 111 | 36 954 | 36 627 | 35 727 | 35 727 |
Nieuwe mutaties | – 33 755 | – 31 955 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 12 617 | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Hogere ontvangsten Maaswerken | 1 800 | |||||
2Saldering BLS-ontvangsten | – 33 755 | – 33 755 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 |
Totaal | – 33 755 | – 31 955 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 | – 35 661 |
ad 1 In 2006 wordt een hogere ontvangst met betrekking tot het project Maaswerken verwacht. Analoog daaraan worden de uitgaven met eenzelfde bedrag verhoogd.
ad 2 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 1 411 970 | 2 156 574 | 2 382 096 | 2 790 415 | 2 574 209 | 2 702 132 |
Nieuwe mutaties | 967 497 | – 31 487 | 5 209 | 144 539 | 18 689 | 95 810 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 2 379 467 | 2 125 087 | 2 387 305 | 2 934 954 | 2 592 898 | 2 797 942 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 1 989 564 | 2 523 826 | 2 733 060 | 2 817 157 | 2 620 871 | 2 702 132 |
Nieuwe mutaties | 40 661 | 19 125 | 51 821 | 101 205 | 65 349 | 95 843 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 2 030 225 | 2 542 951 | 2 784 881 | 2 918 362 | 2 686 220 | 2 797 975 |
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Looncompensatie | 2 511 | 336 | 346 | 317 | 284 | 284 |
2Prijscompensatie | 9 464 | 11 727 | 12 685 | 12 554 | 11 699 | 11 699 |
3A12/Nootdorpboog | 3 900 | 3 900 | ||||
4Taakstelling voorlichting | – 150 | – 150 | – 150 | – 150 | – 150 | – 150 |
5Oplossing kasritmeproblematiek IF | – 10 849 | – 62 373 | – 40 510 | 14 640 | – 18 587 | 9 146 |
6Inkooptaakstelling | – 1 371 | – 3 305 | ||||
7Correctie amendement 8 (van Hijum) | 15 000 | 10 000 | 10 000 | 10 000 | 15 000 | |
8Wijziging aanbestedingsmeevallers | – 6 000 | – 5 000 | – 1 000 | – 1 000 | ||
9Kasschuif IPG | – 9 700 | 9 700 | ||||
10Kasschuif | – 24 000 | 12000 | 12000 | |||
11Prijsbeleid | – 8 000 | |||||
12Aanpassing ontvangstenraming | – 5 706 | 6 432 | 12 838 | 9 901 | 7 665 | |
13Saldering BLS Ontvangsten | – 21 151 | – 21 410 | – 21 500 | – 21 426 | – 22 689 | – 22 689 |
14Vorming baten-lastendienst RWS | 87 536 | 76 072 | 77 923 | 73 532 | 70 891 | 73 188 |
15.Overheveling VERA-HWN | 8 000 | |||||
Totaal | 40 661 | 19 125 | 51 821 | 101 205 | 65 349 | 95 843 |
ad 1 Deze mutatie betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Deze mutatie betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie betreft de overboeking naar 12.2 Hoofdwegennet in verband met de overeenkomst inzake de aansluiting A12/Veenweg in de gemeente Nootdorp en het opheffen van de AHOB Veenweg in relatie tot de aanleg van de Nootdorpboog.
ad 4 Dit betreft taakstelling op voorlichting, hetgeen resulteert in mindere dan wel meer sobere communicatie over aanlegprojecten. Hiermee wordt invulling gegeven aan de geparkeerde taakstelling voorlichting op artikel 40 in de begroting van VenW (XII).
ad 5 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.
ad 6 Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 7 De invulling van het amendement van Hijum (versterking onderliggend wegennet) vindt plaats op dit artikel.
ad 8 Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005 opgenomen verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005 budgettair neutraal.
ad 9 Kasschuif als gevolg van een actualisering van de planning van het Innovatieprogramma Geluid.
ad 10 Kasschuif als gevolg van het actualiseren van de planning van de projecten RW12 Veenendaal en CRAAG.
ad 11 Ten behoeve van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit, worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven» naar artikel 17 «Megaprojecten verkeer en vervoer».
ad 12 Door de actualisering van de ontvangstenraming wordt de uitgavenraming voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.
ad 13 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kan worden verlaagd.
Ad 14 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).
Ad 15 In overleg met de regio is het goederenspoorproject VERA doorgeschoven naar 2014. De hiervoor tijdelijk vrijvallende middelen worden omgezet voor de wegenprojecten: N62 (Tractaatweg) en de A9 Zuid (Noord-Brabant).
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 26 451 | 59 880 | 41 471 | 103 115 | 34 789 | 22 689 |
Nieuwe mutaties | – 21 151 | – 27 116 | – 15 068 | – 8 588 | – 12 788 | – 15 024 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 5 300 | 32 764 | 26 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Aanpassen ontvangstenplanning | – 5 706 | 6 432 | 12 838 | 9 901 | 7 665 | |
2Saldering BLS-ontvangsten | – 21 151 | – 21 410 | – 21 500 | – 21 426 | – 22 689 | – 22 689 |
Totaal | – 21 151 | – 27 116 | – 15 068 | – 8 588 | – 12 788 | – 15 024 |
ad 1 Betreft de actualisering van de ontvangstenraming. De uitgavenraming wordt voor hetzelfde bedrag gecorrigeerd.
ad 2 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand 1e suppl wet 2005 | 2 226 636 | 2 399 206 | 1 252 758 | 930 012 | 899 760 | 1 666 924 |
Nieuwe mutaties | 1 324 494 | 133 157 | 58 557 | 834 325 | 40 689 | – 431 708 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 3 551 130 | 2 532 363 | 1 311 315 | 1 764 337 | 940 449 | 1 235 216 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand 1e suppl wet 2005 | 1 542 507 | 1 807 096 | 1 868 290 | 1 753 021 | 1 684 908 | 1 654 924 |
Nieuwe mutaties | – 14 495 | – 31 256 | 153 647 | 157 954 | 257 709 | 257 049 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 1 528 012 | 1 775 840 | 2 021 937 | 1 910 975 | 1 942 024 | 1 911 973 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1.Loonbijstelling 2005 | 1 970 | 361 | 345 | 335 | 318 | 318 |
2.Prijsbijstelling 2005 | 5 699 | 6 818 | 6 926 | 6 508 | 6 391 | 6 391 |
3.A12/Nootdorpboog | – 3 900 | – 3 900 | ||||
4.Aanbestedingsres. Betuweroute | 10 000 | 20 000 | 8 000 | 7 000 | 10 000 | 2000 |
5.Naar VWS | – 10 000 | – 10 000 | ||||
6.Gebruiksvergoeding | – 9 473 | |||||
7.Randstadrail | 1 488 | 2 977 | 2 977 | 2 977 | 2 977 | |
8.Monitoringssysteem HSL | 400 | 400 | 400 | 400 | ||
9.Oplossing kasritmeprobl. IF | 27 165 | – 64 659 | 25 033 | 9 356 | 720 | – 12 259 |
10.Motie Slob tbv HSL | – 10 000 | – 13 000 | ||||
11.Toevoeging HSL-oost | 8 344 | 10 162 | 5 082 | 4 930 | 96 119 | 88 669 |
12.Desaldering Sloelijn | 1 800 | 7 200 | 3 000 | |||
13.Toevoeging IP | 44 374 | 128 784 | 115 348 | 115 784 | 116 553 | |
14.Afdekking risico's spoorprogramma's | – 60 000 | – 37 000 | ||||
15.Van FES: A'dam Zuidas | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
16.Overheveling VERA-HWN | – 8 000 | |||||
Totaal | – 14 495 | – 31 256 | 153 647 | 157 954 | 257 709 | 257 049 |
ad 1 Deze mutatie betreft de loonbijstelling tranche 2005
ad 2 Deze mutatie betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie betreft de overboeking naar 12.2 Hoofdwegennet in verband met de overeenkomst inzake de aansluiting A12/Veenweg in de gemeente Nootdorp en het opheffen van de AHOB Veenweg in relatie tot de aanleg van de Nootdorpboog.
ad 4 Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die ingezet o.a. wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.
ad 5 Deze mutatie betreft de doorwerking van amendement nr. 40 (Dijksma en van Ham) waarmee ook voor de jaren 2006 en 2007 de dekking ongedaan wordt gemaakt van het aantal te bereizen kilometers in de Valys-regeling (bovenregionaal vervoer van gehandicapten).
ad 6 Omdat de decentrale vervoerders een verbruiksvergoeding gaan betalen aan ProRail, kan de subsidie van het rijk aan ProRail worden verminderd. Hiertegenover staat dat afgesproken is dat decentrale vervoerders gecompenseerd worden voor de gebruiksvergoeding die ze aan ProRail betalen.
ad 7 Omdat de Infrastructuur van RandstadRail met ingang van 1 juli 2006 wordt gedecentraliseerd wordt hiervoor geen gebruiksvergoeding meer aan ProRail betaald. Daarom moet de subsidie aan ProRail worden verhoogd. De gereserveerde compensatie (op art 34 van Hoofdstuk XII) aan decentrale overheden, wordt nu overgeheveld naar artikel 13 in het Infrastructuurfonds.
ad 8 Deze mutatie betreft de overboeking uit artikel 34 van Hoofdstuk XII in verband met de monitoring van de Concessieovereenkomst van HSL-vervoer.
ad 9 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.
ad 10 In gevolge van motie Slob wordt in verband met de indexeringsproblematiek HSL een bedrag van in totaal € 23 mln. overgeboekt naar de HSL-Zuid.
ad 11 De bedragen die gereserveerd staan voor de HSL-Oost worden overgeboekt vanuit artikel 17 (Megaprojecten verkeer en vervoer).
ad 12 Op het ontvangsten deel van dit artikel ontstaan hogere ontvangsten met betrekking tot het project Sloelijn, welke evenredig aan het uitgavenartikel worden toegevoegd.
ad 13 De bedragen die gereserveerd staan voor de Infraprovider zijn overgeboekt vanuit artikel 17 (Megaprojecten verkeer en vervoer).
ad 14 In 2005 is er voor de jaren 2005 en 2006 totaal € 97 mln. onttrokken aan de post «Afdekking risico's spoorprogramma's» t.b.v. de onderbouw HSL.
ad 15 Dit betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam Zuidas ten behoeve van een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.
Ad 16 In overleg met de regio is het goederenspoorproject VERA doorgeschoven naar 2014. De hiervoor tijdelijk vrijvallende middelen worden ingezet voor de N62 (Tractaatweg) en de A9 Zuid (Noord-Brabant).
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand 1e supplwet 2005 | 8 296 | 16 000 | 12000 | 14 000 | 14 000 | |
nieuwe mutaties | 1 800 | 22 200 | 68 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 10 096 | 38 200 | 80 000 | 101 000 | 123 000 | 131 000 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Ontvangsten Sloelijn | 1 800 | 7 200 | 3 000 | |||
2Overheveling HSA-reeks | 15 000 | 65 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 | |
Totaal | 1 800 | 22 200 | 68 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 |
ad 1 Op het ontvangsten deel van dit artikel ontstaan hogere ontvangsten met betrekking tot het project Sloelijn, welke evenredig aan het uitgavenartikel worden toegevoegd.
ad 2 Betreft de overheveling van de HSA reeks welke in navolging van de IP-reeks overgeboekt is vanuit artikel 17.
14 REGIONALE EN LOKALE INFRASTRUCTUUR
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 82 613 | 238 544 | 289 677 | 322 491 | 265 681 | 293 690 |
Nieuwe mutaties | – 19 557 | – 12 567 | – 8 686 | – 8 229 | – 13 762 | 1 235 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 63 056 | 225 977 | 280 991 | 314 262 | 251 919 | 294 925 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 250 508 | 337 711 | 557 071 | 336 103 | 265 681 | 293 693 |
Nieuwe mutaties | – 19 894 | – 10 603 | – 99 722 | – 8 264 | – 13 797 | 1 200 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 230 614 | 327 108 | 457 349 | 327 839 | 251 884 | 294 893 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Looncompensatie | 31 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 |
2Prijscompensatie | 797 | 1 610 | 2 124 | 1 539 | 1 006 | 1 006 |
3Inkooptaakstelling | – 15 | – 33 | ||||
4Amersfoort via BDU | – 6 000 | – 2000 | ||||
5Naar BDU | – 91 000 | |||||
6Correctie Amendement 8 (van Hijum) | – 15 000 | – 10 000 | – 10 000 | – 10 000 | – 15 000 | |
7Naar artikel 17 tbv Noordvleugel | – 384 | – 1 000 | ||||
8Vorming baten-lastendienst RWS | 278 | 182 | 183 | 193 | 193 | 190 |
Totaal | – 19 894 | – 10 603 | – 99 722 | – 8 264 | – 13 797 | 1 200 |
ad 1 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 4 Het project Amersfoort CSG zal via de BDU betaald gaan worden, derhalve overheveling naar artikel 39 in de begroting van Hoofdstuk XII.
ad 5 In voorgaande jaren zijn op projecten kleiner dan € 225 mln. gelden tot een bedrag van € 91 mln. niet uitgegeven en aangewend voor financiering van de grotere regionaal lokale infrastructuur projecten. De projecten kleiner dan € 225 mln. waarop indertijd de onderuitputting is opgetreden zijn inmiddels via de GDU+ onderdeel gaan uitmaken van de BDU. Derhalve wordt de € 91 mln. vanuit het artikel lokale infrastructuur teruggeboekt ten gunste van de BDU.
ad 6 De invulling van het amendement van Hijum (versterking onderliggend wegennet) vindt plaats op artikel 12.
ad 7 Deze mutatie betreft een overboeking naar artikel 18 «Overige uitgaven» ten behoeve van de projectorganisatie Noordvleugel.
ad 8 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 330 360 | 448 378 | 453 697 | 563 133 | 575 632 | 608 118 |
Nieuwe mutaties | 62 417 | – 43 288 | 30 758 | 29 241 | 10 620 | 6 932 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 392 777 | 405 090 | 484 455 | 592 374 | 586 252 | 615 050 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 442 237 | 449 552 | 514 617 | 562 038 | 576 984 | 634 716 |
Nieuwe mutaties | 7 839 | 2 658 | 21 800 | 25 240 | 15 621 | 7 477 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 450 076 | 452 210 | 536 417 | 587 278 | 592 605 | 642 193 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Looncompensatie | 1 752 | 207 | 224 | 231 | 214 | 216 |
2Prijscompensatie | 2 558 | 2 381 | 2 734 | 2 981 | 2 999 | 3 113 |
3Inkooptaakstelling | – 697 | – 1 776 | – 4 547 | – 4 547 | – 4 547 | |
4Proses | 1 000 | 5 000 | 3 000 | |||
5Oplossing kasritmeproblematiek IF | 4 032 | – 15 601 | – 9 607 | 1 055 | – 1 340 | – 3 655 |
6Sluizen Zuid Wilemsvaart | 5 000 | 15 000 | 10 000 | |||
7Wijziging aanbestedingsmeevallers | – 4 210 | – 250 | – 780 | – 1 760 | – 5 470 | – 7 200 |
8Saldering BLS Ontvangsten | – 8 704 | – 8 704 | – 1 009 | – 3 236 | – 2 836 | – 1 436 |
9Beleidsvoorbereiding naar hoofdstuk XII | – 6 580 | – 6 580 | – 6 580 | – 6 580 | – 6 580 | – 6 580 |
10Vorming baten-lastendienst RWS | 18 991 | 26 902 | 23 594 | 26 096 | 28 181 | 24 566 |
Totaal | 7 839 | 2 658 | 21 800 | 25 240 | 15 621 | 7 477 |
ad 1 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie op basis van de Ministerraad besluitvorming betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 4 De mutatie vloeit voort uit de financiering van de kosten voor de toegankelijkheidsprojecten verbandhoudende met de verdieping van de Westerschelde en de Memorandum of Understanding met het Belgische Vlaanderen. Deze kosten worden verantwoord op artikel 15 waarbij de financiering gevonden is binnen het Infrastructuurfonds.
ad 5 Deze mutatie is aangebracht ten behoeve van de oplossing van de kasritmeproblematiek op het Infrastructuurfonds. In de jaren 2006 en 2007 betreft de problematiek met name het project HSL, het spoorprogramma en waterkeren waar begrotingsgelden eerder dan voorzien noodzakelijk zullen zijn. Deze benodigde kasschuiven worden opgevangen via de artikelen 11, 12 en 15.
ad 6 Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.
ad 7 Met deze mutatie wordt de in de Voorjaarsnota 2005 opgenomen verwerking van de taakstelling aanbestedingsmeevallers op de desbetreffende sectoren meer in overeenstemming gebracht met de te verwachten realisatie van deze meevallers. Per saldo zijn deze aanpassingen ten opzichte van de Voorjaarsnota 2005 budgettair neutraal.
ad 8 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van het agentschap ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan agentschap) kan worden verlaagd.
ad 9 In het kader van de conversie van de begroting van hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds naar een meer transparante beleidsbegroting c.q. productbegroting worden de meer beleidsgerichte uitgaven op de daarvoor bedoelde artikelen verantwoord. In lijn hiermee worden met deze mutatie, gelden verbonden aan de beleidsvoorbereiding overgeboekt naar de artikelen 31 «Integraal waterbeleid» en 34 «Betrouwbare netwerken en acceptabele bereikbaarheid reistijd realiseren».
ad 10 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 27 491 | 30 474 | 13 570 | 13 897 | 14 797 | 14 797 |
Nieuwe mutaties | – 7 742 | – 7 742 | – 47 | – 1 274 | – 1 874 | – 474 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 19 749 | 22 732 | 13 523 | 12 623 | 12 923 | 14 323 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Scheldevaart | 962 | 962 | 962 | 962 | 962 | 962 |
2Hogere ontvangsten Proses | 1 000 | |||||
3Saldering BLS Ontvangsten | – 8 704 | – 8 704 | – 1 009 | – 3 236 | – 2 836 | – 1 436 |
Totaal | – 7 742 | – 7 742 | – 47 | – 1 274 | – 1 874 | – 474 |
ad 1 Betreft de overheveling van de Scheldevaartontvangsten uit de begroting van VenW (XII) naar het Infrastructuurfonds.
ad 2 Betreft hogere ontvangsten van Vlaanderen ten behoeve van Proses.
ad 3 Als gevolg van de status van Rijkswaterstaat als baten-lastendienst worden de ontvangsten gerelateerd aan onderhoud voor rekening van de baten-lastendienst ontvangen, waardoor evenredig de uitgaven (bijdrage aan de baten-lastendienst) kunnen worden verlaagd.
16 MEGAPROJECTEN NIET VERKEER EN VERVOER
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 64 649 | 73 295 | 65 988 | 146 921 | 234 649 | 276 847 |
Nieuwe mutaties | 35 548 | 6 639 | 3 738 | – 4 992 | 16 140 | 6 658 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 100 197 | 79 934 | 69 726 | 141 929 | 250 789 | 283 505 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 68 290 | 79 415 | 65 988 | 146 921 | 234 649 | 276 847 |
Nieuwe mutaties | 41 435 | 6 639 | 5 227 | 1 561 | 22 693 | 4 516 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 109 725 | 86 054 | 71 215 | 148 482 | 257 342 | 281 363 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Prijscompensatie | 267 | 242 | 278 | 595 | 946 | 946 |
2Extra ontvangsten 2004 Maaswerken | 1 800 | |||||
3Kasschuif | – 8 000 | 4 000 | 4 000 | |||
4Correctie Prijscompensatie RvR | 730 | |||||
5Maaswerken splitsing WB21 | – 637 | – 229 | – 594 | – 583 | – 64 | 78 |
6Ruimte voor de Rivier splitsing WB21 | – 145 | – 174 | 543 | 549 | 502 | – 238 |
7Waalsprong | 48 500 | |||||
8Uitvoeringsorganisatie PMR | 1 450 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 |
9Risico's Maaswerken | 20 309 | 2000 | ||||
Totaal | 41 435 | 6 639 | 5 227 | 1 561 | 22 693 | 4 516 |
ad 1 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 2 De extra ontvangsten op artikel 11 worden ingezet ten behoeve van het project Maaswerken in 2006.
ad 3 Dit betreft een kasschuif als gevolg van een actualisatie van het project Maaswerken.
ad 4 Dit betreft bij begroting 2005 te weinig toegekende prijsindexering. Deze wordt alsnog toegevoegd uit artikel 11 «Hoofdwatersystemen».
ad 5 en 6 Dit betreft de afronding van de ontvlechting van de programma's Ruimte voor de Rivier, Maaswerken en WB21.
ad 7 Dit betreft de compensatie van de planschade Veur-Lent die is ontstaan door het interveniëren in de ontwikkeling van de Waalsprong (VINEX locatie).
ad 8 Deze mutatie betreft de financiering van de uitvoeringsorganisatie PMR.
ad 9 Uit artikel 11 wordt in de jaren 2009 en 2010 in totaal ca. € 22,3 mln. overgeboekt naar dit artikel ten behoeve van de Maaswerken.
17 MEGAPROJECTEN VERKEER EN VERVOER
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 252 320 | 102 004 | 181 015 | 221 869 | 446 908 | 439 183 |
Nieuwe mutaties | 106 423 | 141 725 | – 161 554 | – 212 112 | – 230 345 | – 216 872 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 358 743 | 243 729 | 19 461 | 9 757 | 216 563 | 222 311 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 952 975 | 500 141 | 349 395 | 225 090 | 446 908 | 439 183 |
Nieuwe mutaties | – 83 167 | 144 442 | – 143 013 | – 212 112 | – 230 345 | – 216 872 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 869 808 | 644 583 | 206 382 | 12 978 | 216 563 | 222 311 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Prijsbijstelling | 3 853 | 1 859 | 1 498 | 879 | 1 734 | 1 734 |
2Loonbijstelling | 15 | 1 | ||||
3Aanpassing kasprognose HSL | – 26 691 | – 119 600 | – 11 645 | – 92 713 | – 20 176 | –13 384 |
4Aanpassing kasprognose Betuweroute | – 80 000 | 55 000 | 25 000 | |||
5Aanbestedingsmeevaller Betuweroute | – 40 000 | – 40 000 | – 37 000 | |||
6Toevoeging FES | 13 120 | |||||
7IP-reeks naar artikel 13 | – 44 374 | – 128 784 | – 115 348 | – 115 784 | 116 553 | |
8Motie Slob tbv HSL | 10 000 | 13 000 | ||||
9HSL-Oost naar artikel 13 | – 8 344 | – 10 162 | – 5 082 | – 4 930 | – 96 119 | – 88 669 |
10Prijsbeleid | 8 000 | 2 398 | ||||
11Toevoeging HSL projectbudget | 60 000 | 37 000 | ||||
Totaal | – 83 167 | 144 442 | – 143 013 | – 212 112 | – 230 345 | – 216 872 |
ad 1 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 3 Dit betreft een aanpassing van de kasritme voor de HSL-zuid op basis van de meest recente projectraming, welke wordt opgevangen binnen de totale infrastructuurfondsproblematiek.
ad 4 Deze mutatie betreft een aanpassing van het kasritme van de Betuweroute, die is aangepast op basis van de liquiditeitsprognose van ProRail.
ad 5 Met brief met kenmerk FEZ/2004/1530 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het positieve aanbestedingsresultaat op de Betuweroute van in totaal € 117 mln., die o.a. ingezet wordt voor overwegen/emplacementen, station Breda en de sluizen Zuid Willemsvaart.
ad 6 Deze mutatie betreft de toevoeging van in het FES beschikbare middelen voor prijscompensatie voor de HSL-Zuid.
ad 7 Vanwege de aard van de uitgaven worden de bedragen die gereserveerd staan voor de Infraprovider voortaan verantwoord op artikel 13 (Spoorwegen).
ad 8 In gevolge van motie Slob wordt in verband met de indexeringsproblematiek HSL een bedrag van in totaal € 23 mln. vanuit artikel 13 overgeboekt naar de HSL-Zuid.
ad 9 De bedragen die gereserveerd staan voor de HSL-Oost worden overgeboekt naar artikel 13 (Spoorwegen).
ad 10 Ten behoeve van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit, worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven».
ad 11 In 2005 is er voor de jaren 2005 en 2006 totaal € 97 mln. onttrokken aan de post «Afdekking risico's spoorprogramma's» (artikel 13) voor de onderbouw HSL.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 48 751 | 38 988 | 65 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 |
Nieuwe mutaties | – 10 000 | – 5 000 | – 65 000 | – 87 000 | – 109 000 | – 131 000 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 38 751 | 33 988 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Bijstelling ontvangstenraming Betuweroute | – 10 000 | 10 000 | ||||
2Overheveling HSA-reeks | – 15 000 | – 65 000 | – 87 000 | – 109 000 | – 131 000 | |
Totaal | – 10 000 | – 5 000 | – 65 000 | – 87 000 | – 109 000 | – 131 000 |
ad 1 Betreft een actualisatie van de ontvangstenraming voor de Betuweroute.
ad 2 Betreft de overheveling van de HSA-ontvangsten die in navolging van de IP-uitgaven overgeboekt wordt naar artikel 13.
Opbouw verplichtingen vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 48 797 | 48 241 | 45 206 | 45 314 | 45 678 | 29 535 |
Nieuwe mutaties | 1 099 | 1 259 | 1 882 | 897 | 919 | 397 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 49 896 | 49 500 | 47 088 | 46 211 | 46 597 | 29 932 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 54 135 | 51 253 | 48 963 | 47 436 | 45 679 | 29 535 |
Nieuwe mutaties | 1 099 | – 1 139 | 1 882 | 897 | 919 | 397 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 55 234 | 50 114 | 50 845 | 48 333 | 46 598 | 29 932 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1Loonbijstelling | 22 | 3 | 4 | 3 | 3 | 3 |
2Prijsbijstelling | 69 | 47 | 41 | 42 | 44 | 44 |
3Inkooptaakstelling | – 3 | – 7 | ||||
4Prijsbeleid | – 2 398 | |||||
5Grensoverschijdende netwerkoverleg | 505 | 502 | 502 | 502 | 502 | |
6Noordvleugel | 386 | 1 000 | ||||
7Vorming baten-lastendienst RWS | 503 | 324 | 342 | 350 | 370 | 350 |
Totaal | 1 099 | – 1 139 | 1 882 | 897 | 919 | 397 |
ad 1 Dit betreft de loonbijstelling tranche 2005.
ad 2 Dit betreft de prijsbijstelling tranche 2005.
ad 3 Deze mutatie betreft de rijksbrede verwerking van de in de begroting 2004 bij het ministerie van EZ geparkeerde besparing op professioneel inkopen en aanbesteden uit het Hoofdlijnenakkoord (Balkenende II).
ad 4 Ten behoeven van Prijsbeleid, anders betalen voor mobiliteit, worden gelden overgeboekt vanuit de artikelen 12 «Hoofdwegennet» en 18 «Overige uitgaven» naar artikel 17 «Megaprojecten verkeer en vervoer».
ad 5 Deze mutatie betreft de uitgaven voor grensoverschrijdende netwerkoverleg.
ad 6 Deze mutatie betreft een overboeking vanuit artikel 14 «Regionale en lokale infrastructuur» ten behoeve van de projectorganisatie Noordvleugel.
ad 7 Deze mutatie komt voort uit de vorming van de baten-lastendienst Rijkswaterstaat (zie leeswijzer).
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 182 354 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 |
Nieuwe mutaties | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2006 | 182 354 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 |
19 BIJDRAGEN ANDERE BEGROTINGEN RIJK
19.09 TEN LASTE VAN BEGROTING VERKEER EN WATERSTAAT
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerp-begroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.09 Ten laste van begroting VenW | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 4 000 220 | 4 646 036 | 4 551 141 | 4 440 176 | 4 525 110 | 4 622 694 |
Nieuwe mutaties | 30 900 | 99 418 | 1 939 | 120 678 | 141 551 | 140 083 |
Stand ontwerp-begroting 2006 | 4 031 120 | 4 745 454 | 4 553 080 | 4 560 854 | 4 666 661 | 4 762 777 |
Voor de toelichting wordt verwezen naar het gestelde onder artikel 39 in de Verdiepingsbijlage bij de begroting van VenW (XII).
19.10 TEN LASTE VAN HET FONDS ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.10 Bijdragen van het Fonds Economische Structuurversterking | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
Stand eerste Suppl. Wet 2005 | 1 456 329 | 1 478 671 | 1 926 403 | 1 712 313 | 1 741 152 | 1 812 972 |
Nieuwe mutaties | 9 000 | 22 120 | 5 000 | 20 000 | 25 000 | 60 000 |
Stand ontwerp-begroting 2006 | 1 465 329 | 1 500 791 | 1 931 403 | 1 732 313 | 1 766 152 | 1 872 972 |
Specificatie nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
1HSL-Zuid | 13 120 | |||||
2Ondertunneling A2 Maastricht | 9 000 | 9 000 | 5 000 | 5 000 | ||
3Amsterdam Zuidas | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
Totaal | 9 000 | 22 120 | 5 000 | 20 000 | 25 000 | 60 000 |
ad 1 Deze mutatie heeft betrekking op de toevoeging van in het FES beschikbare middelen voor prijscompensatie voor de HSL-Zuid.
ad 2 In de begroting 2004 van VROM zijn gelden toegevoegd vanuit het FES voor de ondertunneling A2 Maastricht. In het kader van de motie de Nerée zijn deze uitgaven naar VenW geschoven, maar de ontvangsten zijn abusievelijk bij VROM blijven staan. Met deze mutatie worden ook de VROM ontvangsten uit het FES naar de begroting van VenW gebracht. Per saldo heeft dit geen wijzigingen in het Infrastructuurfonds tot gevolg.
ad 3 Dit betreft de bijdrage uit het FES voor Amsterdam Zuidas ten behoeve van een grotere lengte van het benodigde 4-sporige trajectdeel tussen Zuid/WTC en de keersporen.
In deze paragraaf wordt de relatie tussen de budgetten uit de «oude» begroting 2005 en die uit de onderliggende nieuwe begroting 2006 inzichtelijk gemaakt. Dit inzicht is meerjarig voor de periode t/m 2010 en op basis van de laatste door de Kamer geautoriseerde begrotingsstand (eerste suppletore begroting 2005).
Af te leiden valt waar het begrotingsgeld in de oude structuur was geraamd en waar dit in de huidige structuur is terug te vinden («was-wordt»). Voor de volledigheid is ook een tabel opgenomen waarbij het omgekeerde getoond wordt («wordt-was»), waardoor in een oogopslag kan worden bezien uit welke oude budgetten het nieuwe is opgebouwd. Bij deze laatste tabel worden de uitgaven niet meer herhaald.
Er is niet direct sprake van een fors gewijzigde indeling. De artikelen worden compacter gepresenteerd, zonder te raken aan Wet en Besluit Infrastructuurfonds. In de Leeswijzer is al ingegaan op de relatie met de nieuwe beleidsbegroting van VenW (XII) en het feit dat nu binnen de artikelen meer inzicht wordt geboden dan in de oude situatie.
Bij de oude indeling was (op het niveau van de wetstaat) eerst een onderverdeling naar droge en natte infra, megaprojecten, algemene uitgaven en bijdragen andere begrotingen Rijk. Daarbinnen was een verdere opsplitsing naar sectoren, projecten of overige items.
In de nieuwe indeling is dit ontdaan van de opsmuk en meer overzichtelijk gemaakt door een herkenbare indeling naar de diverse sectoren (NoMo). Dit heeft onder andere geleid tot een apart artikel voor de vaarwegfunctie.
Nieuw is verder de introductie van een apart artikel Mega's niet-Verkeer en Vervoer (PMR, Ruimte voor de Rivier, Maaswerken) naast de Megaprojecten voor Verkeer en Vervoer. De afzonderlijke megaprojecten zijn in de nieuwe begrotingsindeling als apart artikelonderdeel verwerkt.
In de navolgende tabel is op hoofdlijnen aangegeven waar de oude artikelen in de nieuwe situatie neerslaan.
Oude indeling (wetstaat) | 01 Droge infra | 02 Natte infra | 03 Megaprojecten | 04 Algemene uitgaven | 05 Bijdragen tlv andere begr. |
01.01 Rijkswegen | 02.01 Waterkeren | 03.01 Westerscheldetunnel | 04.01 Voordelig/nadelig saldo | 05.01 Bijdragen tlv begroting VenW | |
01.02 Railwegen | 02.02 Waterbehe- ren en vaarwegen | 03.02 Betuweroute | 04.02 Bodemsanering | 05.04 Bijdragen tlv Fes | |
01.03 Reg./lokale infra | en vaawegen | 03.03 HSL | 04.03 Intermodaal vervoer | ||
03.05 Betaald rijden | 04.05 Garanties | ||||
03.06 Zuiderzeelijn | 04.06 Prijsbijstelling Fes | ||||
03.07 Project Mainportontw. | 04.07 Regionale Mob.fondsen | ||||
Rotterdam (PMR) | 04.08 Rail-infra- beheer | ||||
Nieuwe indeling (wetstaat) | ↓ | ↓ | ↓ | ↓ | ↓ |
11Hoofdwatersystemen | 02.01, 02.02 | ||||
12Hoofdwegennet | 01.01 | ||||
13Railwegen | 01.02 | ||||
14Regionaal, lokale infra | 01.03 | 04.07 | |||
15Hoofdvaarwegennet | 02.02 | ||||
16Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer | 02.01 | 03.07 | |||
17Megaprojecten Verkeer en Vervoer | 03.01 t/m 03.06 | ||||
18Overige uitgaven | 04.01, 04.02, 04.03, 04.05, 04.08 | ||||
19Bijdragen andere begrotingen Rijk | 05.01, 05.04 |
Tabel WAS-WORDT | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
WAS: | UITGAVEN | WORDT: | UITGAVEN | |||||||||||||
Instr. | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | Art. Ond. | product | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | ||
01 DROGE INFRASTRUCTUUR | ||||||||||||||||
01.01 | Rijkswegen | |||||||||||||||
01.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 17 274 | 9 548 | 8 655 | 8 799 | 8 832 | 8 868 | 12.05 | Verkenn. en planst. voor tb | 12.05.02 | 17 274 | 9 548 | 8 655 | 8 799 | 8 832 | 8 868 |
01.01.02 | aanleg: realisatie | 1 194 545 | 1 624 299 | 1 841 768 | 1 949 170 | 1 782 773 | 1 820 228 | 12.03 | Aanleg, benutting en planst. ná tb | 12.03.01 | 1 194 545 | 1 624 299 | 1 841 768 | 1 949 170 | 1 782 773 | 1 820 228 |
01.01.03 | BenO: voorbereiding | 31 834 | 37 204 | 31 242 | 32 505 | 33 666 | 34 574 | 12.01 | Verkeersmanagement | 12.01.01 | 3 200 | 3 200 | 3 200 | 3 200 | 3 200 | 3 200 |
01.01.03 | BenO: voorbereiding | 12.02 | BenO | 12.02.02 | 28 634 | 34 004 | 28 042 | 29 305 | 30 466 | 31 374 | ||||||
01.01.04 | BenO: realisatie | 695 217 | 823 163 | 822 090 | 786 011 | 753 495 | 795 567 | 12.01 | Verkeersmanagement | 12.01.01 | 7 165 | 7 165 | 7 165 | 7 165 | 7 165 | 7 165 |
01.01.04 | BenO: realisatie | 12.02 | BenO | 12.02.01 | 591 169 | 581 936 | 562 863 | 651 784 | 630 268 | 671 340 | ||||||
01.01.04 | BenO: realisatie | 12.02 | BenO | 12.02.02 | 20 400 | 20 400 | 20 400 | 20 400 | 20 400 | 20 400 | ||||||
01.01.04 | BenO: realisatie | 12.02 | BenO | 12.02.03 | 29 821 | 167 000 | 185 000 | 60 000 | 49 000 | 50 000 | ||||||
01.01.04 | BenO: realisatie | 12.04 | Geïntegreerde conctractvormen | 12.04.00 | 46 662 | 46 662 | 46 662 | 46 662 | 46 662 | 46 662 | ||||||
01.01.05 | Bediening | 17 299 | 17 120 | 16 928 | 17 485 | 17 955 | 17 992 | 12.01 | Verkeersmanagement | 12.01.01 | 17 299 | 17 120 | 16 928 | 17 485 | 17 955 | 17 992 |
01.01.06 | Basisinformatie | 32 099 | 25 681 | 24 484 | 25 565 | 26 579 | 27 371 | 12.01 | Verkeersmanagement | 12.01.01 | 19 765 | 15 593 | 14 815 | 15 518 | 16 176 | 16 692 |
01.01.06 | Basisinformatie | 12.02 | BenO | 12.02.01 | 9 630 | 7 704 | 7 345 | 7 669 | 7 974 | 8 211 | ||||||
01.01.06 | Basisinformatie | 15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | 1 100 | ||||||
01.01.06 | Basisinformatie | 18.07 | Modaliteitsonafh. Kennis/expertise | 18.07.01 | 1 604 | 1 284 | 1 224 | 1 278 | 1 329 | 1 368 | ||||||
01.02 | Railwegen | |||||||||||||||
01.02.01 G | aanleg: verkenn. en planst. | 13.05 | Verkenn. en planst. | 13.05.02 | 7 769 | 46 | 2 045 | 45 | 45 | 45 | ||||||
01.02.01 P | aanleg: verkenn. en planst. | 26 957 | 8 565 | 4 812 | 2 102 | 2 103 | 2 103 | 13.05 | Verkenn. en planst. | 13.05.01 | 19 188 | 8 519 | 2 767 | 2 057 | 2 058 | 2 058 |
01.02.02 G | aanleg: realisatie | 25 706 | 40 478 | 46 106 | 15 640 | 16 699 | 48 106 | 13.03 | Aanleg | 13.03.02 | 25 706 | 40 478 | 46 106 | 15 640 | 16 699 | 48 106 |
01.02.02 P | aanleg: realisatie | 565 763 | 718 988 | 812 274 | 804 484 | 843 679 | 752 599 | 13.03 | Aanleg | 13.03.01 | 565 763 | 718 988 | 812 274 | 804 484 | 843 679 | 752 599 |
01.02.04 | BenO: realisatie | 822 066 | 937 050 | 903 083 | 828 780 | 746 858 | 776 547 | 13.02 | Onderhoud en vervanging | 13.02.01 | 822 066 | 937 050 | 903 083 | 828 780 | 746 858 | 776 547 |
01.02.05 | Prorail: verkeersleiding | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 13.01 | Railverkeersbegeleiding | 13.01.01 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 | 75 569 |
01.02.06 | leenfaciliteit | 26 446 | 26 446 | 26 446 | 26 446 | 13.03 | Aanleg | 13.03.03 | 26 446 | 26 446 | 26 446 | 26 446 | ||||
01.03 | Regionale/lokale infra | |||||||||||||||
01.03.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 4 891 | 4 186 | 4 122 | 4 178 | 4 082 | 4 085 | 14.01 | Grote reg./lokale projecten | 14.01.02 | 4 891 | 4 186 | 4 122 | 4 178 | 4 082 | 4 085 |
01.03.02 | aanleg: realisatie | 156 839 | 240 536 | 523 949 | 331 925 | 261 599 | 289 608 | 14.01 | Grote reg./lokale projecten | 14.01.03 | 156 839 | 240 536 | 523 949 | 331 925 | 261 599 | 289 608 |
01.03.03 | Duurzaam Veilig | 4 868 | 1 361 | 14.01 | Grote reg./lokale projecten | 14.01.03 | 4 868 | 1 361 | ||||||||
01.03.05 | GDU | 21 421 | 14.01 | Grote reg./lokale projecten | 14.01.03 | 21 421 | ||||||||||
02 NATTE INFRASTRUCTUUR | ||||||||||||||||
02.01 | Waterkeren | |||||||||||||||
02.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 5 558 | 4 444 | 2 102 | 3 945 | 3 252 | 3 522 | 11.05 | Verkenn. en planst. | 11.05.02 | 4 062 | 3 125 | 1 478 | 2 605 | 2 287 | 2 477 |
02.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 11.05 | Verkenn. en planst. | 11.05.03 | 1 496 | 1 319 | 624 | 1 340 | 965 | 1 045 | ||||||
02.01.02 | aanleg: realisatie | 119 026 | 89 431 | 114 010 | 162 977 | 266 619 | 273 675 | 11.03 | Aanleg | 11.03.01 | 119 026 | 89 431 | 114 010 | 162 977 | 266 619 | 273 675 |
02.01.03 | BenO: voorbereiding | 12 310 | 11 965 | 12 715 | 12 887 | 12 890 | 12 899 | 11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 1 959 | 1 921 | 2 041 | 2 069 | 2 069 | 2 071 |
02.01.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.01 | 9 279 | 8 993 | 9 558 | 9 687 | 9 689 | 9 696 | ||||||
02.01.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.04 | 1 072 | 1 051 | 1 116 | 1 131 | 1 132 | 1 132 | ||||||
02.01.04 | BenO: realisatie | 94 229 | 101 543 | 79 882 | 77 004 | 62 874 | 61 953 | 11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 3 772 | 4 062 | 2 745 | 2 631 | 2 514 | 2 478 |
02.01.04 | BenO: realisatie | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.01 | 52 613 | 65 280 | 47 524 | 45 236 | 31 391 | 30 547 | ||||||
02.01.04 | BenO: realisatie | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.02 | 2 599 | 3 895 | 1 627 | 1 461 | 1 254 | 1 186 | ||||||
02.01.04 | BenO: realisatie | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.04 | 31 243 | 25 092 | 24 808 | 24 534 | 24 568 | 24 592 | ||||||
02.01.04 | BenO: realisatie | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.05 | 4 002 | 3 214 | 3 178 | 3 142 | 3 147 | 3 150 | ||||||
02.01.05 | Ruimte voor de Rivier | 13 216 | 6 174 | 26 657 | 99 251 | 205 498 | 252 738 | 16.02 | Ruimte voor de Rivier | 16.02.02 | 13 216 | 6 174 | 26 657 | 99 251 | 205 498 | 252 738 |
02.01.06 | Maaswerken | 51 637 | 57 504 | 26 594 | 34 583 | 17 064 | 13 922 | 16.03 | Maaswerken | 16.03.01 | 51 637 | 57 504 | 26 594 | 34 583 | 17 064 | 13 922 |
02.02 | Waterbeheren en vaarwegen | |||||||||||||||
02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 13 591 | 8 139 | 8 038 | 8 141 | 8 139 | 8 139 | 11.05 | Verkenn. en planst. | 11.05.02 | 764 | 588 | 581 | 588 | 588 | 588 |
02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 11.05 | Verkenn. en planst. | 11.05.03 | 3 993 | 3 072 | 3 033 | 3 073 | 3 072 | 3 072 | ||||||
02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. | 15.05 | Verkenn. en planst. voor tb | 15.05.02 | 8 834 | 4 479 | 4 424 | 4 480 | 4 480 | 4 480 | ||||||
02.02.02 | aanleg: realisatie | 226 128 | 187 817 | 170 313 | 157 294 | 150 970 | 208 484 | 11.03 | Aanleg | 11.03.02 | 114 259 | 125 420 | 84 287 | 72 693 | 52 329 | 38 803 |
02.02.02 | aanleg: realisatie | 15.03 | Aanleg, benutting en planst. ná tb | 15.03.01 | 111 869 | 62 397 | 86 026 | 84 601 | 98 641 | 169 681 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 24 416 | 22 945 | 24 203 | 25 168 | 26 048 | 25 784 | 11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 1 540 | 1 510 | 1 648 | 1 755 | 1 851 | 1 822 |
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.01 | 6 771 | 6 698 | 7 041 | 7 305 | 7 545 | 7 473 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.02 | 181 | 177 | 193 | 206 | 217 | 214 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.04 | 2 595 | 1 953 | 2 138 | 2 280 | 2 409 | 2 370 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.05 | 239 | 235 | 256 | 273 | 288 | 283 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 980 | 961 | 1 049 | 1 117 | 1 178 | 1 160 | ||||||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | 15.02 | BenO | 15.02.01 | 12 110 | 11 411 | 11 878 | 12 232 | 12 559 | 12 462 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 401 890 | 423 737 | 514 744 | 586 214 | 591 416 | 576 587 | 11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 30 569 | 30 521 | 33 367 | 41 229 | 43 481 | 41 930 |
02.02.04 | BenO: realisatie | 11.02 | BenO | 11.02.01 | 27 606 | 29 941 | 30 124 | 37 092 | 39 042 | 37 714 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 11.02 | BenO | 11.02.02 | 3 870 | 3 870 | 3 870 | 3 870 | 3 870 | 3 870 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 11.02 | BenO | 11.02.04 | 37 244 | 36 701 | 40 399 | 44 152 | 45 202 | 44 486 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 11.02 | BenO | 11.02.05 | 50 240 | 50 240 | 50 240 | 50 240 | 50 240 | 50 240 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 11.02 | BenO | 11.02.06 | 880 | 880 | 880 | 880 | 880 | 880 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 15 000 | 15 000 | 15 000 | 15 000 | 15 000 | 15 000 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 15.02 | BenO | 15.02.01 | 167 981 | 168 084 | 187 364 | 240 251 | 255 201 | 244 966 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 15.02 | BenO | 15.02.02 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | 37 500 | ||||||
02.02.04 | BenO: realisatie | 15.02 | BenO | 15.02.03 | 31 000 | 51 000 | 116 000 | 116 000 | 101 000 | 100 000 | ||||||
02.02.05 | Bediening | 54 458 | 51 609 | 52 793 | 52 392 | 56 493 | 57 037 | 15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 54 458 | 51 609 | 52 793 | 52 392 | 56 493 | 57 037 |
02.02.06 | Basisinformatie | 41 472 | 36 483 | 37 427 | 38 998 | 40 437 | 42 561 | 11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 33 151 | 29 159 | 29 916 | 31 172 | 32 323 | 34 022 |
02.02.06 | Basisinformatie | 11.02 | BenO | 11.02.01 | 491 | 476 | 488 | 509 | 527 | 555 | ||||||
02.02.06 | Basisinformatie | 11.02 | BenO | 11.02.04 | 341 | 256 | 263 | 274 | 284 | 299 | ||||||
02.02.06 | Basisinformatie | 15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 1 664 | 1 465 | 1 502 | 1 565 | 1 623 | 1 708 | ||||||
02.02.06 | Basisinformatie | 15.02 | BenO | 15.02.01 | 1 664 | 1 465 | 1 502 | 1 565 | 1 623 | 1 708 | ||||||
02.02.06 | Basisinformatie | 18.07 | Modaliteitsonafh. Kennis/expertise | 18.07.01 | 4 161 | 3 662 | 3 756 | 3 913 | 4 057 | 4 269 | ||||||
02.02.07 | Watersystemen | 20 000 | 36 689 | 40 000 | 1 921 | 11.03 | Aanleg | 11.03.02 | 20 000 | 36 689 | 40 000 | 1 921 | ||||
03 MEGAPROJECTEN | ||||||||||||||||
03.01 | Westerscheldetunnel | 7 785 | 17.01 | Westerscheldetunnel | 17.01.01 | 7 785 | ||||||||||
03.02 | Betuweroute | 447 994 | 309 261 | 179 047 | 5 298 | 2 292 | 17.02 | Betuweroute | 17.02.01 | 447 994 | 309 261 | 179 047 | 5 298 | 2 292 | ||
03.03 | Hogesnelheidslijn | |||||||||||||||
03.03.01 | HSL-Zuid | 407 763 | 136 817 | 162 737 | 207 109 | 133 480 | 127 447 | 17.03 | HSL | 17.03.01 | 407 763 | 136 817 | 162 737 | 207 109 | 133 480 | 127 447 |
03.03.02 | HSL-Oost | 8 324 | 10 123 | 5 062 | 4 911 | 95 746 | 8 8296 | 17.03 | HSL | 17.03.02 | 8 324 | 10 123 | 5 062 | 4 911 | 95 746 | 88 296 |
03.03.03 | HSL-zuid: railwegen | 9 000 | 29 940 | 15 | 15 | 15 | 15 | 17.03 | HSL | 17.03.03 | 9 000 | 29 940 | 15 | 15 | 15 | 15 |
03.03.04 | HSL-zuid: hoofdwegen | 60 656 | 9 000 | 2 534 | 1 937 | 1 936 | 1 937 | 17.03 | HSL | 17.03.04 | 60 656 | 9 000 | 2 534 | 1 937 | 1 936 | 1 937 |
03.03.05 | Snelle treinverbindingen | 1 100 | 614 | 18.04 | Gebiedsgerichte aanpak (noordvleugel) | 18.04.01 | 1 100 | 614 | ||||||||
03.05 | Betaald rijden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 17.04 | Anders betalen voor mobiliteit | 17.04.01 | |||||||
03.06 | Zuiderzeelijn | 11 453 | 5 000 | 0 | 5 820 | 213 430 | 221 479 | 17.05 | Zuiderzeelijn | 17.05.01 | 11 453 | 5 000 | 0 | 5 820 | 213 430 | 221 479 |
03.07 | PMR | 3 437 | 15 737 | 12 737 | 13 087 | 12 087 | 10 187 | 16.01 | PMR | 16.01.02 | 3 437 | 15 737 | 12 737 | 13 087 | 12 087 | 10 187 |
04 ALGEMENE UITGAVEN | ||||||||||||||||
04.01 | Saldo afgesl. Rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.01 | Saldo afgesl. Rekeningen | 18.01.01 | ||||||
04.02 | Bodemsanering | 0 | 2 398 | 18.02 | Bodemsanering | 18.02.01 | 2 398 | |||||||||
04.03 | Intermodaal vervoer | 7 153 | 3 080 | 3 757 | 2 121 | 18.03 | Intermodaal vervoer | 18.03.01 | 7 153 | 3 080 | 3 757 | 2 121 | ||||
04.05 | Granties | |||||||||||||||
04.05.01 | Gar. NV FDM | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.05 | Railinfrabeheer | 18.05.01 | ||||||
04.05.02 | Gar. Wagenborg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.05 | Railinfrabeheer | 18.05.02 | ||||||
04.05.03 | Gar. OV | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 18.05 | Railinfrabeheer | 18.05.03 | ||||||
04.07 | Regionale mobiliteitsfondsen | |||||||||||||||
04.07.01 | Rijksbijdrage | 20 628 | 49 769 | 29 000 | 14.02 | Reg. Mob.fondsen | 14.02.01 | 20 628 | 49 769 | 29 000 | ||||||
04.07.02 | Terugsluis opbrengsten | 41 861 | 41 861 | 14.02 | Reg. Mob.fondsen | 14.02.02 | 41 861 | 41 861 | ||||||||
04.08 | Railinfrabeheer | 40 119 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 | 18.05 | Railinfrabeheer | 18.05.01 | 40 119 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 |
Tabel WORDT-WAS | ||||
---|---|---|---|---|
WORDT: | WAS: | |||
Art. Ond. | Hfd.product | Art. Ond. | ||
11 | Hoofdwatersystemen | |||
11.01 | Watermanagement | 11.01.01 | 02.01.03 | BenO: voorbereiding |
02.01.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.06 | Basisinformatie | |||
11.02 | Beheer en onderhoud | 11.02.01 | 02.01.03 | BenO: voorbereiding |
02.01.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.06 | Basisinformatie | |||
11.02.02 | 02.01.04 | BenO: realisatie | ||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
11.02.04 | 02.01.03 | BenO: voorbereiding | ||
02.01.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.06 | Basisinformatie | |||
11.02.05 | 02.01.04 | BenO: realisatie | ||
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
11.02.06 | 02.02.04 | BenO: realisatie | ||
11.03 | Aanleg | 11.03.01 | 02.01.02 | aanleg: realisatie |
11.03.02 | 02.02.02 | aanleg: realisatie | ||
11.03.03 | 02.02.07 | Watersystemen | ||
11.05 | Verkenn. en planst. | 11.05.02 | 02.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. |
02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. | |||
11.05.03 | 02.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. | ||
02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. | |||
12 | Hoofdwegennet | |||
12.01 | Verkeersmanagement | 12.01.01 | 01.01.03 | BenO: voorbereiding |
01.01.04 | BenO: realisatie | |||
01.01.05 | Bediening | |||
01.01.06 | Basisinformatie | |||
12.02 | BenO | 12.02.01 | 01.01.04 | BenO: realisatie |
01.01.06 | Basisinformatie | |||
12.02.02 | 01.01.03 | BenO: voorbereiding | ||
01.01.04 | BenO: realisatie | |||
12.02.03 | 01.01.04 | BenO: realisatie | ||
12.03 | Aanleg, benutting en planst. ná tb | 12.03.01 | 01.01.02 | aanleg: realisatie |
12.04 | Geïntegreerde conctractvormen | 12.04.00 | 01.01.04 | BenO: realisatie |
12.05 | Verkenn. en planst. voor tb | 12.05.02 | 01.01.01 | aanleg: verkenn. en planst. |
13 | Railwegen | |||
13.01 | Railverkeersbegeleiding | 13.01.01 | 01.02.05 | Prorail: verkeersleiding |
13.02 | Onderhoud en vervanging | 13.02.01 | 01.02.04 | BenO: realisatie |
13.03 | Aanleg | 13.03.01 | 01.02.02 P | aanleg: realisatie |
13.03.02 | 01.02.02 G | aanleg: realisatie | ||
13.03.03 | 01.02.06 | leenfaciliteit | ||
13.05 | Verkenn. en planst. | 13.05.01 | 01.02.01 P | aanleg: verkenn. en planst. |
13.05.02 | 01.02.01 G | aanleg: verkenn. en planst. | ||
14 | Regionale, lokale infra | |||
14.01 | Grote reg./lokale projecten | 14.01.02 | 01.03.01 | aanleg: verkenn. en planst. |
14.01.03 | 01.03.02 | aanleg: realisatie | ||
01.03.03 | Duurzaam Veilig | |||
01.03.05 | GDU | |||
14.02 | Reg. Mob.fondsen | 14.02.01 | 04.07.01 | Rijksbijdrage |
14.02.02 | 04.07.02 | Terugsluis opbrengsten | ||
15 | Hoofdvaarwegennet | |||
15.01 | Verkeersmanagement | 15.01.01 | 01.01.06 | Basisinformatie |
02.02.03 | BenO: voorbereiding | |||
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.05 | Bediening | |||
02.02.06 | Basisinformatie | |||
15.02 | BenO | 15.02.01 | 02.02.03 | BenO: voorbereiding |
02.02.04 | BenO: realisatie | |||
02.02.06 | Basisinformatie | |||
15.02.02 | 02.02.04 | BenO: realisatie | ||
15.02.03 | 02.02.04 | BenO: realisatie | ||
15.03 | Aanleg, benutting en planst. ná tb | 15.03.01 | 02.02.02 | aanleg: realisatie |
15.05 | Verkenn. en planst. voor tb | 15.05.02 | 02.02.01 | aanleg: verkenn. en planst. |
16 | Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer | |||
16.01 | PMR | 16.01.02 | 03.07.00 | PMR |
16.02 | Ruimte voor de Rivier | 16.02.02 | 02.01.05 | Ruimte voor de Rivier |
16.03 | Maaswerken | 16.03.01 | 02.01.06 | Maaswerken |
17 | Megaprojecten Verkeer en Vervoer | |||
17.01 | Westerscheldetunnel | 17.01.01 | 03.01.00 | Westerscheldetunnel |
17.02 | Betuweroute | 17.02.01 | 03.02.00 | Betuweroute |
17.03 | HSL | 17.03.01 | 03.03.01 | HSL-Zuid |
17.03.02 | 03.03.02 | HSL-Oost | ||
17.03.03 | 03.03.03 | HSL-zuid: railwegen | ||
17.03.04 | 03.03.04 | HSL-zuid: hoofdwegen | ||
17.04 | Anders betalen voor mobiliteit | 17.04.01 | 03.05.00 | Betaald rijden |
17.05 | Zuiderzeelijn | 17.05.01 | 03.06.00 | Zuiderzeelijn |
18 | Overige uitgaven | |||
18.01 | Saldo afgesl. Rekeningen | 18.01.01 | 04.01.00 | Saldo afgesl. rekeningen |
18.02 | Bodemsanering | 18.02.01 | 04.02.00 | Bodemsanering |
18.03 | Intermodaal vervoer | 18.03.01 | 04.03.00 | Intermodaal vervoer |
18.04 | Gebiedsgerichte aanpak (noordvleugel) | 18.04.01 | 03.03.05 | Sbelle treinverbindingen |
18.05 | Railinfrabeheer | 18.05.01 | 04.05.01 | Gar. NV FDM |
04.08.00 | Railinfrabeheer | |||
18.05.02 | 04.05.02 | Gar. Wagenborg | ||
18.05.03 | 04.05.03 | Gar. OV | ||
18.07 | Modaliteitsonafh. Kennis/expertise | 18.07.01 | 01.01.06 | Basisinformatie |
02.02.06 | Basisinformatie |
BIJLAGE OVERZICHTSCONSTRUCTIE NOTA RUIMTE: NOORDVLEUGEL
In de nota Ruimte is geconcludeerd dat in met name vier regio's in Nederland het beleid van de ministeries van V&W, VROM, LNV en EZ zeer nauw met elkaar verbonden is. Het kabinet heeft daarom besloten voor elk van deze gebieden een coördinerend bewindspersoon aan te stellen. Om de reikwijdte van die coördinerende verantwoordelijkheid aan te geven, wordt in de respectievelijke begrotingen van deze vier ministeries een overzichtsconstructie opgenomen van de voor de betreffende regio te nemen besluiten, de primaire verantwoordelijkheidsverdeling en de relatie met de verschillende begrotingen. Dit is het overzicht van de coördinerende verantwoordelijkheid van de minister van Verkeer en Waterstaat.
Overzichtsconstructie Noordvleugelprogramma | |||||
---|---|---|---|---|---|
CLUSTERS | TE NEMEN BESLUITEN | VERANTWOORDELIJK- HEIDSVERDELING | BEGROTING | OPERATIONEEL DOEL | BEDRAG |
Planstudie Schiphol-Almere | |||||
* startnotitiefase | uitbrengen richtlijnen door Bevoegd Gezag (april 2005) | Vakministerie: V&W (VROM mede-bevoegd gezag) | Infrastructuurfonds | IF 12.05.02 | In 2006 wordt een besluit genomen over de maximale rijksbijdrage. Er wordt rekening gehouden met een benodigd bedrag van € 4,5 mld in de periode 2011–2020. In het FES is voorlopig € 2,0 mld. gereserveerd voor de periode 2011–2014. Voor de voorgenomen rijksbijdrage in de financiering van de A10 Zuidas wordt vanuit de planstudie Schiphol-Almere €193 mln geclaimd (zie ook onder Zuidas). |
* TN/MER-fase 1 | besluit tussen Stroomlijn- en A6/A9-alternatief op hoofdlijnen (2006) | Trekker: V&W-RWS | (via FES) | ||
* TN/MER-fase 2 | standpunt (2008) | ||||
* (O)TB-fase | ontwerptracébesluit (2008) en tracébesluit (2009) | ||||
Zuiderzeelijn | |||||
Structuurvisie | Uitwerking structuurvisiefase op basis van medio 2005 vastgestelde plan van aanpak.Besluit over nut en noodzaak, alsmede (eventueel) vervolgproces, obv de definitieve structuurvisie incl. inspraak en advies (medio 2006) | Gezamenlijke verantwoordelijkheid van EZ, VROM en V&W; V&W is trekker van de structuurvisiefase | Infrastructuurfonds | IF 17.05 | Het kabinet heeft € 2,851 mln. (pp 2005, NCW 2010) gereserveerd voor de ZZL. Regionale overheden hebben in het verleden aangegeven bereid te zijn om een financiele bijdage te leveren. In 2006 wordt ihkv de Structuurvisie per uitgewerkt alternatief een financie- ringsoverzicht gemaakt van publieke (rijk en regio) en private financieringsmogelijkheden. Besluit over nut en noodzaak, alsmede (eventueel) vervolgproces, op basis van de definitieve structuurvisie inclusief inspraak en advies (medio 2006) |
Zuidas | |||||
Trajectnota/m.e.r. voor infrastructuur: spoor en A10. Op basis daarvan Standpunt over uit te werken alternatief (2006). | VROM heeft «overall»-verantwoordelijkheid. V&W is verantwoordelijk voor Tracé/MER (i.o.m. VROM) en is opdrachtgever voor het infrastructuurdeel. | Infrastructuurfonds | IF 13.05.01 | ||
Infrastructuurfonds (deels via claim op FES) | Totaal € 426 mln (prijspeil 2005). Bestaande uit taakstellend € 315 mln: € 47 mln in realisatie extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid en stationsstalling en € 379 in planstudie (€ 288 WTC/4-sporig plus keersporen en € 91 Amsterdam Zuidas deel station). Aanvullend hierop o.b.v. bestuurlijke afspra- ken € 100 mln voor verlengde viersporigheid tbv Dok (FES). | ||||
Infrastructuurfonds (via claim FES voor Noordvleugel) | € 136 mln (prijspeil 2002) voor de A10. Dit bedrag is exclusief de kosten van de aanpassingen van de aansluitende infrastructuur. De raming hiervan is nog niet gereed. De A10 Zuidas maakt geen direct onder- deel uit van de planstudie Schiphol-Almere maar ligt wel in het studiegebied van deze planstudie. Keuzes voor oplossingen in de planstudie Schiphol-Almere hebben vekeers- kundige relaties met (oplossingen voor de planstudie) A10 Zuidas. De voorgenomen rijksbijdrage in de financiering van de A10 Zuidas (inclusief de aansluitende infrastructuur) wordt daarom ingepast in het eerste deel van het voorlopige FES-budget van € 2 miljard dat voor de periode 2011–2014 beschikbaar is voor de Noordvleugel (totale budget € 4,5 miljard). Hierover zal in 2006 besluitvorming plaatsvinden. | ||||
Infrastructuurfonds | Risicoafkoop infrastructuur spoor en weg | Totaal € 59 mln (pp 2002). V&W draagt bij aan de kosten van de infra obv de beno- digde functionaliteit van het (goedkopere) dijkalternatief. Op basis van deze functionaliteit worden ook de risico's afgekocht. Dit bedrag moet nog bestuurlijk worden vastgesteld en worden ingepast in de begroting | |||
Ondernemingsplan PPS-Zuidas door Kwartiemaker (in 2005). Kabinetsbesluit over aanbesteding van het aandeelhouderschap (voorzien voor 1-1-2006, zie brief VROM aan TK dd 23-2/2005). Voorleggen Kabi- netsbesluit aan TK (eveneens voorzien voor 1-1-2006). | Hoofdstuk XI (via FES) | H XII 5.2.1 | Uit de NSP 1 gelden € 70,3 mln nominaal voor de periode 2008–2010 (geen indexering). Obv bestuurlijke afspraken van 23 feb 2005 toevoeging door VROM van € 50 mln NCW 2003 | ||
medio 2006 besluit nut en nood- zaak van alternatieven obv info uit prospectus, standpuntbepa- ling MER, KBA, risicoanalyse kwartiermaker NV. Indien gekozen wordt voor het dok, zal een besluit genomen worden over het vrijgeven van de prospectus, oprichting NV en over aandeelhouderschap Staat | Financien | Risicodragende financiele participatie in NV | Totaal te investeren bedrag ca €130 mln: storting aandelenkapitaal voor 20% aandelen NV schatting waarde €60/70 mln, investering in zero bonds door financien schatting ca €65 mln (=50% van totaal, rest moet door private partijen worden opgebracht). | ||
Utrecht | |||||
Préverkenning | Voor het uitkomen van PKB III besluit nemen over de scope van de verkenning. | Vakministerie en trekker: V&W | PM | IF 12.05.01 | PM |
Op basis van de verkenning bezien of er een planstudie gestart moet worden (of meer- dere planstudies) vanuit het rijk of vanuit de regio. | |||||
Verstedelijking | Verstedelijkingsopgave Utrecht | Vakministerie en trekker: VROM | |||
Mainport Schiphol | |||||
Mainport-ambitie met daarin scenario's over de keuze van de toekomstige ontwikkeling van de Mainport, onder verantwoordelijkheid van V&W/DGTL. | Vakministerie en trekker: V&W | Hoofdstuk XII | H XII 5 | Betreft alleen voorbereidingskosten (voor 2005 circa € 1,3 mln). | |
Analyse van de landzijdige ontsluiting van Schiphol. | |||||
Almere | |||||
Plan van aanpak ontwikkeling Almere | Vakministerie en trekker: VROM | Hoofdstuk XI | Betreft alleen personele inzet. | ||
Beslisdocument over groei bevolking en de daaraan gerelateerde behoefte aan woningen. | |||||
Beslisdocument over risicodragende betrokkenheid van het rijk bij de gebiedsontwikkeling van Almere Pampus. | |||||
Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer | |||||
Gebiedsuitwerking opgesteld door de Regio in opdracht van het Rijk. | VROM is opdrachtgever en regio is trekker. | PM | PM | ||
Standpunt Rijk over de gebieds- uitwerking |