A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN 2
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten) 2
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingen die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begroting van het infrastructuurfonds voor het jaar 2007 vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2007. Een toelichting op de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2007.
Met de vaststelling van deze wetsartikelen wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2007 vastgesteld. De in die begroting opgenomen productartikelen worden in onderdeel van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. Begrotingstoelichting).
1. | Inleiding en leeswijzer | 4 |
2. | Infrastructuuragenda | 6 |
3. | Afkortingenlijst | 20 |
4. | Productartikelen | 23 |
5. | Verdiepingshoofdstuk | 106 |
6. | Bijlage: Overzichtconstructie Nota Ruimte: Noordvleugel | 126 |
7. | Bijlage: Overzichtconstructie Kustwacht Nederland nieuwe stijl | 130 |
Naast de beleidsbegroting van VenW, hoofdstuk XII van de rijksbegroting, kent VenW ook een Infrastructuurfonds. Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur.
Zo mag het fonds jaarlijkse saldi («meer of minder uitgegeven in enig jaar») overhevelen – in tegenstelling tot de begroting van VenW: XII – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet meteen leiden tot budgettaire knelpunten.
Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van VenW (artikel 39.01) en verder uit bijdragen vanuit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Deze bijdragen worden ondermeer ontvangen voor de investeringsimpuls in het kader van het regeerakkoord 1998, de Betuweroute, de HSL-Zuid, het Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR), prijsbeleid en Zuidas. Tenslotte wordt voor een aantal projecten de uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.
De fondsbegroting begint met de Infrastructuuragenda. Hierin zijn de uitvoeringsprioriteiten beschreven, waarbij zo veel mogelijk de samenhang met de beleidsdoelstellingen in de begroting van VenW is aangegeven (XII).
Dit jaar is nadrukkelijk gekeken naar het wegnemen van de verschillende vormen van overlap, met name tussen de beleidsagenda van begrotingshoofdstuk XII en de uitvoeringsagenda van het Infrastructuurfonds.
Dit heeft er toe geleid dat VenW de uitvoeringsagenda aanzienlijk in omvang heeft kunnen terugbrengen en deze zich nu beperkt tot de Infrafonds brede onderwerpen die hier feitelijk aan de orde zijn.
Vervolgens worden de productartikelen behandeld1. Nieuw is dat deze nu zijn ingericht naar het rijksbrede format dat ook wordt gehanteerd bij de beleidsbegrotingen.
Bij de tabel «Budgettaire gevolgen van uitvoering» is rekening gehouden met het verzoek van de Kamer om meer inzicht in de overhead bij wegen en spoor. Ik kom hieraan tegemoet door in mijn begroting van 2007 het inzicht in de uitvoeringskosten van aanlegprojecten zichtbaar te maken. Dit is gedaan door voor het artikelonderdeel aanleg de agentschapsbijdrage (BLD-bijdrage) separaat inzichtelijk te maken. Daarnaast heb ik in aanvulling, en dat is nieuw ten opzichte van de vorige begroting, ook de uitvoeringskosten van het aanlegprogramma Spoor dat door ProRail wordt uitgevoerd apart inzichtelijk gemaakt.
Voor de overzichtelijkheid zijn tevens de projectoverzichten direct achter de producten opgenomen. Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan 10% van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 mln of meer dan een jaar afwijken van de eerder afgesproken oplevering2.
De begroting kent verder een verdiepingshoofdstuk, waarin de overzichten met de opbouw van de beschikbare bedragen zijn opgenomen. Mits politiek relevant is er een ondergrens van € 2 mln gehanteerd voor het toelichten van begrotingsmutaties.
Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van het hoofdwatersystemen (artikel 11), het hoofdwegennet (artikel 12) en de hoofdvaarwegen (artikel 15) wordt door Rijkswaterstaat gedaan op basis van prestatieafspraken met de beleidsdiensten. Deze prestatieafspraken geven aan op welk kwaliteitsniveau het beheer en onderhoud zich moet bevinden. De bekostiging van de prestatieafspraken vindt in principe plaats op basis van een tarief (P) per eenheid areaal (Q). In de begroting 2007 is het genoemde tarief mede gebaseerd op het beschikbare begrotingsbedrag.
Tenslotte geldt dat de begroting van het Infrastructuurfonds ook digitaal beschikbaar is op www.rijksbegroting.nl. Om de toegankelijkheid verder te vergroten zijn in de digitale versie waar nuttig en mogelijk hyperlinks aangebracht naar achterliggende documenten.
Infrastructuur is één van de middelen die VenW inzet om de beleidsdoelstellingen te realiseren. VenW financiert in dat kader niet alleen rijksinfrastructuur, maar geeft ook financiële bijdragen aan grote regionale/lokale infrastructuurprojecten.
De infrastructuuragenda 2007 bevat een korte en bondige weergave van de uitvoeringsprioriteiten van het ministerie van VenW op het gebied van infrastructuur. Het is een invulling met fysieke producten die voortvloeien uit de prioriteiten in de beleidsagenda. Met de agenda wordt inzicht geboden in de wijze waarop VenW inhoudelijk op programmaniveau met infrastructuur wil omgaan. Het gaat hierbij om de algemene kaders op basis waarvan het programma concreet met infrastructuurprojecten wordt vormgegeven. Daarnaast wordt in deze agenda op projectniveau aandacht besteed aan te realiseren mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Het accent ligt op het uitvoeringsjaar 2007. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2007 worden opgeleverd en bij welke projecten in 2007 een begin wordt gemaakt met de uitvoering. Voor een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten, wordt verwezen naar het MIT (Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport)/SNIP (Spelregels Natte Infrastructuur Projecten) Projectenboek 2007.
2.1 Infrastructuur als instrument
Bij de rijksinfrastructuur wordt een onderscheid gemaakt tussen transportinfrastructuur (hoofdwegennet, spoorwegen en hoofdvaarwegennet) en hoofdwatersystemen. Dit sluit aan op de nieuwe indeling van het Infrastructuurfonds, waarbij ervoor gekozen is om de in de Nota Mobiliteit benoemde sectoren afzonderlijk zichtbaar te maken. Bij transportinfrastructuur wordt ernaar gestreefd om de bereikbaarheid te verbeteren binnen (wettelijke) kaders van verkeersveiligheid en kwaliteit van de leefomgeving. Voor hoofdwatersystemen (waterbeheren- en waterkerenprojecten) staat allereerst het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land centraal. Daarnaast wordt gestreefd naar het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik wordt gegarandeerd.
Drie elementen komen terug in de manier waarop VenW met de rijksinfrastructuur omgaat:
1. de bestaande infrastructuur wordt beheerd en onderhouden om een bepaalde basiskwaliteit voor die infrastructuur in stand te kunnen houden;
2. om het gebruik van de beschikbare capaciteit van de bestaande infrastructuur te optimaliseren worden vervolgens benuttingsmaatregelen getroffen (voor hoofdwegen, spoorwegen en vaarwegen);
3. ten slotte wordt, indien voorgaande maatregelen ontoereikend zijn, de bestaande capaciteit uitgebreid door nieuwe infrastructuur aan te leggen. Het gaat hierbij zowel om uitbreidingen binnen de bestaande netwerken (bijvoorbeeld door verbreding van wegen) als om uitbreidingen van de netwerken zelf (in de vorm van volledig nieuwe tracés).
2.2 Herijking aanbestedingsresultaten
Eind 2004 is de Kamer (Tweede Kamer, 2004–2005, 29 800 XII, nr. 43) geïnformeerd over de verwachte berekende aanbestedingsresultaten à € 1,4 miljard (prijspeil 2004). Hierbij is aangegeven dat er nog een nader onderzoek plaats vindt inzake de te verwachten aanbestedingsresultaten bij het onderdeel aanleg spoor. De analyse voor dit onderdeel was destijds nog niet afgerond. Opvolgend is bij Voorjaarsnota 2005 (Tweede Kamer, 2004–2005, 30 105 A, nr. 3) een verwacht resultaat aanleg spoor gemeld à € 140 miljoen in de periode 2005–2010. Daarmee is het totaal aan in de begroting verwerkte resultaat € 1,54 miljard (prijspeil 2004) voor de sectoren spoor, hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen in de periode 2005 tot en met 2010.
De verwachte aanbestedingsresultaten zijn onder meer ingezet om de door de Tweede Kamer ingediende amendementen op de begroting 2005 van dekking te voorzien. In het kader van de Voorjaarsnota 2005 is aangekondigd dat de berekening uit 2004 op twee momenten wordt herijkt. De eerste herijking vindt in 2006 plaats ten behoeve van de begrotingsvoorbereiding 2007. De tweede herijking is voorzien in 2008 ten behoeve van de begrotingsvoorbereiding 2009.
De (her)berekening van de verwachte aanbestedingsresultaten wordt hoofdzakelijk bepaald door:
• de omvang van de aan te gane verplichtingen (grondslag);
• de periode waarin een verplichting gerealiseerd wordt in kas (kasjaarreeks);
• de veronderstellingen ten aanzien van met name de mate van marktspanning.
Afgezien van een andere verdeling van verplichtingen voor de sector hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen in de periode 2005 tot en met 2010 wijkt in de herijking de totale grondslag aan verplichtingen niet veel af van die als gehanteerd bij de berekening in 2004. Ten aanzien van de periode waarin verplichtingen uit hoofde van aanbestedingen tot kasrealisaties leiden, is voor de sectoren hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen geconstateerd dat deze periode korter is dan eerder verondersteld.
De verwachte aanbestedingsresultaten zijn in 2004 per sector berekend met in achtneming van de conjunctuurontwikkeling (verminderde marktspanning) in de bouwsector, het effect van de herstructurering in de bouwsector en het in toenemende mate toepassen van innovatieve aanbestedingsvormen. Voor wat betreft de marktspanning in de Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) sector wordt inzake de sector hoofdwegen, hoofdvaarwegen en hoofdwatersystemen rekening gehouden met een iets verhoogde marktspanning in 2006 als gevolg van een zich positief ontwikkelende conjunctuur.
De herijking leidt tot een additioneel verwacht aanbestedingsresultaat van € 149 miljoen (prijspeil 2006) over de periode 2005 tot en met 2010. Het additioneel resultaat is verwerkt in voorliggende begroting en is ingezet voor een enveloppe voor maatregelen voortkomend uit de netwerkanalyses (€ 66 miljoen), voor het programma van maatregelen om de primaire waterkeringen weer aan de Wet op de waterkering te laten voldoen (€ 70 miljoen) en voor het programma Filevermindering (€ 135 miljoen).
In augustus 2006 zijn de (concept)rapportages van de netwerkanalyses opgeleverd. Deze zijn uitgevoerd in de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad, Utrecht, Groningen–Assen, Leeuwarden en omgeving, Twente, Arnhem–Nijmegen, Noord Overijssel (inclusief Zwolle–Kampen), stedendriehoek Apeldoorn–Deventer–Zutphen, Brabantstad en Zuid-Limburg.
De netwerkanalyses maken onderdeel uit van de bestuurlijke overleggen MIT welke in oktober 2006 worden gehouden. De Kamer wordt na afloop van deze overleggen nader geïnformeerd over de uitkomsten.
2.4 Besluitvorming FES-impuls 2006
De kabinetsbesluitvorming over de FES-impuls 2006 leidt tot intensiveringen van diverse programma’s binnen het Infrastructuurfonds. Deze impuls kan voor VenW worden onderverdeeld in:
1. Toevoeging van FES-middelen voor een aantal benuttingsprojecten
Vanuit het FES wordt in totaal € 115 miljoen toegevoegd voor het programma Filevermindering en voor de start van het programma dynamisch verkeersmanagement (DVM). Eveneens is voor een betere benutting van het spoor € 20 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanleg van een ongelijkvloerse kruising op de spoorlijn Gouda– Rotterdam (Moordrecht).
2. Toevoeging van FES-middelen voor de versnelling van aanleg enbeheer en onderhoud in het Infrastructuurfonds.
Het kabinet heeft besloten € 545 miljoen aan te wenden voor versnellingen in het Infrastructuurfonds op de terreinen hoofdwegen, spoorwegen en waterveiligheid. Door het inzetten van deze FES-middelen voor versnellingen in het Infrastructuurfonds in de periode tot en met 2011, en het later terug laten vloeien van deze middelen uit het Infrastructuurfonds naar het FES, ontstaat er na 2011 additionele ruimte in het FES die dan weer geheel wordt ingezet voor FES-waardige projecten. Daarnaast maakt deze constructie het budgettair mogelijk al in 2012–2014 versneld te starten met een aantal projecten binnen het hoofdwegenprogramma die zijn voorzien in de periode na 2014. Over de concrete invulling van de versnelling worden mede naar aanleiding van de bestuurlijke overleggen MIT nadere afspraken gemaakt.
In de onderstaande tabel is een verbijzondering van de toevoeging uit het FES aan de begroting van het Infrastructuurfonds opgenomen.
Invulling FES-impuls (in € mln.) | 2006–2011 | na 2011 |
---|---|---|
1. Toevoeging FES-middelen voor aantal benuttingsprojecten | ||
a. Programma filevermindering en DVM | 115 | |
b. Benutting Spoorlijn Gouda – Rotterdam (Moordrecht) | 20 | |
2. Toevoeging FES-middelen voor versnelling aanleg en BenO in IF | ||
c. Hoofdwegen (aanleg en benutting) | 152 | – 152 |
d. Versnelling onderhoud weg en spoor | 107 | – 107 |
e. Maatregelen primaire waterkeringen | 109 | – 109 |
f. Zwakke schakels | 177 | – 177 |
Ad a. Dit betreft middelen voor een betere benutting van het hoofdwegennet in het kader van het programma Filevermindering (een nadere toelichting is opgenomen in bijlage 2 bij de begroting van HXII) en voor de start van het DVM-programma (met onder andere verbetering van aansluitingen en uitbreiding verkeerssignalering).
Ad b. De maatregel betreft de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda–Rotterdam. Deze spoorwegovergang is per uur 15 tot 20 minuten gesloten. In 2020 zullen naar verwachting 36 000 motorvoertuigen de spoorlijn kruisen. De belangrijkste bate van deze maatregel is tijdswinst voor het wegverkeer.
Ad c. Betreft een verschuiving van middelen binnen het aanleg- en benuttingsprogramma wegen om de middelen beter te laten aansluiten bij het actuele programma.
Ad d. In de uitkomsten van de Midterm Review van de Plannen van Aanpak Beheer en Onderhoud is aangegeven dat een verschuiving van middelen voor de sectoren spoor en weg noodzakelijk is om de beschikbare middelen beter te laten aansluiten op het onderhoudsprogramma.
Ad e. Betreft een verschuiving van middelen om voortvarend te kunnen starten met de noodzakelijke verbetermaatregelen voor waterkeringen. Dit op basis van de uitkomsten van de wettelijke (tweede) toetsing op de waterkeringen.
Ad f. De middelen ten behoeve van de bijdrage van VenW voor de aanpak van de zwakke schakels aan de kust worden meer in lijn gebracht met de meest actuele inzichten in de planningen van de provincies.
Medio 2006 is het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO) Beleid en Onderhoud Infrastructuur afgerond. Centrale vraagstelling van het IBO was hoe de besluitvorming over (beleid en uitvoering van) onderhoud van infrastructuur beter kan worden onderbouwd. In het kader van het IBO is een aanzet gedaan tot het ontwikkelen van een kosten-batenanalyse voor onderhoud. Hoe het kabinet hiermee wil omgaan zal nader worden uitgewerkt in de nog op te stellen kabinetsreactie op de rapportage van de IBO-werkgroep.
Als bijstuk bij de begroting van het Infrastructuurfonds 2007 is de «Midterm review Beheer en Onderhoud» (MTR) opgenomen. Dit betreft een tussentijdse evaluatie van de Plannen van Aanpak Beheer en Onderhoud 2004–2010 (bijlage Infrastructuurfonds 2004). De MTR richt zich op de jaren 2004 en 2005. Het doel van de MTR is om na te gaan of de aanpak van het wegwerken van de achterstanden in onderhoud en vervanging verloopt conform de plannen van aanpak, de maatregelen en de inzet van middelen voldoende effectief zijn en of de verdeling van de middelen binnen de modaliteiten moet worden heroverwogen (fasering en omvang).
Uit de MTR blijkt dat het inlopen van het achterstallig onderhoud en het plegen van vervangingen bij spoor, wegen en waterwegen op schema ligt. Als de Plannen van Aanpak (inclusief de tweede fase Herstelplan Spoor) geheel worden uitgevoerd, kent het Nederlandse vervoerinfrastructuurnetwerk in 2010 voor wegen en in 2012 voor spoor een goed onderhoudsniveau dat klaar is voor de ambities van de Nota Mobiliteit. Voor waterwegen geldt dat in 2010 nog niet alle achterstand is ingelopen. De uitvoering van de Nota Mobiliteit en het Waterbeleid 21e eeuw leidt ertoe dat deze achterstanden wél worden ingelopen in de periode 2011–2020.
In lijn met de Plannen van Aanpak en de later gemaakte afspraken met de Kamer en de sector wordt de komende jaren verdere uitvoering geven aan het inlopen van het achterstallig onderhoud en het uitvoeren van de benodigde vervangingen bij spoor, wegen en waterwegen. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de tweede fase Herstelplan Spoor om zo de doelstellingen in 2010/2012 te kunnen realiseren en daarmee een basis te leggen voor de doelstellingen in de periode Nota Mobiliteit. Hierover is door ProRail, afgestemd met Verkeer en Waterstaat en de sector, een nadere uitwerking opgesteld.
De Kamer wordt via de reguliere begrotingsmomenten geïnformeerd over de resterende periode 2006–2010 van de uitvoering van de Plannen van Aanpak.
In 2007 wil VenW onder meer de volgende maatregelen uit de Plannen van Aanpak Beheer en Onderhoud uitvoeren/in uitvoering nemen:
Hoofdwegen
• 555 km asfaltonderhoud
Spoorwegen
• uitvoeren van bovenbouwvernieuwingen
• uitvoeren van groot en klein onderhoud
• uitvoeren van STS-programma (ter voorkoming van passages stoptonende seinen)
• uitvoeren van programma UPGE (plaatsen van geluidsschermen op emplacementen)
• uitvoeren van kleine projecten
• oplossen van capaciteitsknelpunten
Rijkswaterwegen
Voorbereidende en uitvoerende werkzaamheden van de volgende projecten:
• Amsterdam–Lemmer en IJsselmeer (baggeren)
• IJssel (baggeren)
• Noordzeekanaal (baggeren)
• Amsterdam Rijnkanaal/Lek (baggeren en renoveren sluizen en oevers),
• Kanaal Gent–Terneuzen (baggeren en oevers)
• Maas (baggeren en kunstwerken)
• Masterplan Haringvliet (conserveren vizierschuiven en renovatie)
• Rotterdam–België/Zeeland (baggeren voorhaven Kreekrak en Antwerpskanaalpand)
• Rotterdam–Duitsland (baggeren en oevers)
• Renovatie stuwen in de Lek
• Vervanging vaartuigen
• Wrakken Noordzee
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken Beheer en Onderhoud wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIT/SNIP Projectenboek 2007.
Hieronder wordt ingegaan op de mijlpalen die VenW op de diverse projecten binnen de in de Infrastructuurfonds onderkende sectoren.
In 2007 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Start realisatie | • Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (eind 2007/begin 2008) |
• Peilbesluit Veerse Meer | |
• Ruimte voor de Rivier; onder voorwaarde dat PKB is vastgesteld. Vooruitlopend hierop 10 koplopers. | |
• Uitvoering maatregelen naar aanleiding van tweede toetsing Hoogwaterbeschermingsprogramma en Wet op de Waterkeringen | |
• Volkerak Zoommeer | |
• Zwakke Schakels Kust; na besluit uitvoeringsvolgorde en dekking van de ruimtelijke kwaliteit door de provincies | |
Oplevering | • Kleine Hoogwaterbeschermingsprojecten Delfzijl en Den Helder |
• Natte Natuurprojecten IJsselmeergebied | |
Projectbesluit | • Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium |
In 2007 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, omleiding Halsteren |
• A7 Zaanstad-Purmerend, benutting (ZSM) | |
• N37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens | |
Start realisatie | • A2 Oudenrijn-Deil, gedeelte Everdingen-Deil |
• A12 Den Haag-Gouda | |
• A12 Utrecht west benutting i.s.m. Woerden-Gouda | |
• A74 Venlo | |
• N9 Koedijk-De Stolpen | |
• N57 Veersedam-Middelburg | |
Tracébesluit | • A2 Amsterdam-Utrecht (Holendrecht-Oudenrijn) 2x5 rijstroken |
• A2 Leenderheide-Budel (ZSM) | |
• A2 Oudenrijn-Deil, gedeelte Oudenrijn-Everdingen | |
• A4 Delft-Schiedam | |
• A4 Den Haag-Leiden | |
• A12 Maarsbergen-Veenendaal (ZSM) | |
• A28 Hattemmerbroek-Zwolle-Meppel en kortsluiting A28/A32 (ZSM) | |
• A50 Ewijk-Valburg-Grijsoord | |
• A74 Venlo | |
• N31 Leeuwarden | |
• N50 Ramspol-Ens | |
• N61 Hoek-Schoondijke | |
• N61 Sluiskil |
In 2007 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Amsterdam CS spoor 10/15 (perronkap) (personen) |
• Arnhem 4e perron, tijdelijke voorzieningen (personen) | |
• HSL-Zuid (personen) | |
• Pilot Fluistertrein (goederen) | |
• Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte (goederen) | |
• Traject Oost (perronverbredingen) (personen) | |
Start realisatie | • Aslastencluster III (goederen) |
Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5/€ 225 miljoen)
Voor de grote regionale/lokale infrastructuurprojecten (> € 112,5/€ 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale/lokale overheid. VenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van het project.
In 2007 verwacht VenW dat de volgende mijlpalen zullen worden gerealiseerd:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Afgifte beschikking | • N 201 |
• RijnGouwelijn Oost | |
Projectbesluit | • Eindhoven Bose |
• Maaskruisend verkeer, Maastricht | |
• Nijmegen 2e stadsbrug |
In 2007 wil VenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
---|---|
Oplevering | • Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen |
• Maasroute fase 1, brugverhogingen Roosteren en Echt | |
• Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden | |
Start realisatie | • Wilhelminakanaal Tilburg |
• Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6 | |
Projectbesluit | • Burgemeester Delenkanaal Oss |
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIT/SNIP Projectenboek 2007.
Bij de infrastructurele investeringen door VenW worden de (wettelijke) randvoorwaarden van milieu (met name geluid en lucht) en natuur en landschap (inpassing en ontsnippering) in acht genomen. Daarbij wordt zoveel mogelijk getracht kosteneffectieve en innovatieve maatregelen in te zetten.
Het Innovatieprogramma Luchtkwaliteit (IPL) werkt in opdracht van de ministeries van VenW en VROM aan innovatieve oplossingen die bijdragen aan verbetering van de luchtkwaliteit op en rond snelwegen. De focus ligt op snelwegen bij dichtbevolkte gebieden (zogenaamde «hot spots»). Daar zal bronbeleid pas op termijn toereikend zijn om de luchtkwaliteit wat betreft stikstofdioxide en fijn stof aan de normen te laten voldoen.
Met het beschikbare onderzoeksbudget identificeert, selecteert, stimuleert en beproeft het IPL kansrijke ideeën voor oplossingen. Het IPL werkt daarvoor samen met kennis- en onderzoeksinstellingen, andere departementen, provincies, gemeenten en marktpartijen.
Het IPL heeft op dit moment zes pilots in uitvoering:
• Katalytische afbraak NOX langs snelwegen;
• Optimalisatie geluidsschermen voor een betere luchtkwaliteit;
• Invloed vegetatie langs snelwegen op luchtkwaliteit;
• Effect reinigen snelweg op fijn stof concentratie;
• Snelwegen overkappen en lucht behandelen;
• Dynamisch verkeersmanagement op basis van het luchtbericht.
In 2007 zullen resultaten van de bovenstaande pilots bekend worden. Daarnaast heeft IPL een database aangelegd met tal van (inter)nationale ideeën en projecten op het gebied van Luchtkwaliteit. Eind 2008 stopt het IPL. De focus komt in de periode 2008–2011 te liggen op toepassing en doorontwikkeling van de nieuwe luchtkwaliteitsmaatregelen, zoals ontwikkeld in het IPL.
Bij de begroting 2004 is een Innovatieprogramma Geluid (IPG) aangekondigd, waarvoor in de periode 2004–2008 in totaal € 110 miljoen beschikbaar is gekomen. Het betreft € 70 miljoen aan middelen voor wegen en € 40 miljoen voor spoor. Daarnaast is ook een bedrag van € 200 miljoen beschikbaar gesteld tot en met 2010 voor de implementatie van innovatieve geluidsmaatregelen bij wegen.
In 2007 worden de volgende producten geleverd en activiteiten ontplooid:
• De beproeving van stille dunne deklagen op rijkswegen als kostenbesparend alternatief voor ZOAB en tweelaagsZOAB, die bij gunstig resultaat uitmondt in de vrijgave van dunne deklagen voor het hoofdwegennet;
• De beproeving en ontwikkeling van super stille wegdekken op een testterrein bij Kloosterzande;
• De stimulering van het gebruik van stillere autobanden in lijn met het hierover gesloten convenant met de koplopers uit de branche en in samenhang met het programma «Het nieuwe rijden»;
• Het monitoren van de eigenschappen van de bestaande stille wegdekken op het hoofdwegennet;
• De duurbeproeving van LL en K remblokken op goederenwagons (de zogenaamde fluistertreinprojecten, geluidreductie circa 7 decibel);
• De duurbeproeving van stiller gemaakte treinen van NS Reizigers;
• De ontwikkeling en in gebruik name van een mobiele geluidmeetpost voor het meten van railverkeersgeluid;
• Beproeving van monitoringssystemen voor railruwheid;
• Inzet op aanscherping van Europese geluidsrichtlijnen en eisen voor banden en weg- en spoorvoertuigen;
• De afbouw van het programma en overdracht van projecten, activiteiten en verantwoordelijkheden aan de staande organisaties;
• De ontwikkeling van nieuwe oplossingen voor geluidreductie op spooremplacementen;
• Een internationaal slotcongres.
Meerjarenprogramma Ontsnippering
In 2007 zal VenW enkele ontsnipperingsmaatregelen opleveren. Dit zijn onder andere een aantal faunatunnels onder Rw 37, Rw 7 en Rw 2. In 2007 wordt bovendien een pakket van 9 of 10 ecoducten (in Gelderland,Utrecht, Overijssel en Noord-Holland) aanbesteed.
4.1 Afdekking risico’s grote spoorprojecten
De omvang van de reservering wordt bepaald door de waardering van de onderliggende risico’s bij de Betuweroute (BR) en de HSL-Zuid, gerelateerd aan de kans dat deze risico’s optreden.
In de 18e Voortgangsrapportage HSL is melding gemaakt van de definitieve afrekening met betrekking tot de maatregelen voor de geluidsschermen als gevolg van de vogelproblematiek. Deze is nu verwerkt. In de 19e voortgangsrapportage HSL is verder gemeld dat € 29 miljoen vrijvalt als gevolg van een gewijzigd risicoprofiel. Deze middelen zullen binnen spoor worden ingezet voor de noodzakelijke vergoeding voor exploitatie en onderhoud HSL in verband met areaaluitbreiding.
Tenslotte is een overboeking opgenomen zoals gemeld in de 18e voortgangsrapportage Betuweroute omtrent de kosten voor engineering, administratie en toezicht (EAT).
Afdekking risico’s spoorprogramma (in € mln) | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand begroting 2006 | 0 | 0 | 90 | 143 | 0 | 6 | 239 |
– HSL: gewijzigd risicoprofiel | – 29 | – 29 | |||||
– HSL: afrekening vogelproblematiek | 17 | 17 | |||||
– BR: EAT | – 25 | – 12 | – 37 | ||||
Stand begroting 2007 | 0 | 0 | 53 | 131 | 0 | 6 | 190 |
De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletore begroting 2006 (mutaties > € 15 mln).
Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in het Verdiepingshoofdstuk.
Uitgaven (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Stand ontwerp-begroting 2006 | 6 352 508 | 6 645 284 | 6 545 011 | 6 631 096 | 6 812 701 | 6 487 662 | |
Amendementen | 50 000 | ||||||
Mutaties 1e suppletore wet 2006 | – 204 539 | 175 056 | 114 759 | 292 723 | 132 159 | – 68 392 | |
I Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds | 2 556 | 203 271 | 683 993 | 530 000 | 727 871 | 363 764 | |
1. Looncompensatie | Div. | 14 225 | 12 566 | 12 840 | 12 764 | 13 137 | 13 137 |
2. Prijscompensatie | Div. | 43 574 | 45 421 | 44 573 | 45 114 | 46 645 | 46 645 |
3. Luchtproblematiek wegen | 12 | – 47 243 | – 319 565 | 85 161 | 85 000 | 65 770 | |
4. Kasritmeproblematiek IF | 12 | – 18 406 | 1 311 | 4 122 | – 23 436 | ||
5. Lening HWN en HVWN | 12 | – 45 000 | 45 000 | ||||
15 | 45 000 | – 45 000 | |||||
6. Kasschuif Spoor | 13 | 48 000 | – 25 000 | – 23 000 | |||
7. BDU: Mediapark Hilversum | 14 | – 25 000 | |||||
8. Voorfinanc. Prijsbijstelling PMR | 16 | 1 025 | 819 | 125 | 204 | 65 | 28 673 |
9. Kasschuif Ruimte voor de Rivier | 16 | 1 455 | 42 187 | 14 032 | 4 866 | 2 194 | |
10. Kasschuif ZZL | 17 | 25 000 | 25 000 | – 150 000 | 80 000 | 20 000 | |
11. Meevaller Betuweroute, VGR 18 | 17 | – 25 000 | |||||
12. BTW | 13 | 422 000 | 401 000 | 408 000 | 402 000 | 402 000 | |
13. Naar Risicoreserv.: Vogelprobl. HSL | 17 | – 17 000 | |||||
14. Progr. Filevermindering | 12 | 11 671 | 44 006 | 31 993 | |||
15. Dynamisch Verkeersmanagement | 12 | 20 000 | 30 000 | ||||
16. Benutting spoor, Moordrecht | 13 | 10 000 | 10 000 | ||||
17. Primaire waterkeringen | 11 | 74 000 | 73 000 | 107 176 | 25 000 | ||
18. Zwakke schakels | 11 | 20 000 | 50 000 | 52 000 | 55 000 | ||
19. Netwerkanalyses | 12 | 37 000 | 29 000 | ||||
20. Versnelling BenO | 112, 13 | 107 000 | |||||
21. Herijking aanbestedingsresultaten | 11, 12, 15 | – 50 000 | – 50 000 | – 25 000 | –24 000 | ||
22. Extrapolatiebijstelling | 12, 15 | – 990 911 | |||||
23. Leenfaciliteit RWS | 11, 12 en 15 | – 23 733 | – 22 705 | 11 132 | 18 209 | 21 779 | 16 781 |
24. Leningen ProRail | 18 | – 4 418 | – 3 458 | – 3 457 | – 3 467 | 12 752 | 495 780 |
II Overige mutaties | 23 273 | 20 823 | – 12 986 | – 7 213 | 13 580 | – 6 013 | |
Totale mutaties | 25 829 | 224 094 | 671 007 | 522 787 | 741 451 | 357 751 | |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 6 223 798 | 7 044 434 | 7 330 777 | 7 446 606 | 7 686 311 | 6 777 021 |
ad 1. Dit betreft de loonbijstelling, tranche 2006.
ad 2. Dit betreft de prijsbijstelling, tranche 2006.
ad 3. Door de problematiek rond de luchtkwaliteit is het kasritme van de aanleg van hoofdwegenprojecten aangepast.
ad 4. Deze mutatie is aangebracht voor de oplossing van kasritmeproblematiek op het IF.
ad 5. Het gaat hier om een intertemporele schuif tussen het hoofdwegennet (artikel 12) en het Hoofdvaarwegennet (artikel 15). De terugbetaling geschiedt in 2008.
ad 6. Deze intertemporele schuif is noodzakelijk om de middelen voor Beheer en Instandhouding beter aan te laten sluiten op de financiële behoefte van ProRail zoals die blijkt uit het beheerplan 2006.
ad 7. Het Mediapark Hilversum valt onder het BDU regime. In dit kader worden de middelen nu overgeboekt naar de BDU (hoofdstuk XII).
ad 8. De opgenomen reeks heeft betrekking op de door VenW voorgefinancierde prijsbijstelling (prijspeil 2005) voor het project mainport Rotterdam (PMR), die vanaf het jaar 2011 door het Fonds Economische Structuurversterking weer aan de begroting van het Infrastructuurfonds (ontvangstenartikel 19.10) wordt toegevoegd.
ad 9. Bij de 1e suppletore wet 2006 is € 25,5 mln. van het Amendement Gerkens c.s. (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 43), overgeboekt naar Ruimte voor de Rivier. Voor de doorwerking van de opgestarte projecten worden in deze begroting uit 2015 en 2016 gelden naar voren gehaald.
ad 10. Deze kasschuif binnen het budget Zuiderzeelijn is aangebracht ten behoeve van de kasritmeproblematiek op het Infrafonds.
ad 11. Door middel van de 18e voortgangsrapportage is de Kamer reeds geïnformeerd over deze meevaller bij de Betuweroute. Deze wordt ingezet voor een kortingsregeling bij spoor goederenvervoer voor de stijging van de gebruiksvergoedingstarieven op artikel 13.
ad 12. Tussen Financiën en VenW is afgesproken om voor de onderdelen exploitatie spoorvervoer, capaciteitsmanagement, exploitatie stad/streek vervoer en aanleg en onderhoud spoorinfra met ingang van 2007 af te stappen van verrekening van BTW door Financiën (declaratiebasis). In plaats daarvan zal de te compenseren BTW aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit geschiedt door een overheveling van de middelen vanuit het BTW-compensatiefonds van Financiën naar de begrotingen van VenW. Bij de structurele compensatie blijft voor de HSL en BR het oude compensatieregime (op declaratiebasis) gelden. Dit omdat deze projecten aflopen op korte termijn. Met name bij de BDU kan de nieuwe werkwijze leiden tot een forse administratieve lastenbesparing voor de regio en voor VenW. In plaats van aanvraag en verantwoorden kan de BTW nu immers via de verdeelsleutel worden verdeeld.
ad 13. In de 18e Voortgangsrapportage HSL is melding gemaakt van de definitieve afrekening met betrekking tot de maatregelen voor de geluidsschermen als gevolg van de vogelproblematiek. Dit wordt nu verwerkt door middel van een overboeking naar artikel 13 (afdekking risico’s spoorprogramma’s).
Ad 14. Het «Programma Filevermindering» is in 2006 gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen met andere maatregelen die snel realiseerbaar zijn. Daarvoor zijn in korte tijd duizenden ideeën gegenereerd, waaruit een selectie voortkwam van de meest kansrijke en meest effectieve maatregelen.
Ad 15. Met het investeringsprogramma voor meer dynamisch verkeersmanagement kunnen verkeersstromen afhankelijk van de drukte gerichter worden gestuurd met als doel optimale benutting van de beschikbare infrastructuur. Het totale op te stellen programma heeft weliswaar een looptijd tot 2020, maar VenW wil in 2007 een voortvarende start maken met enkele quick wins zoals signalerings- en monitoringsmaatregelen. Deze uitgaven worden uit het FES gefinancierd.
Ad 16. De maatregel betreft de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda-Rotterdam. Deze spoorwegovergang is per uur 15 tot 20 minuten gesloten. In 2020 zullen naar verwachting 36 000 motorvoertuigen de spoorlijn kruisen. De belangrijkste bate is tijdwinst voor het wegverkeer. Deze uitgaven worden uit het FES gefinancierd.
Ad 17. Betreft enerzijds een verschuiving van middelen om voortvarend te kunnen starten met de noodzakelijke verbetermaatregelen voor waterkeringen. Dit op basis van de uitkomsten van de wettelijke (2e) toetsing op de waterkeringen. Daarnaast is hiervoor door het ministerie van Financiën € 100 mln extra vrijgemaakt en wordt een deel van he additioneel aanbestedingsresultaat (€ 70 mln) door VenW hiervoor aangewend. In de periode t/m 2011 is er nu € 420 mln beschikbaar.
Ad 18. De middelen ten behoeve van de bijdrage van VenW voor de aanpak van de zwakke schakels aan de kust worden meer in lijn gebracht met de meest actuele inzichten in de planningen van de provincies.
Ad 19. De regionale netwerkanalyses voor de belangrijkste stedelijke gebieden moeten inzicht bieden in de beste manieren om bestaande en toekomstige knelpunten in de verbindingen van deur-tot-deur op te heffen, met gebruik van verschillende vervoerwijzen en door een betere samenhang tussen lokale, regionale en nationale infrastructuur waarbij de inzet is de toegang tot de steden te verbeteren. Met dit bedrag kan een nader te bepalen selectie van maatregelen die uit de netwerkanalyses komen, worden uitgevoerd.
Ad 20. In de uitkomsten van de Midterm Review van de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud is aangegeven dat een verschuiving van middelen voor de sectoren spoor en weg noodzakelijk is om de beschikbare middelen beter te laten aansluiten op het onderhoudsprogramma. Met deze kasschuif geeft VenW hieraan een eerste gedeeltelijk invulling.
Ad 21. De herijking van de in 2004 berekende aanbestedingsresultaten heeft geleid tot een additioneel verwacht aanbestedingsresultaat van € 149 miljoen over de periode 2005 tot en met 2010. Dit bedrag wordt ingezet voor maatregelen aanpak primaire waterkeringen, de uitkomsten van de netwerkanalyses en het Programma Filevermindering..
Ad 22. De reservering in het FES voor PMR, de Noordvleugel (incl. Zuidas) en de enveloppe Nota Mobiliteit kunnen op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, en daarmee de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Ad 23. Rijkswaterstaat is per 1 januari 2006 een baten-lastendienst geworden. Als baten-lastendienst heeft RWS een (initiële) lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van de activa. Daarnaast doet RWS een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor nieuwe investeringen. Zowel de initiële lening als het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen zijn in deze begroting verwerkt.
Ad 24. In 2005 is een deel van de schatkistleningen van ProRail, die via de IF-begroting lopen, vervroegd afgelost in het kader van de schuldreductie ProRail. De nu opgenomen mutaties zijn opgebouwd uit de rentevrijval als gevolg van de vervroegde aflossing en correcties voor nog niet in de begroting opgenomen aflossing en rente.
A. | ||
AMVB | = | Algemene Maatregel van Bestuur |
ATB | = | Automatische treinbeveiligingssystemen |
B. | ||
BDU | = | Brede doeluitkering |
BERZOB | = | Bereikbaarheid Zuid-Oost Brabant over water |
B&O | = | Beheer en onderhoud |
BISK | = | Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur |
BKL | = | Basis kustlijn |
BLS | = | Baten-Lastenstelsel |
BPRW | = | Beheerplan voor de rijkswateren |
BOR | = | Bereikbaarheidsoffensief Randstad |
BRG | = | Bestaand Rotterdams Gebied |
C. | ||
CS | = | Centraal station |
D. | ||
DGG | = | Directoraat-generaal goederenvervoer |
DGP | = | Directoraat-generaal personenvervoer |
DGR | = | Deltaplan grote rivieren |
DRIP | = | Dynamische route informatie panelen |
DUU | = | Directe uitvoeringsuitgaven |
E. | ||
EISR | = | Economische Impactstudie Railgoederenvervoer |
ERTMS | = | European Rail Traffic Management System |
ETCS | = | European Train Control System |
EU | = | Europese Unie |
F. | ||
FES | = | Fonds economische structuurversterking |
FTE | = | Full-time equivalent |
G. | ||
GDU | = | Gebundelde doeluitkering |
GIS | = | Geluidsisolatieproject Schiphol |
GPS | = | Global Positioning System |
GVB | = | Gemeentelijk Vervoerbedrijf |
H. | ||
ha | = | Hectare |
HBR | = | Havenbedrijf Rotterdam |
H&I | = | Herstel & Inrichting |
HSA | = | High Speed Alliance |
HSL | = | Hogesnelheidslijn |
I. | ||
ICES | = | Interdepartementale Commissie voor Economische Structuurversterking |
IF | = | Infrastructuurfonds |
IODS | = | Integrale ontwikkeling tussen Delft en Schiedam |
IPO | = | Interprovinciaal overleg |
IRMA | = | INTERREG Rijn en Maasactiviteiten |
IVM | = | Integrale Verkenning Maas |
K. | ||
KRW | = | (Europese) Kaderrichtlijn Water |
M. | ||
MER | = | Milieu Effect Rapportage |
MHW | = | Maatgevend hoogwater |
MIT | = | Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport |
MJPO | = | Meerjarenprogramma ontsnippering |
MLN | = | Miljoen |
MTR | = | Mid-term review Beheer en Onderhoud |
N. | ||
NAP | = | Nieuw Amsterdams Peil |
NBW | = | Nationaal Bestuursakkoord Water |
NS | = | Nederlandse Spoorwegen |
NSP | = | Nieuwe sleutelprojecten |
NV | = | Naamloze vennootschap |
NVVP | = | Nationaal verkeers- en vervoersplan |
O. | ||
OV | = | Openbaar vervoer |
P. | ||
PAGE | = | Plan van aanpak goederen emplacementen |
PKB | = | Planologische kernbeslissing |
PMR | = | Project mainportontwikkeling Rotterdam |
PPS | = | Publiek private samenwerking |
PU | = | Productuitgaven |
PVVP | = | Provinciaal verkeers- en vervoersplan |
R. | ||
RIT | = | Rail Infra Trust |
RVVP | = | Regionaal verkeers- en vervoersplan |
RW | = | Rijkswegen |
RWS | = | Rijkswaterstaat |
S. | ||
SOIT | = | Subsidieregeling openbare inland terminals |
SNIP | = | Spelregelkader natte infrastructuurprojecten |
SUBBIED | = | Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied |
SVB | = | Stimulering verwerking baggerspecie |
SVV | = | Structuurschema verkeer en vervoer |
T. | ||
TCI | = | Tijdelijke commissie Infrastructuurprojecten |
TEN | = | Transeuropese netwerken |
U. | ||
UWO | = | Uitwerkingsovereenkomst |
V. | ||
VBS | = | Verkeersbegeleidende Systemen |
VenW | = | Ministerie van Verkeer en Waterstaat |
VINEX | = | Vierde nota ruimtelijke ordening extra |
VNG | = | Vereniging Nederlandse Gemeenten |
VROM | = | Ministerie van Volkshuisvesting ruimtelijke ordening en milieubeheer |
W. | ||
WB21 | = | Waterbeheer 21e eeuw |
WST | = | Westerscheldetunnel |
WTC | = | World trade centre |
Z. | ||
ZSM | = | Zichtbaar, slim en meetbaar |
ZZL | = | Zuiderzeelijn |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van hoofdwatersystemen verantwoord. Dit betreft de onderdelen watermanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. Het watersysteem omvat het geheel van oppervlaktewater, waterbodems, oevers, etc.
Het artikel hoofdwatersystemen op het infrastructuurfonds is gerelateerd aan het beleidsartikel 31 (integraal waterbeleid) op de VenW begroting (Hoofdstuk XII). De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
11. Hoofdwatersystemen | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 451 261 | 386 118 | 652 199 | 743 192 | 825 483 | 719 375 | |
Uitgaven | 568 571 | 672 650 | 530 791 | 675 107 | 743 838 | 800 733 | 719 375 |
11.01 Watermanagement | 90 080 | 61 456 | 69 281 | 81 035 | 84 398 | 84 268 | 97 5 15 |
11.01.01 Basispakket watermanagement | 90 080 | 61 456 | 69 281 | 81 035 | 84 398 | 84 268 | 97 515 |
11.02 Beheer en onderhoud | 308 897 | 231 176 | 173 981 | 188 133 | 180 750 | 193 907 | 211 424 |
11.02.01 Basispakket B&O waterkeren | 123 323 | 148 191 | 95 888 | 101 617 | 93 507 | 103 261 | 88 576 |
11.02.05 Basispakket B&O integraal waterbeheren | 152 241 | 74 904 | 54 493 | 53 488 | 55 426 | 67 394 | 122 845 |
11.02.08 Groot variabel onderhoud waterbeheer | 33 332 | 8 081 | 23 600 | 33 028 | 31 817 | 23 252 | 3 |
11.03 Aanleg | 155 995 | 368 379 | 225 887 | 303 359 | 297 750 | 345 872 | 250 796 |
11.03.01 Realisatieprogramma waterkeren | 83 654 | 200 681 | 96 962 | 177 743 | 211 153 | 277 554 | 192 675 |
11.03.02 Realisatieprogramma waterbeheren | 72 341 | 167 698 | 128 925 | 125 616 | 86 597 | 68 318 | 58 121 |
11.05 Verkenning en planstudie | 13 599 | 11 639 | 61 642 | 102 580 | 180 940 | 176 686 | 159 64 0 |
11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen | 2 127 | 1 000 | 950 | ||||
11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren | 5 218 | 6 094 | 55 135 | 95 508 | 175 502 | 171 248 | 156 762 |
11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer | 8 381 | 3 418 | 5 507 | 6 122 | 5 438 | 5 438 | 2 878 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Agentschapsbijdrage | 0 | 331 193 | 254 882 | 284 740 | 274 368 | 3 13 394 | 350 162 |
– Restant | 0 | 341 458 | 275 909 | 390 367 | 469 470 | 487 339 | 369 213 |
11.09 Ontvangsten | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 |
Het reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en de kwaliteit van het water.
Basispakket Watermanagement
De volgende activiteiten worden uitgevoerd:
• peilbeheer en bediening van objecten;
• monitoring en informatieverstrekking;
• crisisbeheersing en -preventie.
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang |
---|---|---|
Watermanagement | Km2 water | 65 250 |
Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007(x € 1 000) |
---|---|---|---|
Km2 water | 65 250 | 1,062 | 69 281 |
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2007 |
---|---|---|---|
Watermanagement | In 2008 hebben en uitvoeren van plannen en houden van oefeningen voor calamiteiten op het gebied van scheepvaart, waterkwaliteit, -overlast en -tekort. | % | 100 |
De beschikbaarheid en kwaliteit van de in- en externe informatievoorziening vindt plaats conform de afspraken in het basisinfoplan | % | 100 | |
Het hebben en nakomen van actuele afspraken over waterverdeling en waterkwaliteit. Peilbesluiten worden uitgevoerd en waterakkoorden zijn actueel en worden nageleefd. | % | 100 |
Het in een dusdanige conditie houden van het hoofdwatersysteem dat noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie waterkeren en waterbeheren.
Suppleren voor kustlijnzorg in 1000m3 | 2005 | 2006 | 2007* |
---|---|---|---|
Strand | 4 380 | 3 400 | 3 020 |
Onderwater | 7 600 | 7 350 | 10 100 |
* Dit betreft eerste schatting en is nog in voorbereiding. Besluitvorming vindt plaats door de bewindslieden in het najaar voorafgaand aan het uitvoeringsjaar
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterkeren | Dijken primaire waterkeringen in km | 480 | 45,7 | 21 926 |
Stormvloedkeringen | 4 | 7 084 | 28 335 | |
Niet primaire waterkeringen in km | 268 | 18,88 | 5 062 | |
Suppleren voor kustlijnzorg in m3 | 13 120 000 | 0,00 309 | 40 565 |
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2007 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterkeren | Suppleren van zand per jaar volgens jaarlijks vastgesteld landelijk suppletieprogramma. | Aantal m3 per jaar | 13 120 000 |
De primaire rijkswaterkeringen (dijken, duinen, stormvloedkeringen, etc) en andere werken die direct buitenwater keren, blijven in de kerende staat zoals blijkt uit de toetsing 2006. | % | 100 | |
De primaire waterkeringen die niet direct water keren en de niet primaire waterkeringen blijven in de kerende staat zoals als die was bij aanvang 2006 | % | 100 |
Basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren
Het basispakket Beheer en Onderhoud waterkeren bevat:
1. Kustlijnhandhaving (conform de basiskustlijn zandige kust niveau 1990);
2. beheer en onderhoud stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen (conform de Wet op de waterkering).
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks gecompenseerd moet worden. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging te niet gedaan.
Ook zijn er activiteiten zoals bestortingen, onderhoud van dammen en strandhoofden, eveneens met het doel om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Stormvloedkering en rijkswaterkeringen
• Stormvloedkeringen
Ter beveiliging van ons land tegen de zee is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Stormvloedkering Oosterschelde, de Stormvloedkering Nieuwe Waterweg (de Maeslantkering), de Hartelkering en de Stormvloedkering Hollandsche IJssel. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen, het onderhoud aan het besturingssysteem en periodieke inspecties.
• Rijkswaterkeringen
Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt ongeveer 325 km primaire waterkeringen. Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Wet op de waterkering vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater. Het gaat om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat een aantal niet-primaire waterkeringen. Deze vallen niet onder de Wet op de waterkering omdat ze geen bescherming hoeven te bieden tegen het buitenwater, maar ook deze waterkeringen moeten wel aan een bepaald veiligheidsniveau voldoen.
Basispakket Beheer en Onderhoud integraal waterbeheer
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem in een dusdanige conditie te houden welke noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie integraal waterbeheer. Hierbij valt te denken aan beheer en onderhoud van:
• rijkswateren t.b.v. maatgevend hoogwater (MHW);
• stuwende en spuiende kunstwerken;
• rijkswateren ten behoeve van waterkwaliteit;
• oevers en bodems;
• vergunningverlening en handhaving.
Bovendien valt onder het basispakket de voorbereiding van de implementatie van de Kader Richtlijn Water (KRW) en de activiteiten in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken.
De besluitvorming over de Kustwacht Nederland heeft geleid tot een aantal concrete afspraken die verder uitgewerkt worden. Het bestaande samenwerkingsverband tussen zeven betrokken departementen maakt plaats voor één gezamenlijke organisatie. Verkeer en Waterstaat voert de regie over de totstandkoming van geïntegreerde beleidsplannen, activiteitenplannen en de (meerjarige) begroting. In het kader van deze rol is in hoofdstuk 7 de overzichtsconstructie Kustwacht Nederland Nieuwe stijl aan deze begroting toegevoegd. Het beheer van de middelen komt in één hand te liggen bij Defensie. Om de verantwoordelijkheid van de directeur Kustwacht (namens de Minister van Defensie) voor de uitvoering van het activiteitenplan waar te kunnen maken krijgt deze de onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast krijgt hij trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op de zeegaande betonningsvaartuigen van Rijkswaterstaat en schepen en helikopters van Defensie. De vliegtuigen van Verkeer en Waterstaat (nu nog één) gaan volledig over naar de Kustwacht. De ingestelde Raad voor de Kustwacht richt zich op de vertaling van het integrale beleid in activiteitenplan. De Ministerraad stelt deze vervolgens formeel vast.
Het betreft beheer en onderhoudsactiviteiten die per project groter zijn dan € 30 mln. (vervangingen, mid-life onderhoud etc.). Hieronder vallen ook de projecten die voortvloeien uit het Plan van Aanpak achterstallig onderhoud 2003, welke is bijgevoegd bij de begroting 2004. De huidige stand van zaken van de uitvoering van dit plan van aanpak is beschreven in de Mid Term Review, welke bij deze begroting als bijlage is bijgevoegd.
In 2007 wordt gewerkt aan het opstellen van een programma van groot variabel onderhoudactiviteiten. Dit programma loopt vanaf 2011 en volgt op het Plan van Aanpak dat tot 2010 loopt. De uitkomsten van de uitwerking van het programma kan in de ontwerpbegroting 2008 leiden tot reallocatie van onderhoudsmiddelen.
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2007 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud Waterbeheren | De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend. | J/N | J |
Het percentage van de vergunningenverlening in het kader van Wvo, Wbb, Wbr, Ow, Wwh voldoet aan de wettelijke termijnen | % | 80 |
Basispakketten | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Beheer en onderhoud waterbeheren | Vergunningen | 2 799 | 12,910 | 36 136 |
Spuiende en stuwende kunstwerken | 74 | 248,068 | 18 357 |
In het kader van dit plan is een aantal projecten gedefinieerd.
Projecten | Doorlooptijd | Start uitvoering |
---|---|---|
Stuwen Lek | 2004–2010 | 2007 |
Haringvliet | 2004–2011 | 2005 |
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen en die een bijdrage leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Realisatie Waterkeren
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:
1. rivierverruiming;
2. dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding;
3. overige onderzoeken en kleine projecten;
4. resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren;
5. zwakke schakels kust;
6. hoogwaterbeschermingsprogramma.
De projecten worden nader toegelicht in het MIT/SNIP-projectenboek 2007.
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden projecten uitgevoerd met als doel rivierverruiming om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen. Andere projecten die in het kader van de rivierverruiming worden uitgevoerd betreffen de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. De realisatie van de natuurontwikkeling moet uiterlijk 2015 afgerond zijn. Voorbeelden van projecten die worden uitgevoerd om deze doelstelling te realiseren zijn de projecten Hemelrijkse Waard, Batenburg en het Lexkesveer. Naast deze projecten wordt een grootschalige rivierverruiming voorbereid in het project Ruimte voor de Rivier en voor de Maas zijn de meeste rivierverruimende maatregelen ondergebracht in het project Maaswerken (zie artikel 16 IF).
ad. 2. Dijkversterking en herstel en onderzoek steenbekleding
Verbetering van dijken bestaat uit verhoging en/of versterking van de dijk of uit vervanging van de bestaande steenbekleding. Het programma herstel en onderzoek steenbekleding Westerschelde en Oosterschelde loopt in 2007 door. Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland wordt in 2015 opgeleverd. In totaal zal langs de Wester- en Oosterschelde dan 321 kilometer steenbekleding zijn vervangen.
ad. 3. Overige onderzoeken en kleine projecten
• Veiligheid Nederland in Kaart-2 (VNK). Met dit studieproject worden de kansen op en de gevolgen van overstromingen van de dijkringen en een aantal kades langs de Maas in Nederland in kaart gebracht volgens een nieuwe methode (TK 2005–2006, 27 625 nr. 60).
• Sterkte en belasting waterkeringen, waarbij onder andere het inzicht in de golfvoortplanting in de Waddenzee en langs de Noordzeekust wordt verbeterd.
• Hydraulische randvoorwaarden. De Wet op de waterkering stelt (o.a.) dat VenW verantwoordelijk is voor het uitbrengen van hydraulische randvoorwaarden en andere instrumenten die door waterkeringbeheerders worden gebruikt bij de vijfjaarlijkse toetsing van de veiligheid van de primaire waterkeringen en die worden gebruikt bij het ontwerp van die waterkeringen.
ad. 4. Resterende werkzaamheden Deltaplan Grote Rivieren
De werken langs de grote rivieren met als doel om bij een afvoer bij Lobith van 15 000 m3/sec voldoende veiligheid te bieden, zijn grotendeels voltooid. In het kader van bescherming tegen hoge buitenwaterstanden zijn langs de kust en in het benedenrivierengebied nog enkele werken in uitvoering. Daarnaast wordt nog een aantal subsidies verstrekt en bijdragen verleend in het kader van de afronding van het Deltaplan Grote Rivieren.
Voor toelichting van de Zwakke Schakels Kust wordt verwezen naar hoofdstuk 11.05.02.
ad. 6. Hoogwaterbeschermingsprogramma
Er worden subsidies verstrekt in het kader van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die voortkomen uit de vijfjaarlijkse toetsingen conform de Wet op de waterkeringen (zie ook resultaat 1e toetsingKamerstuk 2002–2003, 18 106, nr. 124). De resultaten van deze tweede toetsing worden eind september 2006 aan de Tweede Kamer gestuurd.
Deze toetsing laat opnieuw een forse investeringsbehoefte zien, onder meer om de Markermeerdijken, de Afsluitdijk en een aantal andere waterkeringen weer aan de Wet op de waterkering te laten voldoen. Dit kabinet heeft een programma opgesteld om voortvarend de meest urgente maatregelen tot en met 2011 uit te kunnen voeren. Daarvoor is in deze begroting € 420 mln. beschikbaar gesteld.
De volgende belangrijke mutaties in de realisatietabel waterkeren zijn:
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart-2 (VNK-2)
Voor het vervolgonderzoek van VNK, VNK-2 is € 10 mln toegevoegd vanuit de vrijval binnen de programma’s: aanleg bagger depots (koegorspolder), depot Hollands diep en dijkversterking Flevoland.
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Totaal is € 420 mln. aan het hoogwaterbeschermings-programma toegevoegd om de meest urgente maatregelen tot en met 2011 uit te kunnen voeren. Dit bedrag is opgebouwd uit:
– € 50 mln. overheveling uit het FES (amendement 18 van het lid Snijder-Hazelhoff);
– € 70 mln. uit de additionele verwachte aanbestedings-resultaten over de periode 2005 tot en met 2010;
– € 100 mln. uit de algemene middelen. Door het kabinet is € 100 mln. vrijgemaakt om voortvarend te kunnen starten met de noodzakelijke verbetermaatregelen voor de waterkeringen;
– € 200 mln. overheveling uit de reservering overige steenzettingen op het planstudiebudget (11.05.02). Een deel van dit bedrag (ad € 109 mln.) is via de FES-impuls 2006 in de periode 2006–2011 versneld beschikbaar voor het hoogwaterbeschermingsprogramma. Dit bedrag vloeit in de periode 2012–2014 weer terug in het FES.
Hoogwaterbeschermingsprogramma overige projecten
Betreft een correctie op de begroting 2006. In de begroting 2006 was abusievelijk € 18 mln. in de planstudietabel opgenomen. Hiervoor heeft nu een correctie plaatsgevonden, waarbij de financiële randvoorwaarden ongewijzigd zijn.
Realisatieprogramma Waterbeheren
Onder waterbeheren vallen de volgende projecten:
1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen. Per 2006 is hier het gehele herstel en inrichting-programma opgenomen;
2. saneren van waterbodems incl. SUBBIED (Subsidieregeling Baggeren bebouwd gebied), GVB (landelijke proef grootschalige verwerking baggerspecie) en SVB (stimulering verwerking baggerspecie);
3. Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast verantwoord.
ad. 1. projecten Herstel en Inrichting watersystemen
Het programma Herstel & Inrichting (H&I) is gericht op het ecologisch herstel van de Rijkswateren en bestaat voornamelijk uit verbetering van de hydromorfologie van de watersystemen (ontwikkeling van door water gevormde structuren in waterlopen en de hiermee samenhangende omgevingen). De prioriteit ligt bij de realisatie van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en met name bij de doelstellingen voor beschermde gebieden. Zolang deze doelstellingen niet zijn vastgesteld wordt gewerkt aan de volgende maatregelen:
• het creëren van langsverbindingen (dit zijn verbindingen in de stroomrichting van het watersysteem);
• het beschermen en creëren van natuurlijke land-waterovergangen en dwarsverbindingen;
• het creëren van natuurlijke stromingspatronen;
• het herstellen van natuurlijke peildynamiek (meren, zoetwatergetijde).
In 2005 is het programma van Herstel en Inrichtingsprojecten verder ingevuld voor de jaren 2006–2010, dat moet bijdragen aan de doelen uit de Vierde nota Waterhuishouding en anticipeert op de doelen van de Kaderrichtlijn Water.
ad. 2. Saneren van waterbodems
Hiervoor worden projecten uitgevoerd die te maken hebben met waterbodemsaneringen en met het bergen en verwerken van vervuilde baggerspecie (o.a. depot Hollandsch Diep, projecten uit het saneringsprogramma rijkswateren en diverse subsidieregelingen (SUBBIED en SVB).
De landelijke proef grootschalige «verwerking baggerspecie» (GVB) is in 2004 gestart.
ad. 3. Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
Op 2 juli 2003 is het Nationaal Bestuursakkoord Water ondertekend door het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen met als doel samen de waterproblematiek in Nederland aan te pakken. In dit kader heeft het kabinet heeft een eenmalige impuls van € 100 mln. beschikbaar gesteld om een snelle start van de uitvoering van maatregelen tegen wateroverlast te bevorderen.
Deze «Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast» die hiertoe met de NBW-partijen is opgesteld is met ingang van 1 april 2004 opengesteld (Staatscourant 27 februari 2004 nr. 40/pag. 21). Op 1 juli 2004 is het volledige budget vastgelegd in beschikkingen aan 67 gemeenten en waterschappen. In de gehonoreerde aanvragen zijn 307 projecten opgenomen. De 307 projecten zullen allemaal uiterlijk in 2007 gestart zijn en naar verwachting in 2010 zijn gerealiseerd. De nadruk in de projecten ligt op het vasthouden en bergen van overtollig water.
De volgende belangrijke mutaties in de realisatietabel waterbeheren zijn:
Budgetbijstelling voor overheveling van de reservering uitvoeringskosten € 35 mln. baggerdepot Maasdal en de correctie (toevoeging) van € 5 mln. op grond van het kabinetsstandpunt waterbodems vanuit SVB en de verlaging € 8,4 mln voor de uitvoering van de wettelijke regeling Kwalibo door de inspectie V&W.
Stimuleringsregeling hergebruik baggerspecie (SVB)
Betreft een correctie op de begroting 2006. Het budget voor deze regeling is met € 5 mln verder verlaagd ten guste van het saneringsprogramma waterbodems rijkswateren op grond van het kabinetsstandpunt waterbodems.
Project is nagenoeg afgewikkeld. Het resterende budget van ca € 4 mln. is ingezet bij VNK-2.
Projectoverzicht bij 11.03.01 Realisatieprogramma Waterkeren
Waterkeren (Hoofdwatersystemen) Realisatie IF 11.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
(Deltaplan grote rivieren) | 648 | 648 | 615 | 33 | 2006 | 2006 | ||||||
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
NURG | 118 | 118 | 39 | 18 | 6 | 7 | 7 | 7 | 7 | 26 | 2015 | 2015 |
Participatie | 17 | 17 | 4 | 2 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 5 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Doorlatend maken spoorbrug Oosterbeek | 50 | 51 | 47 | 3 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Keent | 17 | 17 | 1 | 2 | 7 | 5 | 2 | 2010 | 2010 | |||
Dijkversterking | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Flevoland en Noordoostpolder | 89 | 92 | 89 | 2005 | 2005 | |||||||
Herstel steenbekleding | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Onderzoek Hydraulische randvoorwaarden (HR 2006) | 8 | 8 | 6 | 2 | 2006 | 2006 | ||||||
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) | 12 | 12 | 12 | 2005 | 2005 | |||||||
Onderzoek Veiligheid Nederland in Kaart 2 (VNK-2) | 10 | 0 | 0 | 5 | 2 | 3 | ||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Noordoostpolder en Flevoland | 56 | 59 | 49 | 7 | 2006 | 2006 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Oosterschelde en westerschelde | 921 | 912 | 237 | 40 | 35 | 45 | 59 | 95 | 93 | 316 | 2015 | 2015 |
Hoogwaterbescherming | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 830 | 394 | 10 | 74 | 35 | 102 | 127 | 166 | 82 | 234 | 2020 | 2020 |
Hoogwaterbeschermingsprogramma overige projecten | 154 | 134 | 2 | 8 | 10 | 14 | 15 | 8 | 8 | 88 | 2020 | 2020 |
Zwakke Schakels Nederlandse Kust | ||||||||||||
Zeewering Den Helder | 1 | 1 | 1 | 2005 | 2005 | |||||||
Overig | ||||||||||||
Kleine projecten | 21 | 21 | 14 | 6 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | |||
Totaal categorie 0 | 2 952 | 1 126 | 201 | 97 | 178 | 211 | 278 | 193 | 669 | |||
Begroting (IF 11.03.01) | 201 | 97 | 178 | 211 | 278 | 193 |
Projectoverzicht bij 11.03.02 Realisatieprogramma Waterbeheren
Waterbeheren (Hoofdwatersystemen) Realisatie IF 11.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Proef Grootschalige Verwerking Baggerspecie (GVB) | 22 | 22 | 3 | 6 | 6 | 7 | 2008 | 2008 | ||||
Sanering waterbodems | 432 | 401 | 76 | 34 | 24 | 25 | 19 | 29 | 23 | 202 | divers | divers |
Stimuleringsregeling hergebruik baggerspecie (SVB) | 6 | 11 | 2 | 1 | 1 | 1 | 2 | 1 | 2009 | 2009 | ||
Subsidie baggeren bebouwd gebied (SUBBIED) | 123 | 123 | 17 | 40 | 22 | 25 | 19 | 0 | 2010 | 2010 | ||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Inrichting Ijsselmonding | 13 | 13 | 9 | 4 | 2006 | 2006 | ||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Natte natuurprojecten Ijsselmeergebied | 30 | 30 | 19 | 8 | 3 | 2007 | 2007 | |||||
Depot Hollandsch Diep | 75 | 78 | 14 | 17 | 27 | 10 | 7 | 2008 | 2008 | |||
Haringvliet De Kier | 36 | 35 | 8 | 14 | 8 | 4 | 1 | 2008 | 2006 | |||
Integrale inrichting Veluwe randmeer (IIVR) | 42 | 39 | 7 | 7 | 5 | 5 | 5 | 5 | 7 | 2011 | 2011 | |
Klein Profijt | 2 | 2 | 2 | 2005 | 2005 | |||||||
Uitbreiding gemaalcapaciteit IJmuiden | 49 | 49 | 49 | 2005 | 2005 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Aanleg baggerdepots (voorheen Depot Koerogspolder) | 18 | 22 | 17 | 1 | 2007 | 2007 | ||||||
Doorlaatmiddel Veerse Meer | 20 | 20 | 19 | 1 | 2004 | 2004 | ||||||
Vispassages Grave en Borgharen | 7 | 7 | 3 | 4 | 2006 | 2006 | ||||||
Overig | ||||||||||||
Nieuwe projecten Herstel en Inrichting (H&I, incl. verdrogingsgelden) | 396 | 403 | 8 | 14 | 24 | 19 | 11 | 23 | 28 | 270 | n.v.t. | |
Tijdelijke regeling bestrijding regionale wateroverlast | 100 | 100 | 9 | 17 | 10 | 30 | 23 | 11 | 2010 | 2010 | ||
Totaal categorie 0 | 1 370 | 262 | 168 | 129 | 126 | 87 | 68 | 58 | 472 | |||
BEGROTING (IF 11.03.02) | 168 | 129 | 126 | 87 | 68 | 58 |
11.05 Verkenningen en planstudies
Om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Programma Hoofdwatersystemen
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten uitgevoerd. Deze projecten hebben betrekking op:
1. Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas;
2. Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust;
3. Integrale verkenning Maas (IVM);
4. Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas;
5. Natuurontwikkelingsschets Eems;
6. Sluitregime Oosterscheldekering;
7. Zwakke Schakels Kust;
8. Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer;
9. Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes);
10. Extra spuicapaciteit Afsluitdijk;
11. Volkerak-Zoommeer.
De verkenningen en planstudies zijn ook opgenomen in het MIT/SNIP-projectenboek.
Verkenningenprogramma Hoofdwatersystemen
ad. 1. Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas:
In het watersysteem Bovenmaas, dat gezamenlijk met België (Wallonië) wordt beheerd, spelen problemen met betrekking tot inrichting, welke betrekking hebben op waterbeheersing en ecologie. In de verkenning zal een aantal oplossingsrichtingen worden bezien, gericht op ecologisch herstel, waarbij de doelstellingen van de KRW (m.n. de hydromorfologische kant van de aquatische natuurdoelen) leidend zijn.
ad. 2. Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust:
Uitwerking van de motie Geluk (TK 29 200 XII, nr. 53 t/m 55) naar de mogelijkheden voor een kustuitbreiding tussen Hoek van Holland en Scheveningen. In samenwerking met de provincie Zuid Holland richt de verkenning zich op het benoemen van voorwaarden waaraan voldaan moet worden om kustuitbreiding haalbaar te maken en nadrukkelijk niet op de realisatie van een kustuitbreiding. De afronding van de verkenning wordt eind 2006 verwacht.
ad. 3. Integrale verkenning Maas (IVM)
In de loop van de 21e eeuw (nadat de Maaswerken (2015) zijn uitgevoerd) worden als gevolg van de klimaatverandering hogere afvoeren door de Maas verwacht. De Integrale Verkenning Maas (IVM) is uitgevoerd met als doel de mogelijkheden in beeld te brengen voor het accommoderen van die hogere rivierafvoeren. Daarbij is geïnventariseerd welk ruimtebeslag er met deze maatregelen is gemoeid. In het najaar van 2006 formuleert het kabinet zijn reactie op deze verkenning.
ad. 4. Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)
Het systeem van de Nederlandse bedijkte grote rivieren is in 2015 uitgelegd op het veilig kunnen afvoeren van een afvoer die één maal per 1250 jaar voorkomt. De natuur is echter onvoorspelbaar en een extreme gebeurtenis blijft mogelijk. In een eerste kabinetsstandpunt over rampenbeheersing voor overstromingen (2003) zijn reserveringen gemaakt voor drie noodoverloopgebieden. Voor nadere besluitvorming bleek meer inzicht nodig in het technische en economisch rendement van noodoverloopgebieden, in vergelijking met andere opties voor rampenbeheersing zoals internationale afstemming, structurele normverhoging, organisatorische maatregelen en compartimentering. Het hierop ingezette onderzoek is in 2006 afgerond en zal de grondslag vormen voor een overkoepelende strategie voor de rampenbeheersing bij overstromingen in een tweede kabinetsstandpunt (najaar 2006). Tussentijds is gebleken dat noodoverloopgebieden voor de Rijn een gering rendement hebben en daarmee als reservering konden vervallen (tussenbesluit 2005). Bovendien komt de aanleg van compartimenteringsdijken heel kansrijk uit het onderzoek, mede in relatie tot bescherming en benutting van vitale infrastructuur; het kabinet heeft daarom in februari 2006 uit het FES€ 2 mln beschikbaar gesteld voor nadere uitwerking van deze optie (oplevering voorzien in 2008)
ad. 5. Natuurontwikkelingsschets Eems
De verwachting is dat de druk van economisch gerichte activiteiten op de morfologie van het Eems-estuarium, zoals scheepvaart, verdiepingen en schelpenwinning, in de toekomst verder zal toenemen. Dit zal waarschijnlijk met negatieve effecten op de natuur gepaard gaan. In het natuurontwikkelingsplan wordt een pakket van concrete, locatiespecifieke herstel en inrichtingsmaatregelen beschreven die bijdragen aan de doelen voor de Kaderrichtlijn Water.
ad. 6. Sluitregime Oosterscheldekering
Een verkenning naar het effect van het sluitregime van de Oosterscheldekering wordt in 2006 opgestart. Directe aanleiding is de het mogelijk tekort aan hoogte van de dijken achter de kering. Aanpassing van het sluitregime zou een alternatief kunnen zijn van dijkverbetering.
Planstudieprogramma waterkeren
De bescherming tegen overstromingen vanuit de zee is geregeld in de Wet op de waterkering, waarin normen zijn opgenomen waaraan de zeeweringen moeten voldoen. Echter, naar aanleiding van signalen over een sterkere golfbelasting op de kust, is in 2003 door de waterschappen nogmaals gekeken naar de sterkte van de zeeweringen. De inzichten hebben geleid tot tijdelijke maatregelen zoals diverse zandsuppleties. Daarnaast is er gesignaleerd dat er op 10 locaties langs de kust zogenoemde zwakke schakels zijn, waarvoor binnen een periode van 20 jaar versterking van de zeewering nodig is. Op 8 van deze 10 locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels.
Uitvoering zal plaatsvinden van 2007 t/m 2020. In totaal is voor het programma Zwakke Schakels kust een bedrag van € 742 mln. gereserveerd.
Bij de begrotingsbehandeling in december 2005 is toegezegd om de financiering voor de kosten voor de versterking van de zwakke schakels beschikbaar te stellen op het moment dat de provincie een uitvoeringsgereed plan heeft én de provincie kan aangeven dat zij de financiering voor de ruimtelijke kwaliteit heeft geregeld. Om hieraan tegemoet te komen zijn in deze begroting middelen (€ 177 mln.) vanuit latere jaren naar de periode 2008–2011 verschoven.
Planstudieprogramma waterbeheren
ad. 8. Natuurlijk Peilbeheer Veerse Meer
Het huidige tegennatuurlijke peilbeheer in het Veerse Meer brengt delen van het watersysteem uit evenwicht. Het peilbeheer is vrijwel volledig afgestemd op de afwateringsfunctie voor de landbouw in de winter en de recreatieve functie in het voorjaar en de zomer. Hierdoor komt de ecologische kwaliteit nauwelijks tot ontwikkeling en worden ook de recreatieve potenties nauwelijks benut. Een natuurlijker peilbeheer geeft de natuur de kans om een situatie te ontwikkelen die meer past bij een watersysteem met (beperkt) getij. Rijkswaterstaat en de provincie Zeeland voeren een planstudie/MER uit naar een meer natuurlijk peilbeheer. De planstudie is in 2006 gereed.
ad. 9. Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes)
In het Memorandum van Overeenstemming van 11 maart 2005 tussen de Nederlandse en Belgische regeringen is afgesproken dat V&W zich krachtig zal inspannen om de noodzakelijke wettelijke procedures voor de verdieping in 2007 af te ronden, zodat de gewenste vaardiepte in 2009 kan worden verwezenlijkt (TK 2004–2005, 26 980, nr. 21). De Startnotitie MER «Verruiming vaargeul Westerschelde» is in april voor inspraak ter visie gelegd. Mede op basis van de inspraakreacties zijn de richtlijnen MER opgesteld. De uitvoering van het MER kan thans ter hand worden genomen en de oplevering wordt begin 2007 verwacht. Intussen wordt gewerkt aan de ratificatie van de verdragen van Middelburg die op 21 december 2005 met het Vlaams Gewest zijn ondertekend. Doel hiervan was om de uitvoering van deze projecten veilig te stellen, en om de hechte samenwerking van de laatste jaren met het Vlaamse Gewest rond beleid en beheer ten aanzien van het estuarium te bestendigen. Het is de bedoeling deze verdragen in het najaar van 2006 ter ratificatie aan de Staten-Generaal aan te bieden.
ad. 10. Extra spuicapaciteit Afsluitdijk
In verband met de uitbreiding van de spuicapaciteit wordt een planstudie uitgevoerd. Met deze planstudie wordt de MER gemaakt op basis waarvan het dijkversterkingsplan conform de Wet op de waterkering wordt opgesteld. Nader onderzoek is vereist voor zowel de MER als ook ter voorbereiding van de realisatie. Verwacht wordt dat de planstudie naar de uitbreiding van de spuicapaciteit in de Afsluitdijk eind 2006 gereed is. De start van de realisatie is voorzien in 2008.
Begin jaren ’90 werd in toenemende mate in de zomer blauwalgenbloei aangetroffen. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van hoge nutriëntenconcentraties en de lange verblijftijd van het water. De blauwalgenbloei leidt tot veel overlast voor verschillende gebruiksfuncties (oever- en verblijfsrecreatie, wonen, natuur, landbouwwater). Er zullen twee alternatieven onderzocht worden: zoet doorspoelen en zout doorspoelen (Motie Van Lith,TK 2004–2005, 29 800 XII, nr. 21). De planstudie is medio 2006 gereed.
Projectoverzicht bij 11.05.01 Verkenningenprogramma hoofdwatersystemen
Hoofdwatersystemen Verkenningen IF 11.05.01 Lopende verkenningen | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel (inter)nationaal | ||||
Rampenbeheersingsstrategie Overstromingen Rijn en Maas (Noodoverloopgebieden)/compartimenteringsonderzoek | Veiligheid | Waterbeheren | Kabinetsstandpunt Noodoverloopgebieden december 2003 | 2006/2008 |
Landsdeel Noord | ||||
Natuurontwikkelingsplan Eems | Natuur | Waterbeheren | Kaderrichtlijn Water | 2007 |
Landsdeel West | ||||
Gefaseerde kustuitbreiding Delflandse kust | Kustuitbreiding | Waterkeren | Motie Geluk (TK 29 200 XII nr. 53) | 2006 |
Landsdeel Zuid | ||||
Herinrichting Waals Nederlandse Grensmaas | Waterbeheersing en Kaderrichtlijn Water | Waterbeheren | Afspraak tussen Nederland en België/Wallonië | 2007 |
Integrale Verkenning Maas (IVM) | Duurzame hoogwaterbescherming | Waterkeren | Kabinetsstandpunt Ruimte voor de Rivier december 2000 | 2005 |
Aanpassing Sluitregime Stormvloedkering in de Oosterschelde | Veiligheid | Waterkeren | WoW | 2007 |
Projectoverzicht bij 11.05.02 Planstudieprogramma waterkeren
Waterkeren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | raming kosten | budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Extra spuicapaciteit Afsluitdijk | 244 | pb | uo | 2008–2013 | |||||||
Overige steenzetting | 177 | 2009–2016 | |||||||||
Zwakke Schakels Nederlandse Kust | 742 | uo | 2007–2020 | ||||||||
Totaal categorie 1 | 1 163 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht bij 11.05.03 Planstudieprogramma waterbeheer
Waterbeheren (Hoofdwatersystemen) Planstudie IF 11.05.03 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in mln | raming kosten | budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Volkerak Zoommeer | 40 | 55 | pb | uo | 2007–2010 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium (ProSes); Nederlands aandeel | 30 | pb/uo | 2007–2015 | ||||||||
Peilbesluit Veerse Meer | 10 | 15 | pb | uo | 2007–2010 | ||||||
Totaal categorie 1 | 30 |
Legenda
pb projectbesluit
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2007 van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII). Het infrastructuurfondsartikel hoofdwegen is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
Tabel budgettaire gevolgen van uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
12. Wegen | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 1 749 928 | 2 378 646 | 3 129 735 | 2 704 443 | 2 840 551 | 1 298 392 | |
Uitgaven | 1 686 711 | 1 882 136 | 2 755 041 | 3 345 027 | 3 136 201 | 2 979 964 | 1 373 659 |
12.01 Verkeersmanagement | 51 195 | 61 801 | 63 767 | 56 657 | 52 842 | 53 477 | 47 700 |
12.01.01 Basispakket verkeersmanagement | 51 195 | 56 483 | 49 933 | 51 332 | 52 842 | 53 477 | 4 7 700 |
12.01.02 Servicepakket verkeersmanagement | 5 318 | 13 834 | 5 325 | ||||
12.2 Beheer en onderhoud | 725 201 | 845 177 | 818 295 | 848 781 | 785 641 | 843 634 | 734 954 |
12.02.01 Basispakket B&O infrast. Hoofdwegen | 641 174 | 684 974 | 584 930 | 738 300 | 687 510 | 761 373 | 713 144 |
12.02.02 Servicepakket B&O infrast. Hoofdwegen | 84 027 | 160 203 | 233 365 | 110 481 | 98 131 | 82 261 | 21 810 |
12.03 Aanleg en planstudie na tracèbesluit | 837 598 | 690 939 | 1 310 858 | 1 304 543 | 1 267 833 | 957 205 | 444 279 |
12.03.01 Realisatieprogramma hoofdwegen | 617 737 | 511 757 | 1 008 958 | 779 690 | 704 811 | 551 185 | 2 66 680 |
12.03.02 Planstudieprogramma na tracèbesluit | 219 861 | 179 182 | 301 900 | 524 853 | 563 022 | 406 020 | 1 77 599 |
12.04.01 Geïntegreerde contractvormen / PPS | 50 873 | 121 699 | 128 930 | 140 635 | 132 598 | 114 477 | 114 451 |
12.05 Verkenning en planstudievoor tracèbesluit | 21 844 | 162 520 | 433 191 | 994 411 | 897 287 | 1 011 171 | 32 275 |
12.05.01 Verkenningen | 704 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12.05.02 Planstudieprogramma vòòr tracèbesluit ** | 21 844 | 161 816 | 433 191 | 994 411 | 897 287 | 1 011 171 | 32 275 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Apparaatsuitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– Agentschapsbijdrage | 1 213 089 | 1 184 042 | 1 191 634 | 1 083 326 | 1 135 448 | 1 001 085 | |
waarvan: 12.03 Aanleg en planst. nà tb | 173 486 | 195 486 | 178 070 | 132 503 | 124 452 | 51 048 | |
– Restant | 669 047 | 1 570 999 | 2 153 393 | 2 052 875 | 1 844 516 | 372 574 | |
12.09 Ontvangsten | 70 040 | 29 064 | 40 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 | 0 |
** De reservering in het FES voor de Noordvleugel (incl. Zuidas) en de enveloppe Nota Mobiliteit (2011–2020) kunnen op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, en daarmee de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Met verkeersmanagement streeft VenW naar optimaal gebruik van en informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur.
Basispakket Verkeersmanagement
Bij het vormgeven van verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in vijf maatregelcategorieën:
• voorlichting over Rijkswegen;
• reistijd- en route-informatie;
• maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag;
• hulpverlening ten behoeve van doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement);
• verkeersgeleiding bij grote drukte.
Vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale wordt een pro-actieve sturing voorgestaan. Het instrumentarium voor deze sturing van het verkeer wordt steeds verder verfijnd. Hierbij wordt, in lijn met de bevindingen van de commissie-Luteijn, gewerkt binnen bestuurlijk afgedekte samenwerkingsgebieden. De commissie Luteijn heeft de Minister van VenW geadviseerd een daadkrachtig mobiliteitsteam op te richten, dat bestaat uit wegbeheerders, openbaar vervoerbedrijven, bedrijfsleven en consumenten. Doelstelling is het gericht bestrijden van de files rondom verkeersknooppunten in een regio.
Het beleid is erop gericht om het Rijkswegennet in samenhang met het regionaal wegennet te besturen (gebiedsgericht verkeersmanagement). In nauw overleg met de regionale overheden worden maatregelpakketten ontwikkeld, die vanuit de regionale problematiek bezien als het meest effectief worden gezien.
De investeringen van de afgelopen jaren in het Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) in combinatie met het actief reguleren van het verkeer hebben geleid tot een lagere groei van het aantal voertuigverliesuren. Het beleid is erop gericht de behaalde winst op het rijkswegennet te consolideren en verder te vergroten.
Er wordt momenteel gewerkt in een twintigtal samenwerkingsverbanden (grote en middelgrote stedelijke agglomeraties). Bij een aantal heeft dit reeds geleid tot maatregelpakketten. Voorbeelden hiervan zijn het KAN-gebied (Arnhem-Nijmegen), SIRE-gebied (regio Eindhoven), Haaglanden en Stadsgewest Rotterdam.
Servicepakket Verkeersmanagement
• Programma Filevermindering
In 2006 is het «Programma Filevermindering» gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen. Op dit artikel worden een aantal projecten uit de categorieën reguliere- en incidentele files uitgevoerd (zie ook bijlage 11 bij de begroting 2007 van VenW (XII), Programma Filevermindering).
Eenheid | t/m 2005 | t/m 2006 | t/m 2007 | |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | Km | 999,3 | 1 047,6 | 1 047.6 |
Verkeerscentrales | Aantal | 6 | 6 | 6 |
Spits- en plusstroken | Aantal | 27 | 47 | 51 |
Spits- en plusstroken | Km | 94,9 | 172,9 | 184,9 |
Doelgroepstroken, inclusies= busvoorzieningen | Aantal | 38 | 38 | 38 |
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Verkeersmanagement | Rijbanen met verkeerssignalering (km) | 1 047,6 | 47,7 | 49 933 |
Om het Rijkswegennet (en de onmiddellijke omgeving daarvan) in die staat te houden die noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie (het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu).
Het beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, bruggen en viaducten, verkeers-voorzieningen, landschap en milieu en exploitatie.
Basispakket beheer en onderhoud
Een voorwaarde voor optimaal gebruik van het wegennet is betrouwbaarheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales, verkeersvoorzieningen, het landschap en het milieu rond de Rijkswegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Dit in tegenstelling tot correctief onderhoud, waarbij de beheerder geconfronteerd wordt met functieverlies en de gebruiker ongewild voor onaangename verrassingen wordt geplaatst. Zowel preventief als correctief onderhoud valt onder het basispakket.
Naast het uitvoeren van beheer en onderhoud worden op dit artikel ook de voorbereidingskosten ten behoeve van beheer en onderhoud van Rijkswegen verantwoord. Dit behelst onder andere het opstellen van normen en richtlijnen, het voorbereiden van kaders waardoor de realisatie op een verantwoorde en efficiënte wijze kan plaatsvinden en het uitvoeren van audits. Door Rijkswaterstaat wordt regelmatig onderzocht hoe het beheer en onderhoud nog doelmatiger, efficiënter, veiliger of met minder hinder voor het verkeer kan worden uitgevoerd.
Om de met de uitvoeringsflexibiliteit beoogde efficiency te bereiken zal gebruik gemaakt worden van een palet aan prestatiebestekken en andere geïntegreerde contractvormen. Daarbij zullen verschillende soorten werkzaamheden worden gecombineerd in één integraal contract met één prijs.
Servicepakket Beheer en Onderhoud
• Plan van aanpak Beheer en Onderhoud
De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de areaaluitbreidingen, het toegenomen gebruik van elektronica, de aangescherpte eisen en de extra slijtage die het gevolg is van het intensiever gebruik. Dit heeft geleid tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud en daarmee onderhoudsachterstanden. Derhalve is besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswegen (beschreven in het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Met de impuls beheer en onderhoud worden de meest urgente onderhouds-achterstanden aangepakt.
Om verkeersoverlast zo veel mogelijk tot een minimum te beperken, worden deze werkzaamheden goed afgestemd, zowel onderling als met de werkzaamheden die voortkomen uit het aanleg- en fileplan, het ZSM-programma alsmede de werkzaamheden van andere wegbeheerders.
Het in 2007 vanuit de impuls beschikbare budget wordt ingezet voor de vervanging van 556 km asfalt. Samen met de produktie over de jaren 2004 tot en met 2006 wordt hiermee de toegezegde vervanging van 1300 km asfalt gerealiseerd.
• Servicepakket Meer Vlot
Het servicepakket «Meer Vlot» beoogt een aantal kleinschalige verbeteringen voor het goederenvervoer te realiseren. Daarbij wordt gedacht aan zaken als uitbreiding van de parkeervoorzieningen voor vrachtauto’s en aanpassing van verkeerslichten voor de doorstroming van het vrachtverkeer.
• Servicepakket Meer Veilig
Het Kabinet heeft besloten tot een impuls verkeersveiligheid voor de niet-autosnelwegen die in beheer zijn bij het Rijk. Bovenop de reedsbeschikbare € 3,4 mln/jaar, wordt in de periode tot en met 2010 in totaliteit € 88 mln extra geïnvesteerd in enerzijds het versneld realiseren van essentiële herkenbaarheidskenmerken en anderzijds in een aantal kosten-effectieve verkeersveiligheidsmaatregelen, zoals het aanbrengen van bermverharding of het ombouwen van een kruispunt tot rotonde.
• Servicepakket Meer Kwaliteit Leefomgeving
Binnen dit servicepakket worden bijdragen geleverd aan het meerjarenprogramma ontsnippering. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel dat twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbindt.
De ontsnipperingswerken worden uitgevoerd in samenspraak met alle betrokkenen. Hiermee ontstaat een realistisch, uitvoerbaar ontsnipperingsprogramma dat aansluit op en is afgestemd met de ontsnipperingsmaatregelen van andere overheden.
• Programma Filevermindering
In 2006 is het «Programma Filevermindering» gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen. Op dit artikel worden een aantal projecten uit de categorieën reguliere- en incidentele files uitgevoerd (zie ook bijlage 11 bij de begroting 2007 van VenW (XII), Programma Filevermindering).
Beheer en onderhoud Rijkswegen
Basispakket Beheer en onderhoud
Specificatie areaal rijkswegen
t/m 2005 | t/m 2006 | t/m 2007 | ||
---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte (in km) | Hoofdrijbanen | 5 820 | 5 820 | 5 820 |
Rijbaanlengte (in km) | Verbindingswegen en op- en afritten | 1 750 | 1 750 | 1 750 |
Areaal asfalt (in km2) | Hoofdrijbanen | 71 | 71 | 72 |
Areaal asfalt (in km2) | Verbindingswegen en op- en afritten | 15 | 15 | 15 |
Groen areaal (in km2) | Stuks | 188 | 188 | 188 |
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek in km2 | 87 | 6 723 | 584 930 |
Voor het jaar 2007 gelden de volgende prestatieafspraken:
Jaar | Realisatie (km’s) | Planning (km’s) | Totaal (km’s) |
---|---|---|---|
2004 | 179 | 179 | |
2005 | 145 | 145 | |
2006 | 420 | 420 | |
2007 | 556 | 556 | |
Totaal | 324 | 976 | 1 300 |
Indicator | Waarde 2006 | Basiswaarde peildatum | Streefwaarde 1-1-2007 | Streefwaarde 31-12-2007 |
---|---|---|---|---|
Voldoen van wegen aan de normen | 85% | n.v.t. | 85% | 95% |
Servicepakket Beheer en onderhoud
De bekostiging van het servicepakket is hieronder weergegeven.
Servicepakket | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|
Plan van aanpak Beheer en Onderhoud | 194 004 |
Meer vlot | 3 565 |
Meer veilig | 26 388 |
Meer kwaliteit leefomgeving | 7 131 |
Programma Filevermindering | 2 277 |
Totaal | 233 365 |
12.03 Aanleg, benutting en planstudie na tracébesluit
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt om, rekeninghoudend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden.
Realisatieprogramma hoofdwegennet
Herijking aanbestedingsresultaten
De herijking van het aanbestedingsresultaat over de periode 2005 tot en met 2010 leidt tot een additioneel resultaat van ca. € 79 mln op het realisatieprogramma hoofdwegen. Dit is in voorliggende begroting verwerkt op de projecten rw2 Rondweg Den Bosch, rw2 Tangent Eindhoven en rw31 Zurich Harlingen.
In de Nota Mobiliteit is vastgelegd dat voor de belangrijkste stedelijke gebieden regionale netwerkanalyses worden gemaakt. Die moeten inzicht bieden in de beste manieren om bestaande en toekomstige knelpunten in de verbindingen van deur-tot-deur op te heffen, met gebruik van verschillende vervoerwijzen en door een betere samenhang tussen lokale, regionale en nationale infrastructuur waarbij de inzet is de toegang tot de steden te verbeteren.
In augustus 2006 zijn de (concept)rapportages van de netwerkanalyses opgeleverd. Deze zijn uitgevoerd in de Noord- en Zuidvleugel van de Randstad, Utrecht, Groningen–Assen, Leeuwarden en omgeving, Twente, Arnhem–Nijmegen, Noord Overijssel (inclusief Zwolle–Kampen), stedendriehoek Apeldoorn–Deventer–Zutphen, Brabantstad en Zuid-Limburg.
De resultaten komen gelijk met deze begroting beschikbaar. In het najaar 2006 overleggen Rijk en regio over de voorgestelde maatregelenpakketten voor de korte en langere termijn.
• Programma Filevermindering
In 2006 is het ’Programma Filevermindering’ gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen. Op dit artikel worden met name projecten uit de categorieën reguliere- en incidentele files uitgevoerd (zie ook bijlage 11 bij de begroting 2007 van VenW (XII), Programma Filevermindering).
• DVM
In 2007 wil VenW ook een start maken met een investeringsprogramma voor meer dynamisch verkeersmanagement. Hiermee kunnen verkeersstromen afhankelijk van de drukte gerichter worden gestuurd met als doel optimale benutting van de beschikbare infrastructuur. Dat programma wordt nu ontwikkeld en op uitvoerbaarheid doorgerekend en zal naar verwachting een grote bijdrage kunnen leveren aan de afname van het aantal voertuigverliesuren. Bij dit investeringsprogramma houdt VenW ook rekening met de mogelijkheden van dynamische snelheden.
Het programma fileplan ZSM (zichtbaar, slim en meetbaar) omvat een aantal maatregelen die de doorstroming verbeteren. Verkeersveiligheid is hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Hieronder vallen enerzijds maatregelen ter beperking van structurele files (plus-, spits- en bufferstroken, aanpassingen in knooppunten, reguliere weguitbreidingen en toeritdoseerinstallaties) en anderzijds maatregelen ter bestrijding van incidentele files, zoals de DRIP’s (dynamische route informatie panelen), verbetering van netwerkmanagement.
• ZSM Fase I
Het programma ZSM Fase I bestaat uit Spoedwetprojecten en projecten die onder de tracéwet worden uitgevoerd in de periode 2003 t/m 2010, inclusief flankerende maatregelen die de structurele inbedding van de resultaten van de Spoedwet Wegverbreding en het totale programma Fileplan ZSM moeten verankeren. Het gaat daarbij zowel om maatregelen die de snelle besluitvorming over infrastructuurprojecten bevorderen (uniformiteit, transparantie en eenduidigheid van de beslisdocumenten) als om verkeersmaatregelen die de daadwerkelijke doorstroming bevorderen en de ergernissen van weggebruikers beperken.
• ZSM Fase II
Met het ZSM Fase II-pakket is een vervolg op ZSM Fase I-pakket gekomen. De spoedwet wegverbreding maakt het mogelijk om op korte termijn een aantal belangrijke knelpunten aan te pakken om vervolgens met de projecten van het programma ZSM fase II die de (langere besluitvormingsweg van de) tracéwet volgen een samenhangend pakket van maatregelen te realiseren. Bij de keuze van de projecten is de filetop 50 uitgangspunt geweest. Voor de tweede fase van het programma ZSM (tracéwetprocedure) zullen diverse projecten uitgevoerd worden. De capaciteit van de betreffende wegen zal hiermee verder toenemen en de betrouwbaarheid van het netwet zal voor de automobilist verder stijgen.
• Overige realisatieprojecten
De volgende projecten zijn opengesteld en niet meer specifiek opgenomen in de realisatietabel:
– Rw2 Oudenrijn–Everdingen;
– Rw15 aansluiting Vondelingeplaat;
– Rw15 Europaweg.
De volgende projecten zijn nieuw opgenomen in het realisatieprogramma en doorgestroomd vanuit planstudieprogramma na tracébesluit:
– Rw7 Rondweg Sneek.
Voor dit project is alleen nog de rijksbijdrage opgenomen, omdat met de provincie Friesland is afgesproken dat de provincie het project uitvoert.
– Rw4 Dinteloord–Bergen op Zoom, omlegging Halsteren
– Rw7 Zuidelijke Ringweg Groningen.
– Rw31 Zurich–Harlingen.
– Rw35 Zwolle–Almelo.
Verder zijn er de volgende belangrijke mutaties in de realisatietabel:
– Rw2 Holendrecht–Oudenrijn
Dit betreft de realisatie van 2*4 rijstroken. Het budget is verhoogd met € 9 mln agentschapsbijdrage RWS en met € 107 mln wegens uitbreiding van het project. Daarnaast zal de uitbreiding naar 2*5 rijstroken technisch worden geïntegreerd. Dit project is nu opgenomen als planstudie.
– Maatregelenpakket Limburg
Voor het maatregelenpakket Limburg wordt € 8 mln extra vrijgemaakt uit het fileplan ZSM.
– Rw73/74 Venlo–Maasbracht
Op dit project wordt voorshands een budgetverlaging van € 123 mln doorgevoerd als gevolg van meevallende aanbestedingen. Deze vrijval wordt ingezet voor de bestuurlijke toezegging van A2 Passage Maastricht. Naar aanleiding van de bestuurlijke overleggen, zal hierover definitieve besluitvorming plaatsvinden.
– Rw33 Assen–Zuidbroek. Project is verschoven naar planstudie voor TB (betreft budget motie Hofstra ad € 50 mln);
– Knooppunt Joure, rijksbijdrage van 10 mln aan fly over.
– Rw35 Zwolle–Almelo. De projectkosten zijn verhoogd met € 13 mln (als garantstelling) voor het spoortunneldak en veiligheidsvoorzieningen van weg- en spoortunnel. Compensatie komt uit het project Rw2 Oudenrijn–Deil.
Planstudieprogramma na tracébesluit
• Rw34 Omleiding Ommen
Het project Rw34 Omleiding Ommen is als afzonderlijk project opgenomen en maakt geen deel meer uit van Rw35 Zwolle–Almelo. In het taakstellend budget is rekening gehouden met € 18 mln uit het gecombineerde budget met Rw35 Zwolle–Almelo, € 14 mln uit ZSM en€ 14 mln uit regionale bijdragen.
Projectoverzicht behorende bij 12.03.01: Realisatieprogramma hoofdwegennet
Hoofdwegennet Realisatie IF 12.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel Noord | ||||||||||||
Rw7 Rondweg Sneek* | 76 | 87 | 16 | 2 | 18 | 20 | 20 | 2010 | 2 013 | |||
Rw7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 1* | 128 | 127 | 33 | 6 | 12 | 22 | 24 | 31 | 2009 | 2009 | ||
Rw31 Leeuwarden-Drachten | 125 | 124 | 16 | 7 | 9 | 56 | 37 | 2008 | 2008 | |||
Rw31 Zurich-Harlingen* | 27 | 34 | 12 | 11 | 4 | 2008 | 2008 | |||||
Rw37 Hoogeveen-Holsloot-Emmen-Duitse grens 1 | 167 | 167 | 97 | 21 | 20 | 29 | 2007 | 2007 | ||||
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Rw2 Everdingen-Deil-Zaltbommel-Empel | 455 | 453 | 34 | 25 | 91 | 121 | 151 | 31 | 2 | 2010 | 2010 | |
Rw35 Wierden-Almelo | 94 | 94 | 26 | 24 | 26 | 18 | 2008 | 2008 | ||||
Rw35 Zwolle-Almelo (traverse Nijverdal)* | 195 | 15 | 8 | 6 | 7 | 10 | 28 | 35 | 86 | 2013 | 2013 | |
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Rw2 Holendrecht-Oudenrijn | 1 283 | 1 152 | 154 | 53 | 147 | 159 | 225 | 229 | 147 | 169 | 2012 | 2012 |
Rw14 Wassenaar-Leidschendam (Verlengde Landscheidingsweg incl. aansluiting Hubertusviaduct) | 400 | 399 | 295 | 30 | 37 | 38 | 2008 | 2008 | ||||
Rw15 Europaweg (Dintelhavenbrug, Calandtunnel en 3 aansluitingen)1 | 581 | 591 | 543 | 8 | 11 | 19 | 2005 | 2005 | ||||
Rw15 Reconstructie aansluitingen bij H-Giessendam en Sliedrecht1 | 210 | 184 | 175 | 18 | 17 | 2006 | 2006 | |||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maatregelenpakket Limburg2 | 73 | 65 | 2 | 22 | 26 | 18 | 5 | 2009 | ||||
Rw2 Rondweg Den Bosch | 255 | 330 | 28 | 12 | 13 | 37 | 79 | 86 | 2010 | 2010 | ||
RW 2 Tangenten Eindhoven | 644 | 650 | 32 | 43 | 126 | 138 | 125 | 118 | 62 | 2010 | 2010 | |
Rw4 Dinteloord-Bergen op Zoom, omleiding Halsteren* | 72 | 72 | 18 | 10 | 30 | 14 | 2007 | 2007 | ||||
Rw73 Venlo-Maasbracht (ism rw74 Venlo, N68 en OTR) | 812 | 932 | 312 | 191 | 302 | 7 | 2008 | 2007 | ||||
Overig | ||||||||||||
Dynamisch verkeersmanagement | 50 | 20 | 30 | |||||||||
Kleine projecten/Afronding projecten3 | 198 | 54 | 52 | 90 | 44 | 11 | 1 | nvt | nvt | |||
Verkeersveiligheid infrastructuurpakket hoofdwegennet4 | 10 | 15 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | |||||
Afronding | 0 | – 1 | 1 | |||||||||
Totaal categorie 0 | 5 855 | 1 778 | 511 | 1 009 | 780 | 705 | 551 | 266 | 255 | |||
Begroting (IF 12.03.01) | 511 | 1 009 | 780 | 705 | 551 | 266 |
* Nieuw in realisatie.
1 Project Trans Europese Netwerk (TEN) zoals afgegeven in Beschikking nr. 1692/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996.
2 Betreft invulling van hetamendement Van Hijum (29 800 A, nr. 8) à € 60 mln en € 5 mln BLD-bijdrage: aanleg spitsstrook A2 St.Joost-Urmond en aanpassing aansluiting Nuth op A76; verhoging met € 8 mln uit ZSM-Fileplan.
3 Dit is inclusief de maatregelen die uit de netwerkanalyses naar voren komen én inclusief de middelen voor het Programma Filevermindering die t.l.v. het realisatieprogramma worden uitgevoerd.
4 Betreft onderdeel vanamendement Hofstra (29 800 A, nr. 19) t.w. «Verkeersveiligheid Infrastructuurpakket Hoofdwegennet (€ 10 mln). Het projectonderdeel rw33 Assen-Zuidbroek ad € 50 mln is verschoven naar Planstudie voor TB.
Hoofdwegennet Planstudie IF 12.03.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedrag in € mln | raming | kosten | budget | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taak-stellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 (na tracèbesluit) | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Innovatieprogramma Geluid en Lucht, incl. maatregelen geluid | 299 | 2004–2010 | |||||||||
ZSM1 (Spoedwet Wegverbreding) + ZSM2 | 1 309 | 2003–2012 | |||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw 34 Ommen | 46 | tb | pr | 2008–2010 | |||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw4 Burgerveen–Leiden7, 8 | 689 | tb/pr | 2002–2011 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw57 Veersedam–Middelburg | 167 | pr | 2007–2010 | ||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracèbesluit) | |||||||||||
Tracè/-projectbesluit t/m 2007 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw 31 Leeuwarden | 186 | tb | pr | 2011–2014 | |||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw28 Hattemmerbroek–Zwolle–Meppel en kortsluiting A28/A32, ZSM15 | tb | pr | 2008–2009 | ||||||||
Rw50 Ewijk–Valburg–Grijsoord10 | 306 | tb | pr | 2008–2011 | |||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw1/Rw6/Rw9, benutting11, 14 | 473 | wab | pr | 2009 | |||||||
Rw2 Amsterdam–Utrecht (Holendrecht–Oudenrijn) 2x5 rijstroken18 | 45 | tb | pr | 2008–2012 | |||||||
«Rw2 Oudenrijn–Deil; OTB gesplitst in Oudenrijn–Everdingen en Everdingen– Deil1, 3, 6» | 184 | tb | tb/pr | pr | 2007–2011 | ||||||
Rw 4 Den Haag–Leiden2 | tb | pr | 2011–2014 | ||||||||
Rw4 Delft Schiedam | 641 | tb | pr | 2008–2013 | |||||||
Rw7 Zaanstad–Purmerend, benutting11, 14 | wab | pr | 2007 | ||||||||
Rw9 Velsen-Badhoevedorp, benutting11, 14 | wab/pr | 2009 | |||||||||
Rw9 Koedijk–De Stolpen | 75 | tb | pr | 2007–2009 | |||||||
Rw10 Tweede Coentunnel/Westrandweg | 1 210 | tb | pr | 2008–2012 | |||||||
Rw12 Den Haag–Gouda, benutting3, 11 | 121 | wab | pr | 2007–2009 | |||||||
Rw12 Utrecht west benutting ism Woerden–Gouda3, 11 | 121 | wab/pr | 2007–2009 | ||||||||
Rw12 Utrecht–Maarsbergen en Veenendaal–Ede3, 11 | 370 | wab | pr | 2006–2010 | |||||||
Rw12 Maarsbergen-Veenendaal15, 16 | tb | pr | 2009–2012 | ||||||||
Rw50 Ramspol-Ens | 79 | tb | pr | 2008–2009 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw 2 Leenderheide–Budel15 | tb | pr | na 2009 | ||||||||
Rw 61 Hoek-Schoondijke | 125 | tb/pr | 2008–2011 | ||||||||
Rw 61 Sluiskil | tb/pr | 2008–2011 | |||||||||
Rw74 Venlo ism rw73 zuid, N68 en Oosttangent Roermond | tb/pr | 2007–2009 | |||||||||
Tracè-/projectbesluit na 2007 | |||||||||||
Projecten landsdeel Noord | |||||||||||
Rw 33 Assen–Zuidbroek | 90 | tb | pr | 2010–2015 | |||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw18 Varsseveld–Enschede | 128 | tb/pr | 2010–2014 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw4/9 Knooppunt Badhoevedorp3 | 153 | tb/pr | 2011–2015 | ||||||||
Rw10 Zuidas (hoofdweggedeelte)1 | tb/pr | 2011–2014 | |||||||||
Rw11 Leiden–Zoeterwoude–Alphen a/d Rijn | tb/pr | ||||||||||
Rw13/16 Rotterdam | 31 | tb | pr | 2015–2020 | |||||||
Rw15 Maasvlakte Vaanplein | 1 294 | tb/pr | 2009–2015 | ||||||||
Schiphol–Amsterdam–Almere (inclusief Hollandse Brug)13 | tb | pr | 2011–2017 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw 2 Passage Maastricht | 502 | tb/pr | 2010–2016 | ||||||||
Rw4 Dinteloord–Bergen op Zoom, exclusief Omlegging Halsteren17 | 116 | tb/pr | 2009–2010 | ||||||||
Rw27 Utrecht (Lunetten) – Hooipolder | tb | pr | 2013–2018 | ||||||||
N 6217 | 81 | 2011–2014 | |||||||||
Totaal categorie 1 | 8 841 | ||||||||||
CATEGORIE 2 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw12 Ede–Duitse grens | 245 | tb | pr | na 2014 | |||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Rw1 Amsterdam–Amersfoort (Muiderberg-Hoevelaken)12 | tb | na 2014 | |||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw2 Maasbracht–Geleen | tb | pr | na 2014 | ||||||||
CATEGORIE 3 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Rw1 Barneveld–Deventer | na 2020 | ||||||||||
Rw1 Deventer–Hengelo | na 2020 | ||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Rw2 Den Bosch–Eindhoven | 57 | 162 | tb | pr | na 2020 |
1 Financiering 286 mln uit FES-budget Noordvleugel.
2 Vervangt De Hoek–Prins Clausplein waarbij De Hoek–Leiden vervalt.
3 Project in het kader van Bereikbaarheidsoffensief Randstad.
4 Project volgt geen Tracèwetprocedure.
6 Tracèbesluit is gesplitst in Oudenrijn-Everdingen en Everdingen-Deil.
7 Betreft ingetrokken deel van het tracèbesluit bij Leiden en Leiderdorp.
8 Exclusief het aan HSL-zuid overgedragen deel van de uitvoering van het gebundelde gedeelte van de verbreding van rw 4.
9 Rw 34 Ommen is zelfstandig opgenomen.
10 Taakstellend budget betreft gedeelte Ewijk–Valburg. Valburg–Grijsoord is ZSM II.
11 Spoedwet Wegverbreding (ZSM1).
12 Betreft aangepaste planstudie A1 Eemnes–Barneveld.
13 Hierin is opgenomen rw9 Badhoevedorp–Holendrecht en rw6/9 Toltunnel.
14 Budget van € 471 mln voor onder andere benuttingsprojecetn A1/A6/A9 CRAAG, A9 Velsen–Badhoevedorp en A7 Zaanstad–Purmerend.
15 ZSM II
16 ZSM II, uit amendement Van Hijum 8 is € 50 mln beschikbaar en uit amendement Hermans € 60 mln.
17 Financiering via kasschuif VERA.
18 Openstelling 2x5 in 2010.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
tb/pb tracébesluit/projectbesluit
wab wegaanpassingsbesluit
pr procedures rond
12.04 Geïntegreerde contractvormen
Door middel van uitvoering van deze infraprojecten waarbij sprake is van Publiek-Private financiering wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden.
Het gaat om de realisatie van een viertal projecten bij de landsdelen West en Zuid:
• exploitatiebudget Westerscheldetunnel: dit betreft de bijdrage voor de exploitatie van deze tunnel;
• tunnel de Noord en de Wijkertunnel: dit betreffen aflossingsverplichtingen voor Tunnel de Noord en de Wijkertunnel;
• de A59, waarbij het bedragen betreft van een beschikbaarheidsvergoeding in het kader van het PPS project Rosmalen–Geffen;
• de N11, waarbij het betalingen van VenW in het kader van het PPS-project Alphen a/d Rijn–Bodegraven betreft.
Projectoverzicht behorende bij 12.04 Geïntegreerde contractvormen hoofdwegennet
Geïntegreerde contractvormen Hoofdwegen IF 12.04 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Aflossing tunnels | 313 | 311 | 51 | 52 | 52 | 52 | 53 | 53 | ||||
Rw11 Alphen a.d. Rijn–Bodegraven, betaling PPS-constructie | 75 | 75 | 7 | 6 | 14 | 27 | 21 | 2004 | 2004 | |||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Exploitatie Westerscheldetunnel | 282 | 282 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | 47 | ||||
Rw59 Rosmalen-Geffen, PPS | 274 | 267 | 66 | 17 | 16 | 14 | 14 | 14 | 14 | 119 | 2005 | 2005 |
Afronding | 1 | 1 | 1 | – 1 | ||||||||
Totaal categorie 0 | 945 | 73 | 122 | 129 | 141 | 133 | 114 | 114 | 119 | |||
Begroting (IF 12.04) | 122 | 129 | 141 | 133 | 114 | 114 |
12.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
Om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering (planstudie voor tracébesluit).
Verkenningen
Bij dit onderdeel gaat het om de uitvoering van verkenningen volgens de spelregels van het MIT-spelregelkader.
Wijzigingen in de verkenningentabel:
Afronding in 2006:
• Aansluiting A15 (Ressen);
• A12 (Zevenaar)Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse).
Planstudieprogramma vóór tracébesluit
Voor dit project is bestuurlijk afgesproken dat in verband met de afspraken over de Tunneltraverse bij Maastricht het Rijk haar bijdrage zal verhogen met € 202 mln.
De rijksbijdrage wordt gemaximeerd op € 502 mln. De dekking komt naast de aanbestedingsmeevaller Rw73 uit het project A2 Maasbracht–Geleen.
De wijziging bij dit project betreft de toevoeging van vluchtstroken aan de scope van dit project. Hierdoor neem taakstellend budget toe tot € 1 210 mln. Het project zal uiteindelijk worden uitgevoerd als geïntegreerde contractvorm.
Voor de N18 wordt een extra bijdrage van € 73 mln door het Rijk verstrekt om daarmee een realisatie van een toekomstvaste en duurzaam veilige stroomweg te realiseren. De rijksbijdrage komt daarmee op € 128 mln.
Op 23 juni 2006 is het IODS-convenant ondertekend. Hierin is een concrete inpassingsvariant van de A4 beschreven en de hieraan gekoppelde gebiedsgerichte kwaliteitsprojecten in het landelijk en stedelijk gebied. Als gevolg van de bestuurlijke onderhandelingen is de Rijksbijdrage van dit project verhoogd met € 70 mln tot € 581 mln. Het totale budget voor dit project wordt € 641 mln, omdat de Provincie Zuid-Holland en de stadsregio Rotterdam elk € 25 mln en het stadsgewest Haaglanden € 10 mln bijdragen.
De scope van het project De Hoek-Prins Clausplein is aangepast. Resultaat van het bestuurlijk overleg is dat dit project wordt geknipt in tweedelen Den Haag–Leiden en Leiden–De Hoek, waarbij voor het deel Den Haag–Leiden door het Rijk een verkorte procedure wordt opgestart op basis van de nieuwe Tracéwet resulterend in een ontwerp tracébesluit. Voor het deel Leiden–De Hoek werken regio en Rijk samen aan een verkennende studie naar een parallelbanenstructuur, mede gezien de actuele ruimtelijke en infrastructurele ontwikkelingen in dit deel van de regio en het belang voor de landzijdige bereikbaarheid van Schiphol.
Rw4 Dinteloord–Bergen op Zoom, exclusief Omlegging Halsteren
Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg over de kostenverdeling wordt de rijksbijdrage verhoogd met € 15 mln.
Projectoverzicht behorende bij 12.05.02 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
De planstudies voor tracébesluit zijn opgenomen onder 12.03.
Projectoverzicht behorende bij 12.05.01 Verkenningen
A. Lopende verkenningen | |||
---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel Oost | |||
Aansluiting A15 (Ressen)–A12 (Zevenaar) | Bereikbaarheid | Bestuurlijk Overleg | 2006 |
Landsdeel West | |||
Gebiedsgerichte verkenning Utrecht (netwerkanalyse) | Bereikbaarheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Hieronder worden verkenningen gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn wordt dit toegelicht.
B. (Mogelijk) te starten verkenningen | ||
---|---|---|
Locatie | Probleem | Toelichting |
Landsdeel Noord | ||
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 | Veiligheid, milieu | Tijdens het bestuurlijk overleg MIT eind 2004 (TK 29 800 A, nr. 17) is afgesproken dat er door middel van een gebiedsgerichte verkenning een evaluatie zal worden gestart naar de effecten van de 1e fase van de Zuidelijke Ringweg bij Groningen en de getroffen OV-maatregelen. Deze verkenning komt in plaats van de planstudie A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2. Over de uitvoering van de verkenning worden nog nadere afspraken gemaakt tussen Verkeer en Waterstaat en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Op basis van de uitkomsten van de verkenning zal een besluit worden genomen over het vervolgtraject. Naar verwachting is de verkenning in 2009 gereed. |
Landsdeel Oost | ||
A73 Nijmegen–Boxmeer | Bereikbaarheid | |
Landsdeel West | ||
A7 Amsterdam–Hoorn | Bereikbaarheid | |
A8/A9 Amsterdam–Alkmaar | Bereikbaarheid | |
A12 Den Haag–Gouda | Bereikbaarheid | |
A12 Gouda–Utrecht | Bereikbaarheid | |
A13 Den Haag–Rotterdam | Bereikbaarheid | |
A16 Rotterdam–Moerdijk | Bereikbaarheid | |
A20 Rotterdam–Gouda | Bereikbaarheid | |
A20 Maassluis–Rotterdam | Bereikbaarheid | |
A27 Utrecht–Almere | Bereikbaarheid | |
A28 Utrecht–Amersfoort | Bereikbaarheid | |
A44 Burgerveen–Leiden | Bereikbaarheid | |
Landsdeel Zuid | ||
A2 Utrecht–Den Bosch | Bereikbaarheid | |
A58 Breda–Roosendaal | Bereikbaarheid | |
Bereikbaarheid Venlo | Bereikbaarheid | Het gaat hierbij om een verkenning naar het mogelijk op termijn ontstaan van knelpunten in de bereikbaarheid van de Tradeport Venlo. In overleg met betrokken partijen wordt bepaald welke partij de verkenning zal trekken. |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2006 van VenW (XII) bij beleidsartikelen:
• artikel 32: Bereiken van een optimale veiligheid in of als gevolg van mobiliteit;
• artikel 34: Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd;
• artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 4 920 255 | 2 066 087 | 2 428 836 | 1 511 100 | 1 507 746 | 1 705 848 | |
Uitgaven | 1 820 105 | 1 900 874 | 2 387 983 | 2 277 381 | 2 370 591 | 2 333 747 | 2 604 743 |
13.01 Railverkeersleiding | 89 964 | 78 362 | 92 402 | 92 408 | 92 421 | 92 422 | 92 288 |
13.02 Onderhoud en vervanging | 1 117 731 | 1 237 168 | 1 254 113 | 1 275 881 | 1 265 557 | 1 325 098 | 1 137 495 |
13.02.01 Regulier onderhoud | 1 117 731 | 520 188 | 519 532 | 502 944 | 447 589 | 389 114 | 897 467 |
13.02.02 Grote onderhoudsprojecten | 564 700 | 575 303 | 613 203 | 655 533 | 769 979 | 79 793 | |
13.02.03 Rentelasten | 133 280 | 134 288 | 138 314 | 141 015 | 142 205 | 139 825 | |
13.02.04 Betuweroute | 19 000 | 24 990 | 21 420 | 21 420 | 23 800 | 20 230 | |
13.03 Aanleg | 592 760 | 527 456 | 866 765 | 743 962 | 778 481 | 632 648 | 834 082 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 495 696 | 447 534 | 813 934 | 726 124 | 771 806 | 632 648 | 834 082 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 25 584 | 53 476 | 52 831 | 17 838 | 6 675 | 0 | 0 |
13.03.03 Uitgaven leenfaciliteit versnelde aanleg | 71 480 | 26 446 | |||||
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 45 667 | 155 454 | 139 360 | 139 882 | 140 803 | 141 686 | |
13.05 Verkenningen en planstudies | 19 650 | 12 221 | 19 249 | 25 770 | 94 250 | 142 776 | 399 192 |
13.05.01 Planstudieprogramma personenvervoer | 8 247 | 7 000 | 1 094 | 19 635 | 77 945 | 95 795 | 227 290 |
13.05.02 Planstudieprogramma goederenvervoer | 9 403 | 3 120 | 15 658 | 3 641 | 13 810 | 44 486 | 169 410 |
13.05.03 Verkenningenprogramma. | 2 000 | 2 101 | 2 497 | 2 494 | 2 495 | 2 495 | 2 492 |
Van totale uitgaven | |||||||
Apparaatsuitgaven DGP | 1 217 | 1 391 | 504 | 516 | 530 | ||
Apparaatskosten ProRail gerelateerd aan aanleg1 | 65 865 | 91 185 | 97 601 | 99 882 | 81 686 | 109 425 | |
Restant | 1 820 105 | 1 833 792 | 2 295 407 | 2 179 276 | 2 270 193 | 2 251 531 | 2 495 318 |
13.09 Ontvangsten | 21 344 | 24 100 | 80 900 | 101 600 | 123 000 | 131 000 | 148 000 |
HSA | 0 | 0 | 65 000 | 87 000 | 109 000 | 131 000 | 148 000 |
Overig | 21 344 | 24 100 | 15 900 | 14 600 | 14 000 |
VenW is verantwoordelijk voor het betrouwbaar kunnen vervoeren van grote aantallen mensen in de spits van, naar en binnen stedelijke netwerken en het bijdragen aan de bereikbaarheid van alle landsdelen per spoor.
De verkeersleiding stuurt het treinverkeer en levert actuele reisinformatie. De verkeersleiding is ook verantwoordelijk voor het afhandelen van calamiteiten en het zo snel mogelijk herstellen van het treinverkeer.
VenW is verantwoordelijk voor beheer en onderhoud van de hoofdspoorweginfrastructuur. Het bestaande spoornet vertegenwoordigt een groot maatschappelijk geïnvesteerd kapitaal. Instandhouding van dit goed is de eerste prioriteit. Onderhoud en vervanging zijn noodzakelijk om de kwaliteit van het spoor te verbeteren.
Op diverse terreinen worden de door de werkgroep ProRail van de vaste commissie Verkeer en Waterstaat genoemde blokkades weggenomen en prestatieprikkels ontwikkeld.
• Zo maakt ProRail grote vorderingen met het invoeren van nieuwe output proces contracten (in 31 van de 38 contractgebieden per eind 2005).
• De relatie tussen output en bekostiging wordt gelegd in het project financieringssystematiek, een cruciaal onderdeel van het traject naar outputsturing.
• Innovatieve maatregelen worden doorgevoerd zoals bijvoorbeeld videoschouw en het ontwikkelen van een bonus-malus regime voor stille treinen.
• VenW onderzoekt methoden om het instrument van benchmarken effectiever toe te kunnen passen.
• ProRail betrekt decentale overheden actiever bij de totstandkoming van het beheerplan en voert bovendien professioneel relatiemanagement voor gemeenten en provincies in.
Het betreft hier vervangingen, de beheer- en onderhoudskosten van de in uitvoering zijnde of gerealiseerde aanlegprojecten en de effecten van groei.
Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor het onderhoud spoor wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail BV te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven.
Ten aanzien van goederenvervoer is een kortingsregeling afgesproken voor de stijging van de gebruiksvergoedings-tarieven. De hiermee gepaard gaande kosten ad € 25 mln worden gefinancierd uit de vrijvallende middelen op het project Betuweroute (gemeld in de 18e VGR BR).
Het budget voor de 2e fase van het Herstelplan is overgeboekt vanuit het realisatieprogramma personenvervoer naar Grote Onderhoudsprojecten (zie toelichting bij 13.03.01).
De in het budget verwerkte geparkeerde aanbestedingsmeevaller wordt daarmee ook verplaatst. De realisatie van deze geparkeerde aanbestedingsmeevaller moet volgens bestaande afspraken worden gerealiseerd op het Realisatieprogramma personenvervoer.
In het onderhoudsbudget wordt een onderscheid gemaakt tussen:
• regulier onderhoud;
• grote onderhoudsprojecten;
• rentelasten;
• exploitatie Betuweroute.
Hier worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
• de uitvoering van nieuwbouwprojecten spoor;
• de voorbereiding van de uitvoering van deze projecten.
Realisatie programma aanleg personenvervoer
Bij de huidige AK-systematiek worden in de voorbereiding en realisatiefase van MIT-aanlegprojecten door ProRail kosten gemaakt voor voorbereiding, administratie en toezicht (VAT). Vergoeding van de kosten vindt plaats middels een opslagpercentage op de bouwkosten (de AK-systematiek). Daadwerkelijke uitkering van deze vergoeding vindt plaats in de realisatiefase, zodra de bouwkosten worden gedeclareerd.
Samen met ProRail wordt een nieuwe systematiek onderzocht. De verwachting is dat in de begroting 2008 deze nieuwe systematiek kan worden verwerkt.
De nu in de tabel Budgettaire gevolgen van uitvoering opgenomen AK kosten, gerelateerd aan aanlegprojecten, zijn gebaseerde op de huidige systematiek. Deze opslag (AK) dient ter dekking van de kosten van projectmanagement, engineering, administratie en toezicht. De apparaatskosten van ProRail gerelateerd aan aanlegprojecten worden via deze opslag betaald. De reeks is indicatief en gebaseerd op de gemiddelde opslag voor algemene kosten van 18,5% van de investeringskosten exclusief BTW. Het percentage apparaatskosten is daarbij ongeveer 3,5% van de investeringskosten.
ProRail heeft in 2005 aangegeven een bedrag van € 200 mln aan aanbestedingsresultaat aanleg spoor te verwachten in de periode 2005–2012. In het MIT 2006 is hiervan reeds € 20 mln op diverse projectbudgetten gerealiseerd en in mindering gebracht. In het nu voorliggende MIT 2007 zijn de projectbudgetten van Woerden–Harmelen, Vleuten–Geldermalsen, Amsterdam CS spoor 10/15, Den Haag emplacement, Amsterdam Zuid (2e eilandperron) en Nootdorpboog met totaal € 34 mln verlaagd. Het restant is vooralsnog technisch verwerkt op het project 2e fase Betrouwbaar Benutten Capaciteitsknelpunten.
Geluid (emplacementen en innovatieve ontwikkelingen)
De verlaging van het budget wordt veroorzaakt door overboekingen van IPG gelden naar artikel 13.03.02 «Realisatieprogramma goederenvervoer» voor proeven en pilots met kunststof remblokken en prefab raildempers.
Vanwege de functionele samenhang en de te besparen kosten bij gezamenlijke uitvoering is het project Hilversum capaciteitsverruiming uit het Regionetpakket gehaald en toegevoegd aan het project Hilversum opheffen Larenseweg welke onderdeel uitmaakt van de MIT post Kleine Projecten.
De voor de 2e fase van het Herstelplan benodigde middelen worden overgeboekt vanuit realisatie personenvervoer naar het Onderhoud en Vervanging. Reden is dat de verschillende onderdelen van het Herstelplan (vervangingen, oplossen capaciteitsknelpunten, kleine projecten) vallen onder de definitie van Beheer en Instandhouding.
In lijn met de motie Van Hijum zal € 105 mln binnen het programma worden bestemd voor capaciteitsknelpunten in Brabant en de Randstad.
Op het gebied van ondermeer geluid en veiligheid bestaan knelpunten in de steden. Het geld dat daarvoor beschikbaar is (€ 300 mln) wordt eind 2006 verdeeld. Bij de verdeling van dit bedrag zijn naast bereikbaarheid ook ruimtelijke kwaliteit, veiligheid en leefbaarheid belangrijke criteria. Bij brief van 5 juli 2006 (kenmerk DGP/SPO/U.06011716) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen.
Emplacement Den Haag CS perronsporen 11 en 12
De perronsporen 11 en 12 op emplacement Den Haag CS zijn tijdelijk aan RandstadRail in gebruik gegeven.
De aanlanding van RandstadRail op deze perronsporen wordt uiterlijk december 2007 beëindigd. Nadat de ondergrondse aanlanding is gerealiseerd ter plaatse van de perronsporen 11 en 12 worden deze teruggelegd ten behoeve van de zware rail en aangesloten op het emplacement Den Haag.
AKI-plan en veiligheidsknelpunten:
Benuttingsmaatregel aansluiting Moordrecht (ZSM 2).
VenW werkt aan een slimmer gebruik van het spoorwegennet. In dat kader stelt het kabinet in de periode tot en met 2010 € 20 miljoen uit de FES-impuls 2006 beschikbaar voor de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor bij de A 20, als onderdeel van het Knooppunt Gouwe, waardoor er tijdwinst is te behalen voor het autoverkeer.
Deze spoorwegovergang is per uur 15 tot 20 minuten gesloten. In 2020 zullen naar verwachting 36 000 motorvoertuigen de spoorlijn kruisen. De belangrijkste bate is tijdwinst voor het wegverkeer.
Zie de toelichting bij Kleine projecten.
Het projectbudget is verlaagd met € 4,9 mln. Deze gelden zijn toegevoegd aan het projectbudget NSP Arnhem. Binnen dit projectbudget is een beschikking afgegeven van € 6,7 mln voor tijdelijke voorzieningen Arnhem (een tijdelijk station en een tijdelijke passerelle).
Projectbudget is opgehoogd met € 4,9 mln. Zie toelichting onder Arnhem 4e perron.
Afdekking risico’s spoorprogramma
In de 19e Voortgangsrapportage HSL is gemeld dat uit de risicoreservering € 29 mln vrijvalt als gevolg van een gewijzigd risicoprofiel. Deze middelen zijn binnen spoor ingezet voor met name de noodzakelijke vergoeding voor exploitatie en onderhoud HSL in verband met areaaluitbreiding.
Realisatieprogramma aanleg goederenvervoer
Het aslastenprogramma wordt ook in 2006 voortgezet. Het strekt ertoe dat huidige snelheidsbeperkingen in verband met lokaal beperkte draagkracht van de spoorbaan en met name van kunstwerken in bestaande spoorwegen komen te vervallen. Dat leidt tot een grotere capaciteit van de spoorinfrastructuur, ten gunste van zowel reizigers- als goederenvervoer. In het voorjaar van 2003 is begonnen met de werkzaamheden op de trajecten Arnhem–Deventer en Amsterdam–Amersfoort–Deventer–Oldenzaal. In 2007 wordt met de uitvoering van het traject ten noorden van Zwolle begonnen.
PAGE (plan van aanpak goederen emplacementen)
De uitvoering van het PAGE project is in 2002 van start gegaan. Voor elf locaties werden maatregelenplannen opgesteld en – indien de veiligheidsanalyses dit na een actuele inventarisatie nog steeds vergden – ook uitgevoerd. Uitvoering loopt door tot 2007. De eerste concrete maatregelen zijn uitgevoerd (emplacementen Venlo en Rotterdam IJsselmonde). Maatregelen op emplacementen Almelo en Sittard zijn in uitvoering. Van de andere emplacementen is alleen nog Sas van Gent in onderzoek, de overige zijn zonder PAGE-financiering binnen de externe veiligheidsnormen gekomen.
Stamlijn Noordwesthoek Maasvlakte
Dit project betreft de aansluiting van de Noordwesthoek van de Maasvlakte op het spoorwegnet. De realisatie van deze verbinding is van groot belang voor zowel de ontwikkeling van het goederenvervoer per spoor als voor de positie van de Rotterdamse haven. In dit gebied zullen zich diverse bedrijven vestigen die aangegeven hebben een deel van hun vervoer via het spoor te willen afwikkelen. Inmiddels is de eerste fase van dit project, de spoorverbinding met de nieuwe chemieterminal, voltooid en is deze spoorverbinding in gebruik genomen. De tweede fase betreft de verbinding met de Euromaxterminal. In 2006 wordt met de aanleg van dit traject begonnen. Deze moet in 2007 zijn gerealiseerd.
De Sloelijn is de spoorverbinding voor goederenvervoer die het havengebied van Vlissingen-Oost (het Sloegebied) verbindt met de spoorlijn Vlissingen–Roosendaal. De bestaande Sloelijn, niet-geëlektrificeerd, voldoet niet aan huidige milieueisen (onder andere geluid) en heeft een te beperkte capaciteit. In 1998 is een Tracéwetprocedure gestart, het tracébesluit is begin 2004 genomen. Het tracébesluit is in 2005 onherroepelijk geworden. In 2006 is ook een maatregelenpakket voor geluidsbeperkende maatregelen vastgesteld voor de Zeeuwse lijn.
Geluidspilots spoorgoederenvervoer (voorheen Fluistertrein)
Door het uitvoeren van een aantal pilots bronbeleid op het gebied van geluidhinder wordt praktijkervaring opgedaan, een signaal afgegeven en een doorbraak op het gebied van bronbeleid geforceerd. De oplossing bestaat uit het vervangen van de metalen remblokken van goederenwagens door blokken van kunststof. Er worden proeven uitgevoerd met twee typen kunststofremblokken namelijk: K-blokken en LL-blokken.
Met deze pilots worden zowel de geluidsreducerende effecten gemeten alsmede de LCC (Life Cycle Costs) bepaald. De doelstelling van deze pilot is het doorontwikkelen van de geluidsmatregel raildemper en het verder stimuleren van de toepassing ervan door de raildemper kosteneffectiever te maken.
Een andere vorm van bronbeleid is de prefab raildemper. De doelstelling van deze pilot is het doorontwikkelen van de geluidsmaatregel raildemper en het verder stimuleren van de toepassing ervan door de raildemper kosteneffectiever te maken.
Tenslotte zijn binnen het aanlegprogramma spoorwegen de volgende mutaties te onderkennen:
• Geluidspilots spoorgoederenvervoer: De budgetverhoging van € 4,7 mln naar € 11,7 mln wordt veroorzaakt doordat het aantal pilots is uitgebreid met een pilot prefab raildempers en een drietal pilots met kunststofremblokken (LL-blokken).
Rente en aflossing leenfaciliteit versnelde aanleg
Door een leenfaciliteit aan de Nederlandse Spoorwegen is in de periode van 1991 tot en met 1993 een versnelde realisatie van spoorweginfrastructuur ten behoeve van personenvervoer mogelijk gemaakt. Aanvankelijk bedroeg de leenfaciliteit € 272 mln, maar uiteindelijk heeft de NS € 245 mln voorgefinancierd. De rente- en aflossingsverplichting komt vanaf 1994 ten laste van de begroting van het infrastructuurfonds en bedraagt jaarlijks € 26 mln t/m 2008. Oorspronkelijke looptijd was t/m 2008 maar als gevolg van een versnelde aflossing in 2005 is de looptijd ingekort naar 2006.
Projectoverzicht bij 13.03.01 Spoorwegen personenvervoer; realisatie
Spoorwegen Personenvervoer Realisatie IF 13.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Benutten | ||||||||||||
BB21 (ontw. Bev21, VPT+,VPT2, 25KV, ontw. + implement. GSM-R) | 271 | 271 | 232 | 26 | 13 | divers | divers | |||||
Geluid (emplacementen en innovatieve ontwikkelingen)1 | 79 | 86 | 26 | 6 | 9 | 11 | 11 | 10 | 5 | 1 | divers | divers |
Kleine projecten2 | 53 | 33 | 6 | 18 | 14 | 10 | 5 | divers | divers | |||
Stationsstallingen (kwaliteit) | 82 | 82 | 2 | 34 | 25 | 21 | divers | divers | ||||
2e fase Betrouwbaar Benutten8 | 0 | 914 | divers | divers | ||||||||
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Integrale spooruitbreiding Amsterdam–Utrecht | 966 | 965 | 856 | 69 | 16 | 9 | 8 | 8 | 2006 | 2006 | ||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Kleine stations3 | 77 | 76 | 9 | 7 | 12 | 9 | 9 | 9 | 9 | 13 | divers | divers |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Afdekking risico’s spoorprogramma’s | 190 | 239 | 53 | 131 | 6 | |||||||
AKI-plan en veiligheidsknelpunten4 | 356 | 340 | 164 | 30 | 33 | 41 | 38 | 38 | 12 | divers | divers | |
Investeringen in spoor8 | 0 | 105 | ||||||||||
Intensivering Spoor in steden | 300 | 300 | 20 | 40 | 40 | 40 | 40 | 45 | 75 | divers | divers | |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 50 | 50 | 23 | 9 | 7 | 7 | 4 | divers | divers | |||
Ontsnippering | 72 | 71 | 7 | 7 | 7 | 7 | 44 | divers | divers | |||
Traject Oost (perronverbredingen)7 | 29 | 29 | 7 | 9 | 10 | 3 | 2004/2007 | 2004/2006 | ||||
Projecten Landsdeel Oost | ||||||||||||
Utrecht–Arnhem–Zevenaar | ||||||||||||
Arnhem West vrije kruising | 63 | 63 | 10 | 25 | 20 | 5 | 3 | 2011 | 2010 | |||
Arnhem 4e perron | 169 | 172 | 22 | 12 | 26 | 36 | 31 | 26 | 16 | 2007/2011 | 2007/2010 | |
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 30 | 25 | 6 | 5 | 6 | 7 | 4 | 2 | 2009 | 2009 | ||
Projecten Landsdeel West | ||||||||||||
Amsterdam–Den Haag–Rotterdam–Dordrecht | ||||||||||||
Rotterdam Zuid–Dordrecht: 4/6-sporig5 | 382 | 382 | 375 | 4 | 3 | 1997 | 1997 | |||||
Rotterdam/Den Haag–Utrecht | ||||||||||||
Woerden–Harmelen: 4-sporig fase 2 | 146 | 149 | 133 | 10 | 2 | 1 | 2005 | 2005 | ||||
Amsterdam–Utrecht–Maastricht/Heerlen | ||||||||||||
Vleuten–Geldermalsen 4/6 sp. (incl. Randstadspoor)6 | 928 | 941 | 83 | 84 | 106 | 112 | 98 | 70 | 101 | 274 | 2005 e.v. | 2005 e.v. |
Amsterdam/Schiphol–Den Helder/Hoorn | ||||||||||||
Uitgeest de Kleis (Regionet 1e fase) | 24 | 24 | 21 | 1 | 1 | 1 | 2005 | 2005 | ||||
Haarlemmermeer–Almere | ||||||||||||
Extra perroncapaciteit Amsterdam Zuid (2e eilandperron) | 40 | 45 | 5 | 15 | 13 | 4 | 3 | 2006 | 2006 | |||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
Amsterdam CS spoor 10/15 | 76 | 79 | 71 | 1 | 3 | 1 | 2004/2007 | 2004 | ||||
Amsterdam Zuidas; deel stationsstalling (t.b.v. NSP) | 2 | 2 | 2 | 2006 | 2006 | |||||||
Breda Centraal (t.b.v. NSP) | 38 | 37 | 6 | 11 | 9 | 9 | 3 | 2010 | 2006/2009 | |||
Den Haag Centraal (t.b.v. NSP) | 83 | 82 | 8 | 30 | 38 | 7 | 2008/2009 | 2008 | ||||
Den Haag emplacement | 16 | 21 | 4 | 7 | 1 | 2 | 2 | 2006 | 2006 | |||
Den Haag CS: terugbouwen sporen 11/12 | 19 | 10 | 4 | 5 | 2012 | |||||||
Fietsenstalling Amsterdam CS | 27 | 27 | 3 | 7 | 9 | 5 | 3 | 2008/2011 | 2007/2011 | |||
Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP) | 162 | 161 | 23 | 42 | 50 | 35 | 12 | 2009/2010 | 2009 | |||
OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP) | 255 | 253 | 3 | 20 | 61 | 71 | 66 | 25 | 9 | 2009/2012 | 2009/2011 | |
Overige projecten/lijndelen enz. | ||||||||||||
Hanzelijn | 895 | 890 | 38 | 36 | 109 | 56 | 156 | 157 | 174 | 169 | 2012 | 2012/2013 |
Nootdorpboog | 46 | 47 | 40 | 5 | 1 | 2005 | 2005 | |||||
Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol) | 153 | 171 | 2 | 31 | 51 | 32 | 15 | 10 | 12 | divers | divers | |
Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft* | 272 | 270 | 272 | |||||||||
BTW | 604 | 130 | 116 | 124 | 101 | 133 | ||||||
Afronding | 1 | – 1 | 1 | 1 | ||||||||
Totaal categorie 0 | 6 956 | 2 109 | 447 | 814 | 726 | 772 | 633 | 834 | 621 | |||
Begroting (IF 13.03.01) | 447 | 814 | 726 | 772 | 633 | 834 |
* Nieuw in realisatie.
1 Inclusief de toegevoegde middelen ad € 60 mln. i.h.k.v. Strategisch Akkoord 2002.
2 Het betreft: knelpunt Baarn en Hilversum Larenseweg. Resterende middelen worden gereserveerd voor kleine projecten in de Noordvleugel.
3 Ten laste van het programma is een beschikking afgegeven voor de stations Tilburg Reeshof, Almere Oostvaarders, Arnhem Zuid en Ypenburg Haaglanden en Helmond Brandevoort. Uit een analyse van ProRail is gebleken dat tot 2010 daarnaast in ieder geval de door de regio’s beoogde nieuwe stations Groningen Europapark, Sassenheim en Schiedam Kethel in aanmerking komen voor een rijksbijdrage uit het programma mits voldaan wordt aan de door het Rijk gestelde voorwaarden. Omstreeks 2010 zal een nadere prioritering plaatsvinden voor de periode na 2010.
4 Opgenomen is het programma tot en met 2010 alsmede de middelen vanuit NaNOV voor verdiepte ligging spoor bij Almelo. Eveneens is opgenomen de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda–Rotterdam (Moordrecht) die is gefinancierd uit het FES.
5 Dit project bestaat uit 3 delen; Rotterdam Zuid – Dordrecht deel NS-R; Trajectdeel Barendrecht; en Wisselcomplex Kijfhoek.
6 Inclusief de halten Vathorst, def. Halte Leidsche Rijn west en Leidsche Rijn Centrum. Door de regio is voorfinanciering aangeboden.
7 Voorheen HSL-Oost (Utrecht-Arnhem-Duitse grens).
8 Deze programma’s zijn overgeheveld naar artikel 13.02 (beheer en onderhoud).
Projectoverzicht bij 13.03.02 Spoorwegen goederenvervoer; realisatie
Spoorwegen Goederenvervoer Realisatie IF 13.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Aslasten cluster II | 45 | 44 | 32 | 9 | 3 | 1 | 2009 | 2009 | ||||
PAGE risico reductie | 19 | 19 | 5 | 4 | 7 | 3 | divers | divers | ||||
Pilot Fluistertrein1 | 12 | 5 | 4 | 5 | 3 | 2007 | 2006 | |||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte | 22 | 22 | 3 | 8 | 7 | 4 | 2007 | 2007 | ||||
Verbindingssporen ECT | 13 | 13 | 10 | 3 | 2005 | 2005 | ||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Sloelijn | 66 | 66 | 5 | 24 | 24 | 7 | 6 | 2008 | 2008 | |||
BTW | 12 | 8 | 3 | 1 | ||||||||
Afronding | 1 | 1 | ||||||||||
Totaal categorie 0 | 177 | 59 | 53 | 53 | 18 | 7 | 0 | 0 | 0 | |||
Begroting (IF 13.03.02) | 53 | 53 | 18 | 7 | 0 | 0 |
1 Project gefinancierd uit milieudrukgelden.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Het terugbetalen van de kapitaallasten met betrekking tot de voorfinanciering voor de aanleg van de bovenbouw van de HSL–Zuid.
Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De publiekprivate samenwerking komt bij de onderdelen Infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand. Eind 2001 zijn de contracten met de Infraprovider en de Vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de Infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw geldt dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd worden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de Infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering in het noordelijke deel was december 2005.
Projectoverzicht bij 13.04 Geïntegreerde contractvormen spoor
Geïntegreerde contractvormen spoor IF 13.04 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
Reeks Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding (13.04) | 3 070 | 3 024 | 0 | 46 | 131 | 117 | 117 | 118 | 119 | 2 422 | ||
BTW | 572 | 24 | 22 | 22 | 22 | 22 | 460 | |||||
Totaal categorie 0 (incl. reeks Infraprovider) | 3 642 | 0 | 46 | 155 | 139 | 139 | 140 | 141 | 2 882 | |||
Begroting (IF 13.04) | 46 | 155 | 139 | 139 | 140 | 141 |
13.05 Verkenningen en planstudies
Op dit artikelonderdeel worden uitgaven geraamd van door ProRail BV uit te voeren:
• planstudies en de voor de planstudieprojecten gereserveerde middelen;
• activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement en capaciteitsstudies.
Planstudie spoor personen
Onderstaande projecten zijn overgegaan van planstudie- naar realisatiefase:
• Rijswijk–Schiedam incl. spoorcorridor Delft.
NSP Zuidas: Amsterdam Zuid/WTC/4 sporig + keerspoor
Uit de Robuustheidstoets van ProRail is gebleken dat bij de toegezegde aanlanding van HSA treinen (max. 4 shuttles) een volledige 4-sporige oostflank nodig is. De kosten hiervan bedragen € 17,8 mln. Het projectbudget is met dit bedrag opgehoogd.
Daarnaast is € 6,3 mln toegevoegd als bijdrage voor de overdracht van risico’s aan de Zuidas-DOK-onderneming.
Om de knelpunten die zich op korte, middellange en lange termijn aandienen in de Noordvleugel het hoofd te kunnen bieden en ontsluiting van nieuwe woon- en werkgebieden te realiseren wordt een planstudie openbaar vervoer op de corridor Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad (afgekort planstudie OV SAAL) opgestart. In een eerste fase, die loopt tot begin 2007, worden kansrijke alternatieven geïdentificeerd; deze worden in een tweede fase verder uitgewerkt, waarvoor indien nodig een tracé/m.e.r.-procedure wordt gevolgd.
Op basis van herprioritering binnen het spoorgoederenprogramma is de start van de uitvoering van cluster III verschoven naar 2007. Door de eerdere uitvoering van het derde cluster zijn de kosten nauwkeuriger te ramen, waardoor het budget kan worden bijgesteld van € 46 mln naar€ 30 mln.
De voor VERA gereserveerde financiële middelen zijn in het kader van de besluitvorming over de verdieping van de Westerschelde verder naar achteren geschoven (2014–2020). De realisatie van VERA is onzeker. Werkzaamheden aan het OntwerpTracéBesluit liggen al enige tijd stil. Realisatie op basis van de huidige informatie (Trajectnota) wordt, naar mate de tijd vordert, steeds moeilijker.
Spoorgoederenverbinding Antwerpen–Ruhrgebied (IJzeren Rijn). Op 24 mei 2005 heeft het Permanente Hof van Arbitrage uitspraak gedaan in het geschil tussen België en Nederland inzake de kostenverdeling van de modernisering van het Nederlandse gedeelte van de IJzeren Rijn. Sindsdien is het overleg tussen beide landen hervat, op basis van en ter uitwerking van de arbitrage-uitspraak.
Verkenning optimalisering goederencorridor Rotterdam–Genua
De 4 landen Nederland, Duitsland, Zwitserland en Italië hebben gezamenlijk een projectplan opgesteld om de corridor Rotterdam–Genua in 2012 zo interoperabel mogelijk en daarmee zo aantrekkelijk mogelijk voor de Europese spoorvervoerders te hebben. Voor een optimaal gebruik van de corridor is het wenselijk dat de Rotterdamse haven anno 2012 toegankelijk wordt voor verschillende soorten elektrische locomotieven met slechts 1 beveiligingssysteem aan boord en op het Nederlandse deel van de corridorinfrastructuur de nationale systemen dienen te worden vervangen door of gecombineerd met de Europese systemen.
Een internationale projectgroep van deskundigen van de 4 inframanagers gaat in de zomer van 2006 uitvoering geven aan het projectplan.
Eind 2006 wordt het nationale ERTMS implementatieplan van ProRail verwacht. Dit implementatieplan bevat de aanlegstrategie van ERMTS op het Nederlandse spoorwegnetwerk. Besluitvorming over ERMTS op deze corridor is mede afhankelijk van de prioriteiten die in het nationale ERTMS implementatieplan gesteld zullen worden.
Projectoverzicht bij 13.05.01 Spoorwegen personenvervoer: planstudie
Spoorwegen Personenvervoer Planstudie IF 13.05.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming | Budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Traject Oost (diverse maatregelen) | 464 | divers | |||||||||
Projecten Landsdeel West | |||||||||||
Amsterdam Zuidas: deel station (t.b.v. NSP) | 91 | 2008–2013 | |||||||||
Amsterdam Zuidas WTC/4-sporig + keersporen1 | 315 | 2008–2014 | |||||||||
OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad* | pm | pm | |||||||||
Totaal categorie 12 | 870 |
* Nieuw in planstudie
1 Inclusief € 100 mln FES-bijdrage.
2 Bedragen zijn exclusief (eventuele) BTW
Projectoverzicht bij 13.05.02 Spoorwegen goederenvervoer: planstudie
Spoorwegen goederenvervoer Planstudie IF 13.05.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming | Budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | Periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Tracé-/projectbesluit na 2005 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Goederenroute Rotterdam–Noord-Nederland (GoeNoord) | 62 | pb/uo | 2009–2013 | ||||||||
Aslastencluster III | 30 | pr | uo | 2007–2012 | |||||||
Roosendaal/Antwerpen (VERA) | 187 | 2014–2020 | |||||||||
Optimalisering goederencorridor Rotterdam–Genua | pm | pr/uo | 2008–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNOV) | 119 | uo | 2010–2015 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn) | pm | tb | pr | pm | |||||||
Totaal categorie 11 | 398 |
1 De bedragen zijn exclusief (eventuele) BTW.
Legenda
tb/pb tracébesluit/projectbesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht bij 13.05.03 A. Lopende verkenningen
Spoorwegen Verkenningen IF 13.05.03 | ||||
---|---|---|---|---|
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel (inter)nationaal | ||||
Overdracht spooraansluitingen | Toegankelijkheid spoornet | Spoor goederen | Motie (TK 27 482, nr. 55) | 2006 |
Projectoverzicht bij 13.05.03 B. (mogelijk) te starten verkenningen
Locatie | Probleem | Indicatie modaliteit | Toelichting |
---|---|---|---|
Landsdeel West | |||
Railservice centra Waal- haven en Maasvlakte (vervolgfase) | Capaciteitstekort | Spoorgoederen | De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de beide Railservice centra. Onder- zocht zal worden of, en zo ja wanneer, er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knel- punten op te heffen. |
Spooraansluiting Tweede Maasvlakte | Ontsluiting Europese spoorwegennet | Spoorgoederen | Bij de aanleg van de Tweede Maasvlakte is het van belang dat de aldaar te ontwikkelen indus- triële activiteiten en overslagactiviteiten op het Europese spoorwegnet worden aangesloten. Onderzocht zal worden op welke wijze een dergelijke aansluiting het beste kan worden gerealiseerd. |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Regionale en lokale infrastructuur verantwoord.
De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting 2007 van Verkeer en Waterstaat (XII) bij de beleidsartikelen 32 Bereiken van optimale veiligheid in af als gevolg van mobiliteit en 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijd/decentrale netwerken.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
14. Regionaal/lokale infra | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 300 191 | 320 058 | 316 460 | 253 654 | 296 949 | 171 014 | |
Uitgaven | 453 848 | 301 848 | 328 365 | 253 154 | 234 054 | 296 917 | 171 014 |
14.1 Grote regionaal/lokale projecten | 360 967 | 233 893 | 300 129 | 253 154 | 234 054 | 296 917 | 171 014 |
14.1.1 Verkenningen | |||||||
14.1.2 Planst. Progr. Reg/lok | 569 | 5 441 | 3 476 | 5 787 | 5 594 | 12 094 | 47 192 |
14.1.3 Realistieprogr reg/lok | 360 398 | 228 452 | 296 653 | 247 367 | 228 460 | 284 823 | 123 822 |
14.2 Regionale Mob. Fondsen | 92 881 | 67 955 | 28 236 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.2.1 Rijksbijdrage | 11 200 | 67 955 | 28 236 | ||||
14.2.2 Terugsluisopbrengsten | 81 681 | ||||||
Van totale uitgaven | |||||||
– Apparaatsuitgaven: | 173 | 173 | 173 | 173 | 173 | 3 | |
– Agentschapsbijdrage | 729 | 747 | 807 | 819 | 824 | 815 | |
waarvan: 14.1.3 Real.progr. | 255 | 204 | 251 | 196 | 166 | 91 | |
Restant | 300 946 | 327 445 | 252 174 | 233 062 | 295 920 | 170 196 | |
Ontvangsten | |||||||
14.9 Ontv. Reg./lokale infra |
14.01 Grote regionale/lokale projecten
In dit onderdeel worden alleen de aanlegprojecten behandeld waarvoor een aparte projectsubsidie wordt verleend. Om in aanmerking te komen voor een apart projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosten effectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden van respectievelijk € 112,5 mln en € 225 mln.
Met de subsidieverlening voor de projecten die boven deze grenswaarde uitkomen worden de volgende doelen nagestreefd:
• het verminderen van de congestieproblematiek op de weg. Met name de bereikbaarheid van de mainports en de achterlandverbindingen is daarbij van groot belang;
• de verbetering van het openbaar vervoer op netwerkniveau (bijvoorbeeld projecten die leiden tot snelheidsverhoging van de voertuigen, lagere exploitatiekosten en/of hogere vervoerwaarde (meer reizigers));
• het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing al dan niet opgenomen in het planstudieprogramma.
Planstudieprogramma regionaal lokaal
Van een project dat in de planstudietabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 mln resp. € 225 mln).
Wijzigingen projecten in planstudieprogramma:
• Rijn Gouwe Lijn Oost is overgeheveld van het planstudieprogramma naar het realisatieprogramma;
• Tilburg Noord West Tangent is overgeheveld van het planstudieprogramma naar het realisatieprogramma;
• Het Mediapark Hilversum (€ 25 mln) is overgeboekt naar HXII artikel 39 BDU;
• Het budget voor aanlanding Randstadrail is overgeheveld van planstudieprogramma naar realisatieprogramma.
Realisatieprogramma regionaal lokaal
Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote infrastructuurprojecten die door derden worden aangelegd.
Wijzigingen in het realisatieprogramma:
• N201: In het Bestuurlijk overleg zijn afspraken gemaakt over de aanpassing van prijspeil 2001 naar 2004. De prijspeilaanpassing van € 10 mln wordt gedekt uit het planstudieprogramma (projecten in voorbereiding);
• Omstreeks juni 2006 is Randstadrail overgedragen aan het stadsgewest Haaglanden (SGH) en de stadsregio Rotterdam (SRR). Voor de aanlanding op Den Haag CS is een aanvullend bedrag gereserveerd van € 38 mln.
Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale/lokale infrastructuur; planstudie
Regionale/lokale infrastructuur Planstudie IF 14.01.02 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé/-projectbesluit t/m 2007 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Nijmegen 2e stadsbrug | 280 | 310 | 50–70 | pb | pr | uo | 2009–2011 | ||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Eindhoven BOSE1 | 95 | 410 | 51 | pb | pr | uo | 2010–2012 | ||||
Maaskruisend verkeer, Maas- tricht | 36 | 272 | pb | pr | uo | 2010–2012 | |||||
Totaal categorie 1 | |||||||||||
CATEGORIE 2 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Projecten in voorbereiding | variabel | nnb | 2010 ev. |
1 Het projectbesluit voor Eindhoven BOSE is uitgesteld vanwege het nieuwe gemeentbestuur/regioraad SRE dat een nieuwe interne afweging wil maken.
Legenda
tb tracébesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie
Regionale/lokale infrastructuur Realisatie IF 14.01.03 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Budget in mln | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Beneluxmetro1, 3 | 660 | 660 | 617 | 43 | ||||||||
N201 | 176 | 166 | 0 | 15 | 43 | 40 | 41 | 21 | 16 | 2010 | 2010 | |
Noord Zuidlijn Noord-WTC2 | 1 138 | 1 132 | 293 | 99 | 183 | 173 | 161 | 188 | 41 | 2 012 | 2010/2011 | |
Randstadrail (incl. voorbereidingskosten) | 848 | 846 | 648 | 63 | 65 | 30 | 22 | 19 | 2006/2008 | 2008 | ||
Rijn Gouwelijn Oost* | 142 | 140 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 30 | 40 | 71 | 2010 | 2010 |
Zuid tangent, kernfase 2 | 93 | 93 | 93 | 2002 | 2002 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Duurzaam Veilig West-Zeeuws Vlaanderen | 6 | 6 | 3 | 3 | ||||||||
Tilburg Noordwesttangent* | 5 | 3 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5 | 2008 | 2008 | ||
Overig | ||||||||||||
Afrekening Decentralisatie GDU | 46 | 46 | ||||||||||
Reservering Randstadrail | 38 | 19 | 19 | |||||||||
Experimenteerprojecten | 83 | 76 | 2 | 4 | 5 | 4 | 4 | 2 | 6 | 55 | ||
Totaal categorie 0 | 3 235 | 1 702 | 228 | 296 | 247 | 228 | 285 | 123 | 126 | |||
Begroting (IF 14.01.03) | 228 | 296 | 247 | 228 | 285 | 123 |
* Nieuw in realisatie.
1 Deels investeringsimpuls 1994.
2 Deels investeringsimpuls 1998.
3 Exclusief 4,3 mln bodemsanering.
14.02 Regionale mobiliteitsfondsen
Over heel Nederland worden verschillende regionale mobiliteitsfondsen gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van vier impulsen:
1. impuls uit het amendement Dijsselbloem;
2. impuls voor regionale bereikbaarheid uit het Kwartje van Kok;
3. impuls uit het amendement Van Hijum;
4. impuls uit het Bereikbaarheidsoffensief Randstad;
5. impuls uit het amendement van der Staaij.
Rijksbijdrage
In 2007 zal een deel van de middelen uit twee impulsen uitgekeerd worden door VenW. Het gaat om:
Impuls regionale bereikbaarheid
In het kader van de besteding van het Kwartje van Kok geeft VenW een gerichte impuls voor regionale bereikbaarheid van in totaal € 360 mln tot en met 2010. In 2003 is met een aantal regio’s afgesproken dat een deel van deze impuls (€ 55 mln) zal worden ingezet voor netwerk/-pakketmaatregelen in de betreffende regio’s. Het gaat om de Zuidvleugel (Stadsgewest Haaglanden en Stadsregio Rotterdam), de Regio Twente, het Knooppunt Arnhem–Nijmegen en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Impuls uit amendement Van Hijum
Hiermee wordt € 140 mln beschikbaar gesteld voor de verbetering van het (onderliggende) wegennet. Besloten is een deel van deze middelen (€ 15 mln voor het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven en € 15 mln voor Gelderland/Overijssel) in te zetten voor kansrijke netwerk/pakketmaatregelen. Financiering hiervan zal verlopen via de regionale mobiliteitsfondsen, onder de bestaande voorwaarden. De middelen komen beschikbaar in de periode 2006–2009.
De middelen in het kader van het amendement Dijsselbloem en het BOR (inclusief de terugsluis opbrengsten) zijn in 2005 volledig uitgekeerd door Verkeer en Waterstaat.
Impuls uit amendement van der Staaij
Met dit amendement (Kamerstukken 30 300 A, nr. 23) voor het jaar 2006 wordt beoogd te komen tot een landelijk gereglementeerd Verenfonds, waarmee exploitatiekosten van veren kunnen worden afgedekt en noodzakelijke investerings- en vervangingsuitgaven mogelijk worden gemaakt. Over de uitvoering van het amendement vindt overleg plaats met IPO, VNG en SKVV.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenning en planstudie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2007 van Verkeer en Waterstaat (XII) en vinden hun oorsprong in de Nota Mobiliteit.
Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:
• artikel 33: het verkleinen van veiligheidsrisico’s;
• artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden realiseren;
• artikel 35: mainports en logistiek/het versterken van de Nederlandse Mainports en het realiseren van een efficiënt goederenvervoersysteem en luchtvaartbestel, binnen randvoorwaarden voor geluid, veiligheid, leefbaarheid en ruimtelijke ordening;
• artikel 36: een schoner, zuiniger en stiller verkeer en vervoer realiseren.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
15. Hoofdvaarwegennet | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 601 559 | 475 974 | 541 957 | 586 759 | 618 794 | 723 141 | |
Uitgaven | 590 786 | 567 966 | 516 586 | 524 861 | 581 120 | 639 437 | 711 146 |
15.01 Verkeersmanagement | 95 365 | 71 960 | 72 906 | 75 138 | 81 678 | 82 395 | 72 836 |
15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement | 95 365 | 71 960 | 72 906 | 75 138 | 81 678 | 82 395 | 72 836 |
15.02 Beheer en onderhoud | 417 890 | 334 634 | 327 626 | 337 467 | 381 762 | 374 421 | 372 643 |
15.02.01 Basispakket B&O hoofdvaarwegen | 303 382 | 187 259 | 197 693 | 206 057 | 236 738 | 239 822 | 341 621 |
15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen | 62 687 | 34 248 | 25 748 | 25 748 | 25 748 | 25 748 | 25 748 |
15.02.04 Groot var. onderh.hoofdvaarwegen | 51 821 | 113 127 | 104 185 | 105 662 | 119 276 | 108 851 | 5 274 |
15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit | 71 721 | 123 545 | 88 518 | 78 070 | 85 584 | 79 685 | 90 051 |
15.03.01 Realisatieprogramma Hoofdvaarwegen | 59 325 | 115 030 | 66 513 | 45 029 | 36 607 | 32 857 | 34 629 |
15.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit | 12 396 | 8 515 | 22 005 | 33 041 | 48 977 | 46 828 | 55 422 |
15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit | 5.810 | 37 827 | 27 536 | 34 186 | 32 096 | 102 936 | 175 616 |
15.05.01 Verkenningen | 362 | 6 355 | 6 179 | 7 518 | 7 903 | 7 907 | 8 425 |
15.05.02 Planstudieprogramma voor tracébesluit | 5 448 | 31 472 | 21 357 | 26 668 | 24 193 | 95 029 | 167 191 |
Van totale uitgaven: | |||||||
– Apparaatsuitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– Agentschapsbijdrage | 340 674 | 325 926 | 336 718 | 386 796 | 416 662 | 469 096 | |
waarvan 15.03 Aanleg en planst.na tb. | 20 068 | 12 136 | 12 183 | 13 590 | 9 492 | 11 380 | |
– Restant | 227 292 | 190 660 | 188 143 | 194 324 | 222 775 | 242 050 | |
15.09 Ontvangsten | 20 748 | 12 523 | 11 623 | 11 923 | 13 323 | 0 |
15.01 Basispakket verkeersmanagement
Activiteiten rond verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.
Basispakket Verkeersmanagement Hoofdvaarwegen
Bij verkeersmanagement gaat het met name om de volgende activiteiten:
• verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
• monitoring en informatieverstrekking;
• vergunningverlening en handhaving;
• crisisbeheersing en preventie.
Basispakket verkeersmanagement
Ten aanzien van verkeersmanagement is er het volgende areaal:
Areaaleenheid | ||
---|---|---|
Verkeersmanagement | Begeleide vaarweg in km | 1 372,5 |
Bediende objecten in aantallen | 108 |
Voor het jaar 2007 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2007 |
---|---|---|---|
Verkeersmanagement | De bedieningstijden van de sluizen en beweegbare bruggen voldoen aan de streefwaarden bedieningstijden beroepsvaart en de richtlijnen bedieningstijden voor de recreatievaart (BPRW 2005–2008). | % waaraan voldaan wordt aan afgesproken bedieningstijden | 100% |
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Verkeersmanagement | Begeleide vaarweg in km | 1 372,5 | 8,00 | 10 980 |
Bediende objecten | 108 | 573,39 | 61 926 |
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennetwerk in een dusdanige staat te houden dat noodzakelijk is voor het vervullen van de primaire functie: het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen.
Basispakket Beheer en onderhoud
Een absolute voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de betrouwbaarheid van de infrastructuur van de vaarwegen (baggeren), kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen).
Zowel preventief als correctief onderhoud valt onder het basispakket.
Servicepakket Beheer en onderhoud
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd hoe dit proces zal worden afgerond (TK 28 600 XII, nr. 17). Bij elke overeenstemming over de overdracht wordt apart bezien of de overdrachtsovereenkomst kan worden gesloten. In 2005 is reeds een aantal overdrachten aan provincies gerealiseerd.
De Rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries–Groningse kanalen is vastgelegd in een convenant dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen. De bijdrage betreft de vaarweg Lemmer–Delfzijl alsmede het van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep. De Rijksbijdrage is in de negentiger jaren vastgesteld op basis van een preventief onderhoudsniveau (geen achterstalligheid). Naar aanleiding van het rapport Commissie-Brinkman «Anders gestuurd, beter bestuurd» is er een advies om het Harinxmakanaal en het Winschoterdiep te financieren via het provinciefonds. Voor de vaarweg Lemmer–Delfzijl als onderdeel van het Hoofdvaarwegennet wordt in 2006 een studie gedaan naar de meest gunstige beheervorm waarbij het gedachtengoed van de commissie Brinkman (vereenvoudiging) gekoppeld wordt aan de beheerswensen van de noordelijke provincies.
Plan van Aanpak Beheer en onderhoud
De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de kosten van beheer en onderhoud. Ongewild heeft dit geleid tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud, waarbij geprioriteerd is naar vaarwegklasse. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot een impuls aan Beheer en Onderhoud Rijkswaterwegen (zie hiervoor het «Plan van Aanpak Beheer & Onderhoud», gevoegd bij de begroting 2004). Om verkeersoverlast zo veel mogelijk tot een minimum te beperken, zullen de werkzaamheden goed afgestemd worden, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen. Als Bijstuk bij deze begroting is opgenomen de zogeheten Mid Term Review Beheer en Onderhoud.
Aan het plan van aanpak zijn de beheer en onderhoudactiviteiten in het kader van de Motie Gerkens toegevoegd. De volgende onderhoudsprojecten worden versneld gerealiseerd:
• Renovatie van de Grote Kolksluis bij Zwartsluis;
• Renovatie van het betonwerk van de Beatrixsluis;
• Baggeren van de Lek tussen Vianen en Ameide;
• Baggeren van de Nieuwe Merwede.
In 2007 wordt gewerkt aan het opstellen van een programma van groot variabel onderhoudactiviteiten voortvloeiend uit de Nota Mobiliteit. Dit programma loopt vanaf 2011 en volgt het plan van aanpak dat tot en met 2010 loopt. De uitwerking van het programma kan in de ontwerpbegroting 2008 leiden tot reallocatie van de onderhoudsmiddelen.
Meetbare gegevens bij Beheer en onderhoud hoofdvaarwegen
Areaaleenheid | ||
---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Vaarweg (in km) | 4 378 |
Basispakket beheer en onderhoud hoofdvaarwegennet
Voor het jaar 2007 gelden de volgende prestatieafspraken:
Basispakket | Prestatie-indicator | Eenheid | Waarde 2007 |
---|---|---|---|
Beheer en Onderhoud | De toegangsgeulen zeehavens voldoen aan de normen voor het vaarwegprofiel | % van het aantal dagen. | 95 |
De vaarwegmarkeringen op de Noordzee, havenaanloopgebieden, Westerschelde en de Waddenzee voldoen aan de IALA-normen en op de binnenwateren aan de SIGNI-nor- men t.a.v. functionaliteit en beschikbaarheid. | % | 100 | |
De vaarwegmarkering op hoofdvaarwegen en overige vaarwegen dat voldoet aan nor- men, is even veel of meer dan dat in 2005. | % | 85 |
Basispakket | Areaaleenheid | Omvang | Tarief (x € 1 000) | Totaalbudget 2007 (x € 1 000) |
---|---|---|---|---|
Beheer en onderhoud | Vaarweg | 4 378 | 45,2 | 197 693 |
Het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud heeft ook betrekking op de Hoofdvaarwegen. In het plan van aanpak voor het inlopen van achterstallig onderhoud zijn voor de Hoofdvaarwegen de volgende projecten genoemd.
Projecten | Uitvoeringsperiode |
---|---|
Amsterdam Rijnkanaal/Lek baggeren en renoveren sluizen en oevers | 2005–2008 |
Amsterdam–Lemmer/IJsselmeer | 2004–2009 |
Baggeren IJssel | 2008–2010 |
Vervanging vaartuigen | 2006–2010 |
Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers | 2004–2010 |
Maas: baggeren en kunstwerken | 2004–2010 |
Noordzeekanaal baggeren | 2004–2009 |
Rotterdam–België/Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren | 2005–2010 |
Rotterdam–Duitsland: baggeren en oevers | 2005–2009 |
Wrakkenberging | 2009–2010 |
Natte bruggen | 2004–2010 |
15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk nadat het tracébesluit genomen is.
Realisatieprogramma hoofdvaarwegen
Op dit hoofdproduct worden de uitgaven verantwoord die samenhangen met de realisatie van aanleg hoofdvaarweg projecten.
Naar verwachting zijn de volgende projecten in 2007 gereed:
• de verbreding van de toegang naar de Beatrixsluis in het Lekkanaal;
• de brugverhogingen voor vierlaags containervaart op de Maas te Roosteren en Echt;
• In het kader van het amendement Gerkens worden op diverse locaties in Nederland lig- en auto afzetplaatsen gerealiseerd;
• Daarnaast wordt in het kader van het amendement Gerkens de verdieping van de Waal naar 2,80 m bij Overeengekomen Lage Rivierafvoer (OLR) versneld gerealiseerd.
Ten opzichte van de begroting 2006 is bij enkele projecten sprake van mutaties. Deze zijn per project opgenomen en toegelicht in het MIT-projectenboek.
Planstudieprogramma na tracébesluit
Er zijn drie projecten die in de planstudiefase zitten en waarvoor een tracébesluit is genomen. De budgetten die hier zijn opgenomen zijn benodigd voor de planstudies plus de uitvoering van de projecten. Het betreft de volgende projecten:
• Maasroute, modernisering fase 2;
• Sluis Ternaaien;
• Wilhelminakanaal.
Projectoverzicht bij 15.03.01 Vaarwegen; realisatie
Vaarwegen Realisatie IF 15.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal | Oplevering | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Vaarweg Lemmer–Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va | 202 | 201 | 84 | 10 | 17 | 19 | 22 | 19 | 23 | 8 | 2012 | 2012 |
Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam–Lemmer | 16 | 16 | 11 | 2 | 3 | 2010 | 2010 | |||||
Walradarsystemen | 68 | 68 | 6 | 9 | 4 | 7 | 6 | 3 | 12 | 21 | n.v.t. | n.v.t. |
Projecten landsdeel Oost | ||||||||||||
Twentekanalen verruiming (fase 1) | 62 | 62 | 21 | 20 | 8 | 3 | 2 | 8 | 2010 | 2008 | ||
Vaarroute Ketelmeer (excl. EU-bijdrage) | 16 | 16 | 3 | 3 | 3 | 4 | 3 | 2009 | 2006 | |||
Projecten landsdeel West | ||||||||||||
Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen | 19 | 19 | 8 | 3 | 8 | 2008 | 2007 | |||||
Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden | 234 | 232 | 213 | 15 | 6 | 2007 | 2005 | |||||
Walradar Noordzeekanaal | 13 | 13 | 4 | 5 | 4 | 2008 | 2008 | |||||
Projecten landsdeel Zuid | ||||||||||||
Maasroute fase 1, brugverhogingen Roosteren en Echt | 20 | 20 | 8 | 9 | 3 | 2007 | 2007 | |||||
Maasroute fase 1, voorhavens en wachtplaatsen | 72 | 72 | 69 | 3 | 2004 | 2004 | ||||||
Tweede Sluis Lith | 57 | 57 | 55 | 2 | 2002 | 2002 | ||||||
Verdrag verdieping Westerschelde, incl. natuurherstel | 177 | 177 | 165 | 4 | 3 | 5 | 2008 | 2006 | ||||
Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II | 59 | 59 | 28 | 22 | 4 | 2 | 3 | 2008 | 2008 | |||
Overig | ||||||||||||
Kleine projecten | 71 | 71 | 63 | 5 | 2 | 1 | n.v.t. | n.v.t. | ||||
TBBV/SBV | 34 | 34 | 26 | 4 | 4 | n.v.t. | n.v.t. | |||||
Totaal categorie 0 | 1 120 | 760 | 115 | 67 | 45 | 36 | 33 | 35 | 29 | |||
Begroting (IF 15.03.01) | 115 | 67 | 45 | 36 | 33 | 35 |
Projectoverzicht bij 15.03.02/15.05.02 Vaarwegen; planstudies
Hoofdvaarwegen Planstudie IF 15.03.02 (na tracébesluit) en IF 15.02.02 (voor Tracébesluit) | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 (na tracébesluit) | |||||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Bouw 4e sluiskolk Ternaaien | 8 | uo | 2012 | ||||||||
Maasroute, modernisering fase 2, verruiming tot klasse Vb | 543 | 2005 e.v. | |||||||||
Wilhelminakanaal Tilburg | 62 | uo | 2007–2011 | ||||||||
Totaal categorie 1 na tracébesluit (IF 15.03.02) | 613 | ||||||||||
CATEGORIE 1 (voor tracébesluit) | |||||||||||
Tracé-/projectbesluit t/m 2007 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 27–42 | pb | pr | uo | 2009–2012 | ||||||
Waal, toekomstvisie | 169 | uo | 2006–2012 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis | 81–93 | tb | uo | 2011–2014 | |||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Zuid-Willemsvaart, gedeelte Maas–Den Dungen + afbouw Den Dungen-Veghel | 313 | tb | pr | uo | 2008 e.v. | ||||||
Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6 | 30 | tn/pb | uo | 2007–2010 | |||||||
Tracé-/projectbesluit na 2006 | |||||||||||
Projecten landsdeel Oost | |||||||||||
Bovenloop IJssel | 42 | uo | 2011–2013 | ||||||||
Twentekanalen, verruiming (fase 2) | 33 | uo | 2011–2013 | ||||||||
Projecten landsdeel West | |||||||||||
Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg1 | 14 | uo | 2011–2013 | ||||||||
De Zaan1 | pm | 2012–2014 | |||||||||
Vaarroute Ketelmeer, fase 2 | 12 | pb | 2011–2013 | ||||||||
Projecten landsdeel Zuid | |||||||||||
Burgemeester Delenkanaal Oss1 | pm | pb | uo | na 2008 | |||||||
Totaal categorie 1 voor tracébesluit (IF 15.05.02) | 721–747 | ||||||||||
Totaal categorie 1 | 1 334–1 361 |
1 Rijksbijdrage is afhankelijk van onderhandelingen en planstudie.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
tb/pb tracébesluit/projectbesluit
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verkenning- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk voordat het tracébesluit genomen is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen projecten waarvan de uitvoering start voor 2011 en projecten waarvan de uitvoering start na 2011.
Verkenningen vóór tracé-/projectbesluit
In 2007 worden de volgende Verkenningen uitgevoerd:
• De verkenning naar de 2e sluiskolk Eefde, om te bezien of uitbreiding van de kolkcapaciteit nodig is, wordt naar verwachting in het najaar van 2006 afgerond, waarna een planstudiebesluit kan worden genomen;
• Eind 2006 zullen naar verwachting ook de verkenningen naar ligplaats behoeftes op de corridors Amsterdam–Lemmer Delfzijl en de IJssel worden opgeleverd. In 2007 zullen hiervoor waarschijnlijk planstudies starten;
• In 2007 wordt een verkenning gestart naar de hoogte van de bruggen op het traject van de Maas tussen Born en de Belgische grens;
• In 2006 worden ook verkenningen uitgevoerd naar de ligplaatscapaciteit op een aantal corridors in Nederland.
Planstudieprogramma vóór tracé-/projectbesluit
Over de voortgang van het planstudieprogramma voor tracébesluit is het volgende te melden:
• in 2006 is ook de planstudie vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 gestart;
• in 2007 wordt een standpunt of tracé-/projectbesluit verwacht voor de planstudies betreffende de Waal, de Zuid-Willemsvaart, de vaarweg Meppel–Ramspol (Zwartsluis), het Burgemeester Delenkanaal, de Bovenloop–IJssel, de Zaan en de 3e kolk Beatrixsluis;
de verkenning Bereikbaarheid Zuid-Oost-Brabant heeft geresulteerd in versneld onderzoek naar de no-regret maatregelen ten behoeve van de vervanging sluizen 4, 5 en 6 naar klasse IV, aanpassing Erpsebrug en bijbehorende passageplaatsen en zwaaikommen. De start van de uitvoering is voorzien in 2007, met oplevering in 2010. De startdatum is mede afhankelijk van het tijdig ter beschikking hebben van bijdragen van derden.
Projectoverzicht bij 15.05 Vaarwegen; planstudies vóór tracébesluit
Het projectoverzicht van de planstudies vóór tracebesluit is opgenomen onder onder 15.03.
Projectoverzicht bij 15.05 Vaarwegen; verkenningen
Hoofdvaarwegen Verkenningen IF 15.05.01 | |||
---|---|---|---|
A. Lopende verkenningen | |||
Locatie | Probleem | Referentiekader | Gereed |
Landsdeel (inter)nationaal | |||
Grensoverschrijdende verkenning maritieme toegankelijkheid kanaalzone Gent–Terneuzen, waaronder capaciteit binnenvaartsluis Terneuzen | Capaciteit en toegankelijkheid | 3e Memorandum van Overeenstemming Vlaanderen en Nederland | 2008 |
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Landsdeel Oost | |||
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Verkenning Sluis Eefde | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2006 |
Landsdeel West | |||
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Rijnkanaal | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Verkenning Verkeerssituatie Splitsing Hollands Diep – Dordtse Kil | Veiligheid | Risico-atlas vaarwegen | 2006 |
Landsdeel Zuid | |||
Verkenning Capaciteitsknelpunten bruggen Born-België | Capaciteit | Nota Mobiliteit | 2007 |
Verkenning Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen in de Rijn/Schelde- verbinding | Capaciteit en Veiligheid | Nota Mobiliteit | 2006 |
Hieronder worden verkenning gepresenteerd die mogelijk tot realisatie van een infrastructureel project zullen leiden in de periode 2015–2020. Voor de periode 2015–2020 is een overzicht met potentiële knelpunten beschikbaar (mede op basis van de Nota Mobiliteit), die mogelijk op termijn tot een infrastructurele oplossing komen. Voor deze potentiële knelpunten wordt het reguliere MIT-proces (verkenning, planstudie, realisatie) doorlopen. Per knelpunt zal eerst – via een nieuwe MIT-verkenning, een bestaande planstudie waarvan de scope wordt gewijzigd of een netwerkanalyse – de nut en noodzaak van een infrastructurele oplossing worden bekeken. Vervolgens worden voor die periode prioriteiten bepaald en zal een concrete programmering worden gemaakt, die past binnen de financiële randvoorwaarden. Daar waar ten opzichte van deze algemene toelichting aanvullende dan wel andere afspraken aan de orde zijn, wordt dit toegelicht.
B. Mogelijk te starten verkenningen | ||
---|---|---|
Locatie | Probleem | Toelichting |
(Inter)nationaal | ||
Innovatieproject verkeersmanagement vaarwegen (RIS/Centrale bediening) | Bereikbaarheid en veiligheid | |
Landsdeel Noord | ||
Sluis Lemmer (kolk en ligplaatsen) | Capaciteit en veiligheid | |
Vaarweg Lemmer–Delfzijl (fase 2) | Capaciteit | Deze verkenning is een vervolg op de planstudie Lemmer–Delfzijl, fase 1. |
Landsdeel Oost | ||
Bruggen en vaarwegprofiel Twentekanalen | Capaciteit en veiligheid | |
Ligplaatsen Nederrijn (Driel) | Capaciteit | |
Verkenning IJssel (fase 2) | Capaciteit | |
Landsdeel West | ||
Verkenning Zeepoort IJmond | Capaciteit | Het project Zeepoort IJmond bevond zich tot 2005 in de MIT-planstudiefase (categorie 2), waarbij verschil- lende oplossingsvarianten zijn onderzocht. Uiteindelijk is een nieuwe oplossingvariant («Grote groene Kolk») ontwikkeld. In bestuurlijk overleg is afgesproken om uiterlijk in 2008 te bezien of de groei aan de verwachtingen voldoet en welke maatregelen dan nodig zijn. De huidige MER procedure wordt daarmee (voorlopig) afgesloten. |
Landsdeel Zuid | ||
Kreekraksluizen | Capaciteit | Eventuele investeringen en uitvoeringstermijn zijn mede afhankelijk van afspraken met Vlaanderen, op basis van het Schelde-Rijn Verdrag. |
Ligplaatsen Engelen | Capaciteit en veiligheid | |
Sluis St Andries | Capaciteit | |
Verkenning Zuid-Willemsvaart (beperkt) klasse IV | Capaciteit | Het gaat hierbij om een eventuele verdere verruiming van de vaarweg naar (beperkt) klasse IV. |
Volkeraksluizen | Capaciteit |
16 Megaprojecten niet-Verkeer en vervoer
Omschrijving van de samenhang in het beleid
In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer vallen:
• Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR);
• Ruimte voor de Rivier;
• Maaswerken.
Het projectartikel is gerelateerd aan Beleidsartikel 35 Mainports en logistiek.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
16. Megaproj. niet-Verk. en Verv. | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 123 085 | 136 484 | 160 525 | 262 485 | 291 707 | 362 637 |
Uitgaven | 128 935 | 137 973 | 167 078 | 269 038 | 288 873 | 362 637 |
16.01 Project Mainportontwikkeling R’dam | 24 978 | 19 290 | 17 711 | 18 025 | 14 420 | 11 880 |
16.01.01 Planstudie PMR | 2 725 | 2 133 | 614 | 565 | 181 | 01 |
16.01.02 Realisatieprogramma PMR | 22 253 | 17 157 | 17 097 | 17 460 | 14 239 | 11 880 |
16.02 Ruimte voor de Rivier | 37 751 | 69 573 | 114 977 | 213 319 | 258 234 | 317 862 |
16.03 Maaswerken | 66 206 | 49 110 | 34 390 | 37 694 | 16 219 | 32 895 |
Van totale uitgaven: | ||||||
– Bijdrage aan baten-lastendienst | 19 910 | 22 073 | 33 123 | 50 526 | 44 355 | 48 208 |
– Restant | 128 935 | 137 973 | 167 078 | 269 038 | 288 873 | 745 451 |
16.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 000 |
1 Vanaf 2011 zijn er voor een drie tal projecten/programma’s binnen het FES gelden gereserveerd op artikel 15 Projecten in voorbereiding. Dit zijn: PMR, de Noordvleugel incl Zuidas en envelop Nota Mobiliteit. Ondanks dat er overeenstemming is over de totale reservering in het FES voor deze programma’s, kunnen deze gelden op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, dus de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
De deelprojecten zijn allen bestuurlijk verplicht. Bij de parlementaire instemming met PKB, Bestuursakkoord en Uitwerkingsovereenkomsten worden deze bestuurlijke verplichtingen omgezet in juridische verplichtingen. De uitgaven voor de Uitvoeringsorganisatie zijn complementair noodzakelijk.
16.01 Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:
• het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en
• het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.
In vier deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Naast het deelproject Natuurcompensatie zijn dat «Bestaand Rotterdams Gebied» (uitgevoerd door gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR).
VenW beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn neergelegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan RWS is belast met de uitvoering. LNV en VROM zijn het aan te spreken vakdepartement voor respectievelijk 750ha en BRG. VenW is het vakdepartement voor de landaanwinning.
VenW is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de Minister van VenW verantwoordelijkheid voor de overall-projectbeheersing. Daarnaast heeft de Minister van VenW de projectbeheersing zodanig ingericht dat zij adequaat sturing kan geven aan en rapporteren over de processen die leiden tot het herstellen van de PKB en de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt.
In januari 2005 heeft de Raad van State de acht in de Planologische Kernbeslissing-Plus (PKB+) opgenomen concrete beleidsbeslissingen vernietigd. Na het herstel van de door de Raad van State gesignaleerde gebreken in 2005 en 2006 wordt in de tweede helft van 2006 een nieuw PKB deel 3 (zonder plus) in behandeling gebracht. De Kamer zal dan tegelijkertijd met de behandeling van de PKB om een definitief oordeel worden gevraagd over het Bestuursakkoord en de uitwerkingsovereenkomsten. Een basisrapportage conform de Procedureregeling Grote Projecten zal ook bij dit pakket worden gevoegd. Gedurende 2007 worden de reguliere beroepsprocedures doorlopen ter zake van de bestemmingsplan- en vergunningsprocedures. De start van daadwerkelijke aanlegwerkzaamheden van de landaanwinning staat gepland in 2008.
De volgende producten worden onderscheiden:
1. Landaanwinning: Dit betreft de vaste bijdrage van de Rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour.
2. BTW: Dit betreft de niet-compensabele BTW over de bijdrage van de Rijksoverheid aan de buitencontour en de Natuurcompensatie.
3. Onvoorzien: Deze post dient ter dekking van die projectposten, waarvoor bij de bepaling van het budget nog onvoldoende mogelijkheden waren om een 100%-raming op te stellen (bij voorbeeld in het geval dat de ramingen nog niet voldoende hard kunnen worden gemaakt). Daarnaast kan een beroep worden gedaan op de post Onvoorzien, indien er sprake is van een volledig nieuwe situatie (zgn. Onvoorzien onvoorzien). Deze post onvoorzien heeft alleen betrekking op alle risico’s die bij Rijk liggen (met name natuurcompensatie).
4. Aan- en ontsluitende infrastructuur: Vanuit het project PMR wordt een bijdrage verschaft aan de aanpassing van de achterlandverbindingen (A15 en aansluiting op de Betuweroute).
5. Uitvoeringsorganisatie: Dit betreffen de kosten, die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing.
6. 750 ha Natuur- en recreatiegebied: Dit betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden.
7. Groene Verbinding: Dit betreffen de kosten voor verbinding tussen Midden-IJsselmonde en stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een VenW-bijdrage.
8. Bestaand Rotterdams Gebied: Dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren.
9. Natuurcompensatie:
Dit betreft de instelling van het Zeereservaat, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en de zeereep Brouwersdam en het Monitorings- en Evaluatieprogramma.
Project Mainportontwikkeling Rotterdam
• 2006: Vaststelling PKB., deel 3 en definitieve instemming Bestuursakkoord en Uitwerkingsovereenkomsten door TK;
• 2007: start deelprojecten 750ha en BRG (t.a.v. BRG is een deel al in uitvoering met niet rijksmiddelen);
• 2007: Positief doorlopen notificatie staatssteun;
• 2007: Start procedures t.b.v. landaanwinning (incl. bestemming daarvan);
• 2008: zeereservaat is ingesteld en start uitvoering duincompensatie;
• Na bereiken van de mijlpalen 1, 3 t/m 5; eerste plons Landaanwinning;
• 2013/2014: Landaanwinning gereed; eerste overslag;
• 2021: deelprojecten 750 ha natuur- en recreatiegebied en BRG; afgerond;
• 2033: Tweede Maasvlakte volledig gerealiseerd en in werking.
Projectoverzicht bij 16.01.01 PMR; planstudie
Planstudie IF 16.01.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming kosten | Budget | Uitvoering | ||||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Project Mainportontwikkeling Rotterdam | pr | uo | 2006–2020 | ||||||||
Landaanwinning | 638 | ||||||||||
BTW Buitencontour | 121 | ||||||||||
BTW Natuurcompensatie | 9 | ||||||||||
Aan- en ontsluitende infrastructuur | 318 | ||||||||||
Onvoorzien | 101 | ||||||||||
Totaal categorie 1 | 1187 |
Legenda
pr procedures rond
uo uitvoeringsopdracht (beschikking)
Projectoverzicht bij 16.01.02 PMR; realisatie
Realisatie IF 16.01.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal | Oplevering | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Project Mainportontwikkeling Rotterdam | ||||||||||||
Uitvoeringsorganisatie1 | 25 | 11 | 6 | 6 | 4 | 3 | 2 | 1 | 1 | 2 | pm | pm |
750 ha | 30 | 10 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 18 | 2020 | pm | |
Groene verbinding | 28 | 21 | 7 | 7 | 7 | 7 | 2011 | 2011 | ||||
Bestaand Rotterdams Gebied (BRG) | 12 | 5 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | 6 | 2020 | pm | |
Landaanwinning | ||||||||||||
Voorfinanciering FES monitoringsprogramma | 2 | 2 | 1 | 1 | 2007 | 2006 | ||||||
Voorfinanciering FES natuurcompensatie | 88 | 30 | 13 | 11 | 3 | 5 | 3 | 1 | 52 | pm | pm | |
Totaal categorie 0 | 185 | 7 | 23 | 18 | 16 | 17 | 14 | 12 | 78 | |||
Begroting (IF 16.01.02) | 23 | 18 | 16 | 17 | 14 | 12 |
1 Als gevolg van uitspraak van Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ is een hersteltraject gestart. De kosten hiervan zijn opgenomen onder uitvoeringsorganisatie.
In 2005 heeft het kabinet deel 1 van de PKB Ruimte voor de Rivier vastgesteld en samen met de milieueffectrapportage ter inzage gelegd. Na de inspraakronde (deel 2) heeft het kabinet op 22 december 2005 in deel 3 een definitief standpunt ingenomen (PKB, TK 2004–2006, 30 080, nrs. 1–6). De parlementaire behandeling is thans in volle gang. Daarna kan de uitvoering beginnen.
Met deze PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming moet worden gebracht met de wettelijke vereiste norm.
2. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Daarmee wordt het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.
De PKB bevat een besluit over de voor 2015 uit te voeren maatregelen én de plaats waar ze getroffen moeten worden. Hierbij wordt bovendien een doorkijk naar de verdere toekomst gegeven. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. De kosten van het basispakket zijn geraamd op € 2,2 miljard.
Een aantal projecten is als koploper aangewezen, wat betekent dat deze vooruitlopend op de vaststelling van de PKB Ruimte voor de Rivier al zijn gestart of kunnen starten met de planstudie. In 2007 zijn de koplopers:
• dijkverlegging Westenholte (Zwolle);
• uiterwaardvergraving Scheller en Oldeneler Buitenwaarden (Zwolle);
• ontpoldering Noordwaard (Werkendam);
• ontpoldering Overdiepsche Polder (Waalwijk);
• berging op het Volkerak-Zoommeer;
• uiterwaardvergraving Bedrijventerrein Avelingen (Gorinchem);
• uiterwaardvergraving Meinerswijk (Arnhem);
• dijkverlegging Lent (Nijmegen);
• uiterwaardvergraving Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard (Deventer);
• uiterwaardvergraving Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden (Deventer).
Conform de procedureregeling uitvoering grote projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder jaar twee voortgangsrapportages.
Het vereiste veiligheidsniveau in het rivierengebied rond de Rijntakken moet uiterlijk in 2015 in overeenstemming zijn gebracht met een maatgevende afvoer van 16 000 m3/s bij Lobith.
Projectoverzicht bij 16.02.02 Ruimte voor de Rivier; realisatie
Ruimte voor de Rivier Realisatie IF 16.02.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP in mln. | Oplevering | |||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Uitvoeringskosten | 1 916 | 2 041 | 61 | 16 | 43 | 90 | 195 | 245 | 288 | 978 | 2015 | 2015 |
Planstudiekosten | 59 | 58 | 13 | 11 | 14 | 14 | 5 | 2 | 2010 | 2007 | ||
Projectorganisatie en projectmanagement | 157 | 20 | 36 | 11 | 13 | 11 | 13 | 11 | 10 | 52 | 2015 | 2015 |
EU en projectgebonden ontvangsten | 100 | 100 | 20 | 80 | ||||||||
Totaal categorie 0 | 2 232 | 110 | 38 | 70 | 115 | 213 | 258 | 318 | 1 110 | |||
Begroting (IF 16.02.02) | 38 | 70 | 115 | 213 | 258 | 318 |
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de Maaswerken verantwoord. Na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas, in december 1993 en januari 1995, is het Deltaplan Grote Rivieren tot stand gekomen. Voor de bestrijding van de wateroverlast langs de Maas is de Maaswerken opgestart met de twee projecten Zandmaas en Grensmaas. Belangrijkste doelstelling van de onderdelen Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord Brabant tegen hoog water van de Maas. Binnen de Maaswerken wordt uitvoering gegeven aan de Maasroute. De Maasroute draagt bij aan een verbeterde bevaarbaarheid tussen Ternaaien en het Maas-Waalkanaal.
Het project Zandmaas kent de volgende doelstellingen:
• Hoogwaterbescherming, op zodanige wijze dat de bevolking achter de kaden van de Zandmaas (die aangelegd zijn in het kader van het Deltaplan Grote Rivieren) een beschermingsniveau van 1:250 jaar in 2015 wordt geboden.
• Het in de periode tot 2015 realiseren van beperkte natuurontwikkeling in de Zandmaas.
Het project Grensmaas kent de volgende doelstellingen:
• Het door rivierverruiming verlagen van de hoogwaterstanden in de Maas met als maatstaf dat uiterlijk in 2017 de gebieden, die door de op basis van de Deltawet Grote Rivieren aangelegde kades zijn beschermd, een beschermingsniveau van 1:250 hebben.
• Het tot ontwikkeling brengen van tenminste 1000 ha natuur binnen het Grensmaasgebied in de periode tot 2018. Dit gekoppeld aan het ecologisch herstel van de rivier zoals vastgelegd in de intentieverklaring voor het Maasdal in Limburg van 26 november 1992.
• Het winnen van tenminste 35 miljoen ton grind voor de nationale behoefte.
De uitvoering van de Maaswerken (de Zandmaas en de Grensmaas) loopt ook in 2007 door. Voor de Zandmaas (oplevering 2015) ligt de nadruk op de uitvoering van kadeversterkingen in stedelijk gebied (Roermond, Venlo, Gennep). In 2007 wordt daarnaast gestart met de realisatie van de hoogwatergeulen en verdiepingsmaatregelen. Voor de Grensmaas (oplevering 2017) ligt de nadruk op rivierkundige maatregelen. Conform de procedureregeling uitvoering grote projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder jaar twee voortgangsrapportages.
Prestatieindicatoren | Zandmaas | Grensmaas |
Hoogwaterbescherming | 70% in 2008/100% in 2015 | 100% in 2017 |
Natuurontwikkeling | 570 ha (plus 60 ha compensatie) | tenminste 1000 ha |
Delfstoffen | Tenminste 35 mln ton |
Projectoverzicht bij 16.03 Maaswerken; realisatie
Maaswerken Realisatie IF 16.03.01 en IF 16.03.02 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal MIT/SNIP | Oplevering | |||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
Projecten (inter)nationaal | ||||||||||||
Zandmaas | 518 | 516 | 150 | 59 | 48 | 33 | 28 | 12 | 29 | 158 | 2017 | 2017 |
Grensmaas | 136 | 131 | 53 | 7 | 1 | 1 | 10 | 4 | 4 | 56 | 2022 | 2022 |
Totaal categorie 0 | 653 | 203 | 66 | 49 | 34 | 38 | 16 | 33 | 214 | |||
Begroting (IF 16.03.01 en IF 16.03.02) | 66 | 49 | 34 | 38 | 16 | 33 |
17 Megaprojecten verkeer en vervoer
Omschrijving van de samenhang in het beleid
In deze begroting is een onderscheid gemaakt tussen de Megaprojecten Verkeer en Vervoer en niet-Verkeer en Vervoer. Onder het artikel Megaprojecten Verkeer en Vervoer vallen:
• Westerscheldetunnel;
• Betuweroute;
• Hogesnelheidslijn-zuid;
• Anders betalen voor mobiliteit;
• Zuiderzeelijn.
Het projectartikel is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen op hoofdstuk XII:
• artikel 32: de veiligheid van personen op de weg en over het spoor, alsmede de sociale veiligheid in het OV, permanent verbeteren;
• artikel 34: betrouwbare netwerken en acceptabele reistijden realiseren;
• artikel 35: mainports en logistiek/het versterken van de Nederlandse Mainports en het realiseren van een efficiënt goederenvervoersysteem en luchtvaartbestel, binnen randvoorwaarden voor geluid, veiligheid, leefbaarheid en ruimtelijke ordening.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
17. Megaprojecten Verkeer en Vervoer | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 335 875 | 135 000 | 39 511 | 67 992 | 303 778 | 303 564 | |
Uitgaven | 869 116 | 720 030 | 338 620 | 42 732 | 67 992 | 303 778 | 309 214 |
17.01 Westerscheldetunnel | 238 | 7 549 | |||||
17.02 Betuweroute | 342 499 | 376 841 | 184 731 | 5 354 | 2 316 | ||
17.03 Hoge snelheidslijn | 522 100 | 315 451 | 128 889 | 6 496 | 0 | 0 | 0 |
17.03.01 Realisatie HSL-Zuid | 460 733 | 298 142 | 124 884 | 6 496 | |||
17.03.02 Realisatie HSL-Zuid spoorwegen | 4 268 | 6 | |||||
17.03.03 Realisatie HSL-Zuid hoofdwegen | 61 367 | 13 041 | 3 999 | ||||
17.04 Anders betalen voor mobiliteit | 7 913 | ||||||
17.05 Zuiderzeelijn | 4 279 | 12 276 | 25 000 | 30 882 | 65 676 | 303 778 | 309 214 |
Apparaatsuitgaven: | 210 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Baten-lastendiensten | 58 529 | 17 085 | 2 | 0 | 0 | 0 | |
Restant | 647 943 | 325 401 | 42 167 | 67 992 | 303 778 | 309 214 | |
17.09 Ontvangsten | 38 753 | 37 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Op 14 maart 2003 is de Westerscheldetunnel voor het publiek opengesteld. Op 10 december 2004 is de eindevaluatie in het kader van de procedureregeling Grote Projecten aan de Kamer aangeboden. Er resteert nog een 15-tal claims in het kader van claimafhandeling en nadeelcompensatie.
Deze zullen vermoedelijk in 2006 worden afgerond.
–
Het project Betuweroute behelst de aanleg van een 160 kilometer lange, tweesporige lijn die exclusief bestemd en ontwikkeld is voor goederenvervoer. De route wordt aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar–Emmerich. De stroom containershuttles per spoor naar het Europese achterland groeit sterk. Goederenvervoer per spoor is belangrijk voor de bereikbaarheid van de Nederlandse industrie en zeehavens. De Betuweroute wordt aangelegd om in de toenemende vraag naar goederenvervoer over spoor te voorzien.
De bouw van de Betuweroute vordert gestaag. De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen namelijk:
1. de havenspoorlijn en
2. het A15 deel.
Het gedeelte Havenspoorlijn, het bestaande stuk spoor tussen de Maasvlakte en de Waalhaven in het Rotterdamse Havengebied is dubbelsporig gemaakt en wordt geëlektrificeerd, emplacementen zijn uitgebreid en knelpunten opgeheven. De havenspoorlijn is op 10 juli 2004 officieel in dienst genomen, zij het voorlopig nog met dieseltractie en beveiligingssysteem ATB-EG. Het geëlektrificeerd in dienst nemen met het beveiligingssysteem ETCS level 2 is gepland in september 2007.
Voor driekwart van de totale lengte wordt de Betuweroute tegen de A15 aangelegd. Op deze wijze kan de goederenspoorlijn zo goed mogelijk in het bestaande landschap worden ingepast en worden dorpen en steden zoveel mogelijk ontzien. De onderbouw van de A15-lijn is nagenoeg gereed. Alle grote bovenbouwcontracten zijn inmiddels opgedragen aan de aannemers.
Het in dienst nemen van de A15, geëlectrificeerd en voorzien van ECTS level 2, is gepland per 1 januari 2007.
Van de Europese Unie worden voor het project Betuweroute bijdragen (onder andere TEN-gelden) ontvangen. Deze bijdragen worden jaarlijks aangevraagd bij de Europese Unie en in fasen uitgekeerd. In de totale financiering van het project wordt uitgegaan van € 176 mln.
De op dit productartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV middelen;
• bijdrage uit het FES;
• bijdrage private financiering voorgefinancierd uit FES;
• bijdrage van de Europese Unie;
• bijdrage Gelderland;
• bijdrage VROM voor geluidsmaatregelen Calandbrug;
• bijdrage ProRail.
Tot en met 2005 is door de Europese Unie € 139 mln. betaald. De bijdrage van de Europese Unie (onder andere TEN-gelden) wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de door VenW ingediende aanvragen.
Een toelichting op de reeds gedane uitgaven en de verdere planning en organisatie van het project is opgenomen in de voortgangsrapportage aan de Tweede Kamer in het kader van de procedureregeling grote projecten.
Meetbare gegevens bij 17.02 Betuweroute
De verwachte indienststellingsdatum van de gehele Betuwelijn is 1 januari 2007.
Projectoverzicht 17.02 Betuweroute
Betuweroute Realisatie IF 17.02.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | |||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | periode |
CATEGORIE 0 | |||||||||||
Betuweroute | 2006 | 2006 | |||||||||
Reguliere SVV-middelen | 719 | 708 | 262 | 300 | 150 | 5 | 2 | ||||
FES-middelen | 2 814 | 2 814 | 2 814 | ||||||||
Privaat | 843 | 828 | 832 | 7 | 4 | ||||||
Financiering Prorail | 97 | 97 | 33 | 33 | 31 | ||||||
Bijdrage Gelderland | 8 | 8 | 8 | ||||||||
Bijdrage VROM | 14 | 14 | 14 | ||||||||
EU-ontvangsten | 167 | 167 | 130 | 37 | |||||||
Totaal categorie 0 | 4 662 | 4 093 | 377 | 185 | 5 | 2 | |||||
Begroting (IF 17.02.01) | 377 | 185 | 5 | 2 |
Met het vaststellen van de PKB HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL-zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.
Hogesnelheidslijn-zuid
Op 29 april 1997 is de Planologische Kernbeslissing HSL-Zuid door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit genomen door de ministers van VenW en VROM. In december 1999 is het boortunnelcontract gegund, in juli 2000 zijn de vijf contracten voor de civiele onderbouw gegund en begin 2001 ook het contract railaansluitingen. Langs het tracé zijn de bouwwerkzaamheden aan het zuidelijke deel tussen Rotterdam en de Belgische grens gereed. De bouwwerkzaamheden aan het noordelijke deel tussen Rotterdam en de aansluiting op het bestaande spoor bij Hoofddorp zijn bijna afgerond. Voor de ontwikkeling van de HSL-stations wordt gestreefd naar aparte lokale vormen van publiekprivate samenwerking. Dit wordt nader uitgewerkt in de Nieuwe Sleutelprojecten. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zoveel als mogelijk worden beheerst.
Hogesnelheidslijn-Zuid: railwegen personenvervoer
Dit product betreft de realisatie van de aansluiting van station Breda CS via bestaand spoor op het hogesnelheidsspoor. De gelijktijdige realisatie van deze aansluiting is door VenW toegezegd aan de gemeente Breda.
Hogesnelheidslijn-Zuid: hoofdwegen
Bij de verbreding en verlegging van de A16 (Moerdijk–Galder) en de A4 (Burgerveen–Leiden) bestaan grote raakvlakken met de planning en bouw van de HSL-Zuid. Daarom is besloten dat de verbreding en verlegging van de A16 en het deel van de A4 waar deze parallel loopt met de HSL-Zuid, worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de projectorganisatie HSL-Zuid.
De in dit productartikel opgenomen bedragen zijn als volgt opgebouwd:
• reguliere SVV-middelen;
• een bijdrage uit het FES;
• de bijdrage uit private financiering;
• de bijdragen van de Europese Unie;
• ontvangsten derden;
De ontvangsten van de HSA worden verantwoord op artikel 13 van deze begroting.
Vanaf begin 2002 wordt de risico-analyse per kwartaal geactualiseerd. In de reguliere voortgangsrapportages worden de belangrijkste risico’s nader toegelicht. Ook wordt daar aangegeven met welke maatregelen de risico’s zo veel als mogelijk worden beheerst. De planning van de aanleg van de HSL-Zuid is weergegeven in het onderstaande balkenschema, en is conform de 18e Voortgangsrapportage.
Projectoverzicht 17.03 HSL-Zuid
Hogesnelheidslijn (HSL) Realisatie IF 17.03 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
CATEGORIE 0 | ||||||||||||
HSL-Zuid (IF 17.03.01) | 5 802 | 5 687 | 5 370 | 299 | 125 | 6 | – | – | – | 2006/2007 | 2006/2007 | |
– Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR) | 2 530 | 2 604 | 2 226 | 172 | 124 | 6 | ||||||
– Fes regulier | 1 710 | 1 711 | 1 811 | – 101 | ||||||||
– Privaat | 940 | 936 | 760 | 179 | 1 | |||||||
– EU-ontvangsten | 176 | 176 | 175 | 1 | ||||||||
– Ontvangsten derden | 79 | 50 | 79 | |||||||||
– Risicoreservering | 367 | 210 | 319 | 48 | ||||||||
HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02) | 115 | 115 | 111 | 4 | ||||||||
HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03) | 991 | 997 | 974 | 13 | 4 | |||||||
Totaal categorie 0 (excl. reeks Infraprovider) | 6 908 | 6 455 | 316 | 129 | 6 | – | – | – | ||||
Begroting (IF 17.03) | 316 | 129 | 6 | – | – |
17.04 Anders betalen voor mobiliteit
In de Nota Mobiliteit deel 1 is aangegeven dat het kabinet een andere manier van betalen voor het gebruik van de weg als een kosteneffectief middel ziet om de bereikbaarheid te verbeteren.
Het kabinet kiest voor een eerlijke en transparante wijze van betalen voor mobiliteit en gaat voortvarend aan de slag met de kilometerprijs. Invoering in 2012 wordt nagestreefd. Voorwaarde hierbij is dat de invoeringskosten aanzienlijk lager uitvallen dan geraamd in het advies van het Platform Anders Betalen voor Mobiliteit en dat de uitvoerings- en handhavingkosten in redelijke verhouding staan tot de opbrengsten.
Op weg naar de invoering van de kilometerprijs neemt het kabinet de noodzakelijke eerste stappen zoals geschetst in het advies. Met de opbrengsten worden knelpunten (versneld) aangepakt.
Bij de uitwerking staat samenwerking met de omgeving centraal. In het «Werkprogramma Anders Betalen voor Mobiliteit» worden de aanbevelingen van de TCI overgenomen. Dit vindt zijn uitwerking ondermeer in gefaseerde besluitvorming met go/no go momenten.
In 2007 worden de volgende specifieke activiteiten uitgevoerd:
• Voorbereiding invoering van de kilometerprijs in 2012;
• Voortzetting gezamenlijk feitenonderzoek, waarbij de uitkomsten van de kostenmonitor een belangrijke plaats innemen. Dit moet leiden tot een concept voorstel van de wet en een concept implementatiestrategie;
• Uitwerken van versnellingsprijs en tolprojecten;
• Uitwerken onderzoek Anders Organiseren Wegbeheer.
De Tweede Kamer wordt op de hoogte gehouden van de laatste ontwikkelingen met behulp van halfjaarlijkse voortgangsrapportages. Indien op enig moment parlementaire besluitvorming gewenst is, wordt dit separaat voorgelegd.
Op dit moment is er voor de uitvoering van de in het Werkprogramma genoemde activiteiten budget gereserveerd tot en met 2007. Op basis van parlementaire besluitvorming wordt de budgetreservering voor Anders Betalen voor Mobiliteit nader bezien.
Binnen het FES is € 100 mln gereserveerd voor dekking van de initiële kosten van de voorfase van prijsbeleid.
Na het TCI debat heeft de Tweede Kamer in juni 2005 ingestemd met het Plan van Aanpak voor de Structuurvisie Zuiderzeelijn. In het najaar 2006 wordt een standpunt van het kabinet verwacht over de definitieve structuurvisie Zuiderzeelijn.
De Structuurvisie Zuiderzeelijn heeft als doel de discussie over de nut- en noodzaak van het project en de besluitvorming hierover te faciliteren.
Nut en noodzaak van een Zuiderzeelijn tussen Schiphol en Groningen zijn niet aangetoond in de Structuurvisie. De ruimtelijke en economische meerwaarde zijn zeer beperkt.
Het kabinet wil wel investeren in sterke projecten die de Nederlandse economie versterken. Voor het Noorden gaat het om maatregelen voor de verdere transitie naar een meer kennisgerichte economie en het verbeteren van de regionale bereikbaarheid. Voor de Noordvleugel wil het kabinet de gesignaleerde knelpunten in het openbaar vervoer oplossen ter versterking van de internationale concurrentiepositie.
Het Rijk heeft tot op heden voor de realisatie van een snelle verbinding € 2,87 mld (prijspeil 2006, NCW 2010) gereserveerd. De nieuwe allocatie van deze reservering maakt onderdeel uit van definitieve besluitvorming over de Structuurvisie Zuiderzeelijn in 2006.
Projectoverzicht 17.05 Zuiderzeelijn
Zuiderzeelijn Planstudie IF 17.05.01 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bedragen in € mln | Raming | Budget | Planning | Uitvoering | |||||||
Projectomschrijving | min. | max. | taakstellend | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | later | periode |
CATEGORIE 1 | |||||||||||
Projecten (inter)nationaal | |||||||||||
Zuiderzeelijn | 2 870 | tn1 | pm | ||||||||
Totaal categorie 1 | 2 870 |
1 Afhankelijk van de uitkomst van de besluitvorming op basis van de Structuurvisie Zuiderzeelijn (ZZL).
Gezien de recente ontwikkelingen is er op dit moment nog geen duidelijkheid over het vervolg van het project.
Legenda
tn trajectnota of projectnota
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.
Met de aan Railinfrabeheer BV – onderdeel van ProRail BV – (18.5) verstrekte lening worden middelen beschikbaar gesteld om de doelstellingen die betrekking hebben op het onderhoud van het spoor, zoals beschreven in artikel 34 Betrouwbare netwerken en voorspelbare reistijden van de begroting van VenW (Hoofdstuk XII), uit te voeren.
De doelstellingen van het Intermodaal Vervoer zijn opgenomen in Hoofdstuk XII van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Het produktartikel heeft betrekking op beleidsartikel 35, Mainport en logistiek.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van budgettaire gevolgen van uitvoering (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
18. Overige uitgaven | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Verplichtingen | 48 745 | 45 318 | 43 315 | 43 771 | 26 643 | 508 986 | |
Uitgaven | 115 645 | 49 359 | 49 075 | 45 437 | 43 772 | 42 862 | 525 233 |
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen | |||||||
18.02 Bodemsanering | |||||||
18.03 Intermodaal vervoer | 2 011 | 5 881 | 5 395 | 2 539 | 466 | ||
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel) | 296 | 1 836 | 1 020 | ||||
18.05 Railinfrabeheer | 108 261 | 35 797 | 36 768 | 36 667 | 36 826 | 36 650 | 519 678 |
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 5 077 | 5 845 | 5 892 | 6 231 | 6 480 | 6 212 | 5 555 |
18.07.01 Nationale basisform.voorz. en ov. uitgaven | 5 049 | 5 315 | 5 360 | 5 700 | 5 948 | 6 212 | 5 555 |
18.07.02 Subsidies algemeen | 28 | 530 | 532 | 531 | 532 | ||
Van totale uitgaven | |||||||
Apparaatsuitgaven: | 210 | ||||||
Baten-lastendiensten | 5 818 | 5 865 | 6 204 | 6 453 | 6 212 | 5 555 | |
Restant | 115 645 | 43 331 | 43 210 | 39 233 | 37 319 | 36 650 | 519 678 |
18.09 Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 108 261 | 35 797 | 36 768 | 36 667 | 36 826 | 36 650 | 519 678 |
18.10 Ontvangsten | |||||||
Voordelig saldo | 231 178 |
De doelstelling 18.01 en 18.05 zijn technisch van aard (zie ook ontvangsten). De budgetflexibiliteit is hierbij dan ook niet van toepassing. Ten laste van doelstelling 18.02 Bodemsanering worden met ingang van 2005 geen uitgaven meer verricht.
18.01 Saldo van afgesloten rekeningen
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
–
Stimulering van spoor en binnenvaart, waardoor de aantrekkelijkheid van deze modaliteiten voor marktpartijen zal toenemen, biedt de mogelijkheid om de capaciteit van het infrastructurele netwerk beter te benutten. VenW levert door middel van onderzoek en financiering in particuliere initiatieven een bijdrage om de benutting van deze modaliteiten te stimuleren.
Terminalbeleid
Uit de Economische Impact Studie Railgoederenvervoer (EISR) studie blijkt dat er een behoefte bestaat aan enkele grote terminals op de primaire assen van het spoornetwerk, voornamelijk ten behoeve van het faciliteren van de overslag van weg naar spoor en omgekeerd, maar ook ten behoeve van het accommoderen van innovatieve mogelijkheden als «trailers-on-trains». Nieuwe industriegebieden, zoals Maasvlakte II, dienen te worden ontsloten.
De groei van het containervervoer via rails vanaf het Rotterdamse havengebied kan leiden tot capaciteitsknelpunten op de Railservicecentra. Onderzocht zal worden of, en zo ja, wanneer er op korte dan wel middellange termijn capaciteitsknelpunten zullen ontstaan en welke maatregelen genomen kunnen worden om deze knelpunten op te heffen.
Subsidieregeling Openbare Inland Terminals (SOIT)
Doel van de Subsidieregeling Openbare Inland Terminals was het bieden van de mogelijkheid om de capaciteit van het infrastructurele netwerk optimaal te benutten. Door het verstrekken van subsidies aan de openbare overslagterminals is het terminalnetwerk versterkt en is een modal shift gestimuleerd. Met behulp van deze subsidies zijn nieuwe openbare overslagterminals gerealiseerd en is de capaciteit van bestaande overslagterminals vergroot. De SOIT is tussentijds geëvalueerd en de Minister heeft in 2003 besloten de regeling niet in zijn huidige vorm te verlengen. De looptijd van de Subsidieregeling Openbare Inland terminals is per 1 januari 2004 verstreken. Alle ingediende aanvragen zijn inmiddels in beschikkingen vastgelegd. De afwikkeling van alle gehonoreerde projecten zal afhankelijk van de planning en uitvoering naar verwachting doorlopen t/m 2009.
Omdat uit een in 2003 ter beschikking gekomen evaluatieonderzoek (Evaluatie Subsidieregeling Openbare Inland Terminals, Decisio B.V., Amsterdam, 5 december 2002) is gebleken dat de doelstelling van een landelijk dekkend terminalnet is bereikt, is de eerder gebruikte prestatie-indicator komen te vervallen.
Projectoverzicht 18.03 Intermodaal Vervoer
Intermodaal vervoer Realisatie IF 18.03.01 | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Budget in € mln | Totaal MIT/SNIP | Oplevering MIT/SNIP | ||||||||||
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | later | huidig | vorig |
Multi- en modaalvervoer | ||||||||||||
Regionale terminals | 21 | 21 | 15 | 1 | 2 | 3 | divers | divers | ||||
Totaal categorie 0 | 21 | 15 | 1 | 2 | 3 | 0 | ||||||
Ruimte voor planstudies | 5 | 3 | ||||||||||
Begroting (IF 18.03.01) | 6 | 5 | 3 | 0 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (Noordvleugel)
De Nota’s Ruimte en Mobiliteit stellen de uitvoering van het beleid centraal waardoor de prioriteit komt te liggen bij praktisch uit te voeren gebiedsgerichte plannen. Het kabinet heeft er voor gekozen om de uitvoering van projecten in een viertal gebieden in Nederland via een samenhangend programma te organiseren.
In de Nota Ruimte worden deze gebieden aangeduid:
1. de Noordvleugel;
2. de Zuidvleugel van de Randstad;
3. Zuidoost Brabant/Noord Limburg;
4. het Groene Hart.
Elk programma wordt door een ander ministerie gecoördineerd, waarbij VenW verantwoordelijk is voor het programma Noordvleugel.
De overzichtsconstructie van het Noordvleugelprogramma is als bijlage bij de begroting opgenomen.
De samenhang tussen infrastructuur en overige ruimtelijke ontwikkelingen doet zich vooral in de Noordvleugel sterk voor. De projecten die in het Noordvleugelprogramma zijn opgenomen zijn deels ruimtelijke ontwikkelingsprojecten (verstedelijking) die door VROM worden getrokken, en deels infrastructurele projecten waarvoor VenW verantwoordelijk is. Het gaat om de volgende projecten:
• Mainport Schiphol (zie HXII, art. 35.1, landzijdige ontsluiting luchthaven IF 12 en 13);
• Planstudie weg Schiphol–Almere (zie IF 12);
• Zuiderzeelijn (zie IF 17.05);
• NSP Amsterdam Zuidas (zie IF 13 en IF 12 voor A10);
• Verkenning Utrecht (zie IF 12.05.01);
• De projecten «Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer», «Almere» en «Verstedelijking Utrecht» (deze drukken op de VROM begroting (HXI)).
De aandelen van Railinfrabeheer B.V. (als onderdeel van Rail Infra Trust (RIT)) zijn per 1 juli 2002 overgedragen aan de Staat der Nederlanden. ProRail BV kan met ingang van 1 januari 2001 niet meer voorzien in de financiering van de investeringen door het aantrekken van leningen op de kapitaalmarkt. Daarom was de mogelijkheid geschapen dat ProRail gebruik kon maken van zogenaamde schatkistleningen via een lening van het ministerie van Financiën aan VenW.
Op dit onderdeel wordt de rente over en aflossing van deze schatkistleningen verantwoord die in de periode 2001/2002 zijn verstrekt aan ProRail. Het betreft hier de leningen die door het Ministerie van Financiën aan VenW beschikbaar zijn gesteld om vervolgens door VenW aan ProRail te worden uitgeleend. In totaal is op deze wijze € 806 mln aan ProRail beschikbaar gesteld (€ 483 mln in 2001 en € 323 mln in 2002). De aflossingen vinden plaats in 2011 en 2012.
De uitgaven betreffen de betalingen van rente (en aflossing) van VenW aan Financiën en de ontvangsten betreffen de betalingen van rente (en aflossing) door ProRail aan VenW. In 2005 is € 65 mln vervroegd afgelost, conform afspraken in het voorjaarnota overleg 2005 tussen de bewindslieden van VenW en Financiën. De resterende schuld aan Financiën bedraagt dan € 741 mln.
18.07 Modaliteitsafhankelijke kennis en expertise
De nationale basisinformatievoorziening heeft betrekking op het verzamelen, bewerken en verstrekken van gegevens voor een limitatief aantal informatiebestanden betreffende de waterstaatkundige toestand van het land, het verkeer te water en het wegverkeer. Het gaat om taken die wettelijk bij Rijkswaterstaat zijn neergelegd en gelden als standaard voor gebruik in Nederland.
Voorbeelden van nationale basisinformatie zijn:
• Informatiebestanden betreffende de geometrische infrastructuur in Nederland zoals het NAP-peilmerkennet waarmee belangrijke hoogte(laagte)verschillen worden beoordeeld of het Actief GPS Referentiesysteem (AGRS.nl) dat de basis vormt voor een betrouwbaar en uitermate nauwkeurig gebruik van GPS in Nederland;
• Opstellen van waterstandsverwachtingen en geven van stormvloedwaarschuwingen aan beheerders van waterkeringen en anderen aan de hand van berekeningen met atmosferische modellen en waterbewegingsmodellen, gekoppeld aan meetgegevens uit verschillende automatische meetnetten.
De overige uitgaven betreffen de uitgaven voor grensoverschrijdend netwerkoverleg.
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord, die ten laste van de begroting van Verkeer en Waterstaat komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting 2006 van Verkeer en Waterstaat (XII).
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 39 Bijdragen aan het Infrastructuurfonds.
Daarnaast wordt op dit artikel de bijdrage ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking (FES) verantwoord.
Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering
Overzicht van de budgettaire gevolgen van beleid (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
19. Bijdragen andere begrotingen Rijk | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Ontvangsten | 5 840 260 | 5 898 223 | 6 816 424 | 7 082 790 | 7 252 790 | 7 497 607 | 6 089 343 |
19.09 T.l.v. begroting VenW | 4 383 931 | 4 222 546 | 4 756 683 | 5 234 864 | 5 398 138 | 5 499 459 | 5 379 019 |
19.10 T.l.v. FES | 1 456 329 | 1 675 677 | 2 059 741 | 1 847 926 | 1 854 652 | 1 998 148 | 710 3241 |
1 Vanaf 2011 zijn er voor een drie tal projecten/programma’s binnen het FES gelden gereserveerd op artikel 15 Projecten in voorbereiding. Dit zijn: PMR, de Noordvleugel incl Zuidas en envelop Nota Mobiliteit. Ondanks dat er overeenstemming is over de totale reservering in het FES voor deze programma’s, kunnen deze gelden op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, dus de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
19.09 Ten laste van begroting VenW
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
In de volgende tabel wordt de bijdrage uit het FES uitgesplitst naar de verschillende categorieën van projecten.
Uitsplitsing bijdrage FES (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Betuweroute | 7 448 | 3 840 | ||||
HSL-Zuid | 78 517 | 859 | ||||
Impuls f 1,9 mld | 31 492 | 4 764 | ||||
12 mld impuls | 509 682 | 1 095 312 | 974 542 | 1 067 053 | 1 064 020 | |
Bor | 444 761 | 316 825 | 237 178 | 230 839 | 343 039 | |
FES-bruggetje | 275 042 | 294 769 | 284 563 | 226 369 | 193 912 | 200 000 |
Voorfinanciering GIS | – 32 000 | – 33 000 | – 34 000 | |||
Fileplan ZSM | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 | 246 000 |
BISK/Proces en systeem innovatie | 2 610 | 2 610 | 2 030 | 3 890 | ||
A2 Maastricht | 18 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | 5 000 | |
Amsterdam Zuid-as | 15 000 | 25 000 | 60 000 | |||
Versterking dijken (amendement 18 Snijder-Hazelhoff) | 50 000 | |||||
Compartimentering dijken | 500 | 1 000 | 500 | |||
Haaglanden | 1 500 | 1 000 | 500 | |||
Benutting HWN: Progr. Filevermindering | 8 212 | 41 086 | 15 702 | |||
Benutting HWN: DVM | 20 000 | 30 000 | ||||
Benutting Spoor: Moordrecht | 10 000 | 10 000 | ||||
FES kasschuif met IF: | ||||||
– Versnelling hoofdwegen | 3 414 | 26 175 | 20 411 | 102 324 | ||
– Versnelling onderhoud weg en spoor | 107 000 | |||||
– Verbetermaatregelen waterkeringen | 28 000 | 23 000 | 58 176 | |||
– Zwakke schakels | 20 000 | 50 000 | 52000 | 55 000 | ||
Totaal art 19.10 | 1 675 677 | 2 059 741 | 1 847 926 | 1 854 652 | 1 998 148 | 710 3241 |
1 Zie opmerking bij tabel «Budget, gevolgen van uitvoering».
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
11 Hoofdwatersystemen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 473 648 | 516 258 | 590 764 | 637 267 | 632 061 | 632 276 |
Mutatie NvW 2006 | ||||||
Mutatie amendement 2006 | 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | 156 186 | 9 664 | – 7 457 | – 9 210 | – 77 | – 77 |
Nieuwe mutaties | – 7 184 | 4 869 | 91 800 | 115 781 | 168 749 | 87 176 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 672 650 | 530 791 | 675 107 | 743 838 | 800 733 | 719 375 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
amendement | ||||||
1. amendement Sneijder-Hazelhoff | 50 000 | |||||
nieuwe mutaties: | ||||||
2. Loonbijstelling | 2 157 | 1 690 | 1 897 | 1 986 | 2 054 | 1 852 |
3. Prijsbijstelling | 3 747 | 3 965 | 4 392 | 4 764 | 4 816 | 4 534 |
4. Nederlek | 4 914 | 3 550 | 3 354 | 9 380 | ||
5. Herfasering depot Hollands Diep | 1 991 | – 5 156 | 3 165 | |||
6. Aanpassing planning H&I-programma | 6 000 | 6 000 | – 12000 | |||
7. Verdrogingsgelden | – 3 600 | – 3 600 | – 3 600 | – 3 600 | ||
8. Haaglanden uit FES | 1 500 | 1 000 | 500 | |||
9. Compartimentering dijken uit FES | 500 | 1 000 | 500 | |||
10. Verwerking leenfaciliteit | – 3 966 | – 3 354 | 1 783 | 3 016 | 3 592 | 2 767 |
11. Uitvoeringscontracten | – 7 200 | |||||
12. Aanbestedingsresultaten | – 6 650 | – 6 650 | – 3 325 | –3 192 | ||
13 Waterveiligheid uit aanbestedingsresultaten | 21 000 | 25 000 | 24 000 | |||
14 Waterveiligheid uit FES kasschuif met IF | 28 000 | 23 000 | 58 176 | |||
15 Exogene toevoeging voor waterveiligheid | 25 000 | 25 000 | 25 000 | 25 000 | ||
16 Zwakke schakels | 20 000 | 50 000 | 52 000 | 55 000 | ||
17 Overig mutaties | – 2 422 | – 2 587 | – 5 916 | – 5 079 | –3 477 | – 1 977 |
Totaal | – 7 184 | 4 869 | 91 800 | 115 781 | 168 749 | 87 176 |
Amendement:
ad 1. Door middel van amendement 18 van het lid Snijder-Hazelhoff wordt € 50 mln uit het FES overgeheveld voor het aanpakken van zwakke schakels kust en het versterken van dijken.
Nieuwe mutaties:
ad 2/3. Betreft de loon- en prijsbijstellingsstranche
ad 4. Betreft de bijstelling voor de uitvoering van het project Nederlek.
ad 5. In verband met het aansluiten op de nieuwe planning van de aannemer vindt er t.a.v. de herfasering depot Hollands Diep een kasschuif plaats.
ad 6. Betreft een ramingsbijstelling van het H&I-programma in verband met voorbereidingsmaatregelen voor de ecologische doelen van de Kaderrichtlijn Water.
ad 7. Overheveling van verdrogingsgelden naar het ILG-budget bij LNV.
ad 8. In de jaren 2007 t/m 2009 wordt totaal € 3 mln. uit het FES toegevoegd voor de kennisontwikkeling van het Haaglanden initiatief. Binnen Haaglanden bestaat de doelstelling om wateroverlast te voorkomen/verminderen. Met het project worden innovaties en kennis ontwikkeld, die doorvertaald worden naar andere regio’s (in verstedelijkte delta’s) in binnen- en buitenland en die de internationale marktpositie van bedrijven en kennisinstituten in de watersector vergroot.
ad 9. In de jaren 2006 t/m 2008 wordt totaal € 2 mln. uit het FES toegevoegd en is bestemd voor een verkenningstudie naar compartimentering van dijken bij Den Bosch en langs het Amsterdam Rijn Kanaal ter bescherming van vitale infrastructuur van nationaal belang bij een overstroming.
ad 10. Rijkswaterstaat is per 1 januari 2006 een baten-lastendienst geworden. Als baten-lastendienst heeft RWS een (initiële) lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van de activa. Daarnaast doet RWS een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor nieuwe investeringen. Zowel de initiële lening als het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen is in deze begroting verwerkt.
ad 11. Betreft de bijdrage van VenW aan het ministerie van LNV voor diverse uitvoeringscontracten op het gebied van veiligheid natte natuur.
ad 12/13 De herijking van de in 2004 berekende aanbestedingsresultaten heeft geleid tot een additioneel verwacht aanbestedingsresultaat van € 149 miljoen over de periode 2005 tot en met 2010. Dit bedrag wordt ingezet voor aanpak maatregelen primaire waterkeringen, de uitkomsten van de netwerkanalyses en het Programma Filevermindering.
ad 14 Betreft een verschuiving van middelen om voortvarend te kunnen starten met de noodzakelijke verbetermaatregelen voor waterkeringen. Dit op basis van de uitkomsten van de wettelijke (2e) toetsing op de waterkeringen. Deze kasschuif loopt via het FES (zie verdiepingsbijlage art 19.10).
ad 15 Door het kabinet is € 100 mln. vrijgemaakt om voortvarend te kunnen starten met de noodzakelijke verbetermaatregelen voor de waterkeringen. Dit op basis van de uitkomsten van de wettelijke (2e) toetsing op de waterkeringen.
ad 16 De middelen ten behoeve van de bijdrage van VenW voor de aanpak van de zwakke schakels aan de kust worden meer in lijn gebracht met de meest actuele inzichten in de planningen van de provincies. Deze kasschuif loopt via het FES (zie verdiepingsbijlage art 19.10).
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
11 Hoofdwatersystemen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 | |
Mutatie NvW | ||||||
Mutatie amendement | ||||||
1e suppletore wet 2006 | ||||||
Nieuwe mutaties | ||||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 6 156 | 1 293 | 966 | 66 | 66 | 0 |
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
12 Hoofdwegennet | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 2 542 951 | 2 784 881 | 2 918 362 | 2 686 220 | 2 797 975 | 1 793 891 |
amendement nr. 43, lid Gerkens cs. | – 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | – 542 563 | 194 833 | 242 062 | 343 740 | 144 928 | – 56 315 |
Nieuwe mutaties | – 68 252 | – 224 673 | 184 603 | 106 241 | 37 061 | – 363 917 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 1 882 136 | 2 755 041 | 3 345 027 | 3 136 201 | 2 979 964 | 1 373 659 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen/uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1 Lening aan B&O Hoofdvaarwegennet | – 45 000 | 45 000 | ||||
2 Lening tbv verdieping IJ-geul hoofdvaarwegennet | – 2 142 | 2 142 | ||||
3 Lening aan het Delta-instituut | – 7 000 | 7 000 | ||||
4 Luchtproblematiek | – 47 243 | – 319 565 | 85 161 | 85 000 | 65 770 | |
5 Oplossen kasritmeproblematiek IF | – 18 406 | 1 311 | 4 122 | – 23 436 | ||
6 FES: Ondertunneling A2 Maastricht | 9 000 | 5 000 | 5 000 | |||
7 Desaldering rw34 Omleiding Ommen | 14 000 | |||||
8 Verwerking leenfaciliteit RWS | – 16 736 | – 16 045 | 5 397 | 9 402 | 11 580 | 8 611 |
9 Benutting HWN: Programma Filevermindering | 15 671 | 52006 | 19 993 | |||
10 Benutting HWN: Dynamisch verkeersmanagement | 20 000 | 30 000 | ||||
11 Aanbestedingsresultaten | – 38 300 | – 38 300 | – 19 150 | – 18 384 | ||
12 Extrapolatiebijstelling | – 608 097 | |||||
13 Netwerkanalyses | 37 000 | 29 000 | ||||
14 Versnelling BenO | 67 000 | |||||
15 Hoofdwegen aanleg | 102 324 | |||||
16 Loonbijstelling 2006 | 6 046 | 5 278 | 5 066 | 4 754 | 4 882 | 4 401 |
17 Prijsbijstelling 2006 | 19 347 | 20 954 | 21 692 | 19 925 | 20 720 | 19 510 |
Overige mutaties | – 195 | – 0 | – 0 | – 0 | – 0 | |
Totaal | – 68 252 | – 224 673 | 184 603 | 106 241 | 37 061 | – 363 917 |
ad 1. Het gaat hier om een intertemporele verschuiving met het basispakket B&O Hoofdvaarwegennet (artikel 15). De terugbetaling geschiedt in 2008. Met deze kasschuif kan RWS beter aan de prestaties zoals opgenomen in de SLA’s voldoen.
ad 2. Dit betreft een intertemporele verschuiving met het artikel Hoofdvaarwegennet voor de financiering van de verdieping van de IJ-geul.
ad 3. Voor de financiering van de oprichting van het Delta-instituut (hoofdstuk XII) vindt een intertemporele verschuiving plaats uit het realisatieprogramma hoofdwegennet met terugbetaling in 2010.
ad 4. Door de problematiek rond de luchtkwaliteit is het kasritme van de hoofdwegenprojecten aangepast.
ad 5. Deze mutatie is aangebracht voor de oplossing van kasritmeproblematiek op het IF.
ad 6. Dit betreft de bijdragen uit het FES ten behoeve van de ondertunneling A2-Maasticht. Totaal is € 38 mln door het FES toegezegd. Dit is deels al verwerkt in eerdere begrotingen. Het restant wordt nu verwerkt.
ad 7. Van de regio wordt in 2007 een bijdrage ontvangen in de Rw34 Omleiding Ommen.
ad 8. Rijkswaterstaat is per 1 januari 2006 een baten-lastendienst geworden. Als baten-lastendienst heeft RWS een (initiële) lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van de activa. Daarnaast doet RWS een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor nieuwe investeringen. Zowel de initiële lening als het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen is in deze begroting verwerkt.
Ad 9. Het «Programma Filevermindering» is in 2006 gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen met andere maatregelen die snel realiseerbaar zijn. Daarvoor zijn in korte tijd duizenden ideeën gegenereerd, waaruit een selectie voortkwam van de meest kansrijke en meest effectieve maatregelen.
Ad 10. Met het investeringsprogramma voor meer dynamisch verkeersmanagement kunnen verkeersstromen afhankelijk van de drukte gerichter worden gestuurd met als doel optimale benutting van de beschikbare infrastructuur. Het totale op te stellen programma heeft weliswaar een looptijd tot 2020, maar VenW wil in 2007 een voortvarende start maken met enkele quick wins zoals signalerings- en monitoringsmaatregelen.
Ad 11. De herijking van de in 2004 berekende aanbestedingsresultaten heeft geleid tot een additioneel verwacht aanbestedingsresultaat van € 149 miljoen over de periode 2005 tot en met 2010. Dit bedrag wordt ingezet voor waterveiligheid, de uitkomsten van de netwerkanalyses en het Programma Filevermindering.
Ad 12. De reservering in het FES voor de Noordvleugel (incl. Zuidas) en de enveloppe Nota Mobiliteit kunnen op dit moment nog niet aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit omdat formeel het vrijgeven, en daarmee de verwerking in de begroting, pas kan plaatsvinden als deze projecten voldoende zijn uitgewerkt en/of er besluitvorming over heeft plaatsgevonden.
Ad 13. De regionale netwerkanalyses voor de belangrijkste stedelijke gebieden moeten inzicht bieden in de beste manieren om bestaande en toekomstige knelpunten in de verbindingen van deur-tot-deur op te heffen, met gebruik van verschillende vervoerwijzen en door een betere samenhang tussen lokale, regionale en nationale infrastructuur waarbij de inzet is de toegang tot de steden te verbeteren. Met dit bedrag kan een nader te bepalen selectie van maatregelen die uit de netwerkanalyses komen, worden uitgevoerd.
Ad 14. In de uitkomsten van de Midterm Review van de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud is aangegeven dat een verschuiving van middelen voor de sectoren spoor en weg noodzakelijk is om de beschikbare middelen beter te laten aansluiten op het onderhoudsprogramma. Met deze kasschuif geeft VenW hieraan een eerste gedeeltelijk invulling. Deze kasschuif loopt via het FES (zie verdiepingsbijlage art 19.10).
Ad 15. Betreft een verschuiving van middelen binnen het aanleg wegen programma om de middelen beter te laten aansluiten bij het actuele programma. Deze kasschuif loopt via het FES (zie verdiepingsbijlage art 19.10). ad 16/17. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2006.
ad 16/17. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2006.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
12 Hoofdwegennet | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 32 764 | 26 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 | |
1e suppletore wet 2006 | – 3 700 | |||||
Nieuwe mutaties | 14 000 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 29 064 | 40 403 | 94 527 | 22 001 | 7 665 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. rw34 omleiding Ommen | 14 000 | |||||
Totaal | 14 000 |
ad 1. Zie hiervoor het gestelde onder de uitgaven (ad 7.).
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 1 775 840 | 2 021 937 | 1 910 974 | 1 942 617 | 1 911 973 | 2 153 893 |
Amendement nr. 16, leden van Hijum en v.d. Ham | 105 000 | |||||
Amendement nr. 16, leden van Hijum en v.d. Ham | – 105 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | 39 346 | – 38 662 | – 22 485 | 292 | ||
Nieuwe mutaties | 85 688 | 404 708 | 388 892 | 427 682 | 421 774 | 450 850 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 1 900 874 | 2 387 983 | 2 277 381 | 2 370 591 | 2 333 747 | 2 604 743 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Loonbijstelling 2006 | 3 335 | 2 863 | 2 881 | 2 916 | 2 916 | 2 630 |
2. Prijsbijstelling 2006 | 10 014 | 11 535 | 10 760 | 11 116 | 10 908 | 10 270 |
3. Gebruiksvergoeding | – 3 561 | – 6 909 | – 3 350 | – 4 350 | – 4 050 | – 4 050 |
4. Kasschuif | 48 000 | – 25 000 | – 23 000 | |||
5. Van FIN: overheveling BTW | 422 000 | 401 000 | 408 000 | 402 000 | 402 000 | |
6. Van HSL: risicoreservering | 17 000 | |||||
7. Van WVS: Valys | 10 000 | |||||
8. Versnelling Ben O | 40 000 | |||||
9. Slimme Benuttingsmaatr. Spoor, Moordrecht | 10 000 | 10 000 | ||||
Overige mutaties | 900 | 219 | 601 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 85 688 | 404 708 | 388 892 | 427 682 | 421 774 | 450 850 |
ad 1 en 2. Dit betreft de loon- en prijsbijstelling tranche 2006.
ad 3. Door een verschuiving van spoorlijnen naar de decentrale overheden (BDU) en de toevoeging van een aantal spoorlijnen contractsector aan het hoofdrailnet zijn de hiermee corresponderende overboekingen doorgevoerd tussen Hoofdstuk XII (artikel 34 Vervoer conform Concessiewet en BDU) en het Infrastructuurfonds (IF 03.02 Onderhoud en vervanging). Omdat de decentrale vervoerders een gebruiksvergoeding gaan betalen aan ProRail, kan de subsidie van het Rijk aan ProRail worden verminderd. Hier tegenover staat dat afgesproken is dat de decentrale vervoerders via de BDU gecompenseerd worden voor de gebruiksvergoeding die ze aan ProRail betalen.
ad 4. Deze schuif is noodzakelijk om de middelen voor Beheer en Instandhouding beter aan te laten sluiten op de financiële behoefte van ProRail zoals die blijkt uit het beheerplan 2006.
ad 5. Tussen Financiën en VenW is afgesproken om voor de onderdelen exploitatie spoorvervoer, capaciteitsmanagement, exploitatie stad/streek vervoer en aanleg en onderhoud spoorinfra met ingang van 2007 af te stappen van verrekening van BTW door Financiën (declaratiebasis). In plaats daarvan zal de te compenseren BTW aan de begroting van VenW worden toegevoegd. Dit geschiedt door een overheveling van de middelen vanuit de BTW-compensatieregeling van Financiën naar de begrotingen van VenW. Voor de HSL en BR blijft het oude compensatieregime gelden. Dit omdat deze projecten aflopen op korte termijn. Met name bij de BDU kan de nieuwe werkwijze leiden tot een forse administratieve lastenbesparing voor de regio en voor VenW. In plaats van aanvraag en verantwoorden kan de BTW nu immers via de verdeelsleutel worden verdeeld.
ad 6. In de 18e Voortgangsrapportage HSL is melding gemaakt van de definitieve afrekening met betrekking tot de maatregelen voor de geluidsschermen als gevolg van de vogelproblematiek. Deze is nu verwerkt.
ad 7. Het gaat hier om een overboeking vanuit VWS voor de onderuitputting 2006 op de Valys regeling (bovenregionaal vervoer van gehandicapten). Binnen VenW worden deze gelden ingezet voor maatregelen op het gebied toegankelijkheid.
Ad 8. In de uitkomsten van de Midterm Review van de plannen van aanpak Beheer en Onderhoud is aangegeven dat een verschuiving van middelen voor de sectoren spoor en weg noodzakelijk is om de beschikbare middelen beter te laten aansluiten op het onderhoudsprogramma. Met deze kasschuif geeft VenW hieraan een eerste gedeeltelijk invulling. Deze kasschuif loopt via het FES (zie verdiepingsbijlage art 19.10).
Ad 9. De maatregel betreft de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda-Rotterdam (Moordrecht). Deze spoorwegovergang is per uur 15 tot 20 minuten gesloten. In 2020 zullen naar verwachting 36 000 motorvoertuigen de spoorlijn kruisen. De belangrijkste bate is tijdwinst voor het wegverkeer. Deze uitgaven worden uit het FES gefinancierd.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
13 Spoorwegen | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 38 200 | 80 000 | 101 000 | 123 000 | 131 000 | 148 000 |
1e suppletore wet 2006 | ||||||
Nieuwe mutaties | – 14 100 | 900 | 600 | |||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 24 100 | 80 900 | 101 600 | 123 000 | 131 000 | 148 000 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Ontvangsten HSA | – 15 000 | |||||
Diversen | 900 | 900 | 600 | |||
Totaal | – 14 100 | 900 | 600 | 0 | 0 | 0 |
ad 1. De gebruiksvergoeding is het door High Speed Alliance (HSA) te betalen bedrag voor het recht om vervoer aan te bieden op de HSL-Zuid alsmede het daadwerkelijke gebruik van de infrastructuur. Het betreft een exclusief recht op binnenlandsvervoer over de HSL infrastructuur. De ontvangstenderving 2006 komt voort uit de aanpassing van de begindatum van 1-oktober-2006 naar 1-april-2007.
14 Regionale, lokale infrastructuur
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
14 Regionaal/lokale infra | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 327 108 | 457 349 | 327 839 | 251 884 | 294 893 | 169 117 |
Amendement nr. 23 van dr Staaij cs. | – 10 000 | |||||
Amendement nr. 23 van dr Staaij cs. | 10 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | – 27 423 | – 100 000 | – 76 910 | – 19 565 | ||
Nieuwe mutaties | 2 163 | – 28 984 | 2 225 | 1 735 | 2 024 | 1 897 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 301 848 | 328 365 | 253 154 | 234 054 | 296 917 | 171 014 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen/uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Overboeking naar BDU | – 25 000 | |||||
2. Kasschuif chipcard | – 7 000 | |||||
3. Loonbijstelling | 60 | 52 | 56 | 55 | 55 | 50 |
4. Prijsbijstelling | 2 148 | 3 007 | 2 152 | 1 651 | 1 935 | 1 822 |
Overige mutaties | – 45 | – 43 | 17 | 29 | 34 | 25 |
Totaal | 2 163 | – 28 984 | 2 225 | 1 735 | 2 024 | 1 897 |
ad 1. Het Mediapark Hilversum valt onder het BDU regime. In dit kader worden de middelen nu overgeboekt naar de BDU (hoofdstuk XII).
ad 2. Deze intertemporele kasschuif maakt onderdeel uit van de afspraken die zijn gemaakt omtrent de chipcard. Zie ook de toelichting bij artikel 39 van de begroting van VenW (XII).
ad 3/4. Dit betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstellingstranche 2006.
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
15 Hoofdvaarwegennet | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 452 210 | 536 417 | 587 278 | 592 605 | 642 193 | 712 486 |
amendement nr. 43, lid Gerkens cs. | 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | 16 548 | – 17 367 | – 25 500 | – 23 000 | – 12 000 | – 12 000 |
Nieuwe mutaties | 49 208 | – 2 464 | – 36 917 | 11 515 | 9 244 | 10 660 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 567 966 | 516 586 | 524 861 | 581 120 | 639 437 | 711 146 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Lening van B&O droog | 45 000 | – 45 000 | ||||
2. Prijsbijstelling tranche 2006 | 3 358 | 4 003 | 4 410 | 4 460 | 4 875 | 4 591 |
3. Loonbijstelling tranche 2006 | 2 542 | 2 618 | 2 893 | 3 005 | 3 183 | 2 869 |
4. Verdieping IJgeul | 2 142 | – 2 142 | ||||
5. Verwerken leenfaciliteit RWS | – 5 063 | – 5 896 | 3 984 | 5 715 | 6 896 | 5 745 |
6. Aanbestedingen | – 5 050 | – 5 050 | – 2 525 | – 2 424 | ||
7. Overige mutaties | 1 229 | 1 861 | 1 846 | 860 | – 1 144 | – 2 545 |
Totaal | 49 208 | – 2 464 | – 36 917 | 11 515 | 9 244 | 10 660 |
ad 1. Dit betreft een leenconstructie met het artikel 12 Hoofdwegennet. De terugbetaling geschiedt in 2008.
ad 2/3. Dit betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling 2006.
ad 4. Dit betreft een leenconstructie met het artikel 12 Hoofdwegennet ten behoeve van de verdieping IJ-geul. De terugbetaling geschiedt in 2010.
ad 5. Rijkswaterstaat is per 1 januari 2006 een baten-lastendienst geworden. Als baten-lastendienst heeft RWS een (initiële) lening afgesloten bij het Ministerie van Financiën voor de financiering van de activa. Daarnaast doet RWS een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën voor nieuwe investeringen. Zowel de initiële lening als het beroep op de leenfaciliteit voor nieuwe investeringen zijn in deze begroting verwerkt.
ad 6. De herijking van de in 2004 berekende aanbestedingsresultaten heeft geleid tot een additioneel verwacht aanbestedingsresultaat van € 149 miljoen over de periode 2005 tot en met 2010. Dit bedrag wordt ingezet voor maatregelen voor aanpak primaire waterkeringen, de uitkomsten van de netwerkanalyses en het Programma Filevermindering.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
15 Hoofdvaarwegennet | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 22 732 | 13 523 | 12 623 | 12 923 | 14 323 | 962 |
Mutatie NvW | ||||||
Mutatie amendement | ||||||
1e suppletore wet 2006 | – 1 984 | |||||
Nieuwe mutaties | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 962 | |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 20 748 | 12 523 | 11 623 | 11 923 | 13 323 | 0 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
ontvangsten | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Overige mutaties | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 962 | |
Totaal | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | – 1 000 | 0 |
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 86 054 | 71 215 | 148 482 | 257 342 | 281 363 | 354 726 | |
Mutatie NvW 2006 | |||||||
Mutatie amendement 2006 | |||||||
1e suppletore wet 2006 | 30 572 | 18 867 | 0 | 0 | – 692 | 0 | |
Nieuwe mutaties | 12 309 | 47 891 | 18 596 | 11 696 | 8 202 | 7 911 | |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 128 935 | 137 973 | 167 078 | 269 038 | 288 873 | 362 637 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
1. Prijsbijstelling 2006 | 568 | 470 | 979 | 1 699 | 1 857 | 1 749 |
2. Kosten uitvoeringsorganisatie | 4 100 | 2 500 | 2000 | 1 000 | 1 000 | 1 000 |
3. Natuurcompensatie tranche II | 2 500 | 2000 | ||||
4. Voorfinanciering prijsbijstelling | 1 025 | 819 | 125 | 204 | 65 | |
5. Kasschuif Ruimte voor de Rivier | 1 455 | 42 187 | 14 032 | 4 866 | 2 194 | |
6. Overige mutaties | 5 161 | 1 915 | 1 460 | 1 427 | 1 086 | 5 162 |
Totaal | 12 309 | 47 891 | 18 596 | 11 696 | 8 202 | 7 911 |
ad 1. Deze mutatie betreft de toevoeging van prijscompensatie 2006.
ad 2. Deze mutatie betreft de financiering van de Uitvoeringsorganisatie; deze valt als gevolg van de activiteiten (onderzoek, inhuur experts, juridische adviezen, communicatie, drukwerk etc.) in het kader van het PKB-hersteltraject hoger uit dan aanvankelijk begroot.
Met deze mutatie wordt tevens het budget voor de Uitvoeringsorganisatie in de periode 2007 t/m 2013 op een voldoende peil gebracht. Budget is onder meer benodigd voor voortgangsrapportages, informatievoorziening, audits, communicatie, publieksvoorlichting, juridische expertise, technische expertise, coördinatie, risicomanagement, planning.
ad 3. Dit betreft een intertemporele schuif ten behoeve van de financiering van Natuurcompensatie tranche ll.
ad 4. De opgenomen reeks heeft betrekking op de door VenW voorgefinancierde prijsbijstelling (prijspeil 2005), die door het Fonds Economische Structuurversterking weer aan de begroting van het Infrastructuurfonds (ontvangstenartikel 19.10) wordt toegevoegd.
ad 5. Bij de 1e suppletore wet is € 25,5 mln van het Amendement Gerkens c.s. (Kamerstukken II, 2005–2006, 30 300 A, nr. 43), overgeboekt naar Ruimte voor de Rivier. Voor de doorwerking van de opgestarte projecten worden in deze begroting uit 2015 en 2016 gelden naar voren gehaald.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
16 Megaprojecten niet verkeer en vervoer | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 000 |
Mutatie NvW | |||||||
Mutatie amendement | |||||||
1e suppletore wet 2006 | |||||||
Nieuwe mutaties | |||||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 20 000 |
17 Megaprojecten verkeer en vervoer
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 644 583 | 206 382 | 12 978 | 216 563 | 222 311 | 287 832 |
1e suppletore wet 2006 | 119 238 | 106 144 | 4 666 | |||
Nieuwe mutaties | – 43 791 | 26 094 | 25 088 | – 148 571 | 81 467 | 21 382 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 720 030 | 338 620 | 42 732 | 67 992 | 303 778 | 309 214 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen/uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Kasschuif ZZL | 25 000 | 25 000 | – 150 000 | 80 000 | 20 000 | |
2. Meevaller VGR nr 18 Betuweroute | – 25 000 | |||||
3. Overboeking HSL vogelproblematiek | – 17 000 | |||||
4. Desaldering: correctie saldo 2005 | – 6 000 | |||||
5. Prijsbijstelling | 4 236 | 1 362 | 51 | 1 414 | 1 467 | 1 382 |
6. Loonbijstelling | 11 | |||||
Overige mutaties | – 38 | – 268 | 37 | 15 | 0 | 0 |
Totaal | – 43 791 | 26 094 | 25 088 | – 148 571 | 81 467 | 21 382 |
ad 1. Deze kasschuif binnen het budget Zuiderzeelijn is aangebracht ten behoeve van de kasproblematiek op het Infrafonds.
ad 2. Door middel van de 18e voortgangsrapportage is de Kamer reeds geïnformeerd over deze meevaller bij de Betuweroute. Deze wordt ingezet voor een kortingsregeling bij spoor goederenvervoer voor de stijging van de tarieven Gebruiksvergoeding op artikel 13.
ad 3. In de 18e voortgangsrapportage HSL is melding gemaakt van de definitieve afrekening met betrekking tot de maatregelen voor de geluidsschermen als gevolg van de vogelproblematiek. Dit wordt nu verwerkt door middel van een overboeking naar artikel 13 (afdekking risico’s spoorprogramma’s).
ad 4. Dit betreft een technische uitgaven/ontvangstenboeking om het voordelig saldo 2005, dat bij Voorjaarsnota 2006 geheel aan de uitgavenkant was verwerkt, alsnog juist in de begroting te verwerken.
ad 5. en 6 Dit betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstellingstranche 2006.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
17 Megaprojecten verkeer en vervoer | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 33 988 | |||||
1e suppletore wet 2006 | 9 276 | |||||
Nieuwe mutaties | – 6 000 | |||||
Stand ontwerpbegroting 2007 | 37 264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zie het gestelde onder de uitgaven (ad 4.)
Opbouw uitgaven vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
18 Overige uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 50 114 | 50 845 | 48 333 | 46 598 | 29 932 | 29 300 |
1e suppletore wet 2006 | 3 557 | 1 577 | 383 | 466 | ||
Nieuwe mutaties | – 4 312 | – 3 347 | – 3 279 | – 3 292 | 12 930 | 495 933 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 49 359 | 49 075 | 45 437 | 43 772 | 42 862 | 525 233 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
1. Rentevrijval | – 4 418 | – 3 458 | – 3 457 | – 3 467 | – 3 467 | – 3 467 |
2. Correctie aflossing | 483 000 | |||||
3. Correctie rente | 16 219 | 16 247 | ||||
4. Loonbijstelling | 73 | 65 | 47 | 49 | 48 | 43 |
5. Prijsbijstelling | 114 | 126 | 102 | 70 | 67 | 63 |
Overige mutaties | – 81 | – 80 | 29 | 56 | 63 | 47 |
Totaal | – 4 312 | – 3 347 | – 3 279 | – 3 292 | 12 930 | 495 933 |
ad 1–3. In 2005 is een deel van de schatkistleningen van ProRail, die via de IF begroting lopen, vervroegd afgelost in het kader van de schuldreductie ProRail. De nu opgenomen mutaties zijn opgebouwd uit de rentevrijval als gevolg van de vervroegde aflossing en correcties voor nog niet in de begroting opgenomen aflossing en rente. Het betreft de 806 mln aan leningen aan ProRail die via VenW/IF lopen. In 2011 en 2012 lopen deze leningen af. Dat betekent dat ProRail deze aan VenW moet terugbetalen (ontvangst) en dat VenW deze aan Financiën terugbetaalt (uitgave).
ad 4/5. Dit betreft de toevoeging van de loon- en prijsbijstellingstranche 2006.
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
18 Overige uitgaven | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 40 215 | 40 226 | 40 124 | 40 293 | 23 898 | 23 898 |
1e suppletore wet 2006 | ||||||
Nieuwe mutaties | – 4 418 | – 3 458 | – 3 457 | – 3 467 | 12 752 | 495 780 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 35 797 | 36 768 | 36 667 | 36 826 | 36 650 | 519 678 |
Voor de toelichting wordt verwezen naar het gestelde onder het uitgavenartikel.
19 Bijdragen andere begrotingen Rijk
19.09 Ten laste van begroting Verkeer en Waterstaat
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.09 Ten laste van begroting VenW | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 4 745 454 | 4 553 080 | 4 560 854 | 4 666 661 | 4 762 777 | 4 888 802 |
1e suppletore wet 2006 | – 552 129 | 113 590 | 114 759 | 292 723 | 132 159 | – 68 392 |
Nieuwe mutaties | 29 221 | 89 993 | 559 251 | 438 754 | 604 523 | 558 609 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 4 222 546 | 4 756 663 | 5 234 864 | 5 398 138 | 5 499 459 | 5 379 019 |
Voor de toelichting wordt verwezen naar het gestelde onder artikel 39 in de Verdiepingsbijlage bij de begroting van VenW (XII).
19.10 Ten laste van het Fonds Economische Structuurversterking
Opbouw ontvangsten vanaf de vorige ontwerpbegroting (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
19.10 Ten laste van het fonds economische structuurversterking | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
Stand ontwerpbegroting 2006 | 1 500 791 | 1 931 403 | 1 732 313 | 1 766 152 | 1 872 972 | 446 000 |
amendement nr. 18, lid Snijder-Hazelhoff | 50 000 | |||||
1e suppletore wet 2006 | 103 760 | 4 699 | ||||
Nieuwe mutaties | 21 126 | 123 639 | 115 613 | 88 500 | 125 176 | 264 324 |
Stand ontwerpbegroting 2007 | 1 675 677 | 2 059 741 | 1 847 926 | 1 854 652 | 1 998 148 | 710 324 |
Specificatie amendementen en nieuwe mutaties (x € 1 000) | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Amendement | ||||||
1. Amendement nr. 18, lid Snijder-Hazelhoff | 50 000 | |||||
Mutaties: | ||||||
2. Compartimentering dijken | 500 | 1 000 | 500 | |||
3. Haaglanden | 1 500 | 1 000 | 500 | |||
4. Ondertunneling A2 Maastricht | 9 000 | 5 000 | 5 000 | |||
5 FES-bruggetje | 33 878 | |||||
6 Benutting HWN: Progr. Filevermindering | 8 212 | 41 086 | 15 702 | |||
7 Benutting HWN: DVM | 20 000 | 30 000 | ||||
8 Benutting Spoor: Moordrecht | 10 000 | 10 000 | ||||
9 FES kasschuif met IF: | 3 414 | 26 175 | 68 411 | 73 000 | 110 176 | 264 324 |
– Versnelling hoofdwegen | 3 414 | 26 175 | 20 411 | 102 324 | ||
– Versnelling onderhoud weg en spoor | 107 000 | |||||
– Verbetermaatregelen waterkeringen | 28 000 | 23 000 | 58 176 | |||
– Zwakke schakels | 20 000 | 50 000 | 52000 | 55 000 | ||
Totaal | 21 126 | 123 639 | 115 613 | 88 500 | 125 176 | 264 324 |
Amendement:
ad 1. Door middel van amendement 18 van het lid Snijder-Hazelhoff wordt € 50 mln uit het FES overgeheveld voor het aanpakken van zwakke schakels kust en het versterken van dijken.
Nieuwe mutaties:
ad 2. In de jaren 2006 t/m 2008 wordt in totaal € 2 mln uit het FES toegevoegd voor een verkenningstudie naar compartimentering van dijken bij Den Bosch en langs het Amsterdam Rijn Kanaal ter bescherming van vitale infrastructuur van nationaal belang bij een overstroming.
ad 3. In de jaren 2007 t/m 2009 wordt in totaal € 3 mln uit het FES toegevoegd voor de kennisontwikkeling van het Haaglanden initiatief. Binnen Haaglanden bestaat de doelstelling om wateroverlast te voorkomen/verminderen. Met het project worden innovaties en kennis ontwikkeld die doorvertaald worden naar andere regio’s (in verstedelijkte delta’s) in binnen- en buitenland en die de internationale marktpositie van bedrijven en kennisinstituten in de watersector vergroot.
ad 4. Dit betreft de bijdrage uit het FES ten behoeve van de ondertunneling A2-Maasticht. Totaal is € 38 mln door het FES toegezegd. Dit is deels al verwerkt in eerdere begrotingen. Het restant wordt nu verwerkt.
ad 5. De nadeelcompensatie in verband met de beëindiging van de mechanische kokkelvisserij in de Waddenzee wordt ten laste van het Waddenfonds gebracht. Dit Waddenfonds wordt gevoed uit het FES. Nu het Waddenfonds nog niet operationeel is, wordt een gedeelte van het voor nadeelcompensatie benodigde budget vanuit het FES aan de LNV-begroting toegevoegd.
ad 6. Betreft de FES-bijdrage voor het «Programma Filevermindering». Dit programma is in 2006 gestart om de landelijke werkzaamheden en specifieke projecten op het gebied van filebestrijding te ondersteunen met andere maatregelen die snel realiseerbaar zijn. Daarvoor zijn in korte tijd duizenden ideeën gegenereerd, waaruit een selectie voortkwam van de meest kansrijke en meest effectieve maatregelen.
ad 7. Met het investeringsprogramma voor meer dynamisch verkeersmanagement (DVM) kunnen verkeersstromen afhankelijk van de drukte gerichter worden gestuurd met als doel optimale benutting van de beschikbare infrastructuur. Het totale op te stellen programma heeft weliswaar een looptijd tot 2020, maar VenW wil in 2007 een voortvarende start maken met enkele quick wins zoals signalerings- en monitoringsmaatregelen. Hiertoe is vanuit het FES € 50 mln. beschikbaar gesteld.
ad 8. Betreft de FES-bijdrage voor de aanleg van een ongelijkvloerse kruising voor het spoor op de spoorlijn Gouda-Rotterdam. Deze spoorwegovergang is per uur 15 tot 20 minuten gesloten. In 2020 zullen naar verwachting 36 000 motorvoertuigen de spoorlijn kruisen. De belangrijkste bate is tijdwinst voor het wegverkeer.
ad 9. Het kabinet heeft besloten € 545 mln. uit het FES aan te wenden voor onder meer de versnelling van aanleg en onderhoud infrastructuur, verbetermaatregelen waterkeren en zwakke schakels kust. De middelen vloeien in de periode na 2011 weer terug in het FES, waardoor er dan additionele ruimte in het FES ontstaat die dan weer geheel wordt ingezet voor FES-waardige projecten.
6. BIJLAGE OVERZICHTSCONSTRUCTIE NOTA RUIMTE: NOORDVLEUGEL
In de nota Ruimte is geconcludeerd dat in met name vier regio’s in Nederland het beleid van de ministeries van VenW, VROM, LNV en EZ zeer met elkaar verbonden is. Het kabinet heeft daarom besloten voor elk van deze gebieden een coördinerend bewindspersoon aan te stellen. Om de reikwijdte van die coördinerende verantwoordelijk aan te geven, wordt in de respectievelijke begrotingen van deze vier ministeries een overzichtsconstructie opgenomen van de voor de betreffende regio te nemen besluiten, de primaire verantwoordelijkheidsverdeling en de relatie met de verschillende begrotingen. Dit is het overzicht van de coördinerende verantwoordelijkheid van de Minister van Verkeer en Waterstaat.
Overzichtsconstructie Noordvleugelprogramma | |||||
---|---|---|---|---|---|
CLUSTERS | TE NEMEN BESLUITEN | VERANTWOORDELIJKHEIDS- VERDELING | BEGROTING | OPERATIONEEL DOEL | BEDRAG |
Planstudie Schiphol-Almere | |||||
* startnotitiefase | uitbrengen richtlijnen door Bevoegd Gezag (april 2005) | Vakministerie: VenW (VROM mede-bevoegd gezag) | Infrastructuurfonds | IF artikel 12.05.02 | In 2006 wordt een besluit genomen over de financiele reserving voor dit project. Afhan- kelijk van het te kiezen alternatief variëren de ramingen van 1,240 tot 4,205 mld (prijspeil 2005). Daarnaast wordt tussen de 168 en 354 mln aan investeringskosten voorzien voor groenblauwe projecten, afhankelijk van het planstudie-alternatief waar voor gekozen wordt. Tot slot is 286 mln gereserveerd voor de A10 Zuidas (zie ook onder Zuidas). Voor de financiering van het totale Noordvleugelprogramma (planstudie, inclusief groenblauwe projecten en Zuidas) is in het FES een bedrag van maximaal 4,5 mld (prijspeil 2004) gereserveerd voor de periode 2011–2020. |
* TN/MER-fase 1 | besluit tussen Stroomlijn- en A6/A9-alternatief op hoofdlijnen (2006) | Trekker: VenW-RWS | (via FES) | ||
* TN/MER-fase 2 | standpunt (2008) | ||||
* (O)TB-fase | ontwerptracèbesluit (2008) en tracèbesluit (2009) | ||||
Zuiderzeelijn | |||||
Structuurvisie | Uitwerking structuurvisiefase op basis van medio 2005 vastgestelde plan van aanpak. Besluit over nut en noodzaak, alsmede (eventueel) vervolgproces, op basis van de defi- nitieve structuurvisie inclusief inspraak en advies (medio 2006) | «Gezamenlijke verantwoordelijkheid van EZ, VROM en VenW; VenW is trekker van de structuurvisiefase» | Infrastructuurfonds | IF artikel 17.05 | Het kabinet heeft 2851 mln (pp 2005, ncw 2010) gereserveerd voor de ZZL. Regionale overheden hebben in het verleden aangegeven bereid te zijn om een financiele bijdage te leveren. In 2006 wordt ihkv de Structuurvisie per uitgewerkt alternatief een finan- cieringsoverzicht gemaakt van publieke (rijk en regio) en private financieringsmogelijk- heden. Besluit over nut en noodzaak, als- mede (eventueel) vervolgproces, op basis van de definitieve structuurvisie inclusief inspraak en advies (medio 2006) |
Zuidas | |||||
Trajectnota/m.e.r. voor infrastructuur: spoor en A10. Op basis daarvan Standpunt over uit te werken alternatief (2006). | VROM heeft «overall»-ver- antwoordelijkheid. VenW is verantwoordelijk voor Tracè/MER (i.o.m. VROM) en is opdrachtgever voor het infrastructuurdeel. | Infrastructuurfonds | IF artikel 13.05.01 | Totaal € 406 mln voor:NSP Station (planstudie) € 91 mln (pp. 2006)A’dam Zuid WTC (planstudie € 315 mln (pp. 2006) | |
Infrastructuurfonds (via claim FES-claim voor Noordvleugel) | IF artikel 12.05 | «Totaal 286 mln (A10, flanken A10 en weggerelateerde risico’s). De A10 Zuidas maakt geen direct onderdeel uit van de planstudie Schiphol-Almere maar ligt wel in het studiegebied van deze planstudie. Keuzes voor oplossingen in de planstudie Schiphol-Almere hebben vekeerskundige relaties met (oplossingen voor de planstudie) A10 Zuidas. De voorgenomen rijksbijdrage in de finan- ciering van de A10 Zuidas (inclusief de aansluitende infrastructuur) wordt daarom ingepast in het eerste deel van het voorlopige FES-budget van 2 miljard dat voor de periode 2011–2014 beschikbaar is voor de Noordvleugel (totale budget 4,5 miljard). Hierover zal in 2006 besluitvorming plaatsvinden.» | |||
Overzichtsconstructie Noordvleugelprogramma | |||||
Ondernemingsplan PPS-Zuidas door Kwartiemaker (in 2005). Kabinetsbesluit over aanbesteding van het aandeelhouderschap (voorzien voor 1–1-2006, zie brief VROM aan TK dd 23–2-2005). Voorleggen Kabi- netsbesluit aan TK (eveneens voorzien voor 1–1-2007). | Hoofdstuk XI (via FES) | H XI artikel 5.2.1 | Uit de NSP 1 gelden 70,3 mln nominaal voor de periode 2008–2010 (geen indexering). Obv bestuurlijke afspraken van 23 feb 2005 toevoeging door VROM van 50 mln NCW 2003 | ||
medio 2006 besluit nut en noodzaak van alternatieven obv info uit prospectus, standpuntbepaling MER, KBA, risicoanalyse kwartiermaker NV. Indien gekozen wordt voor het dok, zal een besluit genomen worden over het vrijgeven van de prospectus, oprichting NV en over aandeelhouderschap Staat | Financien | Risicodragende financiele participatie in NV | Totaal te investeren bedrag ca 130 mln: storting aandelenkapitaal voor 20% aandelen NV schatting waarde 60/70 mln, investering in zero bonds door financien schatting ca 65 mln (=50% van totaal, rest moet door private partijen worden opgebracht). | ||
Utrecht | |||||
Verkenning (ook netwerkanalyse) | Voor het uitkomen van PKB III besluit nemen over de scope van de verkenning. Vakministerie en trekker: VenW | PM | IF artikel 12.05.01 | PM | |
Op basis van de verkenning bezien of er een planstudie gestart moet worden (of meerdere planstudies) vanuit het rijk of vanuit de regio. | Verstedelijkingsopgave Utrecht | Vakministerie en trekker: VROM | |||
Verstedelijking | Verstedelijkingsopgave Utrecht | Vakministerie en trekker: VROM | |||
Mainport Schiphol | |||||
Uitvoering Actieprogramma Kabinetsstandpunt Schiphol | Vakministerie en trekker: VenW | Kosten zijn voor zover mogelijk in kader gebracht in het kader van het kabinetsstandpunt; dekking wordt gezocht in het kader van het kabinetsstandpunt. | |||
Analyse van de landzijdige ontsluiting van Schiphol. | Vakministerie en trekker: VenW | ||||
Almere | |||||
Plan van aanpak ontwikkeling Almere | Vakministerie en trekker: VROM | Hoofdstuk XI | Artikel 5 gebieds ontwikkeling en nationale ruimtelijke hoofdstructuur. | Betreft alleen personele inzet. | |
Beslisdocument over groei bevolking en de daaraan gerelateerde behoefte aan woningen. | |||||
Beslisdocument over risicodragende betrokkenheid van het rijk bij de gebiedsontwikkeling van Almere Pampus. | |||||
Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer | |||||
Gebiedsuitwerking opgesteld door de Regio in opdracht van het Rijk | VROM is opdrachtgever en regio is trekker. | PM | PM | ||
Standpunt Rijk over de gebieds- uitwerking |
7. BIJLAGE OVERZICHTSCONSTRUCTIE KUSTWACHT NEDERLAND NIEUWE STIJL
De implementatie van de besluitvorming met betrekking tot de omvorming van het samenwerkingsverband Kustwacht tot een Kustwacht Nederland nieuwe stijl is in volle gang. De minister van VenW is als coördinerend minister voor Noordzeeaangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid, activiteitenplannen en begroting voor de Noordzee. De minister van Defensie is zorgbaas voor de Kustwacht wat betekent dat deze verantwoordelijk is voor de vertaling van de integrale beleidsdoelen in een activiteitenplan en tevens de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen verantwoordelijkheid. Het integrale beleid en daarvan afgeleide activiteitenplannen en begroting waarover de ministerraad beslist worden zodanig concreet dat elke minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht.
Het onderstaande overzicht kan worden beschouwd als een eerste basis voor het door Defensie op te stellen activiteitenplan 2007 en is door VenW samengesteld in de rol van coördinerend ministerie. De cijfers en toelichtingen zijn door de betreffende departementen bij VenW aangeleverd. Het komende jaar zal worden benut om in overleg met de deelnemende departementen te komen tot een nadere uitwerking van de overzichtsconstructie.
Aanvullend aan het overzicht zijn door de departementen de volgende opmerkingen gemaakt:
• Vooralsnog is gebleken dat Justitie geen kosten maakt die specifiek zijn toe te rekenen aan de kustwacht.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
• Activiteiten en bedragen zijn afkomstig uit de agentschapsbegroting van de KLPD.
• Inzet helikopters geschiedt op afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.
• De personele en materiële inzet betreft enerzijds de justitiële afwerking van geconstateerde strafbare feiten en strafrechtelijke onderzoeken alsmede de coördinatie en anderzijds de inzet bij calamiteiten van 5 zeevaartuigen, bomverkenners, duikers, Rampen Identificatie Team, speedboten, LOCC en mobiele communicatieunits.
• Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum, nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.
• Salaris controller(-organisatie) nog niet opgenomen. Raming € 55 000 voor 2006 en € 137 000 voor 2007 en verder.
• In 2006 bedraagt de inzet van de Koninklijke Marechaussee 7 VTE’n. Voor 2007 en verder is nog geen planning bekend.
• De inzet van het vliegtuig is gericht op beheer over de Noordzee, naleving wetgeving, opsporen drenkelingen en bestrijding van milieuverontreinigingen. In 2006 is contract gesloten voor de aanschaf van 2 vliegtuigen. 30% wordt betaald in 2006 en 70% in 2007. Voor onderhoud en exploitatie is een raming opgenomen.
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
• Visserijtoezicht betreft uitsluitend de inzet van AID op het NCP. De LNV-opgave is exclusief inzet AID en Barend Biesheuvel buiten NCP (in internationaal verband) en inclusief RHIB’s.
• De uitgaven voor de exploitatie voor de Barend Biesheuvel maken deel uit van de totale exploitatiekosten van de Rederij van LNV. Niet alle kosten zijn eenduidig toe te rekenen aan de Barend Biesheuvel. In de businesscase civiele rijksrederij wordt dit nader uitgewerkt.
Overzichtsconstructie Kustwacht Nederland nieuwe stijl (x € 1 000) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Departement | begroting | instrument/doel | activiteit | doel | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 |
BZK | VII | Helikopter en personele inzet | Inzet helikopters op afroep en inzet luchtwaarnemers en planner (met alge- mene opsporingsbevoegdheid) | Politietoezicht boven de Noordzee en opsporing van strafbare feiten op de Noordzee | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 | 1 230 |
BZK | VII | personele en materiële inzet | Justitiële afwerking van strafbare feiten en inzet bij calami- teiten | Strafrechtelijke onderzoeken en inzet bij calamiteiten | 900 + pm | 900 + pm | 900 + pm | 900 + pm | 900 +pm | 900 + pm |
Financiën | IXB | Schip Visarend | handhaving | Uitvoeren kustwachttaken, waarbij handhavingsniveau Douane is gegarandeerd | 2 002 | 1 867 | 2 062 | 1 874 | 2 163 | 1 881 |
Financiën | IXB | Schip Zeearend | handhaving | Uitvoeren kustwachttaken, waarbij handhavingsniveau Douane is gegarandeerd | 1 825 | 2 055 | 1 978 | 1 872 | 1 872 | 2 109 |
Defensie | X | Kustwachtcentrum (KWC) | Centraal informatie-centrum van de Noordzee | 4 108 | 4 108 | 4 136 | 4 191 | 4 105 | ||
Defensie | X | Lynx helicopter | 130 vlieguren per jaar | inzet t.b.v. inspectie- en handhavingstaken | 372 | 372 | 372 | 372 | 372 | 372 |
Defensie | X | Schip def/AMBV | 140 vaardagen per jaar | inzet t.b.v. inspectie en handhavingstaken | 820 | 820 | 820 | 820 | 820 | 820 |
Defensie | X | Koninklijke Marechaussee | personele inzet 2006 | 426 | pm | pm | pm | pm | ||
VenW | XII | Schip de Waker | Continu beschikbaar voor kustwacht | 2 155 | 2 155 | 2 155 | 2 155 | 2 155 | 2 155 | |
VenW | XII | Diversen | Diverse uitgaven t.b.v. Kustwacht | O.a. inhuur loodsen en onderhoud systemen | 250 | 250 | 200 | 200 | 200 | |
VenW | IF | Vaarwegmarkering | Instandhouding vaste en drijvende vaarweg-markering met inzet van drietal schepen. | Bijdrage aan vlot en veilig scheepvaartverkeer. | 1 000 | 1 600 | 1 600 | 1 600 | 1 600 | 1 600 |
VenW | IF | handhaving toezicht algemeen (VTS) | Afkondigen/hand- haven verkeersmaatregelen | bijdrage aan veilig scheepvaartverkeer | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 | 300 |
VenW | IF | Vliegtuigen | Schouwen, hand- haven, SAR, RIB | 3 791 | 10 962 | 20 602 | 4 612 | 4 612 | 4 612 | |
LNV | XIV | Visserij-toezicht | Toezicht op GVB op NCP | Bevorderen naleven GVB, voldoen aan EU-afspraken | 1 257 | 1 257 | 1 257 | 1 257 | 1 257 | 1 257 |
LNV | XIV | Schip Barend Biesheuvel | Visserijcontroles op NCP. Europese en internationale visgronden | Controle NL-vissersschepen door AID op NCP of, in overleg met andere lidsta- ten, andere wateren | pm | pm | pm | pm | pm | pm |
TOTAAL | pm | pm | pm | pm | pm | pm |