A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikel 1 (uitgaven/verplichtingen en ontvangsten)
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2009 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Financiën (IXB). De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Deze 2e suppletore begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de 1e suppletore begroting 2009. De begroting bestaat uit 7 beleidsartikelen en 2 niet-beleidsartikelen. De beleidsartikelen weerspiegelen bijna het gehele werkterrein van het Ministerie van Financiën; het beheer van de staatsschuld en het kasbeleid zijn opgenomen in de begroting van Nationale Schuld (IX-A). In deze 2e suppletore begroting zijn de mutaties met betrekking tot de kredietcrisis verwerkt op de artikelen 2 en 3. Een totaaloverzicht van de kredietcrisismaatregelen is opgenomen in de Najaarsnota.
In paragraaf 2.1 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste mutaties (≥ € 10 mln.).
Paragraaf 2.2 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Voor zover dit van toepassing is, worden de garantieverplichtingen en de daarbij behorende uitgaven en ontvangsten in een aparte tabel gepresenteerd. In de tabellen bij de beleidsartikelen is door middel van de regel «waarvan juridisch verplicht» informatie over de budgetflexibiliteit opgenomen. Het nog niet juridisch verplichte deel van de geraamde programma-uitgaven (peildatum 1 oktober 2009) vormt een indicatie voor de mate van budgetflexibiliteit. Een groot deel van de apparaatsuitgaven betreft personele uitgaven. Deze zijn naar hun aard op korte termijn weinig flexibel.
Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 2e suppletore begroting» gegeven. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch (bijvoorbeeld overboekingen en ramingsbijstellingen) van aard zijn. Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften behoeven de technische mutaties niet te worden toegelicht. Ter vergroting van de informatiewaarde is ervoor gekozen een korte toelichting bij alle programmamutaties op te nemen. Mutaties in de apparaatsuitgaven worden, voor zover deze betrekking hebben op overheveling van formatieplaatsen binnen de begroting of op overheveling tussen het Ministerie van Financiën en andere departementen, niet nader toegelicht.
2.1. Overzicht belangrijkste suppletore uitgaven- en ontvangstmutaties
De belangrijkste mutaties (= € 10 mln.) zijn in onderstaande tabellen samengevat en worden daarna toegelicht. Voor een uitgebreidere toelichting wordt verwezen naar de toelichting bij het betreffende artikel.
Tabel: overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties (x € 1000)
Uitgaven | Artikel | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2009 | 4 256 629 | |
Stand 1e suppletore begroting 2009 | 8 822 226 | |
Belangrijkste suppletore mutaties: | ||
1) Heffings- en invorderingsrente | 100 000 | 1 |
2) Apparaatsuitgaven Belastingdienst | 96 838 | 1 |
3) Uitkering depositogarantiestelsel/Icesave | 106 520 | 2 |
4) Afname munten in circulatie | 50 000 | 2 |
5) Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 39 639 | 3 |
6) ING back-up faciliteit, management- en fundingfee | – 20 034 | 3 |
7) Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel | 881 464 | 3 |
8) Mandatory Convertible Note (MCN) | 800 000 | 3 |
9) Schade-uitkering omzetpolissen | 10 000 | 5 |
10) Schade-uitkering exportkredietverzekering | 130 000 | 5 |
11) Anticiperende aankopen | – 15 000 | 7 |
12) Overige uitgaven (saldo) | – 95 729 | |
Stand 2e suppletore begroting 2009 | 10 905 924 |
1. De raming voor uitgaven heffings- en invorderingsrente wordt op basis van realisatiecijfers met € 100,0 mln. naar boven bijgesteld.
2. De hogere apparaatsuitgaven van € 96,8 mln. bij de Belastingdienst worden voornamelijk veroorzaakt door uitdeling van de loon- en prijsbijstelling, hogere uitgaven aan postzending door het vervallen van de BTW-vrijstelling, hogere uitgaven voor nieuwe accijnszegels en hogere uitgaven door werkzaamheden voor derden. Daarnaast worden er minder uitgaven gedaan doordat de voor 2009 geraamde uitgaven in 2010 zullen plaatsvinden.
3. Het bedrag van € 106,5 mln. heeft betrekking op de uitkeringen die vallen onder de Nederlandse topping-up van het depositogarantiestelsel. Dit wordt terugbetaald aan De Nederlandsche Bank.
4. De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. Zij ontvangen van de Staat hiervoor de nominale waarde van deze munten.
5. De hogere uitgaven voor de inhuur van externen wordt voornamelijk veroorzaakt door het beheer van de in 2008 verworven deelnemingen en het daarvoor benodigde advies op juridisch, strategisch en financieel gebied.
6. Het saldo van de uitgaven voor de ING back-up faciliteit is lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit komt voornamelijk door een bijstelling in de raming (dit jaar wordt één maand minder betaald dan oorspronkelijk geraamd) en het versneld voldoen aan de verplichting onder de funding fee.
7. Dit betreft de afkoop van de exploitatiebijdrage van de Staat aan de N.V. Westerscheldetunnel in verband met de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel.
8. De MCN betreft een verplicht converteerbare lening aan ABN AMRO met een betaling van een vaste coupon tot het moment dat de lening wordt geconverteerd.
9. De Tijdelijke aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) is een faciliteit die zich richt op de zogenaamde omzetpolissen. Voor eventuele schade die hieruit voortvloeit is € 10 mln. geraamd voor 2009.
10. Vanwege economische omstandigheden doen zich dit jaar meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de schaderaming naar boven bijgesteld.
11. Het beschikbare budget zal in 2009 niet worden uitgeput.
Tabel: overzicht belangrijkste suppletore ontvangstenmutaties (x € 1000)
Ontvangsten | Artikel | |
---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2009 | 134 253 781 | |
Stand 1e suppletore begroting 2009 | 122 069 575 | |
Belangrijkste suppletore mutaties: | ||
1) Belastingontvangsten | – 7 863 825 | 1 |
2) Overige programma-ontvangsten Belastingdienst | 20 000 | 1 |
3) Toename munten in circulatie | – 20 012 | 2 |
4) Aflossing securities ING, AEGON en SNS Reaal | 6 185 000 | 3 |
5) Couponbetalingen fonds fin. Structuurversterking | 558 416 | 3 |
6) Afdrachten Staatsloterij | 30 000 | 3 |
7) Capital Relief Instrument (CRI) | 27 500 | 3 |
8) Ontvangsten Back-up faciliteit ING | – 249 157 | 3 |
9) Dividend staatsdeelnemingen | 66 399 | 3 |
10) Opbrengst verkoop vermogenstitels | 1 320 749 | 3 |
11) Agio terugstorting | – 20 000 | 3 |
12) Winstafdracht DNB | 93 000 | 3 |
12) Afdrachten Holland Casino | – 21 500 | 3 |
14) Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 12 000 | 3 |
15) Premies exportkredietverzekering (EVK) | – 10 000 | 5 |
16) Schaderestituties exportkredietverzekering (EKV) | 40 000 | 5 |
17) Verkoop onroerende zaken | 14 200 | 7 |
18) Overige ontvangsten (saldo) | 28 480 | |
Stand 2e suppletore begroting 2009 | 122 280 825 |
1. Voor de toelichting op de mutaties van de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Miljoenennota 2010 en de Najaarsnota 2009.
2. De mutatie is een saldo van hogere doorberekende vervolgingskosten, hogere ontvangsten aan schikkingen en lagere boeteopbrengsten.
3. De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. In plaats van een toename van munten in circulatie is er een afname van munten in circulatie. Hierdoor wordt de geraamde ontvangst van € 20,0 mln. niet gerealiseerd. In tegenstelling tot een ontvangst is er een uitgave omdat de muntverwerkers van de Staat voor de afgestorte munten de nominale waarde van deze munten ontvangen. Zie ook de mutatie aan de uitgavenzijde.
4. Met ING, Aegon en SNS Reaal zijn overeenkomsten gesloten om een gedeelte van de in 2008 verstrekte securities vervroegd terug te kopen. Dit betreft de nominale waarde van de securities.
5. De couponbetalingen betreffen zowel de verschuldigde rente alsook een premie voor vervroegde terugbetaling, de zogenaamde repurchase fee. Deze repurchase fee is afhankelijk van de beurskoers van ING, Aegon en SNS Reaal. In bovenstaande tabel is alleen voor ING de repurchase fee opgenomen, aangezien er een minimum is afgesproken.
6. De aanvankelijk door de crisis verwachte omzetdaling blijkt erg mee te vallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere verkoop van loten.
7. Dit betreft de verwachte premiebetaling van ABN AMRO aan de staat als vergoeding voor het Capital Relief Instrument.
8. Het saldo van de ontvangsten van de ING back-up faciliteit is lager dan oorspronkelijk geraamd. Dit komt voornamelijk door bijstelling in de raming (dit jaar komt één maand minder binnen dan oorspronkelijk geraamd) en meer ontvangsten uit de portefeuille dan verwacht.
9. Er zijn hogere dividendontvangsten van o.a. NS en de Gasunie dan oorspronkelijk geraamd.
10. De Staat heeft voor ongeveer € 970,7 mln. haar 95,4%-belang in de N.V. Westerscheldetunnel verkocht en voor € 350,0 mln. haar 100%-belang in Fortis Corporate Insurance verkocht.
11. Door de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel vervalt het nog te ontvangen agio.
12. Voornamelijk rente-effecten op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdracht DNB hoger is dan geraamd.
13. De lagere winstafdracht van Holland Casino wordt veroorzaakt door teruglopende bezoekersaantallen en door een reorganisatievoorziening.
14. Dit betreffen uitgaven voor de inhuur van advies van externen die voorgeschoten zijn door de Staat en verhaald kunnen worden op de financiële instellingen die kapitaal hebben ontvangen.
15. De EKV-premies zijn lager dan geraamd door een daling in het aantal afgesloten polissen.
16. De schaderestituties zijn naar boven bijgesteld omdat naar verwachting een deel van de schades die dit jaar zijn uitgekeerd zullen worden gerecupereerd.
17. De verkoopopbrengsten worden naar boven bijgesteld als gevolg van een aantal niet-geraamde, niet-agrarische verkopen waaronder de Papegaaienbek te Rotterdam.
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 1 Belastingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: Het ontwerpen van beleid gericht op het genereren van inkomsten en het realiseren van niet-fiscale doelstellingen van het overheidsbeleid en het onderhouden en versterken van de bereidheid van burgers en bedrijven tot nakoming van hun wettelijke verplichting ten aanzien van de Belastingdienst | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3 612 906 | 3 598 605 | 199 588 | 3 798 193 |
Uitgaven | 3 612 906 | 3 598 605 | 199 588 | 3 798 193 |
Programma-uitgaven | 807 095 | 805 595 | 102 750 | 908 345 |
Waarvan juridisch verplicht | 908 345 | |||
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevorderen dat belastingplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen | ||||
Heffings- en invorderingsrente | 800 000 | 800 000 | 100 000 | 900 000 |
Overige programma-uitgaven | 7 095 | 5 595 | 2 750 | 8 345 |
Apparaatsuitgaven | 2 805 811 | 2 793 010 | 96 838 | 2 889 848 |
Ontvangsten | 131 887 469 | 115 074 624 | – 7 837 138 | 107 237 486 |
Programma-ontvangsten | 131 866 497 | 115 053 652 | – 7 843 825 | 107 209 827 |
Algemene doelstelling | ||||
Belastingontvangsten | 130 628 544 | 113 798 699 | – 7 863 825 | 105 934 874 |
Doelst. 2 Door toezicht en opsporing bevorderen dat belastingplichtigen hun wettelijke verplichtingen nakomen | ||||
Heffings- en invorderingsrente | 920 000 | 920 000 | 920 000 | |
Overige programma-ontvangsten | 317 953 | 334 953 | 20 000 | 354 953 |
Apparaatsontvangsten | 20 972 | 20 972 | 6 687 | 27 659 |
Verplichtingen en uitgaven (+ € 199,6 mln.)
In verband met de geringe omvang van de raming voor garantieverplichtingen van dit artikel, is geen aparte tabel budgettaire gevolgen voor garantieverplichtingen opgenomen. De gegevens over de garantieverplichtingen betreffende faillissementscuratoren procesrisico’s zijn verwerkt in bovenstaande tabel (verplichtingen). De raming in ontwerpbegroting, 1e en 2e suppletore begroting voor garantieverplichtingen bedraagt € 45 000. De uitgaven- en ontvangstenraming is 0.
Programma-uitgaven (+ € 102,8 mln.)
Heffings- en invorderingsrente (+ € 100,0 mln.)
De raming voor uitgaven heffings- en invorderingsrente wordt op basis van realisatiecijfers met € 100,0 mln. naar boven bijgesteld.
Overige programma-uitgaven (+ € 2,8 mln.)
De mutatie is een saldo van enkele tegenvallers door o.a. hogere proceskostenvergoedingen (+ € 3,8 mln.) en een laatste overboeking (– € 1 mln.) in het kader van het overhevelen van de rijksbijdrage WOZ-kosten naar het Gemeentefonds.
Apparaatsuitgaven (+ € 96,8 mln.)
De mutatie in de apparaatsuitgaven bestaat uit:
• De toebedeelde loon- en prijsbijstelling (+ € 97,5 mln.)
• Kasschuif Belastingdienst (– € 25,0 mln.)
Naar verwachting zullen enkele in 2009 voorziene uitgaven, pas in 2010 worden gerealiseerd. Deze middelen worden doorgeschoven naar 2010. Het gaat o.a. om de betaling van een financiële correctie op exportsubsidies landbouwgoederen aan de EU en middelen in het kader van de projecten Complexiteitsreductie en Vooringevulde Aangifte.
• Vervallen BTW-vrijstelling op postzendingen (+ € 7,3 mln.)
In het kader van de liberalisatie van de postmarkt, heeft het Kabinet besloten dat per 1 april 2009 de BTW-vrijstelling op meerstukszendingen van post vervalt. Dit betekent dat de Belastingdienst BTW moet gaan betalen over zijn postzendingen. In 2009 zijn deze uitgaven naar verwachting € 7,3 mln.
• Kosten nieuwe accijnszegels (+ € 3,5 mln.)
Voor tabaksproducten is een nieuwe (beter beveiligde) accijnszegel ingevoerd. Tabaksproducenten hebben bij invoering daarvan, veel meer zegels besteld dan de gebruikelijke bestelhoeveelheden. Reden hiervoor is dat de producenten een bepaalde basisvoorraad willen hebben, die in één keer is besteld. De kosten voor de accijnszegels komen voor rekening van de Belastingdienst. De tegenvaller bedraagt € 3,5 mln.
• Uitgaven i.v.m. werkzaamheden voor derden (+ € 6,1 mln.)
De Belastingdienst verricht werkzaamheden in opdracht van derden (zoals voor P-Direkt). De uitgaven hiervoor worden aan de opdrachtgevers doorbelast. De uitgavenen ontvangstenmutatie bedraagt € 6,1 mln. (zie ook de ontvangstenmutatie).
• Overig (+ € 7,4 mln.)
Dit betreft diverse overboekingen van en naar andere departementen en nog enkele relatief kleine (technische) mutaties.
Programma-ontvangsten (– € 7 843,8 mln.)
Belastingontvangsten (– € 7 863,8 mln.)
Voor de toelichting op de mutaties van de belastingontvangsten wordt verwezen naar de Miljoenennota 2010 en de Najaarsnota 2009.
De aansluiting met de bedragen in de begrotingstoelichting (beleidsartikel 1, tabel budgettaire gevolgen van beleid) is als volgt:
Tabel: aansluiting met begrotingstoelichting IXB, beleidsartikel 1 (x € 1 000)
Stand ontwerpbegroting (1) | Mutaties 1e suppletore begroting (2) | Stand 1e suppletore begroting (3) | Mutaties 2e suppletore begroting (4) | Stand 2e suppletore begroting (5) = (3+4) | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal belastingontvangsten | 151 815 866 | – 16 828 193 | 134 987 673 | – 7 442 659 | 127 545 014 |
-/- Afdracht Gemeentefonds | – 17 421 178 | – 49 944 | – 17 471 122 | – 230 055 | –17 701 177 |
-/- Afdracht Provinciefonds | – 1 298 180 | 2 760 | – 1 295 420 | – 33 484 | – 1 328 904 |
-/- Afdracht BTW-Compensatiefonds | – 2 467 964 | 45 532 | – 2 422 432 | – 157 627 | –2 580 059 |
Belastingontvangsten IXB | 130 628 544 | – 16 829 845 | 113 798 699 | – 7 863 825 | 105 934 874 |
Voor een toelichting op de afdracht Gemeente- en Provinciefonds en de afdracht BTW-compensatiefonds wordt verwezen naar de 2e suppletore begroting van de betreffende fondsen. Verschillen hebben betrekking op afrondingen.
Overige programmaontvangsten (+ € 20,0 mln.)
De mutatie is een saldo van hogere doorberekende vervolgingskosten (+ € 30,0 mln.), hogere ontvangsten aan schikkingen (+ € 5,0 mln.) en lagere boeteopbrengsten (€ 15,0 mln.).
Apparaatsontvangsten (+ € 6,7 mln.)
Werkzaamheden voor derden (+ € 6,7 mln.)
De Belastingdienst verricht werkzaamheden in opdracht van derden (zoals voor P-Direkt). De uitgaven hiervoor worden aan de opdrachtgevers doorbelast. De uitgaven- en ontvangstenmutatie bedraagt € 6,1 mln. (zie ook de uitgavenmutatie). Het verschil ad € 0,6 mln. betreft ontvangen vergoedingen voor perceptiekosten.
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 2 Financiële Markten A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: een integer financieel stelsel, waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennen | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 197 260 000 | 197 260 000 | ||
Doelstelling 1 Goed functionerende financiële markten | ||||
Garantieregeling bancaire leningen | 197 260 000 | 197 260 000 | ||
Ontvangsten | 109 124 | 6 227 | 115 351 | |
premieontvangsten bancaire leningen | 109 124 | 6 227 | 115 351 |
Premieontvangsten bancaire leningen (+ € 6,2 mln.)
De verwachte premieontvangsten met betrekking tot de geëffectueerde garanties zullen € 6,2 mln. hoger zijn dan eerder geraamd, namelijk € 115,3 mln.
B. overige verplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: een integer financieel stelsel, waarin de financiële markten goed functioneren, voldoende toegankelijk en transparant zijn en een gunstige internationale concurrentiepositie kennen | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 64 937 | 74 937 | 53 719 | 128 656 |
Uitgaven | 64 937 | 160 471 | 157 064 | 317 535 |
Programma-uitgaven | 57 592 | 151 773 | 156 400 | 308 173 |
Waarvan juridisch verplicht | 147 055 | |||
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten | ||||
Uitkering DGS Icesave | 85 534 | 106 520 | 192 054 | |
Bijdrage toezicht AFM | 22 313 | 27 535 | 2 993 | 30 528 |
Bijdrage toezicht DNB | 17 205 | 19 105 | 1 919 | 21 024 |
Platform CentiQ | 2 718 | 3 718 | – 250 | 3 468 |
Rechtspraak financiële markten | 1 000 | 1 000 | – 83 | 917 |
Overige programma-uitgaven | 390 | 915 | 7 | 922 |
Doelst. 2 Integer financieel stelsel | ||||
Caribbean Financial Action Taskforce | 32 | 32 | 32 | |
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie | ||||
Muntcirculatie | 13 934 | 13 934 | – 4 706 | 9 228 |
Afname munten in circulatie | 50 000 | 50 000 | ||
Apparaatsuitgaven | 7 345 | 8 698 | 664 | 9 362 |
Ontvangsten | 25 578 | 29 374 | – 13 009 | 16 365 |
Totaal programma-ontvangsten | 25 578 | 29 374 | – 13 009 | 16 365 |
Doelst. 1 Goed functionerende financiële markten | ||||
Overige programma-ontvangsten | 382 | 4 178 | 2 860 | 7 038 |
Doelst. 3 Ongestoorde muntcirculatie | ||||
Ontvangsten muntwezen | 5 184 | 5 184 | 4 143 | 9 327 |
Toename munten in circulatie | 20 012 | 20 012 | – 20 012 |
Uitkering Depositogarantiestelsel/Icesave (+ € 106,5 mln.)
Op 9 oktober 2008 is het maximumbedrag voor het depositogarantiestelsel met terugwerkende kracht tot 7 oktober 2008 verhoogd van € 40 000 tot € 100 000 (topping up). De oude limiet van € 40 000 en de regel dat boven een bepaald bedrag 90% wordt vergoed kwamen hiermee te vervallen.
Voor een bedrag van € 106,0 mln. heeft deze mutatie betrekking op de uitkeringen die vallen onder de Nederlandse topping up. Het bedrag van de Nederlandse topping up is voorgeschoten door De Nederlandsche Bank (DNB), maar is bij wijze van uitzondering voor rekening van de Nederlandse Staat1. De betalingsverplichting hiervoor was al in 2008 aangegaan. In de zomer is het duidelijk geworden dat DNB het voorgeschoten bedrag dit jaar nog zou terugvorderen.
Het restant (€ 0,5 mln.) van deze mutatie heeft betrekking op de uitkeringen uit hoofde van het IJslandse depositogarantiestelsel aan depositohouders bij Icesave.
Bijdrage toezicht AFM (+ € 3,0 mln.)
De hogere bijdrage aan de AFM dient merendeels ter dekking van tekorten die zich hebben voorgedaan bij het toezicht op financiële dienstverleners en het toezicht op prospectussen. Daarnaast is door het toedelen van loon- en prijsbijstelling het budget met € 0,6 mln. verhoogd.
Bijdrage toezicht DNB (+ € 1,9 mln.)
De verhoging betreft de bijdrage van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het toezicht op pensioenuitvoerders alsmede de reguliere toedeling van loon- en prijsbijstelling.
Platform Centiq (– € 0,3 mln.)
Betreft de overboeking naar ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in verband met de gezamenlijke CentiQ-Jongerencampagne «Blijf positief».
Rechtspraak Financiële Markten (– € 83 000)
De uitgaven voor de accountantskamer zullen naar verwachting € 83 000 lager zijn.
Overige programma-uitgaven (+ € 7 000)
De uitgaven aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening zijn hoger dan geraamd. De reden voor deze verhoging is de uitbreiding van taken van het orgaan en de noodzaak van ondersteunend personeel bij de uitvoering van deze extra taken en de reguliere taken.
De uitgaven zijn lager dan oorspronkelijk geraamd omdat er minder munten zijn aangemaakt. Er worden alleen kleine denominaties geslagen. Ook is de oplage van de bijzondere munten lager dan oorspronkelijk begroot.
Afname munten in circulatie (+ € 50,0 mln.)
De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. Zij ontvangen van de Staat hiervoor de nominale waarde van deze munten. (zie ook de mutatie «toename munten in circulatie» aan de ontvangstenzijde)
Overige programma-ontvangsten (+ € 2,9 mln.)
Deze mutatie betreft voor het overgrote deel (€ 2,6 mln.) de terugontvangst van een deel van de voor 2008 verstrekte overheidsbijdrage aan DNB.
Ontvangsten muntwezen (+ € 4,1 mln.)
Dit betreft lagere ontvangsten uit de verkoop van bijzondere munten en de afdracht van royalty’s voor dukaten (– € 2,1 mln.) en een hogere opbrengst uit de verkoop van schroot van de voormalige guldenmunten (+ € 6,2 mln.).
Toename munten in circulatie (– € 20,0 mln.)
De muntverwerkers hebben meer munten afgestort dan oorspronkelijk verwacht. In plaats van een toename van munten in circulatie wordt er per saldo een afname van munten in circulatie verwacht. Hierdoor wordt de geraamde ontvangst van € 20,0 mln. niet gerealiseerd. In tegenstelling tot een ontvangst is er een uitgave omdat de muntverwerkers van de Staat voor de afgestorte munten de nominale waarde van deze munten ontvangen. Zie ook de mutatie aan de uitgavenzijde «afname munten in circulatie».
Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de Staat | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 33 882 086 | 33 882 086 |
Voorwaardelijke verplichting Capital Relief Instrument | 32 821 639 | 32 821 639 | ||
Garanties en vrijwaringen (FCI, NS, WST en TenneT) | 1 060 447 | 1 060 447 | ||
Uitgaven | 3 129 | 18 129 | 18 129 | |
Programma-uitgaven | 3 129 | 18 129 | 18 129 | |
Waarvan juridisch verplicht | 18 129 | |||
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen | ||||
Eventuele schade-uitkeringen Capital Relief Instrument | ||||
Overige programma-uitgaven | ||||
Regeling BF | 3 129 | 18 129 | 18 129 | |
Ontvangsten | 529 | 529 | 27 500 | 28 029 |
Programma-ontvangsten | 529 | 529 | 27 500 | 28 029 |
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen | ||||
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument | 27 500 | 27 500 | ||
Overige programma-ontvangsten | ||||
Regeling BF | 529 | 529 | 529 |
Voorwaardelijke verplichting Capital Relief Instrument (+ € 32,8 mld.)
Deze mutatie betreft de voorwaardelijke verplichting die de Staat jegens ABN AMRO is aangegaan, waarmee op de balans van ABN AMRO een verlaging van de risico-gewogen activa (RWA’s) wordt bewerkstelligd. Hiermee neemt de Staat het kredietrisico over op een gelimiteerde Nederlandse hypotheekportefeuille.
Garanties en vrijwaringen (+ € 1 060,4 mln.)
Deze verplichting behelst vier specifieke garanties en vrijwaringen. Het betreft (i) een BTW-vrijwaring in verband met de verkoop van de Westerscheldetunnel, (ii) een vrijwaring voor een mogelijke claim inzake de tropische storm «Ike» verband houdende met de verkoop van FCI, (iii) een garantieverplichting voor leningen die de NS heeft uitstaan bij Eurofima1 en (iv) een garantie aan TenneT Orange B.V. ten behoeve van de Stichting Beheer Doelgelden.
Premie-inkomsten Capital Relief Instrument (+ € 27,5 mln.)
Dit betreft de verwachte premiebetalingen van ABN AMRO aan de Staat als vergoeding voor het capital relief instrument.
B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: Bedrijfseconomische doelmatigheid en optimaal financieel resultaat bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en vaste activa van de Staat | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 9 091 | 10 602 100 | 1 695 522 | 12 297 622 |
Fonds Financiële Structuurversterking | 6 250 000 | 6 250 000 | ||
Uitgaven | 9 091 | 4 352 100 | 1 695 522 | 6 047 622 |
Programma-uitgaven | 3 300 | 4 340 001 | 1 657 580 | 5 997 581 |
Waarvan juridisch verplicht | 4 340 001 | 1 657 580 | 5 997 581 | |
Doelstelling 1 Beheer van staatsdeelnemingen | ||||
Mandatory Convertible Note | 800 000 | 800 000 | ||
Doelstelling 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen | ||||
Verwerving vermogenstitels | 412 667 | 412 667 | ||
Doelstelling 3 Doelmatige inzet van activa | ||||
PPS | 500 | 4 500 | – 1 050 | 3 450 |
Onderhouds- en beheerskosten GOB | 2 800 | 2 800 | – 2 800 | 0 |
Back-up faciliteit ING | ||||
Management fee | 110 757 | – 56 757 | 54 000 | |
Funding fee | 3 809 277 | 36 723 | 3 846 000 | |
Overige programma-uitgaven | ||||
Uitvoeringskosten tijdelijke regeling subsidie tankstations | ||||
Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel | 881 464 | 881 464 | ||
Apparaatsuitgaven | 5 791 | 12 099 | 37 942 | 50 041 |
Personeel en materieel | 3 575 | 4 983 | – 1 697 | 3 286 |
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 2 216 | 7 116 | 39 639 | 46 755 |
Ontvangsten | 2 041 269 | 6 449 401 | 7 974 907 | 14 424 308 |
Programma-ontvangsten | 2 041 269 | 6 449 401 | 7 974 907 | 14 424 308 |
Doelst. 1 Beheer van staatsdeelnemingen | ||||
Opbrengst Onttrekking vermogenstitels | 100 000 | 0 | 0 | |
Dividend staatsdeelnemingen | 569 255 | 460 255 | 66 399 | 526 654 |
Rente en aflossing div. leningen | 71 014 | 71 014 | 71 014 | |
Winstafdracht DNB | 1 146 000 | 1 101 000 | 93 000 | 1 194 000 |
Afdrachten Holland Casino | 45 000 | 10 000 | – 21 500 | – 11 500 |
Afdrachten Staatsloterij | 90 000 | 60 000 | 30 000 | 90 000 |
Terugstorting agio | 20 000 | 20 000 | – 20 000 | 0 |
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 12 000 | 12 000 | ||
Renteontvangsten Mandatory Convertible Note | ||||
Doelstelling 2 Aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen | ||||
Opbrengst verkoop vermogenstitels | 1 320 749 | 1 320 749 | ||
Overige programma-ontvangsten | ||||
Aflossing securities ING, Aegon en SNS Reaal | 6 185 000 | 6 185 000 | ||
Couponbetalingen fonds fin. structuurversterking | 577 975 | 558 416 | 1 136 391 | |
Tijdelijke regeling subsidie tankstations | ||||
Back-up faciliteit ING | ||||
Verwachte portefeuille ontvangsten | 4 106 170 | – 345 170 | 3 761 000 | |
Correctie naar aanleiding van Europese Commissie | 21 000 | 21 000 | ||
Garantie fee | 42 987 | 75 013 | 118 000 |
Mandatory Convertible Note (+ € 800,0 mln.)
De MCN betreft een verplicht converteerbare lening aan ABN AMRO met een betaling van een vaste coupon tot het moment dat de lening wordt geconverteerd.
PPS in de zorgsector (– € 1,0 mln.)
Voor pps in de zorgsector is het onwaarschijnlijk dat dit jaar de beoogde projecten gestart zullen worden. Hierdoor zal het budget niet volledig benut worden.
Voor het opzetten van een levensvatbare business case is een rijksvertegenwoordiger aangesteld. Deze mutatie betreft de bijdrage van Financiën in de kosten.
Onderhouds- en beheerskosten GOB (– € 2,8 mln.)
Er heeft een interne verschuiving binnen de begroting IXB plaatsgevonden in verband met het project vliegveld Twente. Dit project wordt onderbracht bij het RVOB en dientengevolge overgeboekt van artikel 3 naar artikel 7. binnen de begroting IXB (€ 2,8 mln.).
Illiquid Assets back-up facility (IABF)
Op 26 januari 2009 is een transactie overeengekomen tussen ING en de Nederlandse Staat. Met deze transactie heeft de Nederlandse Staat 80% van het risico op de gesecuritiseerde hypothekenportefeuille van ING overgenomen1. In de 1e suppletore begroting is voor de IABF een raming opgenomen bestaande uit vier kasstromen. Twee kasstromen betreffen uitgaven (funding fee en management fee) en twee kasstromen betreffen ontvangsten (portefeuille ontvangsten en de garantiefee).
Recentelijk is een additionele betaling overeengekomen tussen ING en de Nederlandse Staat ten aanzien van de Illiquid Assets Back-up Facility. Het betreft een betaling van ING aan de Staat die overeenkomt met een verlaging van de funding fee en een verhoging van de garantiefee. Hiervoor zijn er in de 2e suppletore begroting twee nieuwe kasstromen voor de Illiquid Assets Back-up Facility opgenomen aan de ontvangstenkant (verhoging van de garantie fee en correctie betreffende funding fee naar aanleiding van de Europese Commissie)1.
Het saldo van de ontvangsten en uitgaven van de IABF na verwerking van de mutaties is in de tweede suppletore € 0 mln. De reden hiervoor is dat in 2009 iets meer wordt betaald op de funding, (omdat voldoende binnenkomt aan de ontvangstenkant van de portefeuille), hierdoor betaalt de Staat later minder.
Dit wil overigens niet zeggen dat het positieve saldo van de kasstromen dat voor 2009 in de 1e suppletore begroting is gepresenteerd (€ 229,0 mln.) niet wordt gerealiseerd. Het positieve saldo wordt ingezet om versneld te voldoen aan de verplichting onder de funding fee. De mutaties in de uitgaven van de IABF worden hieronder toegelicht. Mutaties op de ontvangsten van de IABF worden verderop toegelicht.
De funding fee uitgaven zijn met € 36,7 mln. naar boven bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is de raming in de 1e suppletore begroting gebaseerd op een heel jaar met 12 maandelijkse betalingen. Omdat de transactie later dan 1 januari 2009 is afgesloten vinden echter minder betalingen plaats. Als laatste kent de funding fee een opwaartse bijstelling doordat dat het positieve saldo voor de Staat gebruikt wordt om versneld te voldoen aan de verplichting onder de funding fee. De Nederlandse Staat heeft tot nu toe namelijk alles wat ontvangen is op de transactie ook terugbetaald aan ING.
Management fee (– € 56,8 mln.)
In maart is de fee structuur nader uitgewerkt als onderdeel van de voorlopige goedkeuring door de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een verlaging van de management fee2.
Afkoop exploitatiebijdrage Westerscheldetunnel (+ € 881,5 mln.)
Dit betreft de afkoop van de exploitatiebijdrage van de Staat aan de N.V. Westerscheldetunnel in verband met de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel.
Personeel en materieel (– € 1,8 mln.)
Er is sprake van onderuitputting van circa € 1,8 mln.
Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 39,6 mln.)
De hogere uitgaven voor de inhuur van advies van externen wordt voornamelijk veroorzaakt door het beheer van de in 2008 verworven deelnemingen en het daarvoor benodigde advies op juridisch, strategisch en financieel gebied. Een deel van deze uitgaven wordt doorbelast aan de deelnemingen. Zie de toelichting bij de ontvangsten.
Dividend staatsdeelnemingen (+ € 66,4 mln.)
De hogere dividendontvangst betreft regulier dividend. Het verschil wordt voornamelijk verklaard door een hogere ontvangst van een aantal staatsdeelnemingen, waaronder de NS en de Gasunie.
Winstafdracht DNB (+ € 93,0 mln.)
Voornamelijk rente-effecten op de kapitaalmarkt en op de geldmarkt hebben ervoor gezorgd dat de winstafdracht DNB hoger is dan geraamd
Afdrachten Holland Casino (– € 21,5 mln.)
De winstafdrachten van Holland Casino vallen tegen. Dit wordt veroorzaakt door (i) een lagere winstverwachting in 2009 door teruglopende bezoekersaantallen en bestedingen vanwege economische malaise en (ii) door reorganisatievoorzieningen. Per saldo betekend dit een terugbetaling van € 11,5 mln. van de Staat aan Holland Casino, omdat er in 2008 door Holland Casino teveel winst is afgedragen.
Afdrachten Staatsloterij (+ € 30,0 mln.)
De aanvankelijk door de crisis verwachte omzetdaling blijkt erg mee te vallen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een hogere verkoop van loten, als gevolg van de hoge Jackpotstanden. Dit leidt tot hoger dan geraamde afdrachten van de Staatsloterij.
Terugstorting agio (– € 20,0 mln.)
Door de verkoop van de N.V. Westerscheldetunnel, vervalt de reeks aan nog te ontvangen agio.
Terug te vorderen uitvoeringskosten staatsdeelnemingen (+ € 12,0 mln.)
Er is voor € 12,0 mln. aan kosten voor de inhuur van advies van externen voorgeschoten door de Staat. Dit kan verhaald worden op de financiële instellingen die kapitaal hebben ontvangen.
Opbrengst verkoop vermogenstitels (+ € 1,3 mld.)
De Staat heeft voor ongeveer € 970,7 mln. haar 95,4%-belang in de N.V. Westerscheldetunnel verkocht en voor € 350,0 mln. haar 100%-belang in Fortis Corporate Insurance verkocht.
Aflossing securities ING, Aegon en SNS Reaal (+ € 6,185 mld.)
Met ING, Aegon en SNS Reaal zijn overeenkomsten gesloten om een gedeelte van de in 2008 verstrekte securities vervroegd terug te kopen. Dit betreft de nominale waarde van de securities.
Couponbetalingen fonds financiële structuurversterking (+ € 558,4 mln.)
De couponbetalingen betreffen zowel de verschuldigde rente alsook een premie voor vervroegde terugbetaling, de zogenaamde repurchase fee. Deze repurchase fee is afhankelijk van de beurskoers van ING, Aegon en SNS Reaal. In bovenstaande tabel is alleen voor ING de repurchase fee opgenomen, aangezien er alleen voor ING een minimum is afgesproken.
Portefeuille-ontvangsten (– € 345,2 mln.)
De portefeuille-ontvangsten zijn per saldo € 346,0 mln. neerwaarts bijgesteld. Dit heeft twee oorzaken. Ten eerste is de raming in de 1e suppletore begroting gebaseerd op een heel jaar met 12 maandelijkse betalingen. Omdat de transactie later dan 1 januari 2009 is afgesloten vinden echter minder betalingen plaats. Als laatste is de raming opwaarts bijgesteld als gevolg van vervroegde aflossing op de onderliggende hypotheekportefeuille.
In maart is de fee structuur nader uitgewerkt als onderdeel van de voorlopige goedkeuring door de Europese Commissie. Dit heeft geresulteerd in een verhoging van de garantiefee.
Correctie naar aanleiding van Europese Commissie (+ € 21,0 mln.)
In de 2e suppletore begroting zijn twee nieuwe kasstromen voor de Illiquid Assets Back-up Facility opgenomen naar aanleiding van de gesprekken met de Europese Commissie . Hierdoor stijgen de ontvangsten in 2009. De eerste betaling voor de extra garantiefee vindt pas in 2010 plaats.
Artikel 4 Internationale financiële betrekkingen
A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 113 445 | 17 670 281 | 148 147 | 17 818 428 |
Doelstelling 2 Effectieve en efficiënte IFI’s | ||||
Multilaterale ontw.banken en -fondsen, EIB inzake overeenkomsten Lomé en Cotonou, DNB inzake En, kredietfaciliteiten BIS en EU betalingsbalansfaciliteit | 113 445 | 17 670 281 | 148 147 | 17 818 428 |
Uitgaven | 0 | 0 | 0 | |
Programma-uitgaven | ||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | |
Programma-ontvangsten |
De verhoging van de garantieverplichting is gevolg van door wisselkoersveranderingen op uitstaande garanties aan de Wereldbank (+ € 158,1 mln.) en doordat de omvang van de Nederlandse bilaterale lening aan het IMF is bijgesteld van € 5,32 mld. naar € 5,31 mld. Deze bijstelling is het gevolg van de intentie van Malta om ook een deel van de door Europa toegezegde € 75 mld. bij te dragen. Malta draagt ongeveer 120 mln. bij, het Nederlandse aandeel in de totale bijdrage van € 75 mld. is hierdoor met € 10 mln. gedaald (– € 10,0 mln.).
B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: een financieel-economisch gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2 395 | 2 546 | 99 | 2 645 |
Betalingsverplichtingen | 2 395 | 2 546 | 99 | 2 645 |
Uitgaven | 161 552 | 97 423 | 99 | 97 522 |
Programma-uitgaven | 159 157 | 94 877 | 94 877 | |
Waarvan juridisch verplicht | 159 157 | 94 877 | 94 877 | |
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s | ||||
Instrument: deelneming multilaterale ontwikkelingsbanken en -fondsen | 159 157 | 94 877 | 94 877 | |
Apparaatsuitgaven | 2 395 | 2 546 | 99 | 2 645 |
Ontvangsten | ||||
Doelst. 2 Effectieve en efficiënte IFI’s | 11 699 | 11 699 | 11 699 | |
Ontvangsten | 11 699 | 11 699 | 11 699 |
Artikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 5 Exportkredietverzekering en investeringsgaranties A. Garantieverplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: Een complete markt voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenland | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 11 936 056 | 11 936 056 | 1 500 000 | 13 436 056 |
EKV | 11 332 276 | 11 332 276 | 11 332 276 | |
Omzetpolissen | 1 500 000 | 1 500 000 | ||
TRhi | 453 780 | 453 780 | 453 780 | |
MIGA | 150 000 | 150 000 | 150 000 | |
Uitgaven | 105 500 | 165 500 | 140 000 | 305 500 |
Programma-uitgaven | 105 500 | 165 500 | 140 000 | 305 500 |
Waarvan juridisch verplicht | 140 675 | 280 725 | ||
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten | ||||
Schade-uitkering EKV | 105 000 | 165 000 | 130 000 | 295 000 |
Schade-uitkering TRhi | 500 | 500 | 500 | |
Schade-uitkering MIGA | ||||
Schade-uitkering omzetpolissen | 0 | 10 000 | 10 000 | |
Ontvangsten | 101 250 | 161 250 | 30 000 | 191 250 |
Programma-ontvangsten | 101 250 | 161 250 | 30 000 | 191 250 |
Doelst. 1 Herverzekeringsfaciliteiten | ||||
Premies EKV | 40 000 | 40 000 | – 10 000 | 30 000 |
Premies TRhi | 1 250 | 1 250 | 1 250 | |
Schaderestituties EKV | 60 000 | 120 000 | 40 000 | 160 000 |
Garantieverplichting omzetpolissen (+ € 1,5 mld.)
In juni is de Tijdelijke aanvullende Staatskredietverzekering (TASK) opgericht. Dit is een faciliteit die zich richt op kortlopende kredietverzekeringen, de zogenaamde omzetpolissen. De faciliteit heeft een maximale omvang van € 1,5 mld.
Schade-uitkering EKV (+ € 130,0 mln.)
Vanwege de economische omstandigheden doen zich meer schades voor dan oorspronkelijk geraamd. Hierdoor is de schaderaming naar boven bijgesteld.
Schade-uitkering omzetpolissen (+ € 10,0 mln.)
Voor eventuele schade die voortvloeit uit TASK is een voorziening van € 40,0 mln. gecreëerd. Met het ministerie van Economische Zaken is overeengekomen dat indien er schade valt, zij de helft van de lasten op zich nemen. Voor 2009 is hiervoor € 10,0 mln. geraamd.
De premie-inkomsten hangen samen met het aantal afgesloten polissen. Vanwege een daling in het aantal afgesloten polissen, vallen de premie-inkomsten tegen.
Schaderestituties EKV (+ € 40,0 mln.)
De verwachting is dat een groot gedeelte van de door de economische omstandigheden veroorzaakte schade dit jaar gerecupereerd zal worden. Hierdoor is de raming naar boven bijgesteld.
B. Overige verplichtingen Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: Een complete markt voor verzekering van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan export en aan investeringen in het buitenland | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 14 263 | 14 263 | 106 | 14 369 |
Uitgaven | 14 263 | 14 263 | 106 | 14 369 |
Programma-uitgaven | 0 | 0 | 0 | |
Apparaatsuitgaven | 14 263 | 14 263 | 106 | 14 369 |
Personeel en materieel | 1 407 | 1 407 | 56 | 1 463 |
Kostenvergoeding Atradius DSB | 12 856 | 12 856 | 50 | 12 906 |
Artikel 7 Beheer materiële activa
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 7 Beheer materiële activa Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: roerende en onroerende zaken voor het Rijk worden op doelmatige wijze verworven, beheerd en vervreemd en de allocatie van onroerende zaken voor het Rijk is optimaal | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 105 243 | 115 770 | – 4 683 | 111 087 |
Uitgaven | 105 243 | 115 770 | – 2 508 | 113 262 |
Programma-uitgaven | 83 483 | 93 908 | – 6 193 | 87 715 |
Waarvan juridisch verplicht | 51 504 | 87 115 | ||
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed | ||||
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling | 25 000 | 25 000 | – 15 000 | 10 000 |
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken | ||||
Onderhoud en beheerskosten | 8 979 | 17 404 | – 3 700 | 13 704 |
Zakelijke lasten | 45 915 | 47 915 | 4 800 | 52 715 |
Overige programmauitgaven | 3 589 | 3 589 | 7 707 | 11 296 |
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken | 0 | 0 | 0 | |
Apparaatsuitgaven | 21 760 | 21 862 | 3 685 | 25 547 |
Waarvan bijdrage BLD RVOB | 20 415 | 20 415 | 20 415 | |
Ontvangsten | 167 133 | 216 133 | 22 763 | 238 896 |
Programma-ontvangsten | 166 954 | 215 954 | 22 611 | 238 565 |
doelst. 1 Optimaal handelen in Vastgoed | ||||
Anticiperende aankopen en gebiedsgerichte ontwikkeling | 3 589 | 3 589 | 411 | 4 000 |
doelst. 2 Beheer/verkoop Onroerende Zaken | ||||
Verkoop onroerende zaken | 46 545 | 71 545 | 14 200 | 85 745 |
Beheersontvangsten | 89 920 | 95 920 | 95 920 | |
Overige programma-ontvangsten | 25 400 | 43 400 | 8 000 | 51 400 |
doelst. 3 Bewaring/vervreemding Roerende Zaken | ||||
Verkoop roerende zaken | 1 500 | 1 500 | 1 500 | |
Apparaatsontvangsten | 179 | 179 | 152 | 331 |
Anticiperende aankopen (– € 15,0 mln.)
Het beschikbare budget (€ 25,0 mln.) zal in 2009 niet worden uitgeput.
Onderhouds- en beheerskosten (– € 3,7 mln.)
De uitgaven met betrekking tot de berging van het VOC-schip (– € 4,0 mln.) en de safehouses (– € 2,5 mln.) zullen naar alle waarschijnlijkheid dit jaar niet meer gerealiseerd worden en doorschuiven naar 2010. Daarnaast heeft er een interne verschuiving binnen de begroting IXB plaatsgevonden in verband met het project vliegveld Twente. Dit project wordt onderbracht bij het RVOB en dientengevolge overgeboekt van artikel 3 naar artikel 7 (+ € 2,8 mln.).
Zakelijke lasten (+ € 4,8 mln.)
Door wijzigingen in de Waterschapswet met betrekking tot de wijze van heffing van waterschapslasten wordt ca. voor € 1,5 mln. meer uitgaven verwacht. Hiernaast worden met betrekking tot de overige zakelijke lasten hogere uitgaven verwacht als gevolg van het functioneren door het RVOB als centraal loket binnen de Rijksoverheid.
Overige programmauitgaven (+ € 7,7 mln.)
Ingevolge de fusie tot het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf zijn de plankosten RVOB overgeheveld van het ministerie van VROM naar het ministerie van Financiën.
Apparaatsuitgaven (+ € 1,7 mln.)
Per 1 juli zijn het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf en Domeinen Onroerende Zaken gefuseerd tot het Rijksvastgoed en -ontwikkelingsbedrijf. De apparaatsmiddelen RVOB zijn ingevolge de fusie overgeheveld van de begroting van het ministerie van VROM naar de begroting van Financiën.
Anticiperende aankopen (+ € 0,4 mln.)
De lening Greenport Venlo 1 zal dit najaar waarschijnlijk vervroegd worden afgelost.
Verkoop onroerende zaken (+ € 14,2 mln.)
De verkoopopbrengsten worden naar boven bijgesteld als gevolg van een aantal niet-geraamde, niet-agrarische verkopen, waaronder de Papegaaienbek te Rotterdam ter hoogte van € 11,0 mln.
Overige programma-ontvangsten (+ € 8,0 mln.)
Het topdeel van de ontvangsten uit hoofde van de gehouden benzineveilingen vallen mee.
Apparaatsontvangsten (+ € 0,2 mln.)
Het betreft de bijdragen van de bij de RVR aangesloten diensten in personeels- en RIV-kosten, alsook de bijdragen van RGD, COA, RVOB en DLG in de kosten van deelname aan de Professionele Vastgoeddagen.
Artikel 8 Financieel-economisch beleid van de overheid
Budgettaire gevolgen van beleid – beleidsartikel 8 Financieel-economisch beleid van de overheid Bedragen x € 1 000
Algemene beleidsdoelstelling: de bij burgers en bedrijven geïnde middelen worden zuinig en goed besteed voor de levering van overheidsvoorzieningen, waarbij negatieve neveneffecten – waaronder administratieve lasten – zoveel mogelijk worden beperkt | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 37 388 | 38 562 | 2 240 | 40 802 |
Uitgaven | 37 388 | 38 562 | 2 240 | 40 802 |
Programmauitgaven | 9 400 | 9 330 | 1 410 | 10 740 |
Waarvan juridisch verplicht | 9 330 | 1 410 | 10 740 | |
Doelst. 4 Verminderen regeldruk voor bedrijven | ||||
Vermindering regeldruk | 9 400 | 9 330 | 1 410 | 10 740 |
Apparaatsuitgaven | 27 988 | 29 232 | 830 | 30 062 |
Ontvangsten | 5 718 | 5 759 | 5 759 | |
Apparaatsontvangsten | 5 718 | 5 759 | 5 759 |
Programmauitgaven (+ € 1,4 mln.)
Het programma Vermindering Regeldruk Bedrijven heeft te maken met verplichten uit het jaar 2008 die leiden tot kasuitgaven in 2009 op het terrein van de voucherregeling, communicatiecampagne en meting en onderzoek van inhoudelijke nalevingskosten. Daarnaast heeft een aantal overboekingen vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties plaatsgevonden met betrekking tot het burgerdeel van het programma.
Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand Ontwerpbegroting 2009 naar de stand 2e suppletore begroting 2009 – artikel 9 Algemeen Bedragen x € 1 000
Algemeen: | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4) = (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 137 786 | 141 523 | 4 296 | 145 819 |
Uitgaven | 137 786 | 141 523 | 4 296 | 145 819 |
Totaal apparaatsuitgaven | 137 736 | 141 473 | 4 296 | 145 769 |
Apparaatsuitgaven | 130 136 | 133 873 | 4 296 | 138 169 |
Uitvoeringskosten omslagstelsel Rijkswagenpark | 7 600 | 7 600 | 7 600 | |
Tegoeden WOII | 50 | 50 | 50 | |
Ontvangsten | 13 136 | 11 682 | 11 682 | |
Apparaatsontvangsten | 5 536 | 4 082 | 4 082 | |
Omslagstelsel Rijkswagenpark | 7 600 | 7 600 | 7 600 |
Apparaatsuitgaven (+ € 4,3 mln.)
De mutatie is voornamelijk het gevolg van de loonbijstelling (+ € 2,6 mln.) en de prijsbijstelling (+ € 1,7 mln.) die zijn uitgekeerd na de 1e suppletore begroting. Daarnaast zijn er enkele kleine neerwaartse mutaties.
Artikel 10 Nominaal en onvoorzien
Opbouw verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen vanaf de stand ontwerp-begroting 2009 naar de stand 2e suppletore begroting 2009 Bedragen x € 1 000
Nominaal en onvoorzien | Stand ontwerpbegroting (1) | Stand 1e suppletore begroting (2) | Mutaties 2e suppletore begroting (3) | Stand 2e suppletore begroting (4)= (2+3) |
---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 4 834 | 119 880 | – 112 709 | 7 171 |
Uitgaven | 4 834 | 119 880 | – 112 709 | 7 171 |
Onvoorzien | 4 531 | 11 681 | – 4 510 | 7 171 |
Loonbijstelling | 0 | 88 035 | – 88 035 | 0 |
Prijsbijstelling | 303 | 20 164 | – 20 164 | 0 |
De mutatie wordt voornamelijk veroorzaakt door het verdelen van de loon- en prijsbijstelling over de organisatie-onderdelen van het ministerie van Financiën. Deze loon- en prijsbijstelling is bij de 1ste suppletore tijdelijk geparkeerd op artikel 10. Zie de onderstaande tabel voor de verdeling over de loon- en prijsgevoelige artikelen.
Verdeling loonbijstelling, voor zowel verplichtingen als uitgaven bedragen x € 1000
Art.nr. | Omschrijving | Loonbijstelling | Prijsbijstelling |
---|---|---|---|
1.1 | Apparaat DG Fiscale Zaken | 595 | 29 |
1.2 | Apparaat Belastingdienst & DG Belastingdienst | 81 711 | 15 173 |
1.26 | Overige programma uitgaven | 1 102 | |
2.1 | Apparaat Financiële Markten | 275 | 22 |
2.25.1 | Bijdrage toezicht AFM | 468 | 135 |
2.25.5 | Bijdrage toezicht DNB | 325 | 94 |
3.1 | Apparaat Financieringen | 130 | 21 |
3.25 | Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen | 39 | |
4.1 | Apparaat Buitenl. Fin.Betrekkingen | 93 | 6 |
5.1 | Apparaat Exportkredietverzekering | 52 | 4 |
5.2 | Kostenvergoeding Atradius DSB | 50 | |
7.1 | Apparaat Domeinen & Vastgoed | 688 | 1 277 |
8.1 | Apparaat DG Rijksbegroting & Alg.Fin.Ec.Politiek | 870 | 146 |
9.1 | Apparaat Centr.directies en algemeen | 2 647 | 1 717 |
10.20 | Nominaal en onvoorzien | – | 321 |
IXA | Overboeking prijsbijstelling | 181 | 28 |
Totaal van de verdeling | 88 035 | 20 164 |