De begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in 2011 omvat in totaal EUR 11,9 miljard aan uitgaven en EUR 0,73 miljard aan ontvangsten. Een groot deel van de uitgaven en ontvangsten is onderdeel van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS). De Nederlandse bijdrage aan de EU en de hieraan gerelateerde vergoedingen van de Europese Unie aan Nederland vallen niet onder het regime van de HGIS.
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste budgettaire wijzigingen.
Bedragen in EUR MLN | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 |
---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2010 | 11 873 | 12 149 | 12 380 | 12 527 | 12 742 |
1 Versterkte internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten | |||||
1.2 Mensenrechten | 1 | 1 | 1 | 1 | |
2 Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur | |||||
2.2 Bestrijding Internationaal terrorisme | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
2.6 Humanitaire hulpverlening | 23 | – 12 | – 2 | – 2 | – 2 |
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen mileudegradatie | – 2 | – 18 | – 29 | – 29 | – 29 |
3 Versterkte Europese samenwerking | |||||
3.1 Nederlandse afrachten aan de EU | – 632 | – 145 | 1 361 | ||
4 Meer welvaart, eerlijkere verdeling en minder armoede | |||||
4.2 Armoedevermindering | 218 | 98 | 227 | 311 | 425 |
4.3 Verhoogde economische groei en verminderde armoede als gevolg van gezonde private sector ontwikkeling in ontwikkelingslanden | – 61 | – 64 | 6 | 8 | 8 |
5 Toegenomen menselijke ontplooiing en sociale ontwikkeling | |||||
5.1 Alle kinderen, jongeren en volwassenen hebben gelijke kansen om kwalitatief goed onderwijs te doorlopen, dat hen de benodigde vaardigheden en kennis biedt om op een volwaardige wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving | 15 | – 9 | 9 | – 13 | – 13 |
5.4 HIV/Aids | 1 | 17 | 5 | – 4 | – 4 |
5.5 Reproductieve gezondheid | – 24 | – 10 | – 9 | – 13 | – 13 |
6 Beter beschermd en verbeterd milieu | |||||
6.1 Milieu en water | – 123 | 79 | 65 | 24 | |
6.2 Duurzaam waterbeheer, een hoger percentage mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen | – 6 | 6 | – 12 | – 13 | – 13 |
7 Welzijn en veiligheid van Nederlanders in het buitenland en regulering van het personenverkeer | |||||
7.2 Vreemdelingenbeleid | – 253 | – 115 | – 118 | – 118 | – 118 |
Overige mutaties | – 10 | 17 | 46 | 38 | 21 |
Stand ontwerpbegroting 2011 | 11 144 | 11 792 | 12 584 | 12 759 | 14 391 |
1.2 Mensenrechten
De verhoging wordt veroorzaakt door een extra bijdrage aan het mensenrechtenprogramma in Soedan.
2.2 Bestrijding internationaal terrorisme
De meerjarige verhoging van EUR 0,5 miljoen wordt veroorzaakt door een bijdrage van vijf jaar aan het nieuw op te richten Internationaal Anti-terrorisme Instituut. Door de automatische afronding wordt dit bedrag in de tabel zichtbaar als EUR 1 mln.
2.6 Humanitaire hulpverlening
De verhoging in 2010 is een saldo en hangt grotendeels samen met een aanpassing van het noodhulpbudget als gevolg van de toezeggingen naar aanleiding van de aardbeving in Haïti. De verlaging in 2011 hangt samen met een gewijzigde planning van de uitgaven voor Haïti (zie ook de Verdiepingsbijlage). Daarnaast is hier een structurele korting van EUR 1,5 miljoen ingeboekt op Noodhulp aan niet DAC-landen.
2.9 Grotere veiligheid door strijd tegen milieudegradatie
De verlaging op dit artikel in 2010 is het gevolg van vertragingen in het Wereldbankprogramma in het Congobekken en de regionale programma’s in Centraal Azië en het Grote Meren gebied. De meerjarige verlaging is het gevolg van een technische overheveling naar artikel 6.1 milieu en water.
3.1 Nederlandse afdrachten aan de EU
De EU-afdrachten laten een meevaller in 2010 zien als gevolg van onderuitputting van de EU-begroting in 2009. Dit leidt in 2010 tot lagere afdrachten van Nederland aan de EU, omdat de aanpassing van de begroting 2009 pas in 2010 heeft plaatsgevonden. De meevaller in 2011 kan worden verklaard door het feit dat de EU-ontwerpbegroting 2011 lager is uitgevallen dan het plafond van de Financiële Perspectieven in 2011. De verhoging in 2014 hangt samen met het vervallen van de kortingen die Nederland heeft bedongen op de afdrachten voor de periode 2007–2013.
4.2 Armoedevermindering
De verhoging op dit artikel is deels het gevolg van de wijziging in het betalingsritme voor multilaterale schuldverlichtingsinitiatieven (o.a. Heavily Indebted Poor Country Initiative – HIPC en International Development Association – IDA). Verder is de structurele bijdrage aan IFAD verhoogd. Daarnaast hangt de verhoging samen met de verwerking van de BNP-bijstelling en het gebruikelijke parkeerkarakter van dit artikel.
4.3 Ondernemingsklimaat ontwikkelingslanden
De verlaging in 2010 en 2011 is hoofdzakelijk het gevolg van een neerwaartse bijstelling van het budget voor het programma voor ORET (Ontwikkelingsrelevante Export Transacties) wegens verwachte onderuitputting. Daarnaast is sprake van een verlaging op de bijdrage aan de International Finance Cooperation (IFC) als gevolg van een kasschuif naar 2012 en 2013. Daartegenover staan verhogingen ten behoeve van onder meer het FMO/Infrastructure Development Fund en lopende Schoklandactiviteiten. Binnen het thema marktontwikkeling wordt de bijdrage aan het Initiatief Duurzame Handel vanaf 2011 structureel verhoogd.
5.1 Gelijke kansen op onderwijs
De wijziging op dit artikel in 2010 wordt onder andere veroorzaakt door een amendement op de begroting waarbij een voorgestelde korting van EUR 7 miljoen op het onderwijsprogramma van Mozambique wordt teruggedraaid. Daarnaast is de fluctuatie in de diverse landenprogramma’s op het gebied van onderwijs van invloed op 2010 en latere jaren.
5.4 HIV/AIDS
Onder andere als gevolg van het doorschuiven van de middelen voor het Health Insurance Fund (HIF) worden de uitgaven in 2011 verhoogd. De verhoging in 2010 is een saldo van de verlaging van het HIF, een stijging van de bijdrage aan UNFPA en het amendement Voordewind met betrekking tot de bijdrage aan UNAIDS.
5.5 Reproductieve gezondheidszorg
De meerjarige verlaging op dit subartikel is grotendeels een gevolg van een neerwaartse mutatie in de uitgaven aan de landenprogramma’s op het gebied van (reproductieve) gezondheid. Daarnaast worden in 2010 en 2011 de uitgaven voor het centrale, algemene gezondheidszorgprogramma verlaagd.
6.1 Milieu en Water
De verlaging in 2011 is grotendeels het gevolg van een kasschuif van de middelen voor hernieuwbare energie naar 2012 en 2013. Hiermee wordt de kasraming aangepast aan de programmering zoals die is afgesproken in internationaal verband.
6.2 Duurzaam water beheer
De daling in 2012 en verder wordt grotendeels veroorzaakt door de afbouw van het waterprogramma in Vietnam.
7.2 Vreemdelingenbeleid
De mutatie wordt veroorzaakt doordat met ingang van het begrotingsjaar 2010 de ODA-uitgaven aan eerstejaarsopvang asielzoekers niet langer verantwoord worden op de begroting van Buitenlandse Zaken. De belasting ten laste van de ODA-begroting van de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen blijft bestaan. In plaats van de bestaande bijdrageconstructie vanuit de begroting van Buitenlandse Zaken wordt het ODA-deel van de asieluitgaven toegerekend aan het ODA-budget en verantwoord in de HGIS-nota en het HGIS jaarverslag. Deze worden jaarlijks tegelijk met de departementale begrotingen en jaarverslagen aangeboden aan de Tweede Kamer.