Algemeen
In deze leeswijzer wordt kort ingegaan op de beleidsagenda, de wijzigingen in de begrotingsstructuur, de overzichtsconstructies, een aantal specifieke afspraken met het Ministerie van Financiën en de opbouw van de memorie van toelichting.
Beleidsagenda en begrotingsartikelen
Ten tijde van het opstellen van deze begroting was sprake van een demissionair kabinet. Derhalve is gekozen voor een technische invulling van de beleidsagenda. Daar waar in de beleidsagenda in voorgaande jaren nog uitgebreid werd ingegaan op de prioriteiten van het kabinet, is de agenda nu sober van aard. In de beleidsagenda is eveneens een overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties.
In de artikelen vindt u, evenals voorgaande jaren, de relevante financiële en beleidsinformatie die samenhangt met de voorgenomen uitgaven.
Begrotingsstructuur
De begrotingsstructuur is ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar.
De overzichtsconstructies
Het Ministerie van Justitie levert een bijdrage aan twee interdepartementale overzichtsconstructies: «Grote Stedenbeleid» (GSB) en de «Homogene Groep Internationale Samenwerking» (HGIS). De coördinatie hiervan is in handen van respectievelijk het Ministerie van VROM en het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Specifieke afspraken
Het Ministerie van Justitie heeft ten aanzien van de begroting (vormvereisten en inhoud) specifieke afspraken gemaakt met het Ministerie van Financiën. Deze punten worden hieronder genoemd.
Meerjarenperspectief
Per beleidsartikel is een meerjarenperspectief opgenomen, waardoor in alle begrotingsartikelen steeds een doorkijk wordt gegeven naar de toekomst. In deze begroting is de tijdshorizon van de meerjarenperspectieven kort in verband met het nieuw te vormen kabinet.
Positionering apparaatsuitgaven
In de begroting 2011 van Justitie zijn – met uitzondering van het apparaatbudget van de Directie Wetgeving – alle apparaatsbudgetten van beleidsdirecties bij het niet-beleidsartikel 91 Algemeen «Effectieve besturing van het Justitieapparaat» ondergebracht.
Budgetflexibiliteit
In de begroting is de informatie omtrent budgetflexibiliteit opgenomen in de tabellen betreffende de «budgettaire gevolgen van beleid». Concreet betekent dit dat in deze tabellen een regel is opgenomen waarin wordt aangegeven welk deel van het totale budget op een beleidsdoelstelling juridisch verplicht is.
Subsidies
Bij de tabellen betreffende de «budgettaire gevolgen van beleid» worden de subsidieverplichtingen niet gespecificeerd. In het verdiepingshoofdstuk zijn uitsluitend die subsidieverleningen opgenomen die hun wettelijke grondslag aan deze begroting ontlenen zoals voorgeschreven in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.
Positionering baten-lastendiensten
De uitgaven aan alle uitvoerende diensten, inclusief de baten-lastendiensten van het Ministerie van Justitie, worden wat betreft de begrotingsindeling aangemerkt als programma-uitgaven.
Toelichten programma- en apparaatsuitgaven met volume- en prijsgegevens
In overleg met het Ministerie van Financiën zijn apparaats- en programma-uitgaven met volume- en prijsgegevens niet toegelicht indien Justitie dit niet zinvol acht.
Meetbare gegevens: outcome, output, throughput, input
In elk beleidsartikel is aangegeven welk type prestatiegegevens is opgenomen. Uiteraard wordt bij voorkeur het beoogde maatschappelijk effect van het beleid vermeld.
Het is echter niet altijd mogelijk om een inschatting te maken van het maatschappelijk effect van het beleid (outcome): soms omdat dit methodologisch te ingewikkeld is, soms omdat de relatie tussen het justitiebeleid en het beoogde maatschappelijke effect niet één-op-één is vast te stellen, soms omdat het eenvoudigweg nog te vroeg is om maatschappelijke effecten vast te kunnen stellen.
In het geval dat geen outcome-indicatoren kunnen worden opgenomen, wordt volstaan met indicatoren op een lager aggregatieniveau. Het kan gaan om outputgegevens (de concrete producten van het beleid), om throughputgegevens (die inzicht bieden in processen, zoals bijvoorbeeld doorlooptijden) of om inputgegevens. In het laatste geval gaat het om een weergave van de beleidsinspanningen: welke activiteiten worden ondernomen, welke middelen worden ingezet, etc. Dit alles om toch een zo maximaal inzicht te bieden in de beleidseffecten die met het Justitiebeleid worden beoogd. Door middel van het «comply or explain» principe wordt dit toegelicht.
Indien het in het geheel niet mogelijk is om prestatiegegevens op te nemen, wordt volstaan met een toelichting, waaruit blijkt op welke wijze op een meer kwalitatieve wijze inzicht wordt verkregen in de beleidsprestaties (explain).
Vaak zal worden verwezen naar het evaluatieonderzoek dat wordt uitgevoerd in 2011, voorafgaand aan concrete beleidsvoornemens (ex ante), ter evaluatie (ex post) of voor de doorlichting van een beleidsterrein als geheel.
Met betrekking tot de beleidsdoorlichtingen heeft Justitie een meerjarige programmering vastgesteld voor de periode van 2006 tot en met 2012. In deze programmering zijn alle operationele doelstellingen opgenomen.
Voor 2011 zijn de volgende beleidsdoorlichtingen gepland:
– beleidsartikel 11 Nederlandse Rechtsorde;
– beleidsartikel 17 Internationale Rechtsorde.
Raad voor de rechtspraak
In het wetslichaam is een apart wetsartikel opgenomen voor de Raad voor de rechtspraak. In de Wet op de Rechtelijke Organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. Per 1 januari 2005 kent de Rechtspraak een nieuwe bekostigingssystematiek gebaseerd op outputfinanciering en is gelijktijdig het baten-lasten stelsel ingevoerd. Door Justitie is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op artikel 12 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad voor de rechtspraak niet in de begrotingsstaat inzake baten/lastendiensten is opgenomen. Voor de Raad is in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen (hoofdstuk 7).
Prognosemodel Justitiële Ketens
Als bijlage is opgenomen de uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens. Deze uitkomsten geven de geraamde capaciteitsbehoeften in meerjarig perspectief weer binnen de Justitiële keten.
Opbouw memorie van toelichting
De memorie van toelichting is als volgt opgebouwd:
• Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel;
• Begrotingstoelichting, uitgesplitst in:
1. Leeswijzer;
2. Beleidsagenda;
3. Beleidsartikelen;
4. Niet-beleidsartikelen;
5. Bedrijfsvoeringsparagraaf;
6. De baten-lastendiensten;
7. Raad voor de rechtspraak;
8. Verdiepingshoofdstuk;
9. Moties en toezeggingen;
10. Overzicht ZBO’s en RWT’s;
11. PMJ-Bijlage;
12. Wetgevingsprogramma;
13. Lijst met afkortingen;
14. Trefwoordenlijst.