Base description which applies to whole site

3. DE BELEIDSARTIKELEN

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

11 – Goed functionerende economie en markten

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

218.197

137

– 2.447

215.887

– 836

– 778

– 5.902

– 12.465

Waarvan garantieverplichtingen

               

UITGAVEN

219.931

137

– 2.457

217.611

– 836

– 778

– 5.902

– 12.465

Waarvan juridisch verplicht

     

97%

       
                 

Subsidies

1.700

   

1.700

       

– Digitalisering regionale radio

1.700

   

1.700

       

Opdrachten

12.760

137

– 4.682

8.215

– 639

140

– 5.019

– 11.620

– Onderzoek en Opdrachten

2.679

137

– 518

2.298

75

75

75

75

– PIANOo/TenderNed

5.851

 

– 3.939

1.912

– 639

140

133

133

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties Frequenties en Veiligheid

4.230

 

– 225

4.005

– 75

– 75

– 75

– 75

– Nader te verdelen taakstelling

Rijksdienst

           

– 5.152

– 11.753

Bijdragen aan agentschappen

11.116

2.472

13.588

831

52

52

52

– Agentschap Telecom

11.116

 

56

11.172

52

52

52

52

– Agentschap DICTU

   

2.416

2.416

779

     

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

190.463

– 839

189.624

– 1.040

– 980

– 947

– 909

– Metrologie

14.337

 

119

14.456

116

114

114

114

– Raad voor Accreditatie

213

 

2

215

3

1

2

1

– ACM (NMa/OPTA/CA)

3.135

 

– 1.808

1.327

– 1.919

– 1.825

– 1.784

– 1.744

– CBS

172.778

 

848

173.626

760

730

721

720

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

3.892

592

4.484

12

10

12

12

– Nederlands Normalisatie Instituut (NEN)

1.136

 

12

1.148

12

10

12

12

– Internationale organisaties

2.696

 

580

3.276

       

– Raad van deskundigen voor de nationale meetstandaarden

60

   

60

       
                 

ONTVANGSTEN

52.265

 

3.804.146

3.856.411

       

– Ontvangsten NMa

               

– High Trust

31.300

   

31.300

75.000

100.000

100.000

125.000

– Diverse ontvangsten

20.965

 

3.804.146

3.825.111

       

Toelichting op de verplichtingen

De verlaging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de verlaging op de uitgaven.

Toelichting op de opdrachten

De verlaging van het budget van PIANOo/TenderNed heeft met name betrekking op de geplande opdrachten 2013 die door het agentschap DICTU worden uitgevoerd (€ 2,4 mln).

De taakstelling Rijksdienst vanaf 2016 en verder wordt op een nader moment specifiek toegewezen aan artikelonderdelen.

Toelichting op de bijdragen aan agentschappen

De bijdrage aan het agentschap DICTU wordt opgehoogd met € 2,4 mln vanwege de geplande opdrachten 2013 die voor TenderNed worden uitgevoerd.

Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's

Per 1 april 2013 is de Autoriteit Consument en Markt (ACM) van start gegaan. De bijdrage die voorheen verstrekt werd aan de ZBO OPTA wordt nu geïntegreerd met de ramingen op artikel 40 voor de andere twee organisaties die zijn opgegaan in de ACM (NMa en Consumentenautoriteit). Op artikel 11 resulteert nog de raming voor de raad van bestuur voor de ACM. Hierdoor is het budget voor het 2e tot en met het 4e kwartaal van de OPTA (€ 1,8 mln) overgeboekt naar artikel 40.

Toelichting op de ontvangsten

De veiling van frequenties voor mobiele communicatie (multibandveiling) door het Agentschap Telecom heeft € 3,8 mld opgebracht.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

12 – Een sterk innovatievermogen

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

607.730

 

138.224

745.954

42.289

106.767

106.300

101.939

UITGAVEN

795.764

 

22.337

818.101

105.696

126.357

128.787

102.696

Waarvan juridisch verplicht

     

92%

       
                 

Leningen

88.996

 

1.500

90.496

5.088

5.931

18.646

11.500

– Innovatiefonds: Innovatiekrediet

65.335

 

500

65.835

   

3.946

 

– Innovatiefonds: Seed

23.661

 

– 8.100

15.561

– 7.712

– 8.669

   

– Innovatiefonds: Fund to fund

   

9.100

9.100

12. 800

14.600

14.700

11.500

                 

Subsidies

81.343

 

2.733

84.076

– 37.816

– 39.813

– 36.138

– 34.198

– Innovatie Prestatie Contracten

31.498

 

1.700

33.198

– 900

– 300

   

– Eurostars

8.638

 

– 1.900

6.738

       

– Lucht en Ruimtevaart

17.789

 

– 1.754

16.035

– 3.247

– 3.604

– 4.000

– 4.800

– Overig

23.418

 

4.687

28.105

– 1.669

– 2.309

– 738

2

– Taakstelling Topsectoren

       

– 32.000

– 33.600

– 31.400

– 29.400

                 

Opdrachten

2.856

 

1.164

4.020

       

– Onderzoek en opdrachten

2.856

 

1.164

4.020

       
                 

Bijdragen aan agentschappen

72.653

 

941

73.594

447

470

– 4.935

– 11.598

– Agentschap NL

72.512

 

941

73.453

447

470

259

251

– Agentschap Telecom

141

   

141

       

– Nader te verdelen taakstelling

Rijksdienst

           

– 5.194

– 11.849

                 

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

136.287

 

4.512

140.799

4.362

628

630

630

– TNO

136.287

 

4.512

140.799

4.362

628

630

630

                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

413.629

 

11.487

425.116

133.615

159.141

150.584

136.362

– Toeslag Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI-toeslag)

77.100

   

77.100

110.000

110.000

110.000

110.000

– Grote Technologische Instituten (GTI’s)

40.009

 

203

40.212

183

175

164

164

– Topsectoren overig

218.331

 

– 4.974

213.357

4.050

3.043

856

95

– Syntens

19.884

   

19.884

       

– Ruimtevaart (ESA)

57.058

 

16.437

73.495

19.382

45.923

39.564

26.103

– Overig (inclusief onderzoeksprojecten)

1.247

 

– 179

1.068

       
                 

ONTVANGSTEN

45.782

 

1.871

47.653

       

– Luchtvaartkredietregeling

382

   

382

       

– Technische Ontwikkelingsprojecten (TOP)

5.000

   

5.000

       

– Rijksoctrooiwet

31.212

   

31.212

       

– Innovatiekredieten

5.544

   

5.544

       

– Eurostars

2.056

   

2.056

       

– Diverse ontvangsten

1.588

 

1.871

3.459

       

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie van het verplichtingbudget wordt met name veroorzaakt door aanpassingen op het Innovatiefonds, Ruimtevaart en het Innovatieprogramma Holst Centre (Topsectoren overig).

  • Voor het Innovatiefonds is bij Najaarsnota 2012 budget naar voren gehaald ten behoeve van het instrument Fund to fund. De meerjarige doorwerking hiervan (verlaging van in totaal € 38,2 mln) valt nu deels samen met de ophoging van het niet benutte budget uit 2012 (in totaal € 46,6 mln) voor de Innovatiekredieten en de Seedregeling.

  • Als gevolg van de inschrijvingen op onder meer ESA programma’s tijdens de Ministersconferentie 2012 wordt het budget voor Ruimtevaart aangepast. Bij Najaarsnota 2012 is het verplichtingbudget met € 20,1 mln verlaagd omdat de verplichtingen pas in 2013 worden aangegaan. Deze € 20,1 mln wordt nu beschikbaar gesteld. Hiernaast dragen het Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (€ 15 mln) en het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (€ 15 mln) bij. Tevens wordt verplichtingbudget uit de periode 2014 tot en met 2017 naar voren gehaald (€ 50,2 mln).

  • Voor de financiering van het Holst Centre is in de periode 2012 tot en met 2015 in totaal € 16 mln beschikbaar. De verplichting wordt in zijn geheel in 2013 aangegaan waardoor aanpassing van het verplichtingbudget nodig is.

Toelichting op de leningen

Binnen het Innovatiefonds worden middelen die in afwachting van de start van Fund to fund op Seed geraamd stonden overgeheveld naar Fund to fund. Hiernaast wordt het kasbudget verhoogd met de niet in 2012 benutte middelen.

Toelichting op de subsidies

Vanuit het subsidiebudget voor Ruimtevaart worden middelen overgeheveld naar het Ruimtevaartbudget voor ESA (categorie «bijdragen aan organisaties»).

De verhoging van het budget «Overig» in 2013 hangt met name samen met de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen voor het Innovatieprogramma Veiligheid.

De taakstelling Topsectoren vanaf 2014 en verder wordt bij de Ontwerpbegroting 2014 nader verdeeld.

Toelichting op de bijdragen aan agentschappen

De taakstelling Rijksdienst vanaf 2016 en verder wordt op een nader moment specifiek toegewezen aan artikelonderdelen.

Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's

Deze mutatie betreft de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan TNO voor het thema Arbeid & Gezondheid en loon- en prijsbijstelling van tranche 2012.

Toelichting op de bijdragen aan (inter)nationale organisaties

De bij het Regeerakkoord beschikbaar gestelde middelen voor de TKI-toeslag worden overgeheveld naar de EZ begroting. Deze middelen worden ingezet voor EU-cofinanciering, bijdrage Nederlands Wetenschappelijk Onderzoek en de TKI-toeslag.

Als gevolg van de inschrijvingen op ondermeer ESA programma’s tijdens de Ministersconferentie 2012 wordt het budget voor Ruimtevaart aangepast. Hieronder vallen ook de bijdragen van het Ministerie Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (€ 15 mln) en het Ministerie van Infrastructuur & Milieu (€ 15 mln). Tevens vind er een structurele overheveling plaats vanuit artikel 14 (€ 2 mln) en 16 (€ 1 mln).

Voor de periode 2015 tot en met 2017 worden ook middelen beschikbaar gesteld zodat er voldoende budgettair mandaat is om aan de ESA Ministerconferentie in het voorjaar 2014 te kunnen deelnemen en de belangen van Nederland op het terrein van Ruimtevaart goed te vertegenwoordigen. Dekking hiervoor is vrijgemaakt binnen de EZ-begroting (lagere uitgaven artikel 14, subsidie MEP).

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

13 – Een excellent ondernemingsklimaat

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

2.585.516

5.493

9.455

2.600.464

398.436

386.928

386.122

385.343

Waarvan garantieverplichtingen

2.384.011

   

2.384.011

400.000

400.000

400.000

400.000

UITGAVEN

366.134

12.967

– 32.510

346.591

– 4.651

– 11.845

– 1.526

– 2.305

Waarvan juridisch verplicht

     

91%

       
                 

Garanties

129.211

 

– 31.752

97.459

– 1.000

2.000

13.000

13.000

– BMKB

65.541

   

65.541

       

– Groeifinancieringsfacilitieit

9.281

   

9.281

       

– Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

44.752

 

– 31.752

13.000

– 1.000

2.000

13.000

13.000

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw

9.637

   

9.637

       
                 

Subsidies

29.755

 

0

29.755

0

     

– Bevorderen ondernemerschap

1.139

   

1.139

       

– Biobased Economy

5.710

 

– 500

5.210

– 2.500

     

– Uitfinanciering subsidies

22.906

 

500

23.406

2.500

     
                 

Opdrachten

25.969

 

– 931

25.038

– 175

     

– Onderzoek & ontwikkeling

351

   

351

       

– ICT-beleid

20.852

 

– 931

19.921

– 175

     

– Beleidsvoorbereiding en evaluaties

2.436

   

2.436

       

– Regiegroep Regeldruk/ACTAL

2.330

   

2.330

       
                 

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

16.410

2.512

2.162

21.084

492

144

72

72

– NBTC

13.329

 

191

13.520

143

83

62

62

– UNWTO

233

   

233

       

– Bijdragen aan instituten

2.848

2.512

1.971

7.331

349

61

10

10

                 

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

150.577

 

– 3.348

 

– 3.968

– 13.989

– 13.989

– 13.989

– Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

150.577

 

– 3.348

 

– 3.968

– 13.989

– 13.989

– 13.989

                 

Bijdragen aan agentschappen

14.212

10.455

1.359

26.026

   

– 609

– 1.388

– Agentschap NL

12.012

10.455

1.359

23.826

       

– Logius

2.200

   

2.200

       

– Nader te verdelen taakstelling

Rijksdienst

           

– 609

– 1.388

                 

ONTVANGSTEN

92.599

 

– 31.752

60.847

– 1.000

2.000

13.000

13.000

– BMKB

25.230

   

25.230

       

– Groeifinancieringsfaciliteit

8.000

   

8.000

       

– Garantie Ondernemingsfinanciering

46.000

 

– 31.752

14.248

– 1.000

2.000

13.000

13.000

– Borgstelling Scheepsnieuwbouw

10.000

   

10.000

       

– Joint Strike Fighter

1.847

   

1.847

       

– Diverse ontvangsten

1.522

   

1.522

       

Toelichting op de verplichtingen

De mutatie in het verplichtingbudget hangt met name samen met het Regeerakkoord. Hierin is het structurele budget voor de Garantie Ondernemingsfinanciering met € 400 mln opgenomen. Dit leidt tot een verhoging met ingang van 2014. Daarnaast is hier ook een taakstelling op de Kamers van Koophandel opgenomen van € 5 mln in 2014 en € 15 mln structureel met ingang van 2015. Op bijdrage aan Agentschap NL heeft een technische aanpassing plaatsgevonden op het verplichtingbudget (in totaal € 11,6 mln).

Toelichting op de garanties

In het Regeerakkoord is afgesproken dat de garantieregeling Garantie Ondernemingsfinanciering structureel wordt met een jaarlijks plafond van € 400 mln. In dit kader moeten ook de ontvangsten en uitgaven structureel worden geraamd. Bij de raming wordt uitgegaan van een uitstaand obligo van € 800 mln en een premie van 1,7%. Een raming van ontvangsten en uitgaven van € 13 mln lijkt hierbij reëel, gezien het te verwachten beroep op deze faciliteit. De uitgaven en ontvangsten worden daarom met € 31,8 mln naar beneden bijgesteld.

Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's

In het Regeerakkoord is een taakstelling van € 5 mln in 2014 en € 15 mln structureel met ingang van 2015 opgenomen op de Kamers van Koophandel. De mutatie is het saldo van deze taakstelling en de uitgedeelde loon- en prijsbijstelling van tranche 2012 en een verlaging van de uitgaven voor de Kamers van Koophandel in verband met de verwachte realisatie 2013.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

14 – Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

1.996.164

18.000

1.456.259

3.470.423

– 244

– 4.962

– 6.026

19.595

Waarvan garantieverplichtingen

   

43.350

43.350

       

UITGAVEN

1.312.815

18.000

– 23.542

1.307.273

– 22.244

7.038

68.974

412.595

Waarvan juridisch verplicht (percentage)

     

95%

       
                 

Subsidies

1.086.731

 

– 5.918

1.080.813

– 29.400

500

63.600

380.800

– Stadsverwarming (14.1)

               

– Topsectoren Energie (14.3)

23.848

 

16.046

39.894

21.540

15.739

4.560

– 12.200

– Energie-innovatie (IA) (14.3)

31.658

   

31.658

       

– Green Deal (14.3)

25.000

 

– 1.375

23.625

       

– MEP (14.3)

555.000

 

– 27.000

528.000

– 22.000

– 8.000

– 5.000

– 2.000

– SDE (14.3)

244.858

 

23.514

268.372

– 400

     

– SDE+ (14.3)

100.000

 

– 20.960

79.040

– 28.940

– 7.239

64.040

395.000

– CCS (14.3)

49.400

   

49.400

       

– Hoge Flux Reactor (14.3)

7.250

   

7.250

       

– Aanschafsubsidie zonnepanelen (14.3)

30.000

 

– 668

29.332

       

– Elektrisch rijden (14.3)

4.123

   

4.123

       

– Overige subsidies (14.3)

15.594

 

4.525

20.119

400

     

Opdrachten

57.980

 

– 25.061

32.919

3.797

3.306

3.220

3.132

– O&O bodembeheer (14.2)

296

   

296

       

– Joint implementation (14.3)

33.651

 

– 26.437

7.214

       

– Straling (14.3)

9.517

 

1.526

11.043

3.797

3.306

3.220

3.132

– Pallas (14.3)

10.100

   

10.100

       

– Onderzoek en opdrachten (14.3)

4.416

 

– 150

4.266

       

Bijdragen aan agentschappen

37.018

 

6.834

43.852

3.307

3.226

2.003

458

– Agentschap NL

36.326

 

3.308

39.634

12

3

   

– NVWA

692

 

2

694

2

2

2

2

– Kern Fysische Dienst

   

3.524

3.524

3.293

3.221

3.154

3.085

– Nader te verdelen taakstelling

Rijksdienst

           

– 1.153

– 2.629

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

95.100

18.000

 

113.100

       

– Doorsluis COVA heffing (14.2)

93.000

18.000

 

111.000

       

– TNO bodembeheer (14.2)

2.100

   

2.100

       

Bijdragen aan mede-overheden

             

28.000

– Uitkoop

             

28.000

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

35.986

 

603

36.589

52

6

151

205

– ECN/NRG (14.3)

34.981

 

285

35.266

253

207

205

205

– Diverse instituten (14.2)

1.005

 

318

1.323

– 201

– 201

– 54

 
                 

ONTVANGSTEN

12.194.911

18.000

600.000

12.812.911

0

– 780.000

– 970.000

– 655.000

– COVA

93.000

18.000

 

111.000

       

– SDE+

100.000

   

100.000

 

20.000

80.000

395.000

– Aardgasbaten

12.000.000

 

600.000

12.600.000

0

– 800.000

– 1.050.000

– 1.050.000

– Ontvangsten zoutwinning

1.761

   

1.761

       

– Diverse ontvangsten

150

   

150

       

Toelichting op de verplichtingen

De hogere verplichtingen houden met name verband met:

  • Met de openstelling van de SDE+ regeling in april is het verplichtingenbudget met € 1,3 mld opgehoogd. Deze toename hangt samen met de verhoging van de 14%-doelstelling voor duurzame energie naar 16%.

  • Vanuit het budget SDE+ wordt voor de jaren 2013 tot en met 2016 € 93,1 mln kasgeld overgeheveld ten behoeve van de Topsectoren Energie. Hiervan is € 13,3 mln al in 2012 verplicht. Voor de resterende € 79,8 mln kas wordt in 2013 verplichtingenruimte opgevoerd (doorschuif van € 29,8 mln niet gebruikte verplichtingenruimte 2012 en € 50,0 mln verplichtingenruimte 2013). Deze aanwending van SDE+ middelen vindt plaats in het kader van het ondersteunen van innovatieprojecten, die passen binnen de programmalijnen van de Topsector Energie. Uitgangspunt hierbij is dat deze projecten bijdragen aan het kosteneffectiever bereiken van de doelstelling van 16% duurzame energie in 2020. De totale uitgaven voor de SDE+ nemen hierdoor niet toe.

  • De in 2012 niet benutte verplichtingenruimte voor Green Deals (€ 32,2 mln) wordt overgeheveld naar 2013.

  • Begin 2013 heeft de derde openstelling van de garantieregeling Geothermie plaatsgevonden (€ 43,4 mln). Het verplichtingenbudget wordt daartoe opgehoogd.

Toelichting op de subsidies

De lagere subsidie-uitgaven (€ 5,9 mln) houden voornamelijk verband met:

  • Vanuit de middelen voor SDE+ wordt in 2013 € 20,9 mln ingezet voor Topsectoren Energie, zie de toelichting op de verplichtingen.

  • De uitgaven van de inmiddels beëindigde subsidie Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie (MEP) vallen lager uit vanwege een geringere te subsidiëren productie van duurzame energie. Deze lagere productie heeft geen consequenties voor het bereiken van de doelstelling voor duurzame energie in 2020, omdat de productie van duurzame energie die met de MEP gesubsidieerd wordt vrijwel volledig voor 2020 zal plaatsvinden. Het aflopen van projecten, die aan het einde van hun levensduur zijn gekomen, wordt opgevangen door verplichtingen in de SDE+ in de komende jaren, zoals meegenomen in het Regeerakkoord. De meevaller in de kasuitgaven MEP wordt ingezet als dekking voor problematiek bij de NVWA, groen onderwijs en ruimtevaart. Ook naar de huidige inzichten volstaan de resterende middelen voor duurzame energie om via het bestaande en het voorgenomen instrumentarium de doelstelling 2020 te bereiken.

  • De onderuitputting van de SDE uit 2012 wordt in 2013 aan de begroting van Economische zaken toegevoegd ten behoeve van uitgaven voor duurzame energie.

  • De post «overige subsidies» wordt verhoogd met € 4,5 mln. Dit bedrag wordt met name ingezet voor het Water- en Energiebedrijf Bonaire N.V. Daartoe is budget overgeboekt vanuit de posten «Topsectoren Energie» (€ 2,8 mln) en «Green Deal» (€ 1,4 mln).

Toelichting op de opdrachten

Als gevolg van vrijval van middelen wordt de post »Joint Implementation» aangepast aan de verwachte financieringsbehoefte voor 2013.

Toelichting op de bijdragen aan agentschappen

Voor de uitvoering van diverse programma’s en regelingen wordt uitvoeringsbudget overgeheveld naar het Agentschap NL, namelijk:

  • Regelingen uit hoofde van energie-innovatie (€ 2,2 mln).

  • Subsidieregeling Zonnepanelen (€ 0,7 mln).

  • Programma Joint Implementation (€ 0,4 mln).

Voor de nucleaire activiteiten en crisismanagement van de Kern Fysische Dienst (KFD) wordt budget overgeheveld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) naar het Ministerie van Economische Zaken. Dit betreft de eerste tranche. Een tweede en laatste tranche zal naar verwachting bij Najaarsnota 2013 en Voorjaarsnota 2014 plaatsvinden wanneer meer duidelijkheid is over een exacte kostentoedeling. Dit geschiedt aan de hand van het kostprijsmodel van de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport (ILT) van het Ministerie van I&M.

Toelichting op de bijdragen aan mede-overheden

Er wordt in totaal € 140 mln (€ 28 mln per jaar) voor een periode van 5 jaar aan de EZ-begroting toegevoegd, startend in 2017. Dit geld is beschikbaar voor een regeling die als doel heeft om bewoners van woningen uit te kopen met daarna herbestemming en/of sloop van de woning (TK, 31 574, nr. 29). Het gaat hierbij om woningen die direct onder de geleiders (de hoogspanningslijnen) staan van 220 en 380 kV verbindingen. Voor woningen buiten de bevolkingskernen gaat het om 110 en 150 kV verbindingen.

Toelichting op de ontvangsten

De raming van de aardgasbaten voor 2013 wordt verhoogd. Dit komt doordat er een hogere olieprijs wordt verwacht en omdat er een hogere productie wordt verwacht vanwege een hogere vraag. Op de lange termijn wordt echter een lagere olieprijs verwacht waardoor de raming naar beneden moet worden aangepast.

Budgettaire gevolgen van beleid

(Bedragen x € 1 000)

15 – Een sterke internationale concurrentiepositie

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

90.549

– 90.549

           

UITGAVEN

112.104

– 112.104

           

Waarvan juridisch verplicht

               
                 

Subsidies

40.518

– 40.518

           

– Prepare2start/ Starters International Business (SIB)

6.147

– 6.147

           

– Overig Programmatische Aanpak

4.589

– 4.589

           

– 2g@there

6.462

– 6.462

           

– Transitiefaciliteit (TF)

10.000

– 10.000

           

– Kennisverwerving opkomende markten (ODA)

               

– Package4growth

7.147

– 7.147

           

– Partners for International Business (PIB)

5.350

– 5.350

           

– Overige subsidies

823

– 823

           

Opdrachten

3 340

– 3 340

           

– Beleidsondersteuning, evaluaties en onderzoek

1 557

– 1 557

           

– Collectieve Promotionele Activiteiten (CPA)

1 179

– 1 179

           

– Overige opdrachten

604

– 604

           

Leningen

7 500

– 7 500

           

– Finance for International Business(FIB)

7 500

– 7 500

           

Bijdrage aan agentschappen

44 561

– 44 561

           

– Agentschap NL

44 561

– 44 561

           

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

16 185

– 16 185

           

– WTO, OESO, UNEP, FAO en overige contributies

16 185

– 16 185

           
                 

ONTVANGSTEN

14 315

– 14 315

           

– Gemengde kredieten

681

– 681

           

– Package4growth

12.500

– 12.500

           

– Diverse ontvangsten

1.134

– 1.134

           

Toelichting

Met Nota van Wijziging (TK, 2012–2013, 33 400 XIII, nr. 23) is het deel van artikel 15 dat betrekking heeft op internationale handel toegevoegd aan de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De na de herverkaveling resterende budgetten zijn bij Nota van Wijziging toegevoegd aan artikel 11 (Goed functionerende economie en markten), artikel 13 (Een excellent ondernemingsklimaat), artikel 16 (Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens) en artikel 18 (Natuur en Regio).

Budgettaire gevolgen van beleid

(Bedragen x € 1.000)

16 – Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

638.549

12.213

55.659

706.421

36.961

30.295

18.319

9.690

Waarvan garantieverplichtingen

138.000

   

138.000

       

UITGAVEN

517.397

12.213

55.343

584.953

36.097

30.055

18.414

9.690

Waarvan juridisch verplicht

     

87%

       
                 

Subsidies

59.457

122

5.381

64.960

– 5.536

– 7.484

– 10.061

– 11.361

– Agrarisch ondernemerschap (16.1)

5.088

 

2.586

7.674

       

– Duurzame veehouderij (16.1)

5.584

 

8.315

13.899

       

– Mestbeleid (16.1)

2.050

   

2.050

       

– Plantaardige productie (16.1)

16.866

 

– 1.523

15.343

177

177

   

– Agrarische innovatie en overig (16.1)

9.601

 

– 3.875

5.726

       

– Visserij (16.1)

5.991

   

5.991

       

– Dierenwelzijn productiedieren en gezelschapsdieren (16.3)

2.008

122

– 122

2.008

– 113

– 61

– 61

– 61

– Apurement (16.5)

12.269

   

12.269

       

– Interne begrotingsreserve (16.5)

               

– Taakstelling Topsectoren

       

– 5.600

– 7.600

– 10.000

– 11.300

Garanties

12.000

   

12.000

       

– Bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (16.1)

2.000

   

2.000

       

– Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit (16.1)

10.000

   

10.000

       

Opdrachten

147.349

560

5.034

152.943

– 769

– 1.209

– 701

– 796

– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

24.020

 

266

28.306

– 80

– 51

– 1

– 1

– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

8.437

 

191

8.538

62

62

62

62

– Plant- en diergezondheid (16.3)

18.932

560

– 2.107

17.385

292

240

240

240

– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

93.887

 

5.111

98.998

– 1.043

– 1.460

– 1.002

– 1.097

– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

2.073

 

1.573

3.646

       

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

104.620

1.850

562

107.032

31.562

31.548

31.563

31.563

– Medebewind productschappen (16.5)

13.501

   

13.501

31.000

31.000

31.000

31.000

– Dienst Landbouwkundig Onderzoek (16.4)

91.119

 

562

91.681

562

548

563

563

– ZonMW/dierproeven

 

1.850

 

1.850

       

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

4.200

 

– 400

3.800

       

– Diergezondheidsfonds

4.200

 

– 400

3.800

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

 

7.915

123

8.038

       

– UNEP, FAO en overige contributies

 

7.915

123

8.038

       

Bijdragen aan agentschappen

189.771

1.766

44.643

236.180

10.840

7.200

– 2.387

– 9.716

– NVWA

93.241

766

25.193

119.200

10.226

6.610

3.407

4.207

– Dienst Regelingen

84.281

 

18.305

102.586

613

589

585

585

– Agentschap NL

3.010

1.000

1.786

5.796

       

– Dienst Landelijk Gebied

221

 

1

222

1

1

1

1

– Rijksrederij

9.018

 

– 642

8.376

       

– Nader te verdelen

taakstelling Rijksdienst

     

0

   

– 6.380

– 14.509

                 

ONTVANGSTEN

291.579

 

4.950

296.529

       

– Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij (16.1)

21.081

 

3.000

24.081

       

– Borgen voedselveiligheid- en kwaliteit(16.2)

430

   

430

       

– Plant- en diergezondheid (16.3)

500

   

500

       

– Kennisontwikkeling en innovatie (16.4)

10.884

 

1.577

12.461

       

– Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid (16.5)

258.684

 

373

259.057

       

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de verhoging van het uitgavenbudget.

Toelichting op de subsidies

De verhoging op het onderdeel Agrarisch ondernemerschap hangt voornamelijk samen met uitgaven voor de demoregeling proefprojecten Gemeenschappelijk Landbouwbeleid als onderdeel van het derde Plattelands Ontwikkelings Plan (POP-3). Het budget hiervoor stond gereserveerd onder de PAS-middelen en is daarom overgeheveld vanuit artikel 18.

De verhoging op het onderdeel «Duurzame veehouderij» van € 8,3 mln houdt verband met het feit dat van de beschikbare middelen op artikel 18 voor de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voor 2013 € 7,4 mln wordt overgeheveld naar artikel 16 voor uitvoering van de subsidieregeling en het meetprogramma Duurzame Stallen en € 1,0 mln voor beroepsopleiding/voorlichting en praktijknetwerken als onderdeel van de uitvoering van de PAS.

De verlaging op het onderdeel «Agrarische innovatie en overig» houdt voornamelijk verband met lagere uitgaven aan de VAMIL-regeling (Vrijwillige Afschrijving milieuinvesteringen). Deze lagere uitgaven worden ingezet voor de verhoging van de bijdrage aan Dienst Regelingen. Zie de toelichting bij de bijdragen aan agentschappen.

De taakstelling Topsectoren vanaf 2014 en verder wordt bij Ontwerpbegroting 2014 nader verdeeld.

Toelichting op de opdrachten

De verlaging op het onderdeel Plant- en diergezondheid houdt verband met een overheveling van € 1 mln naar de begroting van Financiën/Douane ten behoeve van grenscontroles op dierziekten. Tevens wordt het uitgavenbudget voor projecten met betrekking tot gewasbescherming verlaagd met € 2,1 mln. Deze lagere uitgaven worden ingezet voor de hogere bijdrage aan Dienst Regelingen. Zie de toelichting bij de bijdragen aan agentschappen.

De verhoging op het onderdeel «Kennisontwikkeling en innovatie» houdt grotendeels verband met het feit dat voor de uitvoering door DLO van diverse onderzoeksprojecten, onder andere op het gebied van Biobased Economy, groen onderwijs, dierenwelzijn en dierziektenbewaking, duurzame veehouderij, plantaardige productie en PAS-gerelateerde onderzoeken middelen worden middelen overgeboekt naar het onderhavige onderdeel.

De verhoging van het onderdeel «Borgen voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid» houdt voornamelijk verband met voorbereidingskosten voor de uitvoering van het Plattelands Ontwikkelings Programma deel 3 (POP-3). Het betreft hier onder meer communicatiekosten, onderzoekskosten en kosten in verband met het uitvoeren van ex ante evaluaties.

Toelichting op de bijdragen aan ZBO's/RWT's

De verhoging op het onderdeel «Medebewind productschappen» houdt verband met een maatregel in het Regeerakkoord «Bruggen slaan». Als maatregel in het Regeerakkoord is opgenomen dat de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisaties (PBO’s) en de PBO-heffing worden afgeschaft. De medebewindstaken en autonome publieke taken van de PBO’s worden vanaf 2014 door EZ uitgevoerd. Voor de uitvoering van deze taken wordt structureel € 31 mln vanaf 2014 aan de EZ begroting toegevoegd. Deze middelen zullen bij Ontwerpbegroting 2014 nader worden verdeeld over verschillende beleidsonderdelen van artikel 16 en het apparaatsartikel 40.

Toelichting op de bijdragen aan agentschappen

NVWA

Er wordt in 2013 € 10,1 mln toegevoegd aan het opdrachtenbudget van de NVWA om de kwaliteit van uitvoering, handhaving en toezicht te waarborgen (meerjarige verhoging: € 7,3 mln in 2014, € 5,7 mln in 2015, € 3 mln in 2016, € 3,8 mln in 2017 en € 4,7 mln in 2018). De bijdrage NVWA wordt hiermee op een adequaat niveau gebracht in relatie tot het opdrachtenpakket. Tevens wordt de bijdrage in 2013 verhoogd met € 14,1 mln (€ 2,5 mln in 2014 en € 0,5 mln in 2015) ten behoeve van investeringen die het mogelijk maken de beoogde fusiebesparingen op het gebied van huisvesting, ICT en arbeidsvoorwaarden te realiseren. Deze investeringen zijn nodig om uitvoering te geven aan de motie Jacobi c.s. (TK, 33 240 XIII, nr. 18).

Voorts wordt vanuit de begroting van Veiligheid en Justitie € 0,5 mln overgeheveld voor het programma «Afpakken». Het betreft hier een rijksbrede aanpak waarbij de vier bijzondere opsporingsdiensten (FIOD, SIOD, NVWAIOD en VROM-IOD) en Functioneel Parket samenwerken om meer en sneller afpakken van met criminele activiteiten verkregen geld te bewerkstelligen. De resterende verhoging voor 2013 en volgende jaren houdt verband met de toegekende prijsbijstelling 2013.

Dienst Regelingen

De bijdrage wordt met € 15,9 mln verhoogd ten behoeve van de uitvoering van EU-regelingen (Bedrijfstoeslagregeling en nationale co-financiering EU-programma’s) die volgens EU-voorschriften moeten worden uitgevoerd. Tevens wordt de bijdrage verhoogd met € 1,9 mln voor uitvoeringskosten met betrekking tot de overgehevelde PAS-middelen (zie toelichting subsidies). De resterende verhoging voor 2013 en volgende jaren houdt verband met de toegekende prijsbijstelling 2013 (€ 0,5 mln).

Agentschap NL

Vanuit het subsidieonderdeel Educatie op artikel 17 wordt voor 2013 € 1,5 mln overgeheveld voor uitvoeringskosten van Agentschap NL ten behoeve van het programma «Duurzaam door». Dit programma geeft visie en aanpak voor de periode 2013–2016 en is gericht op competentie-ontwikkeling voor een duurzame toekomst en vanuit artikel 18 € 0,3 mln voor uitvoeringskosten in het kader van de PAS.

Nader te verdelen taakstelling Rijksdienst

De taakstelling Rijksdienst vanaf 2016 en verder wordt op een nader moment specifiek toegewezen aan artikelonderdelen.

Toelichting op de ontvangsten

De verhoging op het onderdeel «Versterken concurrentiekracht en verduurzaming agroketens en visserij» houdt verband met ontvangsten vanuit de agrarische sector met betrekking tot identificatie en registratie van vee. Deze ontvangsten worden ingezet voor de hogere bijdrage aan Dienst Regelingen.

De verhoging op onderdeel «Kennisontwikkeling en innovatie» houdt verband met een bijdrage van het Ministerie van Buitenlandse Zaken voor 2013 aan de uitvoering van het «Food Security Embassy Support Programme». Dit bedrag wordt rechtstreeks betaald. Dit programma is erop gericht om Nederlandse ambassades hulp te bieden voor de implementatie van projecten op het gebied van voedselzekerheid.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

17 – Groen onderwijs van hoge kwaliteit

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

777.779

 

21.160

798.939

18.060

7.779

– 59.549

– 68.607

UITGAVEN

776.575

 

21.047

797.622

17.442

7.560

– 59.590

– 68.607

Waarvan juridisch verplicht

     

100%

   

             

Bekostiging

700.561

 

17.696

718.257

12.140

1.356

– 18.269

– 27.177

– Wageningen Universiteit

161.521

 

4.735

166.256

3.696

3.467

766

162

– HBO-groen

74.074

 

3.406

77.480

2.656

2.618

– 6.159

– 6.558

– MBO-groen

154.706

 

731

155.437

– 3.846

– 3.870

– 3.876

– 7.320

– Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA)

11.575

 

1.312

12.887

0

0

0

0

– Wachtgelden

12.987

 

785

13.772

0

0

0

0

– VMBO-groen

278.538

 

5.472

284.010

9.103

1.211

– 4.226

– 8.677

– Aequor

7.160

 

1.255

8.415

531

– 2.070

– 4.774

– 4.784

Subsidies

73.303

 

3.835

77.138

5.920

6.423

– 41.280

– 41.430

– Groene Kennis Coöperatie

4.008

 

0

4.008

0

0

– 4.037

– 4.012

– School als Kenniscentrum

30.538

 

0

30.538

0

0

– 31.466

– 31.441

– Kennisverspreiding en innovatie groen onderwijs

7.834

 

0

7.834

0

0

– 6.703

– 6.635

– Aanvullende onderwijssubsidies

25.641

 

6.371

32.012

6.420

6.423

926

658

– Ontwikkeling en beheer natuurkwaliteit

2.382

 

0

2.382

0

0

0

0

– Educatie

2.900

 

– 2.536

364

– 500

0

0

0

Opdrachten

2.711

 

– 484

2.227

– 618

– 219

– 41

0

– Kennisverspreidingsprojecten

2.711

 

– 484

2.227

– 618

– 219

– 41

0

                 

ONTVANGSTEN

75

 

0

75

75

75

75

75

Toelichting op de verplichtingen

De verhoging van de verplichtingen hangt grotendeels samen met de verhoging van de uitgaven.

Toelichting op de bekostiging

De verhoging van totaal € 17,7 mln voor het onderdeel bekostiging Groen Onderwijs heeft met name betrekking op de volgende onderdelen:

  • Wageningen Universiteit (€ 4,7 mln): de verhoging van de uitgaven wordt grotendeels (€ 3,1 mln) bepaald door het vervallen van de langstudeerderskorting Hoger Onderwijs.

  • HBO-groen (€ 3,4 mln): deze verhoging wordt met name veroorzaakt door het vervallen van de langstudeerderskorting.

  • MBO (€ 0,7 mln): deze verhoging is het saldo van € 4,9 mln verhoging voornamelijk als gevolg van het stijgende aantal studenten en een verlaging van € 4,2 mln als gevolg van een overheveling naar onderwijssubsidies MBO.

  • VMBO-groen en Aequor (totaal € 6,7 mln): als gevolg van het stijgende aantal studenten is de raming verhoogd om de wettelijk verplichte bekostiging na te komen. Dekking hiervoor is vrijgemaakt binnen de EZ-begroting (lagere uitgaven artikel 14, subsidie MEP).

Toelichting op de subsidies

Aanvullende onderwijssubsidies: deze stijging wordt vooral veroorzaakt doordat een aantal onderwijssubsidies MBO (€ 4,2 mln) en VMBO (€ 1,6 mln) zijn overgeheveld van bekostiging naar subsidies.

Educatie: de afname van de uitgaven houdt voor een groot deel verband met een overheveling (– € 1,5 mln) van het programma «Duurzaam Door sociale innovatie voor een groene economie» naar het Agentschap NL ten behoeve van de uitvoeringskosten.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

18 – Natuur en regio

Stand ontwerpbegroting 2013

Mutaties via NvW en amendementen

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2014

Mutatie 2015

Mutatie 2016

Mutatie 2017

 

(1)

(2)

(3)

(4)=(1+2+3)

       

VERPLICHTINGEN

452.081

888

199.167

652.136

– 14.084

– 11.034

– 28.767

– 37.966

Waarvan garantieverplichtingen

50.509

   

50.509

       

UITGAVEN

689.737

888

– 205.545

485.080

– 38.803

863

– 3.159

– 8.409

Waarvan juridisch verplicht

     

98%

       
                 

Subsidies

99.283

 

23.664

122.947

509

7

0

0

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

87.273

 

7.664

94.937

9

7

   

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

5.817

   

5.817

       

– Behouden van de (internationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

6.193

 

16.000

22.193

500

     

Leningen

36.400

 

– 2.150

34.250

– 150

– 150

– 150

– 150

– Behouden van de (internationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

36.400

 

– 2.150

34.250

– 150

– 150

– 150

– 150

Opdrachten

40.576

 

75.448

116.024

6.215

116

157

211

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

750

 

– 82

668

       

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

28.994

 

66.556

95.550

6.248

131

131

131

– Behouden van de (internationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

10.832

 

8.974

19.806

– 33

– 15

26

80

Bijdragen aan mede-overheden

363.459

 

– 321.880

41.579

– 46.393

– 87

0

0

– Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren (18.1)

12.149

   

12.149

       

– Wederzijds versterken van ecologie en economie (18.2)

41.097

 

– 19.167

21.930

       

– Behouden van de (internationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

0

 

7.500

7.500

       

– Te decentraliseren (18.4)

310.213

 

– 310.213

0

– 46.393

– 87

   

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

36.681

 

608

37.289

514

514

514

514

– Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur (18.3)

36.681

 

608

37.289

514

514

514

514

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

 

888

157

1.045

0

0

0

0

– Overige contributies

 

888

157

1.045

       

Bijdragen aan agentschappen

113.338

 

18.608

131.946

502

463

– 3.680

– 8.984

– Dienst Landelijk Gebied

71.207

 

3.942

75.149

313

278

267

255

– Dienst Regelingen

33.250

 

14.185

47.435

144

140

138

137

– Agentschap NL

1.036

 

436

1.472

       

– Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit

7.845

 

45

7.890

45

45

45

45

– Nader te verdelen

taakstelling Rijksdienst

     

0

   

– 4.130

– 9.421

                 

ONTVANGSTEN

113.714

 

8.481

122.195

– 88

– 87

   

– Landinrichtingsrente

42.161

   

42.161

       

– Bijdragen van derden

19.773

 

21.140

40.913

       

– EU-bijdragen

2.096

   

2.096

       

– Jachtakten

1.031

   

1.031

       

– Synergiegelden

12.659

 

– 12.659

0

– 88

– 87

   

– Verkoop gronden

35.000

   

35.000

       

– Overige

994

   

994

       

Toelichting op de verplichtingen

De hogere verplichtingen in 2013 houden voornamelijk verband met de toevoeging van de € 200 mln uit het Regeerakkoord voor natuurintensiveringen. De meerjarig lagere verplichtingen vanaf 2014 houden naast de uitgavenmutaties verband met het feit dat in het kader van de decentralisatie van het Regionaal Economisch Programma Zuiderzeelijn het meerjarige onbenutte verplichtingenbudget wordt afgeboekt. Het betreft een technische aanpassing, de uitgavenbudgetten zijn in 2012 reeds overgeheveld naar het Provinciefonds.

Tevens worden in het kader van het Bestuursakkoord Natuur de meerjarige onbenutte verplichtingenbudgetten afgeboekt, aangezien bij de uitwerking van het decentralisatieakkoord alleen de kasbedragen zijn gedecentraliseerd/overgeheveld.

Toelichting op de subsidies

Van de verhoging op het onderdeel «Versterking mainports, brainports, greenports, valleys en andere clusters gerelateerd aan topsectoren» houdt € 8 mln verband met het volgende: In 2012 is vanuit dit onderdeel een extra bedrag opgenomen in de decentralisatie-uitkering natuur als voorschot voor kosten die Staatsbosbeheer en Faunafonds maken in 2013. Dit heeft als consequentie dat de raming voor 2013 nu bij eerste suppletoire begroting wordt verhoogd.

De verhoging op het onderdeel «Behouden van de (inter)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» houdt voor € 15 mln verband met de toevoeging van € 200 mln uit het Regeerakkoord voor natuurintensiveringen. Het betreft hier het project «Marker Wadden».

De resterende verhoging betreft een overheveling vanuit het budget voor Natuur en Milieueducatie op artikel 17 voor 2013 en 2014 van € 1 mln. Deze middelen zijn benodigd om de subsidie voor educatieve werkzaamheden bij het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid af te bouwen.

Toelichting op de opdrachten

De verhoging op het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» houdt voornamelijk verband met het volgende.

Bij de afwikkeling van de decentralisatieafspraken Natuur eind 2012 is in de afrondingsovereenkomst ILG met provincie Zeeland afgesproken dat de verantwoordelijkheid voor het FES-project «Natuurprogramma Westerschelde» bij het Rijk blijft en dat over de financiële afwikkeling daarvan specifieke afspraken tussen het Rijk en de provincie Zeeland worden gemaakt. Het project en de middelen worden derhalve niet gedecentraliseerd. De beschikbare middelen voor het Westerschelde-programma in 2013 en 2014 worden hiertoe van de categorie «Bijdrage mede-overheden/te decentraliseren» afgeboekt en opgenomen onder categorie «Opdrachten» bij het onderhavige artikelonderdeel.

De verhoging met € 9,0 mln op onderdeel «Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» betreft voor € 11,9 mln voornamelijk compensatie voor kosten van ganzenbeheer die in 2012 door EZ zijn voorgeschoten ten behoeve van de provincies en een korting op de decentralisatie-uitkering voor uitgaven die de provincies ten laste van EU-middelen voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma kunnen brengen. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de decentralisatie-uitkering op het onderdeel «Te decentraliseren».

Tevens vindt verlaging plaats met € 2,9 mln vanuit het programmabudget voor Natura 2000 naar de bijdrageonderdelen van Dienst Regelingen (DR) en de Dienst Landelijk Gebied (DLG). Deze bedragen zijn de jaarlijkse bijdragen voor onder meer het opstellen van beheerplannen Natura 2000.

Toelichting op de bijdrage aan de mede-overheden

De verlaging op het onderdeel «Wederzijds versterken van ecologie en economie» van € 19,2 mln houdt voor € 17,3 mln verband met

een budgetoverheveling naar artikel 16 van PAS-middelen (zie de toelichting bij artikel 16) en voor € 1,9 mln met een jaarlijkse bijdrage aan het Ministerie van I&M ten behoeve van de Milieu Effect Rapportage 2013.

De verhoging op het onderdeel «Behouden van de (inter-)nationale biodiversiteit en versterken van onze natuur» houdt verband met de toevoeging van € 200,3 mln uit het Regeerakkoord voor natuurintensiveringen. Het bedrag (€ 7,5 mln) is bestemd voor natuurprojecten in Caribisch Nederland.

De verlaging op artikelonderdeel «Te decentraliseren» met € 310,2 mln is het saldo van een aantal verhogingen en verlagingen:

• Toevoeging in het kader van de intensivering voor natuur uit het Begrotingsakkoord.

+ € 177,5 mln

Van de totaal € 200,3 mln blijft € 22,8 mln op de EZ-begroting (met name voor project Marker Wadden en natuurprojecten Caribisch Nederland) en € 177,5 mln wordt overgeheveld naar de provincies.

 

• Mutaties samenhangend met de afronding en decentralisatie van het Investeringsbudget landelijk gebied (ontvangst van te veel ontvangen voorschotten ILG door Zeeland en Noord-Holland, verrekening van het in 2012 reeds betaalde voorschot voor beheerkosten 2013 aan Staatsbosbeheer en Faunafonds, verrekening van de uitvoeringskosten Faunafonds, verlaging van het budget voor synergiegelden water die rechtstreeks vanuit de begroting van I&M zijn overgeheveld).

– € 27,1 mln

• Het niet decentraliseren van het natuurprogramma Westerschelde (zie opdrachten).

– € 67,0 mln

• Overheveling naar Provinciefonds in het kader van het decentralisatieakkoord

– € 393,6 mln

Toelichting op de bijdragen aan agentschappen

Dienst Landelijk Gebied

De verhoging houden voornamelijk verband met de jaarlijkse bijdrage voor het opstellen van beheerplannen Natura 2000.

Dienst Regelingen

In het kader van het Bestuursakkoord Natuur dragen de provincies een bedrag van € 11,7 mln bij voor de uitvoering van het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer. Tevens vindt verhoging plaats met € 2,5 mln om de bijdrage te laten aansluiten op het opdrachtenpakket voor de uitvoering van de overige natuurregelingen en de uitvoeringskosten beheersplannen Natura 2000.

Agentschap NL

De verhoging houdt verband met uitvoeringskosten van het programma «Pieken in de Delta» en uitvoeringskosten inzake de deelopdrachten Caribisch Nederland en «Topconsortia».

Nader te verdelen taakstelling Rijksdienst

De taakstelling Rijksdienst vanaf 2016 en verder wordt op een nader moment specifiek toegewezen aan artikelonderdelen.

Toelichting op de ontvangsten

De hogere ontvangsten op het onderdeel «Bijdragen van derden» houden verband met betalingen door de provincies Zeeland en Noord-Holland van in 2012 door EZ te veel betaalde voorschotten op grond van de afrondingsovereenkomst ILG. De middelen komen op grond van de afrondingsovereenkomsten ten gunste van de andere provincies.

De lagere ontvangsten op het onderdeel «Synergiegelden» houden verband met het feit dat I&M de uitgaven voor projecten in het kader van synergiegelden water in 2012 rechtstreeks heeft overgeheveld naar het Provinciefonds; de ontvangst en uitgave loopt niet meer via de begroting van EZ.

Licence