Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten mutaties

Suppletoire mutaties 2014 (Voorjaarsnota) (in € mln.)

   

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting

 

10.253,8

261,3

         

– nota van wijziging (Kamerstukken II, 33 750 XII, nr. 11)

 

0,0

0,0

– Amendement van het lid Remco Dijkstra

     

Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750 XII, nr. 17

 

0,0

 
         

Stand vastgestelde begroting 2014

 

10.253,8

261,3

         

– belangrijkste mutaties Voorjaarsnota:

     
         

1.

Invulling IenM aandeel in bezuiniging collectieve sector (maatregelpakket € 6 miljard)

Diverse

– 18,3

 
   

99

18,3

 

2.

Invulling beperking garantieregelingen (verplichtingen)

13

0,0

 

3.

Toekenning eindejaarsmarge

99

29,0

 

4.

Afroming eigen vermogen Agentschappen IenM

99

14,8

14,8

5.

Egalisatievordering Rijkshuisvesting

98

– 25,0

 

6.

Nieuwe raming ontvangsten emissiehandel

19

 

– 53,0

7.

Interreg

19

5,3

 

8.

Bijdrage IF aan Beter Benutten voor ITS

14

2,4

 
 

Bijdrage IF aan ERMTS en Groei op het Spoor

16

4,3

 
 

Bijdrage IF aan BDU

25

165,7

 
 

Bijdrage uit IF aan BDU, Beter Benutten, ITS, ERMTS en Groei op het Spoor

26

– 172,4

 

9.

Decentralisatie IJsselsprong naar Provinciefonds

26

– 18,0

 

10.

Bijdrage gemeenten en EZ aan Basisregistratie Kadaster

13

4,5

 

11.

Bijdrage vanuit Defensie voor uitvoering vergunningverlening BRIKS

22

0,4

0,4

12.

Bijdrage voor Defensie noodsleephulp en de betonningstaken.

26

– 3,7

 

13.

Generale kasschuif IF

26

– 250,0

 

14.

Loon en prijsbijstelling

99

11,5

 

15.

Diversen

Diverse

4,6

5,0

Stand 1e supplettoire wet

 

10.027,2

228,5

Toelichting
  • 1. Bij ontwerpbegroting 2014 is het aandeel van IenM in het pakket van € 6 miljard aan bezuinigingen (€ 18,3 miljoen structureel) op artikel 99 (Nominaal en onvoorzien) geparkeerd. Bij 1e suppletoire wet is deze over diverse artikelen verdeeld. Zie hieronder het onderdeel «Invulling van taakstellingen».

  • 2. In de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Risicoregelingen is het garantiekader aangescherpt (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750, nr. 13). IenM geeft hier invulling aan door de verplichtingenruimte op de garantieregeling MKB Krediet op artikel 13 te beperken van € 65,3 miljoen naar € 15 miljoen.

  • 3. Als gevolg van de onderuitputting in het jaar 2013 wordt het kader van het jaar 2014 van de begroting van Hoofdstuk XII met € 29 miljoen verhoogd om aan de betaling van overlopende verplichtingen te kunnen voldoen.

  • 4. Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is op basis van de regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5% van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. Bij de agentschappen ILT (€ 11,6 miljoen), KNMI (€ 2,4 miljoen) NEa (€ 0,6 miljoen) en RWS (€ 0,2 miljoen) wordt deze norm overschreden. Deze overschrijdingen worden conform de regeling agentschappen hersteld door afroming ten gunste van het IenM-brede beeld.

  • 5. Het kabinet heeft besloten tot een nieuwe vormgeving van het Rijkshuisvestingsstelsel per 1-1-2016 (Kamerstukken II, 2011/12, 31 490, nr. 75). Onderdeel van dit nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel is bijvoorbeeld een vaste gebruikersvergoeding voor departementen per m2 en het voorkomen van leegstand door centrale sturing. De een-op-een relatie uit het oude huisvestingstelsel tussen de (huur)prijs van het pand en het behuizen van een pand wordt met het nieuwe Rijkshuisvestingsstelsel losgelaten, waardoor de huidige huurcontracten voortijdig worden opengebroken. Gedurende de looptijd van het huurcontract heeft de Rijksgebouwendienst (RGD) een vordering op de balans (zogenaamde egalisatievordering). Doordat de huurcontracten voortijdig moeten worden opengebroken vanwege de overgang naar het nieuwe huisvestingsstelsel, dienen departementen deze egalisatievordering voortijdig af te lossen. Afgesproken is dat dit vanaf Voorjaarsnota 2014 tot en met uiterlijk Najaarsnota 2015 kan. Het Ministerie van IenM lost bij deze 1e suppletoire begroting 2014 de egalisatievordering af.

  • 6. In Europees verband is besloten het aantal te veilen rechten in de jaren 2014 tot en met 2016 met in totaal 900 miljoen stuks te beperken en deze in 2019 en 2020 alsnog op de markt te brengen. Naar schatting betekent dit voor het Nederlandse aandeel hierin € 53 miljoen minder aan ontvangsten in 2014, maar per saldo ruim € 200 miljoen meer in de periode 2014–2020.

  • 7. De begroting van IenM wordt in de periode 2014–2020 met € 14,3 miljoen verhoogd (waarvan € 5,3 miljoen in 2014) voor de internationale uitvoering van de programma’s Interreg in Nederland (ook inbegrepen de stimulering van deelname door Nederlandse partners en evaluatie). Nederland is verantwoordelijk voor transnationale en Europabrede structuurfondsen.

  • 8. Verhogingen van de artikelen 14, 16 en 25 worden vanuit het Infrastructuurfonds gevoed. Het gaat om activiteiten die op basis van hun aard en in lijn met de Wet Infrastructuurfonds op hoofdstuk XII moeten worden begroot en verantwoord. Op basis hiervan wordt artikel 25 (Brede Doeluitkering) met bijna € 166 miljoen verhoogd, waarvan bijna € 129 miljoen voor de BDU-bijdrage (met name voor Beter Benutten), ruim € 17 miljoen voor Zuidasdok en € 17 miljoen voor de N23. Artikel 14 (Wegen en verkeersveiligheid) wordt met ruim € 2,4 miljoen verhoogd ten behoeve van Beter Benutten voor Intelligente Transport Systemen. Artikel 16 (Spoor) wordt met ruim € 4 miljoen verhoogd ten behoeve van ERTMS en het Actieplan Groei op het spoor.

  • 9. De middelen die zijn toegekend aan het Nota Ruimtebudget project IJsselsprong Zutphen worden gedecentraliseerd naar het Provinciefonds.

  • 10. Dit betreft de bijdrage van gemeenten en het Ministerie van Economische Zaken ten behoeve van het Kadaster voor de uitvoering van de Basisregistratie Kadaster. De opdrachtverstrekking aan het Kadaster loopt via IenM.

  • 11. In verband met het grotere aantal BRIKS-vergunningen dat moet worden verleend is sprake van hogere ontvangsten van het Ministerie van Defensie voor de kosten van de BRIKS-vergunningen.

  • 12. IenM draagt bij aan de financiering van de noodsleephulp en de betonningstaken die Defensie uitvoert. De bijdrage komt uit het Hoofdvaarwegenbudget op het Infrastructuurfonds.

  • 13. Investeringen in aanleg, beheer en onderhoud zijn gebaat bij continuïteit en een kasbeeld met beperkte schommelingen. In de Infrastructuurfondsbegroting was er in 2016 echter sprake van een forse terugloop van de totale beschikbare middelen ten opzichte van het jaar 2014. Bij het realiseren van meerjarige infrastructuurprojecten is dit een moeilijk te beheersen situatie. Het verloop van de budgetten vergde daarom een oplossing om het programma zo veel mogelijk volgens planning in uitvoering te blijven nemen. Deze oplossing is gevonden in twee kasschuiven op het Infrastructuurfonds, waarvan een generale kasschuif op het Infrastructuurfonds van 2014 naar 2016 en 2017. Aangezien de voeding van het Infrastructuurfonds via artikel 26 loopt, wordt deze kasschuif ook op Hoofdstuk XII zichtbaar. Zie voor meer toelichting de 1e suppletoire 2014 van het Infrastructuurfonds.

  • 14. Dit betreft de toegekende loon- en prijsbijstelling 2014. Deze is geparkeerd op artikel 99 en zal bij Miljoenennota 2015 worden verdeeld.

  • 15. Naast de hierboven toegelichte mutaties zijn diverse kleinere mutaties in deze 1e suppletoire begroting opgenomen. Het grootste deel van deze restpost wordt verklaard door hogere ontvangsten en uitgaven van het PBL op artikel 97 Algemeen departement en vertraagde uitgaven en ontvangsten uit 2013 op artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement.

Invulling van taakstellingen en aangescherpt garantiekader

Bij 1e suppletoire wet wordt invulling gegeven aan drie bezuinigingen. Het zijn taakstellingen waartoe het kabinet in de afgelopen maanden heeft besloten en die meerdere Rijksbegrotingshoofdstukken raken:

  • 1. Invulling Maatregel «Bezuiniging op de collectieve sector van € 6 miljard»

  • 2. Invulling Maatregel «Herschikking subsidies» op het Bedrijfslevenbeleid / Topsectoren

  • 3. Invulling aangescherpte garantiekader.

Deze maatregelen worden hieronder omschreven en zijn terug te vinden in de afzonderlijke artikelen waar naar wordt verwezen.

1. Bezuiniging op de collectieve sector (maatregelpakket van € 6 miljard)

IenM draagt vanaf 2014 structureel € 18,3 miljoen bij aan de bezuiniging op de collectieve sector uit het maatregelpakket van € 6 miljard waartoe in augustus 2013 is besloten1. Van de € 18,3 miljoen die structureel is ingeboekt, is ruim € 16 miljoen op de investeringsfondsen ingeboekt. Voor meer informatie over deze verwerking zie de suppletoire wetten van de begrotingsfondsen A en J (resp. Infrastructuur- en Deltafonds). De Brede Doeluitkering is van deze taakstelling uitgezonderd.

Deze taakstelling was bij begroting 2014 op artikel 99 geparkeerd en wordt bij deze 1e suppletoire wet ingevuld.

Invulling Maatregel «IenM aandeel in bezuiniging op de collectieve sector van € 6 miljard» (Miljoenennota 2014) op Hoofdstuk XII (x € 1.000).

Artikel

2014

2015

2016

2017

2018

art. 11 Waterkwantiteit

– 55

– 55

– 55

– 55

– 55

art. 12 Waterkwaliteit

– 183

– 92

– 18

– 37

– 18

art. 13 Ruimtelijke ordening

– 183

– 366

– 366

– 384

– 384

art. 14 Wegen en verkeersveiligheid

– 73

– 55

– 55

– 55

– 55

art. 15 Openbaar vervoer

– 18

– 18

– 18

– 18

– 18

art. 16 Spoor

– 55

– 37

– 18

– 18

– 18

art. 17 Luchtvaart

– 37

– 37

– 18

– 18

– 18

art. 19 Klimaat

– 59

– 165

– 165

– 165

– 165

art. 20 Lucht en geluid

– 125

       

art. 21 Duurzaamheid

– 18

– 37

– 37

– 37

– 37

art. 22 Externe veiligheid en risico’s

– 37

– 73

– 128

– 146

– 146

art. 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

– 92

– 73

– 73

– 73

– 73

art. 24 Handhaving en toezicht

– 238

– 238

– 238

– 238

– 238

art. 26 Bijdrage investeringsfondsen

– 16.470

– 16.470

– 16.470

– 16.470

– 16.470

art. 97 Algemeen

– 35

– 35

– 37

– 37

– 38

art. 98 Apparaat van het kerndepartement

– 622

– 549

– 604

– 549

– 567

 

– 18.300

– 18.300

– 18.300

– 18.300

– 18.300

2. Taakstelling op Bedrijfslevenbeleid / Topsectoren

In de Begrotingsafspraken 2014 is afgesproken dat de middelen voor het bedrijfsleven vanaf 2015 worden herschikt en de subsidies rijksbreed worden verlaagd2. De taakstelling van structureel € 2,4 miljoen is verdeeld over de artikelen 11, 14, 15, 16, 17 en 18 van Hoofdstuk XII.

Invulling Maatregel «Herschikking subsidies» op het Bedrijfslevenbeleid / Topsectoren (Begrotingsafspraken 2014) op Hoofdstuk XII (x € 1.000).

Artikel

2014

2015

2016

2017

2018

art. 11 Waterkwantiteit

 

– 1.000

– 1.200

– 1.200

– 1.200

art. 14 Wegen en verkeersveiligheid

 

– 550

– 665

– 663

– 570

art. 15 Openbaar vervoer

 

– 159

– 188

– 173

– 215

art. 16 Spoor

 

– 78

– 85

– 100

– 105

art. 17 Luchtvaart

 

– 145

– 186

– 188

– 223

art. 18 Scheepvaart en havens

 

– 68

– 76

– 76

– 87

 

0

– 2.000

– 2.400

– 2.400

– 2.400

1

Zie ook bladzijde 76 van de Miljoenennota 2014 (Kamerstukken II, 2013–2014, 33 750, nr. 1).

2

Zie ook de brief van de Minister van Financiën aan de Tweede Kamer d.d. 11 oktober 2013 (Kamerstukken II, 2013/2014, 33 750, nr. 19).

Licence