Algemeen
De opzet en structuur van de onderliggende suppletoire begroting voor het Infrastructuurfonds is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën.
Mede naar aanleiding van overleg met uw Kamer zijn in aanvulling op deze regelgeving voor dit fonds de onderstaande punten verwerkt voor de eerste suppletoire begroting.
-
– Het opnemen van gedetailleerde projectinformatie in de suppletoire begrotingen conform begroting en jaarverslag (brief van 4 november 2009 naar aanleiding van toezegging verbetering informatievoorziening bij WGO van 24 juni 2009);
-
– Het inzicht in de budgetten van de planuitwerkingen- en verkenningen programma’s wordt vergroot door begrotingsmutaties expliciet in de MIRT tabellen zichtbaar te maken op projectniveau (toezegging WGO van 22 juni 2011);
-
– Mutaties op de beschikbare budgetten worden in de (niet voorgeschreven) Verdiepingsbijlage op artikelonderdeel niveau voor de volledige looptijd tot en met 2028 inzichtelijk gemaakt (in lijn met groeiparagraaf uit de begroting IenM voor 2013).
-
– Naar aanleiding van de aanbeveling uit het rapport van de Tijdelijke commissie onderhoud en innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/2012, 32 707, nr. 9, blz. 22) wordt de volgende normering gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties. Dit houdt in dat artikelonderdelen en projecten, waarbij het verschil kleiner is dan de aangegeven norm niet worden toegelicht (tenzij beleidsmatig toch relevant).
Begrotingsbedrag | Verschil |
---|---|
< € 4,5 miljoen | > 50% |
€ 4,5 – € 22,5 miljoen | > € 2,5 miljoen |
> € 22,5 miljoen | > 10% |
> € 50 miljoen | > € 5 miljoen |
Opbouw
Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd.
-
1. Allereerst is de begroting(wet)staat voor het Infrastructuurfonds voor het jaar 2015 opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld.
-
2. Daarna is eerst op hoofdlijnen (paragraaf 2.1) inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
-
3. Via de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2) worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht. Dit rekening houdend met de norm zoals eerder met uw Kamer gedeeld.
-
4. Als onderdeel van de artikelgewijze toelichting is in de verdiepingsbijlage door middel van een meerjarige mutatietabel op artikelonderdeelniveau de aansluiting gemaakt tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.
-
5. Tenslotte zijn in de verdiepingsbijlage van dit wetsvoorstel de MIRT projecttabellen met de realisatieprojecten alsmede de verkenningen en planuitwerking programma’s opgenomen waarin de begrotingsmutaties op projectniveau zichtbaar zijn gemaakt. Deze (meerjarige) MIRT- tabellen zijn voorzien van toelichtingen indien sprake is van een wijziging in het taakstellend projectbudget (anders dan door de verwerking van prijsbijstelling) en/of als wijzigingen optreden in de oplevering van het project.