Base description which applies to whole site

2.2 De productartikelen

Hieronder worden alle beleidsmatig relevante mutaties op het niveau van het artikelonderdeel zichtbaar gemaakt, en waar zinvol en relevant, ook toegelicht (zie leeswijzer). In de verdiepingsbijlage is een meerjarige mutatietabel opgenomen op artikelonderdeelniveau met daarbij de aansluiting tussen de vorige stand van de begroting en de nu voorgestelde stand. Dit voor de volledige looptijd van het fonds.

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

1 Investeren in waterveiligheid

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2)

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

1.021.070

 

1.021.070

– 244.269

776.801

781.382

126.242

12.636

3.757

Uitgaven

903.737

 

903.737

– 112.067

791.670

30.674

– 109

– 28.621

68.850

Waarvan juridisch verplicht

100%

     

87%

       

1.01 Grote projecten waterveiligheid

792.671

 

792.671

– 33.390

759.281

– 31.128

– 126.957

– 74.683

37.595

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

322.940

 

322.940

1.699

324.639

– 38.117

– 69.468

– 45.973

2.187

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

10.408

 

10.408

7.354

17.762

11.248

15.429

– 21.187

– 7.134

1.01.03 Ruimte voor de rivier

418.147

 

418.147

– 37.845

380.302

1.882

– 81.701

– 11.575

38.490

1.01.04 Maaswerken

41.176

 

41.176

– 4.598

36.578

– 6.141

8.783

4.052

4.052

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

105.716

 

105.716

– 79.524

26.192

61.722

126.818

46.062

31.255

1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma

2.708

 

2.708

18.759

21.467

– 18.193

– 32.316

61.418

– 22.676

1.02.02 Realisatieprogramma

103.008

 

103.008

– 98.283

4.725

79.915

159.134

– 15.356

53.931

1.03 Studiekosten

5.350

 

5.350

847

6.197

80

30

   

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

5.350

 

5.350

847

6.197

80

30

   

1.03.02 Overige studiekosten

                 

1.04 GIV/PPS

                 

1.09 Ontvangsten Investeren in waterveiligheid

246.003

 

246.003

– 14.402

231.601

       

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2

171.000

 

171.000

– 27

170.973

       

1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2

     

– 1.056

– 1.056

       

1.09.03 Ontvangsten waterschappen nHWBP

9.042

 

9.042

 

9.042

       

1.09.04 Overige ontvangsten nHWBP

                 

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

65.961

 

65.961

– 13.319

52.642

       

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Op dit artikelonderdeel vinden twee mutaties plaats die leiden tot een verlaging van de begrotingsstand in 2015 van € 33,4 miljoen, namelijk de verwerking van het saldo 2014 (- € 117,5 miljoen) en de gevolgen van het vanaf heden centraal verantwoorden van de over- en onderprogrammering (+ € 84,2 miljoen in 2015).

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 117,5 miljoen verlaagd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 117,5 miljoen meer aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Dit doet zich met name voor bij de projecten van het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma. Door de verlaging in 2015 blijven de budgetten meerjarig ongewijzigd.

Verantwoorden over- en onderprogrammering

De meerjarige onder- en overprogammering van dit artikelonderdeel is naar artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid verplaatst. Dit betekent dat vanaf heden budget en programmering op dit artikelonderdeel in alle jaren met elkaar in overeenstemming zijn. Voor het jaar 2015 betekent dit dat de begrotingstand met € 84,2 mln wordt verhoogd, in de jaren die daarop volgen wordt het budget verlaagd. Zie ook de uitgebreidere toelichting onder 2.1, ad 4 «Verantwoorden over- en onderprogrammering».

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

Op dit onderdeel vinden meerdere mutaties plaats die leiden tot een verlaging van de begrotingsstand met € 79,5 miljoen. Het gaat met name om vier kasschuiven: een generale kasschuif (- € 75 miljoen), de verwerking van het saldo (€ 83,6 miljoen), het centraal verantwoorden van de over- en onderprogrammering (- € 62,4 miljoen) en het doorschuiven van de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling in 2013 en 2014 (- € 23,6 miljoen).

Generale kasschuif

De grote projecten Ruimte voor de Rivier en het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma lopen binnen een aantal jaar af. Daarnaast zijn de deltabeslissingen genomen en is het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma opgestart. Als gevolg hiervan staat IenM voor de opgave om het ritme van het meerjarige programma en het budget op het Deltafonds weer met elkaar in overeenstemming te brengen. Hiertoe wordt een kasschuif via de algemene middelen van € 75 miljoen op het Deltafonds van 2015 naar 2019 aangebracht.

Verantwoorden over- en onderprogrammering

Het instrument over- en onderprogrammering is vanuit andere artikelonderdelen (1.01, 1.03, 2.02, 3.02, 4.01 en 7.01) naar dit artikelonderdeel verplaatst. Dit bevordert het inzicht in de jaarprogrammering op de andere artikelonderdelen. Tevens geven de financiële tabellen van dit artikelonderdeel inzicht in de jaar op jaar omvang van dit instrument, die meerjarig budgettair neutraal is. Zie ook de uitgebreidere toelichting onder 2.1, ad 4 «Verantwoorden over- en onderprogrammering».

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 83,6 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 83,4 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Door de verhoging in 2015 blijft de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd.

Kasschuif minregel 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 23,6 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader van dit artikelonderdeel in 2015 met € 23,6 miljoen verlaagd.

Ontvangsten

De begrotingstand in 2015 wordt met € 14,4 miljoen verlaagd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit saldo is ontstaan doordat in 2014 ontvangsten die voor 2015 waren geraamd vervroegd zijn binnengekomen Deze ontvangsten hoeven derhalve niet meer in 2015 gerealiseerd te worden.

Verplichtingen

De verplichtingenramingen van diverse projecten zijn bijgesteld om aan te sluiten bij de actuele projectplanningen en uitgavenramingen. Zo wordt het verplichtingenbudget voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en Steenbekleding Wester- en Oosterschelde met respectievelijk € 381,4 miljoen en € 55,4 miljoen naar latere jaren vertraagd maar die van de Ruimte voor de Rivier en de Maaswerken juist met respectievelijk € 117,3 en € 76,6 miljoen versneld.

Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

2 Investeren in zoetwatervoorziening

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2)

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

13.385

 

13.385

– 3.018

10.367

280

5.632

45.598

 

Uitgaven

6.249

 

6.249

13.841

20.090

– 5.220

2.953

45.598

 

Waarvan juridisch verplicht

80%

     

33%

       

2.01 Aanleg waterkwantiteit

                 

2.01.01 Verkenningen en planuitwerking waterkwantiteit

                 

2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit

                 

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening

4.258

 

4.258

13.551

17.809

– 5.635

2.488

45.598

 

2.02.01 Verkenningen en planuitwerking zoetwatervoorziening

1.223

 

1.223

49

1.272

– 2.953

2.953

   

2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoorziening

3.035

 

3.035

13.502

16.537

– 2.682

– 465

45.598

 

2.03 Studiekosten

1.991

 

1.991

290

2.281

415

465

   

2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma

1.991

 

1.991

290

2.281

415

465

   

2.03.02 Overige studiekosten

                 

2.09 Ontv. Inv. in Waterkwant. en zoetwatervoorz.

4.000

 

4.000

– 849

3.151

       

2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen

4.000

 

4.000

– 849

3.151

       

2.09.02 Overige ontvangsten

                 

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening

Op dit artikelonderdeel vinden drie majeure mutaties plaats. Hierdoor wordt de stand tot en met 2028 met € 149,0 miljoen verhoogd. Hiervan is € 13,6 miljoen in 2015 geraamd. Het gaat met name om de toevoeging van € 145,1 miljoen voor rijksbijdragen aan het investeringsprogramma zoetwater 2015–2021, waarvan € 1,5 miljoen in 2015, zoals opgenomen in het Deltaprogramma 2015. Het vanaf heden centraal verantwoorden van de over- en onderprogrammeringzorgt voor een verhoging van de begrotingsstand in 2015 (+ € 7,2 miljoen). Ten slotte wordt de begrotingsstand 2015 voor het saldo 2014 gecorrigeerd (+ € 5,3 miljoen).

Zoetwatermaatregelen van nationaal belang

Deze maatregelen hebben als doel huidige knelpunten in de zoetwatervoorziening te verminderen en Nederland voor te bereiden op de mogelijke gevolgen van klimaatverandering. Hiertoe wordt € 145,1 mln vanuit de investeringsruimte (artikel 5) aan artikelonderdeel 2.02 («waterinvesteringen zoetwater-voorziening») toegevoegd. In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 2.02.02 realisatieprogramma zoetwatervoorziening een bedrag van 42,6 mln euro aan (incidentele) subsidieverplichtingen opgenomen voor de periode 2015 – 2021. De bedragen hebben betrekking op de mogelijke verlening van subsidies aan de volgende waterschappen:, Hollandse Delta, Delfland, Rivierenland en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

IenM boekt in de periode 2015–2021 een bedrag van in totaal € 62,2 miljoen over naar het Provinciefonds voor het nemen van zoetwatermaatregelen. Deze zoetwatermaatregelen van nationaal belang zijn opgenomen in het Deltaplan Zoetwater, onderdeel van het Deltaprogramma 2015.

Verantwoorden van over- en onderprogrammering

De meerjarige onder- en overprogammering van dit artikelonderdeel is naar artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid verplaatst. Dit betekent dat vanaf heden budget en programmering op dit artikelonderdeel in alle jaren met elkaar in overeenstemming zijn. Voor het jaar 2015 betekent dit dat de begrotingstand met € 7,2 mln wordt verhoogd, in de jaren die daarop volgen wordt het budget verlaagd. Zie ook de uitgebreidere toelichting onder 2.1, ad 4 «Verantwoorden over- en onderprogrammering».

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 5,4 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Dit betekent dat in 2014 € 5,4 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot (het gaat met name om Innovatie KRW, die in 2014 € 5,0 miljoen minder dan begroot uitgaf). Door de verhoging in 2015 blijft de de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd.

Verplichtingen

De verlaging met € 3,0 miljoen van het verplichtingenbudget wordt met name verklaard doordat het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop € 4,6 miljoen aan verplichtingen naar latere jaren verschuift als gevolg van vertraging in de planuitwerkingsfase van dit project.

Vanwege de toevoeging van € 145 miljoen ten behoeve van de rijksbijdrage aan het investeringsprogramma zoetwater 2015–2021 wordt het verplichtingenbudget in de periode 2015–2028 ook met deze omvang verhoogd, waarvan € 1,5 miljoen in 2015.

Artikel 3 Beheer, onderhoud en vervanging

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

3 Beheer, onderhoud en vervanging

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2)

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

183.181

 

183.181

1.311

184.492

60.375

– 8.784

– 21.756

3.568

Uitgaven

190.021

 

190.021

– 22.732

167.289

– 7.725

4.686

28.138

19.800

Waarvan juridisch verplicht

90%

     

88%

       

3.01 Watermanagement

7.734

 

7.734

 

7.734

       

3.01.01 Watermanagement

7.734

 

7.734

 

7.734

       

3.02 Beheer en Onderhoud

182.287

 

182.287

– 22.732

159.555

– 7.725

4.686

28.138

19.800

3.02.01 Waterveiligheid

119.654

 

119.654

– 2.000

117.654

– 2.000

– 2.000

– 2.000

– 2.000

3.02.02 Zoetwatervoorziening

17.379

 

17.379

 

17.379

       

3.02.03 Vervanging

45.254

 

45.254

– 20.732

24.522

– 5.725

6.686

30.138

21.800

3.09 Ontvangsten

                 

3.09.01 Ontvangsten

                 

3.02 Beheer en Onderhoud

Op dit artikelonderdeel zorgen drie mutatie voor een verlaging van de stand met € 22,7 miljoen. Dit komt door het vanaf heden centraal verantwoorden van de over- en overprogrammering (– € 33,1 miljoen), de verwerking van het saldo 2014 (€ 12, 4 miljoen) en doordat het begroot budget voor de Dienst Landelijk Gebied voortaan op een andere plek in de begroting verantwoord wordt (– € 2,0 miljoen).

Verantwoorden over- en onderprogrammering

De meerjarige onder- en overprogammering van dit artikelonderdeel is naar artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid verplaatst. Dit betekent dat vanaf heden budget en programmering op dit artikelonderdeel in alle jaren met elkaar in overeenstemming zijn. Voor het jaar 2015 betekent dit dat de begrotingstand met € 33,1 mln wordt verlaagd, in de jaren die daarop volgen wordt het budget verhoogd. Zie ook de uitgebreidere toelichting onder 2.1, ad 4 «Verantwoorden over- en onderprogrammering».

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 12,4 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Het saldo is ontstaan doordat in 2014 € 12,4 miljoen minder aan de projecten van dit artikelonderdeel is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Door de verhoging in 2015 blijft de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd.

Budget Dienst Landelijk Gebied naar Rijkswaterstaat

Als gevolg van het opheffen van de Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van Economische Zaken) komen per 1 januari 2015 20 fte over naar Rijkswaterstaat. Tot en met 2014 gaf Rijkswaterstaat jaarlijks voor circa 20 fte opdrachten aan Dienst Landelijk Gebied, die werden betaald uit het programmabudget van dit artikelonderdeel. Die overdracht van fte en taken houdt in dat een overboeking nodig is van het budget voor externe productkosten (artikelonderdeel 5.01 Apparaat) naar de interne kosten van RWS ter grootte van circa € 2 miljoen per jaar. Rijksbreed leidt deze mutatie niet tot een stijging van de apparaatskosten omdat deze overgaan van de Dienst Landelijk Gebied naar Rijkswaterstaat.

Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

4 Experimenteren cf. art. III Deltawet

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2))

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

                 

Uitgaven

11.463

 

11.463

– 11.463

 

– 3.537

     

Waarvan juridisch verplicht

100%

               

4.01 Experimenteerprojecten

11.463

 

11.463

– 11.463

 

– 3.537

     

4.01.01 Experimenteerprojecten

11.463

 

11.463

– 11.463

 

– 3.537

     

4.09 Ontvangsten experimenteerartikel

                 

4.09.01 Ontvangsten experimenteerartikel

                 

4.01 Experimenteerprojecten

Op dit artikelonderdeel worden de standen in 2015 en 2016 in totaal met € 15,0 miljoen verlaagd. Dit is het gevolg van het in 2014 financieren van het TBES project Marker Wadden, conform de afspraken met de betrokken partijen. Met deze mutatie worden de standen in 2015 en latere jaren op 0 gezet.

Het TBES project Marker Wadden

Het TBES project Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten (NM) om in het Markermeer langs de Houtribdijk nabij Lelystad een moeraseiland aan te leggen. De voorbereidingen voor de uitvoering van de eerste fase Marker Wadden zijn gestart. Voor het project is momenteel € 50 miljoen beschikbaar. IenM en EZ hebben ieder € 15 miljoen bijgedragen (totaal € 30 miljoen). De Rijksbijdrage van € 15 miljoen die in de jaren 2015 en 2016begroot was is in 2014 gerealiseerd. Zie ook Kamerstukken II, 2014–2015, 34 085 J, nr. 2, pagina 8 en 9.

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2))

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

241.385

 

241.385

2.645

244.030

6.410

5.740

– 41.358

2.865

Uitgaven

216.347

 

216.347

3.618

219.965

6.910

5.740

– 41.358

– 13.568

Waarvan juridisch verplicht

70%

     

100%

       

5.01 Apparaat

176.412

 

176.412

3.999

180.411

7.490

4.990

3.490

2.490

5.01.01 Staf Deltacommissaris

1.852

 

1.852

199

2.051

– 10

– 10

– 10

– 10

5.01.02 Apparaatskosten RWS

174.560

 

174.560

3.800

178.360

7.500

5.000

3.500

2.500

5.02 Overige uitgaven

64.932

 

64.932

860

65.792

750

750

750

375

5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven

63.012

 

63.012

788

63.800

750

750

750

375

5.02.02 Programma-uitgaven DC

1.920

 

1.920

72

1.992

       

5.02.03 Overige uitgaven

                 

5.03 Investeringsruimte

– 24.997

 

– 24.997

– 1.241

– 26.238

– 1.330

 

– 45.598

– 16.433

5.03.01 Programmeerruimte

– 24.997

 

– 24.997

– 1.241

– 26.238

– 1.330

 

– 45.598

– 16.433

5.03.02 Beleidsruimte

                 

5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten

                 

5.09.01 Overige ontvangsten

                 

5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

     

– 37.943

– 37.943

       

5.10.01 Voordelig saldo Deltafonds

     

– 37.943

– 37.943

       

5.01 Apparaat

Op dit artikelonderdeel wordt de stand in 2015 met 4,0 miljoen verhoogd. Dit is met name het gevolg van de overheveling van het budget voor de Dienst Landelijk gebied (+ € 2,0 miljoen) aan Rijkswaterstaat en de gevolgen op het apparaat van het versneld uitvoeren van projecten (+ € 1,8 miljoen).

Budget Dienst Landelijk Gebied naar Rijkswaterstaat

Als gevolg van het opheffen van de Dienst Landelijk Gebied (Ministerie van Economische Zaken) komen per 1 januari 2015 20 fte over naar Rijkswaterstaat. Tot en met 2014 gaf Rijkswaterstaat jaarlijks voor circa 20 fte opdrachten aan Dienst Landelijk Gebied, die werden betaald uit het programmabudget van dit artikelonderdeel. Die overdracht van fte en taken houdt in dat een overboeking nodig is van het budget voor externe productkosten (artikelonderdeel 5.01 Apparaat) naar de interne kosten van RWS ter grootte van circa € 2 miljoen per jaar. Rijksbreed leidt deze mutatie niet tot een stijging van de apparaatskosten omdat deze overgaan van de Dienst Landelijk Gebied naar Rijkswaterstaat. Zie ook de toelichting bij artikelonderdeel 3.02 Beheer en Onderhoud.

Capaciteit Rijkswaterstaat

Bij ontwerpbegroting 2014 heeft het kabinet besloten tot de inzet van het instrument overprogrammering op zowel het Infrastructuur- als het Deltafonds. Het doel hiervan is het voorkomen van onderbesteding. Dit brengt met zich mee dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten moet inzetten dan oorspronkelijk begroot. Het benodigde apparaatsbudget is daarom uit latere jaren naar voren gehaald. Dat betekent dat er een kasschuif is verwerkt van de apparaatsbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren en wordt het begrotingsbedrag 2015 met € 1,8 miljoen verhoogd.

5.03 Investeringsruimte

Op dit artikelonderdeel vinden drie mutaties plaats die de stand in 2015 met circa € 1,2 miljoen verlagen. Het gaat om de dekking van de uitvoering van zoetwatermaatregelen van nationaal belang op artikelonderdeel 2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening (- € 1,5 miljoen), de verwerking van het saldo 2014 (€ 23,8 miljoen) en het doorschuiven van de niet opgeloste minregel 2014 (- € 23,6 miljoen).

Zoetwatermaatregelen van nationaal belang

Deze mutatie betreft de overheveling en het in de juiste jaren zetten van de gereserveerde investeringsruimte zoetwater naar het artikelonderdeel 2.02 «Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening» ten behoeve van het investeringsprogramma zoetwater (in totaal € 145,1 miljoen tussen 2015 en 2021, waarvan € 1,5 miljoen in 2015). Voor een nadere toelichting zie het genoemde artikelonderdeel.

Saldo 2014

De begrotingstand in 2015 wordt met € 23,8 miljoen verhoogd als gevolg van de technische verwerking van het saldo 2014. Door deze verhoging blijft de omvang van de meerjarige budgetten ongewijzigd.

Minregels prijsbijstelling 2013 en 2014

In 2014 is gebruik gemaakt van € 23,6 miljoen van de ruimte binnen de minregel als gevolg van de ingehouden prijsbijstelling 2013 en 2014. De afspraak is dat het kader hiervoor in het volgende jaar technisch gecorrigeerd wordt. Hierdoor wordt het uitgavenkader van dit artikelonderdeel in 2015 met € 23,6 miljoen verlaagd.

5.10 Saldo van afgesloten rekeningen

Zoals in het algemene deel van deze memorie van toelichting reeds is aangegeven, bedraagt het nadelig saldo van het fonds over het jaar 2014 ca. € 37,9 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en inkomsten en wordt in 2014 geheel ten laste gebracht van de het artikelonderdeel 5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen. Bij alle uitgaven- en ontvangstenartikelen zijn in dit wetsvoorstel mutaties opgenomen, die voortvloeien uit de verdeling van het voordelig saldo van de afgesloten rekeningen naar de juiste artikelen en producten.

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn hoofdzakelijk een weerspiegeling van de bovenstaande toegelichte kasmutaties.

Artikel 6 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

6 Bijdragen t.l.v. begroting Hoofdstuk XII

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2))

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Ontvangsten

1.124.584

 

1.124.584

– 74.609

1.049.975

770

770

740

75.365

6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

1.124.584

 

1.124.584

– 74.609

1.049.975

770

770

740

75.365

6.09.01 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

1.124.584

 

1.124.584

– 74.609

1.049.975

770

770

740

75.365

6.09 Bijdragen ten laste van begroting IenM

De neerwaartse bijstelling van de ontvangsten is het gevolg van de overboekingen met de begroting Hoofdstuk XII. Het gaat met name om de op artikel 1 toegelichte kasschuif op het Deltafonds (€ 75 miljoen van 2015 naar 2019) via de algemene middelen. Daarnaast hebben IenM en EZ afgesproken om gezamenlijk het monitoringbudget van RWS in de komende jaren met € 0,8 miljoen per jaar te verhogen om aan de extra wettelijke monitoringverplichtingen te voldoen. Deze noodzaak vloeit uit de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Mariene Strategie voort. Aangezien alle monitoring van waterbeleid in het Deltafonds zit, wordt voorgesteld dat IenM en EZ hun deel via dat fonds beschikbaar stellen.

Artikel 7 Investeren in waterkwaliteit

Budgettaire gevolgen van uitvoering: 1e suppletoire wet 2015 (Bedragen in EUR 1.000)

7 Investeren in waterkwaliteit

Stand ontwerpbegroting

Mutaties via NvW en amendement

Stand Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutatie 2016

Mutatie 2017

Mutatie 2018

Mutatie 2019

 

(1)

(2)

(3=1+2))

(4)

(5=3+4)

(6)

(7)

(8)

(9)

Verplichtingen

42.630

 

42.630

1.300

43.930

– 1.300

     

Uitgaven

46.770

 

46.770

1.000

47.770

– 20.332

– 12.500

– 3.017

283

Waarvan juridisch verplicht

100%

     

95%

       

7.01 Realisatieprogramma Kaderrichtlijn water

38.827

 

38.827

1.000

39.827

– 20.332

– 12.500

– 3.017

283

7.01.01 Realisatieprogramma Kaderrichtlijn water

38.827

 

38.827

1.000

39.827

– 20.332

– 12.500

– 3.017

283

7.02 Overige aanlegprojecten waterkwaliteit

7.943

 

7.943

 

7.943

       

7.02.01 Overige aanlegprojecten waterkwaliteit

7.943

 

7.943

 

7.943

       

7.09 Ontvangsten investering in waterkwaliteit

                 

7.09.01 Ontvangsten investeringen in waterkwaliteit

                 

7.01 Realisatieprogramma Kaderrichtlijn water

Op dit artikelonderdeel vindt één mutatie plaats die de stand in 2015 met € 1,0 miljoen verhoogt en in latere jaren met dezelfde waarde verlaagt. Dit gebeurt in het kader van het in lijn brengen van programmering en begrotingstanden.

Verantwoorden van over- en onderprogrammering

De meerjarige onder- en overprogammering van dit artikelonderdeel is naar artikelonderdeel 1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid verplaatst. Dit betekent dat vanaf heden budget en programmering op dit artikelonderdeel in alle jaren met elkaar in overeenstemming zijn. Voor het jaar 2015 betekent dit dat de begrotingstand met € 1,0 miljoen wordt verhoogd, in de jaren die daarop volgen wordt het budget verlaagd. Zie ook de uitgebreidere toelichting onder 2.1, ad 4 «Verantwoorden over- en onderprogrammering».

Licence