Base description which applies to whole site

2.1 DE BELEIDSAGENDA

Voor het Ministerie van Algemene Zaken en de Minister-President staan, overeenkomstig artikel 45 van de Grondwet, het algemene regeringsbeleid en de bevordering van de eenheid daarvan, centraal.

Voor het kabinet hebben ingevolge het Regeerakkoord Rutte-Asscher drie onderwerpen prioriteit, te weten het op orde brengen van de overheidsfinanciën, een evenwichtige inkomensverdeling en het versterken van het duurzame groeivermogen van de economie. Op een aantal belangrijke terreinen is – mede dankzij de constructieve houding van een aantal partijen in het parlement – flinke vooruitgang geboekt. Ook in 2015 wordt verder vormgegeven aan deze drie doelstellingen.

De overheidsfinanciën zijn zodanig hersteld dat Nederland ontslagen is uit het zware Europese toezicht van de excessieve tekortprocedure. Er is nog steeds een flink tekort, maar het lijkt erop dat de overheidsfinanciën in rustiger vaarwater zijn gekomen. Op lange termijn zijn de overheidsfinanciën – voor het eerst in decennia – zelfs houdbaar gemaakt.

De evenwichtige inkomensverdeling krijgt zijn beslag: bij alle maatregelen die het kabinet heeft voorgesteld, is uiteindelijk de afweging gemaakt hoe deze bij de Nederlandse bevolking zou neervallen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het inkomensbeeld dat ook in het Regeerakkoord was voorzien.

Op het terrein van de duurzame groei is vooruitgang geboekt, maar is ook nog veel te doen. De recessie lijkt – voorlopig – afgelopen, maar het groeipad van de economie blijft op een veel lager niveau steken dan we voor de crisis gewend zijn geweest en ligt ook beduidend lager dan dat van een aantal van onze belangrijkste buurlanden. Willen wij op termijn ons voorzieningenniveau op peil kunnen houden (denk aan de zorg, sociale zekerheid en ons onderwijs), dan zullen we ons groeivermogen verder moeten versterken.

De Europese agenda, waaronder de bijeenkomsten van de Europese Raad, blijft onverminderd prioritair. De belangrijkste opgave van de Unie is het prille economische herstel te consolideren en uit te bouwen. Dit is in het bijzonder urgent gelet op de hoge (jeugd-)werkloosheid in een aantal lidstaten. Het kabinet zet zich in voor een EU die zich richt op hoofdzaken en aan de lidstaten laat wat nationaal geregeld kan worden. De principes van subsidiariteit en proportionaliteit dienen daarbij leidend te zijn. Herstel van het institutionele evenwicht binnen de EU draagt bij aan een verdere versterking van de democratische legitimiteit van de Unie, waarbij de nationale parlementen een grotere rol krijgen in het EU wetgevingsproces. De Europese Raad heeft prioriteiten geïdentificeerd voor de komende 5 jaar, die hun beslag zullen moeten krijgen in het werkprogramma van de Europese Commissie.

In 2015 zullen de voorbereidingen op het Nederlandse voorzitterschap van de Raad van Ministers van de EU in de eerste helft van 2016 worden geïntensiveerd. Daartoe zullen de Minister-President en de overige leden van het kabinet de contacten met andere lidstaten en de Europese instellingen intensiveren. Nederland zet in op een sober en dienstbaar voorzitterschap dat maximale kosteneffectiviteit paart aan optimale dienstverlening. De onderwerpen die Nederland met prioriteit kan behandelen tijdens zijn voorzitterschap zullen afhankelijk zijn van de voorstellen waar de Europese Commissie mee komt en van andere ontwikkelingen de komende anderhalf jaar, zowel binnen als buiten de EU. Wat Nederland betreft krijgen de door de Europese Raad van juni gestelde prioriteiten hun weerslag in het programma van de nieuwe Commissie, en zullen zij op die manier terugkomen in de werkzaamheden van het Nederlandse Voorzitterschap.

Op internationaal vlak streeft het kabinet ernaar de handels- en investeringsbetrekkingen tussen de landen te verstevigen. Zo zal de Minister-President onder meer een grote handelsmissie naar China leiden in opvolging van het inkomende Chinese Staatsbezoek en marge van de NSS in 2014.

In 2015 eindigt de viering van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden. Het Nationaal Comité dat is ingesteld om deze viering te organiseren en coördineren, zal in 2015 onder meer nog een bijeenkomst organiseren over actief burgerschap (Zwolle, 18 april 2015) en een feestelijke slotbijeenkomst met als thema «eenheid in verscheidenheid» (Amsterdam, 26 september 2015).

Het Ministerie van Algemene Zaken bestaat voor een groot deel uit de interdepartementale shared-serviceorganisatie Dienst Publiek en Communicatie (ca. 40%). Voorts bestaat het Ministerie van Algemene Zaken uit het bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, de Rijksvoorlichtingsdienst en het Kabinet van de Minister-President (tevens secretariaat ministerraad). De directe ondersteuning van de ministerraad en van de Minister-President omvat ca. 20% van het geheel. Het Kabinet van de Koning (KvdK) en de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) behoren formatief en budgettair eveneens tot de begroting van het Ministerie van Algemene Zaken. Tot slot wordt er toezicht gehouden door de Directie Concerncontrol en wordt het Ministerie ondersteund door de Directie Bedrijfsvoering.

Licence