Artikel 1 Investeren in waterveiligheid
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Waterkwantiteit) op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.053.633 | 1.331.287 | 1.021.070 | 255.841 | 358.843 | 392.915 | 406.185 |
Uitgaven | 574.101 | 788.314 | 903.737 | 757.771 | 732.789 | 649.719 | 566.435 |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 463.826 | 582.505 | 792.671 | 627.251 | 541.541 | 342.297 | 167.421 |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten | 205.657 | 214.516 | 322.940 | 265.369 | 216.053 | 198.535 | 131.534 |
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten | 4.151 | 24.725 | 10.408 | 37.551 | 77.843 | 62.528 | 11.134 |
1.01.03 Ruimte voor de rivier | 234.209 | 305.629 | 418.147 | 283.273 | 223.029 | 56.947 | 466 |
1.01.04 Maaswerken | 19.809 | 37.635 | 41.176 | 41.058 | 24.616 | 24.287 | 24.287 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 101.860 | 198.868 | 105.716 | 126.470 | 189.873 | 306.947 | 398.664 |
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma | 20.569 | 13.954 | 2.708 | 37.448 | 135.156 | 179.311 | 267.223 |
1.02.02 Realisatieprogramma | 81.291 | 184.914 | 103.008 | 89.022 | 54.717 | 127.636 | 131.441 |
1.03 Studiekosten | 8.415 | 6.941 | 5.350 | 4.050 | 1.375 | 475 | 350 |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten | 8.415 | 6.941 | 5.350 | 4.050 | 1.375 | 475 | 350 |
1.03.02 Overige studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.04 GIV/PPS | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 7.398 | 2.850 | 4.550 | 1.100 | 0 | 0 | 0 |
– Restant | 566.700 | 785.464 | 899.187 | 756.671 | 732.789 | 649.719 | 566.435 |
Ontvangsten | 92.708 | 136.618 | 246.003 | 206.694 | 189.874 | 171.652 | 171.424 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 92.708 | 136.618 | 246.003 | 206.694 | 189.874 | 171.652 | 171.424 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2 | 79.608 | 124.450 | 171.000 | 152.073 | 158.426 | 114.467 | 113.011 |
1.09.02 Overige ontvangsten HWBP-2 | 163 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.09.03 Ontvangsten waterschappen nHWBP | 1.550 | 6.176 | 9.042 | 28.991 | 22.337 | 57.185 | 58.413 |
1.09.04 Overige ontvangsten nHWBP | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten | 11.387 | 5.992 | 65.961 | 25.630 | 9.111 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 Investeren in waterveiligheid | 903.737 | 757.771 | 732.789 | 649.719 | 566.435 | 501.315 | 874.254 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 792.671 | 627.251 | 541.541 | 342.297 | 167.421 | 284.868 | 363.801 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 105.716 | 126.470 | 189.873 | 306.947 | 398.664 | 216.097 | 510.453 |
1.03 Studiekosten | 5.350 | 4.050 | 1.375 | 475 | 350 | 350 | 0 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 246.003 | 206.694 | 189.874 | 171.652 | 171.424 | 169.642 | 148.620 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 657.734 | 551.077 | 542.915 | 478.067 | 395.011 | 331.673 | 725.634 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 Investeren in waterveiligheid | 574.200 | 515.620 | 424.680 | 414.785 | 443.050 | 441.510 | 418.411 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 89.309 | 16.745 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid | 484.891 | 498.875 | 424.680 | 414.785 | 443.050 | 441.510 | 418.411 |
1.03 Studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid | 148.620 | 148.620 | 148.620 | 148.620 | 148.620 | 148.620 | 148.620 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 425.580 | 367.000 | 276.060 | 266.165 | 294.430 | 292.890 | 269.791 |
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Producten
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007/08, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door RWS en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde Prioritaire Zwakke Schakels Kust. Vanuit het HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen voor de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en worden de maatregelen aan de rijkskeringen betaald.
Met het afsluiten van het Bestuursakkoord Water (2011) dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2 en het nieuwe HWBP. In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken ten aanzien van het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.
De procedureregeling Grote Projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Op basis van de uitgangspuntennotitie van de Tweede Kamer is een basisrapportage opgesteld (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr. 237). Het HWBP-2 bestaat uit 88 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 8 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 9.
Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 88 projecten. In 2013 heeft een administratieve samenvoeging van twee dijkversterkingsprojecten plaatsgevonden, omdat de uitvoering met één contract is aanbesteed. Eind 2013 voldeden 59 projecten aan de norm. In de basisrapportage is aangegeven dat de overgrote meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien. Dit beeld is in de 5e voortgangsrapportage (peildatum 31 december 2013) niet gewijzigd.
Totaal | Budget in € mln. | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Project HWBP-2 | 2020 | 2020 | ||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
HWBP-2 Rijksprojecten | 227 | 204 | 26 | 4 | 10 | 44 | 88 | 37 | 0 | 17 | ||
HWBP-2 Waterschapsprojecten | 2.955 | 2.970 | 900 | 286 | 337 | 227 | 147 | 153 | 134 | 771 | ||
Overige projectkosten (programmabureau) | 43 | 44 | 15 | 4 | 5 | 5 | 5 | 4 | 4 | 1 | ||
Programma | 3.226 | 941 | 295 | 352 | 276 | 240 | 194 | 138 | 790 | |||
Begroting (DF 1.01.01/02) | 239 | 333 | 303 | 294 | 261 | 143 | 711 | |||||
Overprogrammering (–) | – 56 | – 18 | 27 | 54 | 67 | 5 | – 79 |
Ruimte voor de Rivier
Producten
Met de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB) wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
-
1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.
-
2. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, ter versterking van het rivierengebied in economisch, ecologisch en landschappelijk opzicht.
Het programma Ruimte voor de Rivier is op 15 mei 2001 door de Tweede Kamer aangewezen als «Groot Project». De PKB Ruimte voor de Rivier is in 2006 door de beide Kamers vastgesteld. Uitgangspunt voor de PKB zijn de waterveiligheidsnormen die voorschrijven dat het Nederlandse rivierensysteem een piek in de waterafvoer, die statistisch eens per 1.250 jaar kan voorkomen, veilig kan verwerken. Dit is de maatgevende afvoer. Deze norm is in 2001 voor de Rijn vastgesteld op 16.000 m3/s bij Lobith. De Maas benedenstrooms van Hedikhuizen moet uiterlijk in 2015 een maatgevende afvoer van 3.800 m3/s bij Borgharen veilig kunnen verwerken. Voor de IJssel wordt de maatgevende afvoer gesteld op verwerking van een gezamenlijke toestroom van 250 m3/s vanuit de zijrivieren.
De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. De PKB geeft bovendien een doorkijk naar de lange termijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2015 Voortgangsrapportage 25 en vóór 1 oktober 2015 Voortgangsrapportage 26.
Meetbare gegevens
De stand van zaken per 31 december 2015 is naar verwachting:
-
• 5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;
-
• Voor 100 procent van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. Alle maatregelen zijn in uitvoering dan wel uitgevoerd.
De verwachting is dat de waterveiligheidsdoelstelling van het programma Ruimte voor de Rivier eind 2015 wordt gehaald, met uitzondering van zeven projecten waarover de Kamer al is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2012/13, 30 080, nr. 64). Dit betreft Ruimte voor de Rivier IJsseldelta, de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld, de twee dijkverleggingen Cortenoever en Voorsterklei, de dijkverbetering Nederrijn/ Betuwer/ Tieler- en Culemborgerwaard en de twee dijkverbeteringen bij de Lek (Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden en Betuwe/ Tieler- en Culemborgerwaard).
Het hogere taakstellend budget ten opzichte van vorig jaar wordt met name verklaard door ontvangsten van provincies en gemeenten (desaldering). Daarnaast is de prijsbijstelling 2014 toegevoegd.
Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Totaal | Budget in € mln. | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Project RvdR | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Projectbudget Ruimte voor de rivier | 2.382 | 2.306 | 1.095 | 374 | 380 | 285 | 141 | 45 | 39 | 23 | 2015 | 2015 |
Programma Realisatie | 2.382 | 1.095 | 374 | 380 | 285 | 141 | 45 | 39 | 23 | |||
Begroting (DF 1.01.03) | 306 | 418 | 283 | 223 | 57 | 0 | – 0 | |||||
Overprogrammering (–) | – 68 | 38 | – 2 | 82 | 12 | – 39 | – 23 |
Maaswerken
Producten
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Sinds 2003 valt Maaswerken (deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas) als zelfstandig Groot Project onder de procedureregeling Grote Projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage: vóór 1 april 2015 voortgangsrapportage 27 en vóór 1 oktober 2015 voortgangsrapportage 28).
Voor de Zandmaas (realisatie hoogwaterdoelstelling in 2015) ligt de focus in 2015 op afronding van de zomerbedverdieping en peilopzet in stuwpand Sambeek, de aanleg van de hoogwatergeulen in Well-Aijen en Lomm en de aanpassing van kaden rond het retentiegebied Lateraalkanaal-West. Voor de Grensmaas ligt de nadruk op de verdere realisatie van de zogeheten «11 locaties» (rivierverruiming door grindwinning).
Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250e per jaar). Dit «sluitstuk» van het werk aan de Maas betreft een reeks kaden (dijken) die op de benodigde hoogte worden gebracht. Het prioritaire deel van dit werk dient in 2020 gereed te zijn. Planuitwerking en realisatie van deze «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt door de twee Limburgse waterschappen. In het budget van het programma Maaswerken is hiervoor € 75 miljoen beschikbaar gesteld en hierover is een bestuursovereenkomst met de waterschappen gesloten.
Het oplossingenpakket voor de Grensmaas, met afspraken over het bereiken van het wettelijk beschermingsniveau van 1/250e per jaar en over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum, is gezamenlijk vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.
In 2012 is de scope met betrekking tot natuur in de Grensmaas en de Zandmaas beperkt aangepast (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 A, nr. 216). Dit als gevolg van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de daardoor verminderde financiële middelen van het Ministerie van EZ voor het realiseren van de natuurdoelstelling van Maaswerken.
Meetbare gegevens
Indicator | Zandmaas | Grensmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 70% in 2008 / 100% in 2015 | 100% in 2017 |
Natuurontwikkeling | 427 ha (plus 60 ha compensatie) | 1.208 ha |
Grind | – | ten minste 35 mln ton |
Grensmaas, natuurontwikkeling:
De aanpassing van de scope Grensmaas en Zandmaas is bij brief van 5 maart 2013 aan de Tweede Kamer gemeld (Kamerstukken II, 2012/13, 18 106 nr. 216).
Met een neerwaartse bijstelling als gevolg van de bijstelling van de scope van de natuurdoelstelling van 44 ha is de huidige scope 1.208 ha.
Zandmaas, natuurontwikkeling:
In het kader van de herijking van de EHS is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Er resteert een opgave van 427 ha (plus 60 ha compensatie).
Totaal | Budget in € mln. | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Project Maaswerken | ||||||||||||
Projecten Limburg | ||||||||||||
Grensmaas | 150 | 149 | 68 | 2 | 9 | 15 | 13 | 8 | 8 | 28 | 2017/ 2024 | 2017/ 2024 |
Zandmaas | 407 | 405 | 253 | 18 | 30 | 20 | 20 | 20 | 20 | 24 | 2017/ 2020 | 2017/ 2020 |
Programma Realisatie | 557 | 321 | 20 | 39 | 35 | 33 | 28 | 28 | 52 | |||
Begroting (DF 1.01.04) | 38 | 41 | 41 | 25 | 24 | 24 | 43 | |||||
Overprogrammering (–) | 18 | 2 | 6 | – 9 | – 4 | – 4 | – 9 |
Toelichting:
-
• Grensmaas: het bereiken van de hoogwaterdoelstelling wordt voorzien in 2017. De grindwinning loopt door tot eind 2023.
-
• Zandmaas: de feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 2017/2020; het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen echter al in 2015.
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier en Maaswerken (stand 31 december 2013). Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenM die onder Begroting hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s. In de begroting van het Deltafonds wordt nader ingegaan op de uitvoering van deze projecten.
1.02 Overige aanlegprojecten
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.
Ambitie Afsluitdijk
De middelen voor de ambitie Afsluitdijk zijn gereserveerd op de begroting van het Deltafonds en worden verantwoord op de Begroting hoofdstuk XII. Met deze werkwijze kunnen ook ambities, die niet direct betrekking hebben op waterveiligheid en zoetwatervoorziening, worden verantwoord.
Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Bedrag in € mln | Budget | Planning | ||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||
Afsluitdijk: Versterking incl. Inbouw pompen t.b.v. waterafvoer | 828 | 818 | 2017 | 2021 |
EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn Afsluitdijk) | 8 | 8 | ||
Ambitie Afsluitdijk | 18 | 18 | ||
Gebonden | ||||
Projecten Limburg | ||||
Ooijen-Wanssum | 123 | 121 | 2016 | |
Projecten Oost-Nederland | ||||
Ruimte voor de Rivier | 121 | 121 | na 2020 | na 2020 |
Projecten Noord-Nederland | ||||
Legger Vlieland en Terschelling | 3 | 3 | 2014 | 2015 |
Bestemd | 23 | 9 | ||
Projecten in voorbereiding: | ||||
Projecten Nationaal | ||||
reservering areaalgroei | ||||
Rijksstructuurvisie Grevelingen-Volkerak Zoommeer | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.123 | |||
Begroting DF 01.02.01 | 1.123 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De belangrijkste mutaties zijn:
-
• Bij het project Afsluitdijk zijn de projecten versterking en inbouw pompen samengevoegd. Naast de verhoging van het budget voor prijsindexatie tranche 2014 heeft er een beperkte verschuiving plaatsgevonden tussen het planuitwerking- en het realisatiebudget.
-
• Ooijen-Wanssum: de verkenning is afgesloten en de planuitwerking is in november 2012 van start gegaan, onder verantwoordelijkheid van de provincie Limburg. Het budget is conform bestuurlijke afspraak verhoogd ten behoeve van de prijsindexatie tranche 2014.
-
• In 2015 zal naar verwachting een begin gemaakt worden met de aanpassing van de primaire waterkeringen op Vlieland en Terschelling.
-
• De opgenomen reservering Areaalgroei is een reservering voor de areaalgroei van het Hoofdwatersysteem en het daarvoor benodigde extra beheer en onderhoud voor de periode tot en met 2028. Het betreft een overheveling van het Infrastructuurfonds (IF) naar het Deltafonds (DF).
-
• Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer: de vaststelling van de Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer door het kabinet is voorzien eind 2014, in samenhang met de deltabeslissingen en de resultaten van het regionale Programma Gebiedsontwikkeling.
-
• Zandhonger Oosterschelde: voor de aanpak van de zandhonger is in 2007 een MIRT-verkenning gestart, inclusief praktijkproeven. Hieruit komt naar voren dat het suppleren van zand bij intergetijdengebieden de meest effectieve maatregel is. In de periode voor 2028 kunnen de werkzaamheden beperkt blijven tot de Roggenplaat. Het Rijk (EZ en IenM) werkt samen met provincie Zeeland, Natuurmonumenten en Nationaal Park Oosterschelde een financieringsvoorstel uit voor de aanpak van de Roggenplaat. Dit voorstel wordt betrokken bij de besluitvorming eind 2014 over het vervolg van de aanpak van de zandhonger in de Oosterschelde.
-
• Tidal Test Centre Grevelingen: de gehele reservering TTC Brouwersdam wordt onder de naam «Flakkeese Spuisluis» overgeheveld naar de realisatiefase.
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Planuitwerking/verk. Waterveiligheid (Periode 2014–2018)
Realisatieprogramma
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (in 2011) bleek dat circa 1.225 kilometer aan dijken, dammen en duinen niet aan de normen voldoet. Circa 2.308 kilometer voldoet wel. Voor circa 234 kilometer vindt nog nader onderzoek plaats. Van de 1.458 getoetste kunstwerken voldoen er 748 aan de gestelde eisen, 335 voldoen niet. Voor 375 kunstwerken is nader onderzoek nodig. Van de keringen die niet aan de norm voldoen maakt ongeveer de helft deel uit van lopende uitvoeringsprogramma’s, zoals het tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma. Al bij eerdere toetsingen voldeden deze keringen niet aan de normen. Voor de nieuwe opgave (gerekend vanaf de derde toetsing) is een nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) opgesteld. Het HWBP bevat vijf projecten in voorbereidende fase, drie projectoverstijgende verkenningen en dertien projecten die de betreffende waterschappen voorfinancieren. De prioritering in het programma is gebaseerd op de urgentie van de verschillende projecten. Circa 90 procent van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. De rest is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk.
Het lagere taakstellend budget van de waterschapsprojecten ten opzichte van vorig jaar wordt verklaard doordat de programmakosten (€ 57 miljoen) expliciet in de tabel zichtbaar zijn gemaakt.
Herstel steenbekleding
Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland is in 2015 gereed. In totaal is dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer aan steenbekledingen vervangen.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het Ministerie van Economische Zaken (EZ) uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied (nieuwe natuur). Een aantal NURG-projecten is ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. De verwachting is dat de realisatie uiterlijk 2015 is afgerond. Een aantal projecten zullen dan nog doorlopen, waaronder de projecten Afferdense en Deestse Waarden (2018) en Rijnwaardense uiterwaarden (2016).
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is de Flakkeese Spuisluis. In het najaar van 2013 zijn finale afspraken gemaakt over het Tidal Test Centre (TTC): een centrum waar innovatieve pompen kunnen worden getest voor het opwekken van duurzame energie uit de getijdenbeweging. De regio en private partijen financieren de bouw van het TTC en het Rijk stelt de Flakkeese Spuisluis in de Grevelingendam in werking. Met de inwerkingstelling van deze sluis komt beperkt getij terug in het meest oostelijke deel van de Grevelingen en hiermee een proeflocatie voor het TTC. Hiervoor is in totaal € 8,3 miljoen beschikbaar.
Projectoverzicht; Realisatieprogramma
Totaal | Budget in € mln. | Oplevering | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Projecten Waterveiligheid | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Programma HWBP | 2020 | 2020 | ||||||||||
HWBP Rijksprojecten | 573 | 573 | 0 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 2 | 564 | ||
HWBP Waterschapsprojecten | 3.138 | 3.195 | 13 | 17 | 39 | 35 | 43 | 115 | 128 | 2.747 | ||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) | 57 | 3 | 5 | 4 | 4 | 4 | 4 | 4 | 32 | |||
Deltafaciliteit Deltares | 25 | 26 | 23 | 3 | 2013 | 2013 | ||||||
Dijkversterking en Herstel steenbekleding | 854 | 852 | 673 | 49 | 74 | 16 | 42 | 2015 | 2015 | |||
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming | 191 | 188 | 129 | 14 | 23 | 23 | 2 | 2015 | 2015 | |||
Overige onderzoeken en kleine projecten | 1.171 | 1.157 | 1.114 | 15 | 11 | 11 | 9 | 3 | 10 | |||
Programma Realisatie | 6.010 | 1.955 | 103 | 152 | 90 | 101 | 123 | 133 | 3.353 | |||
Begroting (DF 1.02.02) | 185 | 103 | 89 | 54 | 128 | 131 | 3.365 |
| ||||
Overprogrammering (–) | 81 | – 48 | – 1 | – 46 | 5 | – 2 | 12 |
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland.
Op dit onderdeel worden de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord.
-
• Deltamodel: dit is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen, die is ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Binnen het Deltaprogramma is het gebruikt om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2015 blijft het Deltamodel in gebruik voor het beantwoorden van vragen die richting de uitvoering van het Deltaprogramma spelen. Daarnaast wordt het model gebruikt bij het toetsingsinstrumentarium voor waterveiligheid en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.
-
• Veiligheid: in 2014 is de Deltabeslissing Waterveiligheid genomen en zijn de nieuwe waterveiligheidsnormen voor de waterkeringen bekend. Voor dit jaar is eveneens de pilot Meerlaagsveiligheid bij het project Marken opgenomen. De overstap naar nieuwe normen is een grote verandering in het waterveiligheidsbeleid. In 2015 zal de focus liggen op de implementatie van de Deltabeslissing Waterveiligheid. Het betreft onder andere nader onderzoek ten behoeve van de verankering van de nieuwe normen in de Waterwet, de uitwerking van de nieuwe normen op het toets- en ontwerpinstrumentarium en een verdere uitwerking van meerlaagsveiligheid.
-
• Rivieren: vanwege verwachte hogere rivierafvoeren en de ontwikkelingen rondom nieuwe normen is voor de Maas en Rijntakken een integrale strategie ontwikkeld om de veiligheid in het rivierengebied te borgen. Deze strategie is gebaseerd op een krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruiming. Ook is er rekening gehouden met de kansen voor natuur en ruimtelijke ontwikkelingen en de korte termijn opgaven in het HWBP. De strategie zal worden benut in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De ambities voor de periode tot 2030 zullen nader worden uitgewerkt en worden afgestemd op de budgettaire ruimte in het Deltafonds en de ambities en investeringsbereidheid van andere partijen.
-
• Kust: in 2015 wordt gestart met een intensief onderzoek en monitoringsprogramma. Dit langjarige programma, genaamd Kustgenese II, is gericht op het vergaren van inzichten in de ontwikkeling van het zandig systeem en de verkenning van maatregelen. Rond 2020 worden deze inzichten gebruikt voor de actualisatie van het suppletiebeleid en de inzet daarbinnen van grootschalige pilot suppleties.
-
• Systeemstudie IJsselmeergebied: ten behoeve van het operationaliseren van het flexibel peilbeheer in het IJsselmeergebied binnen randvoorwaarden van waterveiligheid is een brede analyse nodig van de waterstaatskundige samenhang tussen IJsselafvoer – IJsselmeer – Markermeer – Amsterdam Rijnkanaal en Noordzeekanaal.
-
• Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn langetermijnstrategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Daarbij worden de strategieën en maatregelen voor waterveiligheid en sociaaleconomische ontwikkeling in synergie met elkaar en met oog voor ruimtelijke kwaliteit ontwikkeld. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied. Hierbij valt te denken aan onderzoek naar de Maeslantkering en gebiedsgerichte uitwerking van Alblasserwaard en Hollandsche IJssel.
-
• Onderzoek Veiligheidsstrategie Oosterschelde: om een samenhangende strategie te kunnen formuleren voor een ander beheer van de stormvloedkering, de aanpak van dijkversterkingsopgave en de benodigde zandsuppleties.
-
• Stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie: in 2015 zal de focus liggen op de implementatie en monitoring van (afspraken uit) de deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie. Op dit artikel worden het stimuleringsprogramma Ruimtelijke Adaptatie (2015–2017) en rijksbijdragen aan een aantal nadere gebiedsgerichte uitwerkingen van meerlaagse veiligheid verantwoord (te denken valt aan Krimpenerwaard, Westpoort, Buitendijks/Botlek).
-
• Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: op basis van de Waterwet stelt de Minister in 2014 veiligheidsnormen vast voor regionale waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk. In 2015 en 2016 wordt voor het eerst getoetst of deze regionale keringen aan de gestelde normen voldoen. Deze taak is nog niet in het takenpakket van Rijkswaterstaat, de beheerder, opgenomen. De middelen zijn toegevoegd vanuit de investeringsruimte.
1.04 GIV/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor ontwerp, aanleg, onderhoud en financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is Design, Build, Finance, Maintain (DBFM) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van betaling bij bereikte mijlpalen tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar systeem te realiseren. In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen, hoofdzakelijk op het hoofdwegennet en het hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde.
Op dit moment zijn er nog geen geïntegreerde projecten bij de hoofdwatersystemen zodat op dit artikel nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord. Overheveling van de budgetten voor aanleg en onderhoud zal plaatsvinden nadat de Financial Close van een contract zal zijn bereikt. Onder de hoofdwatersystemen wordt bij het project Afsluitdijk een DBFM-contract overwogen.
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
De gewijzigde Waterwet vormt het uitgangspunt van de begroting en is per 1 januari 2014 in werking getreden. Hierin is geregeld dat de waterschappen vanaf 2014 jaarlijks de helft gaan bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma, conform het regeerakkoord en het Bestuursakkoord Water. In 2014 gaat het om € 131 miljoen (prijspeil 2011) en vanaf 2015 € 181 miljoen per jaar. De middelen die samen met de rijksmiddelen beschikbaar zijn op de begroting, zullen eerst worden ingezet voor het HWBP-2 en vervolgens voor het nieuwe HWBP. Waterschappen ontvangen voor projecten uit het HWBP-2 100 procent subsidie en voor de nieuwe HWBP-projecten volgens de uitgangspunten van het wetsvoorstel 90 procent subsidie. De overige 10 procent betalen ze zelf. De heffing voor het nieuwe HWBP-gedeelte bestaat daardoor uit een solidariteitsdeel dat wordt verevend via het Deltafonds en het projectgebonden aandeel van 10 procent. Deze aangepaste subsidiesystematiek is in de ontvangsten en uitgavenreeksen voor het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma verwerkt.
In bijlage 3 is een nadere toelichting op de financieringsafspraken voor het hoogwaterbeschermingsprogramma opgenomen.
Artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening
Ambities voor zoetwater
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Nederland heeft een unieke ligging in een delta. Water speelt niet alleen een cruciale rol in de leefbaarheid van onze omgeving, het is ook een verbindend element in onze economische positie. Zelfs in droge tijden komen via de Rijn en de Maas nog honderdduizenden liters zoetwater ons land binnen. Dit is een belangrijk concurrentievoordeel ten opzichte van landen die deze rivieren niet hebben. Nederland heeft unieke kennis en kunde op het gebied van waterbeheer en waterkwaliteit en verdient daar veel geld mee: acht procent van de Nederlanders werkt in een sector met afhankelijkheid van water en verdient daar 17,5 procent van ons BNP mee.
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge perioden) wordt water verdeeld op basis van de verdringingsreeks.
Om de bijdrage van zoetwater aan onze sterke economische positie te behouden en te versterken, en tegelijkertijd goed te zorgen voor onze leefomgeving, is het zaak dat we anticiperen op trends en ontwikkelingen die op ons af komen. Nu zijn er al knelpunten en deze nemen toe bij klimaatverandering.
Van ambities naar uitvoering
Met de deltabeslissing Zoetwater en de daaruit volgende Zoetwaterstrategie wordt beoogd een duurzaam en economisch doelmatige zoetwatervoorziening te realiseren. Het Deltaprogramma Zoetwater kent onderscheid in aanpak voor de korte en lange termijn. Voor de korte termijn (tot 2028) levert het Deltaprogramma een uitvoeringsprogramma met daarin de uitwerking van het voorzieningenniveau en een investeringsprogramma waarin maatregelen worden opgenomen voor flexibiliseren en toekomstgerichte inrichting van het watersysteem (nationaal en regionaal). Met het voorzieningenniveau wordt helderheid gegeven over de beschikbaarheid van zoetwater voor gebruikers en de inspanningen en verantwoordelijkheden die de overheid daarvoor heeft. Voor de lange termijn (na 2028) is de zoetwater strategie gericht op opties openhouden en meekoppelkansen benutten.
Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. Het advies dat het Deltaprogramma Zoetwater opstelt, gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van het Rijk. Dit wordt nader uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma inclusief investeringsagenda. Deze agenda gaat in op de inzet (financiële bijdrage) van het Rijk voor de korte en lange termijn. De waterkwaliteitsmaatregelen die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening worden op artikel 7 van het Deltafonds verantwoord.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 32.340 | 4.431 | 13.385 | 31.550 | 26.664 | 2.126 | 1.720 |
Uitgaven | 46.278 | 10.213 | 6.249 | 37.786 | 23.711 | 2.126 | 1.721 |
Waarvan juridisch verplicht | 80% | ||||||
2.01 Aanleg waterkwantiteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2.01.01 Verkenning en planuitwerking waterkwantiteit | |||||||
2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit | |||||||
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 41.230 | 6.795 | 4.258 | 36.065 | 21.991 | 406 | 0 |
2.02.01 Verkenningen en planuitwerking zoetwatervoorziening | 30.446 | 1.484 | 1.223 | 2.953 | 6.547 | 0 | 0 |
2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoorziening | 10.784 | 5.311 | 3.035 | 33.112 | 15.444 | 406 | |
2.03 Studiekosten | 5.048 | 3.418 | 1.991 | 1.721 | 1.720 | 1.720 | 1.721 |
2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma | 5.048 | 3.418 | 1.991 | 1.721 | 1.720 | 1.720 | 1.721 |
2.03.02 Overige studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 30.117 | 1.201 | 1.258 | ||||
– Restant | 16.161 | 9.012 | 4.991 | 37.786 | 23.711 | 2.126 | 1.721 |
Ontvangsten | 0 | 200 | 4.000 | 4.907 | 0 | 0 | 0 |
2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorziening | 0 | 200 | 4.000 | 4.907 | 0 | 0 | 0 |
2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen | 0 | 200 | 4.000 | 4.907 | 0 | 0 | 0 |
2.09.02 Overige aanleg ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2 Investeren in zoetwatervoorziening | 6.249 | 37.786 | 23.711 | 2.126 | 1.721 | 1.721 | 5.478 |
2.01 Aanleg waterkwantiteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 4.258 | 36.065 | 21.991 | 406 | 0 | 0 | 5.478 |
2.03 Studiekosten | 1.991 | 1.721 | 1.720 | 1.720 | 1.721 | 1.721 | 0 |
2.09 Ontvangsten investeren in waterkwantiteit en zoetwatervoorziening | 4.000 | 4.907 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 2.249 | 32.879 | 23.711 | 2.126 | 1.721 | 1.721 | 5.478 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2 Investeren in zoetwatervoorziening | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 |
2.01 Aanleg waterkwantiteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 |
2.03 Studiekosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 | 1.833 |
2.01 Aanleg waterkwantiteit
Motivering
Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van wateroverlast en waterschaarste en ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit en zoetwatervoorziening.
2.02 Overige waterinvesteringen Zoetwatervoorziening
Motivering
Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de kwaliteit waarborgen. Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van waterschaarste. Ook ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van zoetwatervoorziening.
Verkenningen- en Planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Dit artikelonderdeel geeft inzicht in de stand van zaken van diverse projecten en programma’s op het gebied van zoetwatervoorziening die zich in de fasen van voorbereiding tot realisatie bevinden.
Bedrag in € mln | Budget | Planning | ||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Projecten Nationaal | ||||
EPK Planuitwerking en verkenningen Zoetwatervoorziening | 17 | 30 | ||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||
TBES Markermeer | 0 | 14 | 2014 | 2016 |
Marker Wadden | 0 | 15 | 2014 | 2020 |
Projecten Brabant | ||||
Roode Vaart | 10 | 10 | ||
Projecten Zuidwestelijke Delta | ||||
Besluit Beheer Haringvlietsluizen | 0 | 71 | 2014 | 2018 |
Gebonden | ||||
– | ||||
Bestemd | 0 | |||
– | 0 | |||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 27 | |||
Begroting DF 02.02.01 | 27 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De belangrijkste mutaties zijn:
-
• EPK-Planuitwerking en verkenning zoetwatervoorziening: de verlaging is het gevolg van de overheveling naar de artikelonderdelen 1.03 en 2.03 Studiekosten voor MIRT-onderzoeken naar het Ruimtelijke Adaptatieprogramma (€ 3 miljoen) en naar zoetwatervoorziening (€ 10 miljoen).
-
• TBES Markermeer: Een van de maatregelen om te komen tot de realisatie van een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) van het Markermeer-IJmeer is het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop. Het project Luwtemaatregelen Hoornse Hop zal in 2015 overgaan naar de realisatiefase. Hiervoor is € 7,6 miljoen overgeboekt naar het realisatieprogramma. Het resterende deel van het budget (€ 6 miljoen) wordt overgeheveld naar het project Marker Wadden. Dit is eveneens onderdeel van TBES Markermeer.
-
• Marker Wadden: de aanleg van moeraseilanden met bijbehorend onderwaterlandschap met behulp van het slib uit het Markermeer. Het budget van € 15 miljoen is overgeheveld naar artikel 4 (experimenteerartikel) op het Deltafonds waar ook de bijdrage van EZ is opgenomen. Naar verwachting wordt in 2015 een begin gemaakt met de realisatie van de Marker Wadden fase 1 en is het project in 2020 afgerond.
-
• Roode Vaart: dit project is opgenomen voor de uitvoering van de motie Holtackers/Jacobi, waarin de regering is verzocht om voor de Roode Vaart € 9,5 miljoen beschikbaar te stellen, in aanvulling op de circa € 20 miljoen van de regio. Dit project betreft de aanvoer van zoetwater vanuit het Hollandsch Diep via de Roode Vaart voor de reconstructie van het centrum van Zevenbergen (herstel oude loop) en de alternatieve zoetwatervoorziening van delen van West-Brabant en (op termijn) Tholen en St. Philipsland.
-
• Besluit Beheer Haringvlietsluizen: in mei 2014 heeft de Minister een uitvoeringsovereenkomst getekend om de benodigde compenserende zoetwatermaatregelen te kunnen realiseren, zodat de Haringvlietsluizen in 2018 op «een Kier» gezet kunnen worden. Het project Haringvliet de Kier is overgeheveld naar de realisatie.
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Verk./Planuitw. Zoetwatervoorziening. (Periode 2014–2028)
Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening
Totaal | Planning | Budget in € mln. | Oplevering | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Projecten Zoetwatervoorziening | ||||||||||||
Projecten Nationaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||
Innovatie KRW | 75 | 70 | 5 | |||||||||
Projecten Zuidwestelijke Delta |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||
Besluit Beheer Haringvlietsluizen | 76 | 0 | 28 | 4 | 29 | 15 | 0 | 2018 | 2018 | |||
Overige projecten |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
| ||
Luwtemaatregelen Hoornse Hop | 8 | 0 | 7 | 1 | ||||||||
Programma | 159 | 0 | 98 | 5 | 10 | 30 | 15 | 0 | 0 | 0 | ||
Begroting (DF 2.02.02) |
|
|
| 5 | 3 | 33 | 15 | 0 |
| 4 | ||
Overprogrammering (–) | 0 |
|
| 0 | – 7 | 3 | 0 | 0 | 0 | 4 |
De waterkwaliteitsprojecten worden met ingang van deze begroting verantwoord op artikel 7 van het Deltafonds.
2.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft enerzijds studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoorziening.
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met negen1 deelprogramma’s (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s). Op dit onderdeel staan de onderzoeken binnen de Deelprogramma’s Zoetwatervoorziening, Rijnmond-Drechtsteden, IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta die betrekking hebben op zoetwatervoorziening:
-
• Zoetwatervoorziening: het ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater vanwege klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag.
-
• Rijnmond-Drechtsteden: voor de verwachte stijging van de zeespiegel, toenemende extreme rivierafvoeren en sociaaleconomische veranderingen zijn lange termijn strategieën ontwikkeld voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Hierbij is synergie gezocht tussen duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied en de opgaven die op korte termijn spelen, zoals de derde toetsingsopgave. Komende jaren wordt met maatregelen en nadere beleidsuitwerking vervolg gegeven aan de gemaakte beleidskeuzes voor dit gebied.
-
• IJsselmeergebied: vanwege klimaatverandering en daarmee samenhangend vraagstukken van waterveiligheid en veranderende zoetwatervraag is een flexibeler peilbeheer nodig en wordt gestreefd naar een meer flexibele inrichting van het watersysteem. Onderzoek is nodig voor de aanpak van erosie aan de Friese kust, en voor andere maatregelen om mogelijke effecten van peilopzet in het voorjaar op te kunnen vangen.
Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Doel hierbij is het duurzaam op orde houden van het watersysteem zodat aan de wettelijke normen wordt voldaan.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 189.429 | 246.504 | 183.181 | 227.179 | 142.014 | 155.123 | 121.748 |
Uitgaven | 190.180 | 186.674 | 190.021 | 208.829 | 146.742 | 136.554 | 120.146 |
Waarvan juridisch verplicht | 90% | ||||||
3.01 Watermanagement | 12.484 | 11.277 | 7.734 | 6.964 | 6.962 | 6.962 | 6.962 |
3.01.01 Watermanagement | 12.484 | 11.277 | 7.734 | 6.964 | 6.962 | 6.962 | 6.962 |
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 177.696 | 175.379 | 182.287 | 201.865 | 139.780 | 129.592 | 113.184 |
3.02.01 Waterveiligheid | 148.829 | 133.896 | 119.654 | 122.786 | 101.742 | 101.711 | 93.758 |
3.02.02 Zoetwatervoorziening | 23.776 | 24.694 | 17.379 | 17.349 | 17.348 | 17.343 | 17.350 |
3.02.03 Vervanging | 5.091 | 16.807 | 45.254 | 61.731 | 20.690 | 10.538 | 2.076 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 185.089 | 169.867 | 144.767 | 147.098 | 126.052 | 126.016 | 118.070 |
– Restant | 5.091 | 16.807 | 45.254 | 61.731 | 20.690 | 10.538 | 2.076 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3.09.01 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3 Beheer, onderhoud en vervanging | 190.021 | 208.829 | 146.742 | 136.554 | 120.146 | 87.220 | 126.790 |
3.01 Watermanagement | 7.734 | 6.964 | 6.962 | 6.962 | 6.962 | 6.962 | 6.962 |
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 182.287 | 201.865 | 139.780 | 129.592 | 113.184 | 80.258 | 119.828 |
3.09 Ontvangsten | |||||||
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 190.021 | 208.829 | 146.742 | 136.554 | 120.146 | 87.220 | 126.791 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3 Beheer, onderhoud en vervanging | 193.273 | 233.332 | 299.339 | 316.698 | 239.285 | 234.392 | 231.549 |
3.01 Watermanagement | 6.962 | 6.962 | 6.987 | 6.987 | 6.987 | 7.183 | 6.790 |
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 186.311 | 226.370 | 292.352 | 309.711 | 232.298 | 227.209 | 224.760 |
3.01 Watermanagement
Motivering
Met Watermanagement streeft IenM naar:
-
• Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening;
-
• Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoog- als laagwater (peilbeheer);
-
• Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit, dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Producten
Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
-
• Monitoring en informatievoorziening;
-
• Crisisbeheersing en -preventie;
-
• Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
-
• Nakomen van bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere uit waterakkoorden);
-
• Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien).
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:
-
• Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
-
• Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dat te realiseren worden peilbesluiten nageleefd en de waterakkoorden geactualiseerd en nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.
De monitoring en informatievoorziening gaat over de vergaring en beschikbaarstelling van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.
Meetbare gegevens
Areaaleenheid | Omvang | Beschikbaar bedrag 2015 x € 1.000 | |||
---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | |||
Watermanagement | km2 water | 90.206 | 90.206 | 90.210 | 7.734 |
Toelichting:
Eind 2013 was de omvang van het areaal 90.206 km2(zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 27). Voor 2014 zijn geen wijzigingen voorzien. Door de Ruimte voor de Rivier-projecten, waarbij meer waterbergingen worden gerealiseerd, neemt het aantal km2 water in 2015 toe met 4,5 km2. Als gevolg van onder andere de omlegging Zuid-Willemsvaart, verruiming Wilhelminakanaal Tilburg en verruiming van de bocht bij Steijl neemt het aantal km2 water nog eens toe met circa 0,5 km2. Door overdrachten van de Gekanaliseerde Dieze en het Oude Maasje tot Zuiderkanaal neemt het aantal km2 af met circa 0,6 km2. Daarmee komt het op een totale toename van circa 4 km2 water voor 2015.
Eenheid | realisatie | streefwaarde | streefwaarde | |
---|---|---|---|---|
Indicator | 2013 | 2014 | 2015 | |
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen. | % | 93% | 95% | 95% |
Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/ Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet | % | 100% | 90% | 90% |
De spuiende kunstwerken en stuwen kunnen te allen tijde worden geopend | % | 99,3% | 100% | 100% |
Toelichting:
De indicatoren voor de uitvoering van de RWS-taken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het leveren van snelle en betrouwbare informatie en op het handhaven van de afgesproken peilen.
-
• De eerste indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. RWS verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, laagwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen.
-
• De tweede indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, wat het beleidsdoel is. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen.
-
• De derde indicator heeft betrekking op altijd werkende spuiende kunstwerken, stuwen en gemalen die een absolute voorwaarde zijn om de water af- en aanvoer goed te kunnen reguleren en een adequaat peilbeheer uit te voeren.
3.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functies voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening (inclusief waterkwaliteit) worden vervuld.
Producten
Het beheer en onderhoud omvat waterveiligheid (bescherming tegen overstromen door hoogwater) en de zoetwatervoorziening.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor watermanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Watermanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Watermanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.
3.02.01 Waterveiligheid
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen:
-
1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001).
-
2. Beheer en onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
-
3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden.
RWS heeft de wettelijke zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen, die in beheer zijn bij het Rijk, en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij RWS.
ad 1. Kustlijnhandhaving
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging (deels) teniet gedaan. Daarnaast zijn lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden van belang, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen
• Rijkswaterkeringen
RWS beheert en onderhoudt 193 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud uitgevoerd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater2. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het nieuwe HWBP. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt RWS ook 537 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen) meestal aangeduid als regionale keringen. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. De normen voor deze regionale keringen in beheer bij het Rijk zijn in 2014 door de Minister vastgesteld na afstemming met de provincies.
• Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (die vallen onder de Waterwet). In het kader van het Bestuursakkoord Water is in 2014 de Ramspolkering van het waterschap Groot-Salland aan RWS overgedragen. Hiermee heeft het Rijk vijf stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering, de Hollandse IJsselkering en de Ramspolkering.
Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden periodiek inspecties uitgevoerd.
Ad 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. Het beheer en onderhoud is gericht op het op orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit betreft een reguliere beheer en onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag Stroomlijn die verantwoord wordt op artikelonderdeel 3.02.03 Vervanging. In 2014 komt de zogenoemde vegetatielegger gereed die normerend is voor het onderhoud van de vegetatie in de uiterwaarden om onnodige stuwing door vegetatie te voorkomen.
3.02.02 Zoetwatervoorziening
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling volgens de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud voor:
-
• Waterverdeling en peilbeheer;
-
• Stuwende en spuiende kunstwerken;
-
• Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kaderrichtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.
Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en de implementatie van de eerste tranche van de KRW, en de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.
Beheer en Onderhoud
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken, dijken, dammen, duinen, stormvloedkeringen, kustfundament en oevers. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.
Omvang Areaal | Eenheid | Omvang 2015 | Budget 2015 x € 1 mln |
---|---|---|---|
Kustlijn | km | 293 | 66,4 |
Stormvloedkeringen | aantal | 5 | 40,1 |
Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.: | 13,2 | ||
– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen | km | 193 | |
– Niet-primaire waterkeringen/duinen | km | 537 | |
– uiterwaarden in beheer Rijk | ha | 3.863 | |
Totaal | 119,7 |
Toelichting:
-
• In deze begroting is het aantal kilometers voor dammen, dijken, duinen en uiterwaarden weergegeven zoals bepaald bij het opstellen van de leggergegevens. De lengte primaire waterkeringen is gelijk aan 2014, omdat er in 2015 geen areaalveranderingen zijn gepland.
-
• De lengte van niet-primaire waterkeringen neemt toe. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 545 kilometer als gevolg van een nieuwe inventarisatie in verband met het Legger-project. Dit aantal neemt in 2014 en 2015 af met in totaal 8 kilometer door overdrachten in het kader van het Bestuursakkoord Water, zoals de overdracht van de westelijke kanaaldijk Den Bosch-Drongelen en de verandering van de Voorlandkering Texel Zuid in een primaire kering.
-
• Het Rijk beheert 3.863 hectare aan uiterwaarden. De werkelijke realisatie in 2013 ligt op 3.867 hectare uiterwaarden. Het aantal hectare zal in 2014 en 2015 met 4 hectare afnemen als gevolg van Ruimte voor de Rivier projecten waarbij uiterwaarden plaatsmaken voor extra waterbergingen.
-
• Vanwege de overdracht van de Ramspolkering van het Waterschap Groot-Salland op 1 juli 2014 naar RWS, beschikt RWS vanaf 2015 over vijf stormvloedkeringen.
Indicator | Eenheid | Realisatie 2013 | Streefwaarde 2014 | Streefwaarde 2015 |
---|---|---|---|---|
De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn). | % | 93% | 90% | 90% |
De vijf stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis. | % | 100% | 100% | 100% |
Toelichting:
-
• De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de basiskustlijn op zijn plaats blijft.
-
• De tweede indicator is erop gericht dat de vijf stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkanseis.
Stormvloedkeringen | faalkans /overschrijdingskans | Streefwaarde 2014 | Streefwaarde 2015 |
---|---|---|---|
Maeslantkering | faalkans bij sluiten | 1:100 | 1:100 |
Hartelkering | faalkans bij sluiten | 1:19 | 1:19 |
Hollandse IJsselkering | faalkans bij sluiten | 1:47 | 1:47 |
Oosterscheldekering | overschrijdingskans in jaar | 1:4000 | 1:4000 |
Ramspolkering | faalkans bij sluiten | 1:286 | 1:286 |
De faalkanseisen voor de stormvloedkeringen worden op basis van de normering van de achterliggende waterkeringen vastgesteld. Bepalend daarvoor zijn de beschermingsniveaus van de achterliggende dijkringen, ook wel aangeduid als het «achterland». De stormvloedkeringen moeten voldoen aan de strengste veiligheidsnorm van het bijbehorende achterland zoals vastgelegd in de Waterwet en getoetst aan de hydraulische randvoorwaarden. Deze waterhuishoudkundige samenhang resulteert uiteindelijk in verschillende faalkanseisen per kering.
Toelichting:
-
• De Maeslantkering, Hartelkering, Hollandse IJsselkering en Ramspolkering kennen afspraken over faalkanseisen (de kans dat de kering bij een sluitvraag niet gesloten kan worden). De kansen worden uitgedrukt in aantal sluitvragen: bij honderd sluitvragen mag de Maeslantkering één keer falen.
-
• Voor de Oosterscheldekering geldt het wettelijk beschermingsniveau van 1: 4.000 voor de dijkring (overschrijdingskans; dit is de kans dat bij falen van de Oosterscheldekering de toetspeilen in het Oosterschelde-bekken worden overschreden). De kans wordt uitgedrukt in jaren (1: 4.000 jaar).
Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien3 waarin de basiskustlijn is overschreden.
Toelichting:
Het aantal raaien waarin de basiskustlijn wordt overschreden mag maximaal 15 procent zijn; het streven is om het aantal overschrijdingen onder 10 procent te houden. De geel/blauwe balken in bovenstaande figuur geven de over de afgelopen jaren gerealiseerde suppleties weer.
Suppleren voor kustlijnzorg
Om de basiskustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Hiertoe wordt een suppletieprogramma opgesteld en meerjarige contracten afgesloten, waarbij voor een deel van de suppleties een jaarlijkse bijstelling mogelijk is. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma’s hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met contracten voor een periode van vier jaar.
realisatie in mln m3 | prognose in mln m3 | ||
---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2012–2015 | |
Handhaven basiskustlijn en kustfundament | 8,06 | 10,6 | 48 |
Toelichting:
Door het afsluiten van meerjarige contracten in 2012 wordt een deel van de suppleties van 2012 later uitgevoerd. Het suppletievolume over de periode 2012–2015 zal echter wel circa 48 miljoen m3 bedragen (vierjarige contractperiode met gemiddeld 12 miljoen m3 per jaar met één jaar uitloop); uitloop van een klein deel van de suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.
Zoetwatervoorziening
Areaal Zoetwatervoorziening | Eenheid | Omvang 2015 | Omvang 2015 in € 1 mln |
---|---|---|---|
Binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen) | km2 | 2.993 | |
Aantal kunstwerken | stuks | 119 | |
Totaal | 17.379 |
Toelichting:
-
• Het areaal binnenwateren omvat alle door RWS beheerde wateren (onder meer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Westerschelde. Het aantal km2 binnenwateren neemt met 4 km2 toe ten opzichte van de werkelijke realisatie in 2013 van 2.989 km2 (zie het Jaarverslag 2013 van het Deltafonds, pag. 31) door met name de omlegging Zuid-Willemsvaart en verruiming van de bocht bij Steijl.
-
• Het aantal kunstwerken is afgenomen met één ten opzichte van 2014 vanwege overdracht in het kader van het Bestuursakkoord Water. De spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui- en uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.
3.02.03 Vervanging
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
De waterveiligheid en beschikbaarheid moet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en met name ook vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk zal toenemen.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid. De projecten in het Programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
Meetbare gegevens
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn / Lek en Inhaalslag Stroomlijn.
Water | Project | Gereed | |
---|---|---|---|
Nederrijn /Lek | Renovatie stuwensemble in Nederrijn en Lek | 2020 | 1 |
Diversen | Stroomlijn | 2016 | 2 |
Toelichting:
-
1. Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Nederrijn / Lek, vanwege het feit dat de biedingen hoger waren dan het beschikbare budget (zie Kamerstukken II, 2009/10, 32 123 A, nr. 2) is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. In 2010 is met de uitvoering van de urgente maatregelen en levensduurverlengend onderhoud gestart. Momenteel is de voorbereiding van fase twee, de grootschalige renovatie, gestart. Het project loopt uiterlijk door tot en met 2020. Ten opzichte van de eerdere planning is een extra laagwaterseizoen nodig om de stuwen in volgorde te kunnen renoveren. Ook is aanvullend budget nodig gebleken voor de renovatie. Door de mislukte aanbesteding zijn de afgelopen jaren kosten gemaakt die geen onderdeel maken van de renovatie maar wel bekostigd moeten worden. Daarnaast is bij de verdere detaillering gebleken dat meer kosten gemaakt moeten worden aan de vizierschuiven en verbeterde veiligheid.
-
2. Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. Het project Stroomlijn brengt in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt ervoor dat de vegetatie in de uiterwaarden waar nodig en mogelijk verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma’s.
Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet
Omschrijving van de samenhang in het beleid
De Waterwet voorziet in een zogenoemde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld natuur, milieu of economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 30.000 | 3 | |||||
Uitgaven | 0 | 15.000 | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
4.01 Experimenteerprojecten | 0 | 15.000 | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 |
4.01.01 Experimenteerprojecten | 0 | 15.000 | 11.463 | 3.537 | |||
Van totale uitgaven: | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | |||||||
– Restant | 0 | 15.000 | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.09.01 Ontvangsten Experimenteerartikel |
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4 Experimenteren cf art. III Deltawet | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.01 Experimenteerprojecten | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 11.463 | 3.537 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
4 Experimenteren cf art. III Deltawet | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.01 Experimenteerprojecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.09 Ontvangsten Experimenteerartikel | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4.01 Experimenteerprojecten
Motivering
Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.
Producten
Bedrag in € mln | Budget | Planning | ||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | Huidig | vorig | PB of TB | Openstelling |
Verplicht | ||||
Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland | ||||
Marker Wadden | 30 | 15 | 2014 | 2020 |
Gebonden | ||||
– | 0 | |||
Bestemd | 0 | |||
– | 0 | |||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 30 | |||
Begroting DF 04.01.01 | 30 |
legenda
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
TBES project Marker Wadden
Het TBES project Marker Wadden is een initiatief van Natuurmonumenten (NM) om in het Markermeer langs de Houtribdijk nabij Lelystad een moeraseiland aan te leggen. De voorbereidingen voor de uitvoering van de eerste fase Marker Wadden zijn inmiddels gestart met een budget van € 50 miljoen. IenM en EZ dragen ieder € 15 miljoen bij (totaal € 30 miljoen). Daarnaast wordt € 15 miljoen gefinancierd vanuit de Postcodeloterij. De provincie Flevoland en NM dragen gezamenlijk € 5 miljoen bij. Het beschikbare budget wordt ondergebracht bij het Nationaal Groenfonds. Natuurmonumenten zoekt aanvullend budget, onder andere middels private financiering en Europese subsidies. Het project maakt onderdeel uit van het bedrijfslevenbeleid binnen de Topsector Water.
Om invulling te geven aan de toezegging naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken, is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor onderzoek, verkenning en planuitwerking.
Verk./Planuitw. Experimenteerartikel (Periode 2014–2028)
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de apparaatskosten van RWS en de Deltacommissaris geraamd alsmede overige netwerkgebonden uitgaven van RWS en programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 253.539 | 237.288 | 241.385 | 235.718 | 232.646 | 239.276 | 239.044 |
Uitgaven | 253.827 | 213.207 | 216.347 | 223.339 | 216.341 | 225.997 | 265.534 |
Waarvan juridisch verplicht | 70% | ||||||
5.01 Apparaat | 198.792 | 185.216 | 176.412 | 171.332 | 168.868 | 175.500 | 175.266 |
5.01.01 Staf Deltacommissaris | 2.203 | 2.021 | 1.852 | 1.821 | 1.770 | 1.720 | 1.720 |
5.01.02 Apparaatskosten RWS | 196.589 | 183.195 | 174.560 | 169.511 | 167.098 | 173.780 | 173.546 |
5.02 Overige uitgaven | 55.035 | 51.284 | 64.932 | 64.386 | 63.778 | 63.776 | 63.778 |
5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven | 52.934 | 49.559 | 63.012 | 62.425 | 61.817 | 61.815 | 61.817 |
5.02.02 Programma-uitgaven DC | 2.101 | 1.725 | 1.920 | 1.961 | 1.961 | 1.961 | 1.961 |
5.02.03 Overige uitgaven | |||||||
5.03 Investeringsruimte | 0 | – 23.293 | – 24.997 | – 12.379 | – 16.305 | – 13.279 | 26.490 |
5.03.01 Programmarruimte | 0 | – 23.293 | – 24.997 | – 12.379 | – 16.305 | – 13.279 | 26.490 |
5.03.02 Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 249.523 | 232.754 | 237.572 | 231.936 | 228.915 | 235.595 | 235.363 |
– Apparaatsuitgaven | 2.203 | 2.021 | 1.852 | 1.821 | 1.770 | 1.720 | 1.720 |
– Restant | 2.101 | – 21.568 | – 23.077 | – 10.418 | – 14.344 | – 11.318 | 28.451 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.09.01 Overige ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5.10 Saldo van de afgesloten rekeningen | 2.067 |
Budgetflexibiliteit
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven | 216.347 | 223.339 | 216.341 | 225.997 | 265.534 | 291.970 | 263.316 |
5.01 Apparaat | 176.412 | 171.332 | 168.868 | 175.500 | 175.266 | 173.965 | 176.257 |
5.02 Overige uitgaven | 64.932 | 64.386 | 63.778 | 63.776 | 63.778 | 63.778 | 61.964 |
5.03 Investeringsruimte | – 24.997 | – 12.379 | – 16.305 | – 13.279 | 26.490 | 54.227 | 25.094 |
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 216.347 | 223.339 | 216.341 | 225.997 | 265.534 | 291.970 | 263.315 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven | 242.150 | 266.626 | 387.404 | 379.166 | 424.766 | 424.088 | 462.476 |
5.01 Apparaat | 176.186 | 176.186 | 176.209 | 176.209 | 176.209 | 176.209 | 176.233 |
5.02 Overige uitgaven | 61.964 | 61.964 | 61.940 | 61.940 | 61.940 | 63.632 | 60.252 |
5.03 Investeringsruimte | 3.999 | 28.475 | 149.255 | 141.017 | 186.617 | 184.247 | 225.991 |
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 263.315 | 242.149 | 266.626 | 387.404 | 379.166 | 424.766 | 424.088 |
5.01 Apparaat
Motivering
In uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden op deze begroting ook de apparaatskosten van de Deltacommissaris en RWS gepresenteerd.
Staf Deltacommissaris
Producten
De Deltacommissaris moet, conform de Waterwet, de totstandkoming en uitvoering van het Deltaprogramma bevorderen. Hij voert overleg met betrokken partijen en bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Deltaprogramma.
In de memorie van toelichting op de Waterwet, paragraaf 4, artikel 7.22d, is opgenomen dat de Deltacommissaris een eigen bureau ter ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft en een budget dat toereikend is voor de hem toebedeelde taken.
Op dit artikel worden de personele en materiële kosten verantwoord die nodig zijn om de ondersteunende taken van de staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.
Apparaatskosten Rijkswaterstaat
Dit betreft de apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) voor de grote projecten Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, nHWBP, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement, Beheer en Onderhoud, de uitvoering van landelijke taken en inhuur.
5.02 Overige Uitgaven
Overige netwerkgebonden uitgaven
Producten
Onder overige kosten zijn de externe kosten opgenomen die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. De overige netwerkgebonden uitgaven komen ten goede aan watermanagement, beheer, onderhoud, vervanging en aanleg en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
Programmauitgaven Deltacommissaris
Deze uitgaven worden gedaan voor het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris.
5.03 Investeringsruimte
Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.
In het Regeerakkoord is vastgelegd dat 80 procent van de resterende investeringsruimte in het Deltafonds vrijgegeven wordt. Dit is de zogenaamde programmaruimte, die beschikbaar is voor investeringen in deze kabinetsperiode. Op dit moment resteert een programmaruimte van circa € 0,66 miljard. Daarnaast is een beleidsruimte van circa € 275 miljoen beschikbaar, waarover besluitvorming wordt overgelaten aan een volgend kabinet.
De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen van de programmaruimte ten opzichte van de 1e suppletoire wet 2014 betreffen de volgende zaken:
-
• Dekking korting prijsbijstelling 2014 (– € 79 miljoen);
-
• Dekking van extra uitgaven voor informatiebeveiliging (– € 22 miljoen);
-
• Dekking overig (onderzoek, projecten in voorbereiding) (– € 6 miljoen);
-
• Saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma (– € 1 miljoen);
-
• Ontvangsten WVO (€ 4 miljoen);
Voor een betekenisvolle start van de opgaven voor waterveiligheid en zoetwater is een voorlopige reservering van circa € 200 miljoen gemaakt voor rijksbijdragen aan meerkosten van rivierverruiming en een reservering van circa € 150 miljoen voor rijksbijdragen aan zoetwatermaatregelen.
IenM dekt in de ontwerpbegroting 2015 de schade door het niet-uitkeren van de prijsbijstelling uit de resterende Investeringsruimte. Daarmee resteert er een kasritmeprobleem (zie hieronder het effect verwerking index 2013 en 2014). IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk eerder bij een eerstvolgende herijking van het Investeringsprogramma.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmaruimte | 270 | 0 | 5.484 | 0 | 0 | 0 | 39.052 | 21.488 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Kaseffect verwerking index 2013 | – 14.460 | – 14.693 | – 10.300 | – 9.999 | – 6.671 | 7.330 | 7.330 | 0 |
Kaseffect verwerking index 2014 | – 9.103 | – 10.304 | – 7.563 | – 6.306 | – 6.608 | 19.160 | 7.845 | 3.606 |
Totaal begroting 05.03 | – 23.293 | – 24.997 | – 12.379 | – 16.305 | – 13.279 | 26.490 | 54.227 | 25.094 |
Totaal | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
Programmaruimte | 254 | 15.659 | 139.681 | 133.235 | 178.833 | 125.363 | 900 | 660.219 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 49.851 | 225.091 | 274.942 |
Kaseffect verwerking index 2013 | 3.745 | 8.400 | 7.330 | 7.330 | 7.330 | 7.328 | 0 | 0 |
Kaseffect verwerking index 2014 | – 0 | 4.416 | 2.244 | 452 | 454 | 1.705 | 0 | 0 |
Totaal begroting 05.03 | 3.999 | 28.475 | 149.255 | 141.017 | 186.617 | 184.247 | 225.991 | 935.161 |
Artikel 6 Bijdragen andere begrotingen van het Rijk
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting van IenM komen. De doelstellingen van het onderliggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten | 973.745 | 1.074.523 | 1.124.584 | 1.064.247 | 971.113 | 883.565 | 836.177 |
6.09 Ten laste van begroting IenM | 973.745 | 1.074.523 | 1.124.584 | 1.064.247 | 971.113 | 883.565 | 836.177 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op ditzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk | |||||||
6.09 Ten laste van begroting IenM | 1.124.584 | 1.064.247 | 971.113 | 883.565 | 836.177 | 815.254 | 1.169.079 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
6 Bijdragen andere begrotingen Rijk | |||||||
6.09 Ten laste van begroting IenM | 910.697 | 916.652 | 1.008.496 | 1.007.723 | 1.004.175 | 997.064 | 965.650 |
6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII
Dit begrotingsartikel is technisch van aard.
Artikel 7 Investeren in Waterkwaliteit
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water worden verantwoord op dit artikel.
Waterveiligheid en waterkwaliteit vragen specifiek aandacht in de Zuidwestelijke Delta en in delen van de grote wateren. Hierbij is mede aandacht voor ontwikkelingsmogelijkheden en veiligheid van de scheepvaart, en voor natuurcompensatie, recreatie en het verbeteren van de habitat van flora en fauna (Natura 2000).
Het artikel investeren in waterkwaliteit is gerelateerd aan beleidsartikel 12 (Waterkwaliteit) op de Begroting hoofdstuk XII.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 0 | 0 | 42.630 | 19.114 | 23.764 | 32.664 | 51.764 |
Uitgaven | 0 | 0 | 46.770 | 44.586 | 41.404 | 40.821 | 53.765 |
Waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water | 0 | 0 | 38.827 | 42.464 | 38.140 | 40.057 | 53.001 |
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit | 0 | 0 | 7.943 | 2.122 | 3.264 | 764 | 764 |
Van totale uitgaven | |||||||
– Bijdrage aan agentschap RWS | 0 | 0 | 41.630 | 8.614 | 3.264 | 764 | 764 |
– Restant | 0 | 0 | 5.140 | 35.972 | 38.140 | 40.057 | 53.001 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
7.09 Ontvangsten investeren in waterkwaliteit | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van de nog niet in uitvoering genomen aanlegprojecten worden de budgetten in 2015 voor KRW en de waterkwaliteitsprojecten als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De aanvullende middelen die zijn vrijgemaakt voor de KRW zijn uitgebreid toegelicht in de Groeiparagraaf van deze begroting. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
7 Investeren in waterkwaliteit | 46.770 | 44.586 | 41.404 | 40.821 | 53.765 | 102.670 | 47.861 |
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water | 38.827 | 42.464 | 38.140 | 40.057 | 53.001 | 81.861 | 47.861 |
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit | 7.943 | 2.122 | 3.264 | 764 | 764 | 20.809 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 46.770 | 44.586 | 41.404 | 40.821 | 53.765 | 102.670 | 47.861 |
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
7 Investeren in waterkwaliteit | 47.861 | 47.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | 0 |
7.01 Real.progr.Kaderrichtlijn water | 47.861 | 47.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | |
7.02 Overige aanlegprojecten Waterkwaliteit | |||||||
Ontvangsten | |||||||
Bijdragen van hfdst XII (art 26) | 47.861 | 47.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | 43.861 | 0 |
7.01 Investeringen waterkwaliteit
Motivering
Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland schoon (drink)water heeft.
Verbeterprogramma Waterkwaliteit
Producten
Het Verbeterprogramma Waterkwaliteit bestaat uit een lijst concrete projecten. De projecten richten zich op het herstel van natuurlijkere overgangen tussen land en water, zoet en zout en van verbindingen, waaronder die tussen het hoofd- en regionaal watersysteem. Het betreft vooral aanlegprojecten om een meer natuurlijke inrichting van de watersystemen te bewerkstelligen. Dit moet bijdragen aan het bereiken van een goede ecologische en chemische toestand van de watersystemen.
Meetbare gegevens
Hieronder zijn de indicatoren en kengetallen voor waterkwaliteit opgenomen. Deze indicatoren en kengetallen zijn gerelateerd aan beleidsartikel 12 op de Begroting hoofdstuk XII.
Aantal KRW projecten per face per jaar
De indicator hierboven geeft informatie over de stand van zaken van de KRW-maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende projecten. De beleidsinspanningen van de Minister van IenM richten zich op de Begroting hoofdstuk XII op de regie en realisatie van deze projecten. In het figuur is te zien dat de programma’s voortvarend worden aangepakt. Er is nog slechts één project in de fase van planuitwerking; de rest is in realisatie of afgerond.
Over de uitvoering van alle maatregelen, ook die uitgevoerd door de waterschappen, gericht op de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en de uitvoering gericht op een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via «Water in Beeld» (laatste publicatie: Kamerstukken II, 2012/13, 27 625, nr. 290). Het Planbureau voor de Leefomgeving presenteert tussenresultaten in het Milieucompendium.
Totaal | Planning | Budget in € mln. | Oplevering | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Projecten Waterkwaliteit | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
KRW 1e tranche | 40 | 34 | 6 | 2015 | 2015 | |||||||
KRW 2e en 3e tranche | 573 | 6 | 16 | 26 | 37 | 53 | 435 | 2027 | ||||
Programma | 613 | 0 | 0 | 0 | 40 | 22 | 26 | 37 | 53 | 435 | ||
Begroting (DF 7.01.01) |
| 0 | 39 | 42 | 38 | 40 | 53 | 401 | ||||
Overprogrammering (–) | 0 | 0 | – 1 | 20 | 13 | 3 | – 0 | – 34 |
7.02 Overige investeringen waterkwaliteit
Motivering
Naast het verbeterprogramma waterkwaliteit ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water zijn hieronder de overige aanlegprojecten inzake waterkwaliteit opgenomen.
Producten
De overige investeringen waterkwaliteit hebben betrekking op de volgende producten:
-
• Natuurcompensatie Perkpolder:
Het project «Natuurcompensatie Perkpolder» maakt onderdeel uit van het wettelijk verplichte natuurcompensatieprogramma voor de tweede verdieping van de Westerschelde. Dit project is inmiddels betrokken bij de gebiedsontwikkeling Perkpolder. De gebiedsontwikkeling combineert de natuurdoelstelling met functies als wonen en recreatie en innovatieve concepten voor de lange termijn waterveiligheid. De realisatie is gestart in 2013 en de oplevering is voorzien in 2015.
-
• Verruiming vaargeul Westerschelde:
De derde verruiming van de vaargeul van de Westerschelde (zowel op Vlaams als Nederlands grondgebied) is uitgevoerd en gefinancierd door het Vlaams Gewest. Dit geldt ook voor het onderhoud van de verruimde vaargeul. Nederland financiert maximaal € 30 miljoen op Nederlands grondgebied voor wrakkenberging, kabels- en leidingenbescherming, vaargeulwandverdediging, onderzoek en monitoring. In 2013 is aan de hand van de monitoringsgegevens van 2010 en 2011 een eerste voortgangsrapport verschenen over de eventuele effecten van de derde verruiming.4
-
• Natuurlijker Markermeer-IJmeer:
Door verschillende oorzaken is sprake van een voortdurende verslechtering van de ecologische situatie in het Markermeer-IJmeer, waarbij de Natura2000 instandhoudingsdoelstelling voor het gebied in gevaar komt. Het programma Natuurlijker Markermeer-IJmeer heeft tot doel om mogelijke maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit te onderzoeken en in de praktijk te toetsen. Hieruit volgt een pilot om te experimenteren met de maatregelen in het klein. De resultaten zullen in 2015 leiden tot een advies aan het Kabinet over welke mogelijke maatregelen in de toekomst nodig zijn voor het op peil brengen en houden van de waterkwaliteit van het Markermeer-IJmeer.
Projectoverzicht realisatieprogramma
Totaal | Planning | Budget in € mln. | Oplevering | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | later | huidig | vorig |
Projecten Waterkwaliteit | ||||||||||||
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Natuurcompensatie Perkpolder | 3 | 3 | 0 | 2015 | 2015 | |||||||
Verruiming vaargeul Westerschelde | 24 | 0 | 1 | 0 | 1 | 1 | 21 | 2010 | 2010 | |||
Natuurlijker Markermeer | 8 | 4 | 1 | 3 | 2015 | 2015 | ||||||
Programma | 36 | 8 | 2 | 3 | 1 | 1 | 21 | |||||
Begroting (DF 7.02.01) | 8 | 2 | 3 | 1 | 1 | 21 | ||||||
Overprogrammering (–) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |