Bij het vergroten van de veiligheid zijn de landelijke beleidsdoelstellingen van de Veiligheidsagenda 2015–2018 leidend. Dan gaat het om de aanpak van: ondermijnende criminaliteit, cybercrime, horizontale fraude, kinderporno en High Impact Crimes, waaronder criminele jeugdgroepen, en afpakken van crimineel vermogen.
Versterking geïntegreerde aanpak ondermijnende criminaliteit
De bestrijding van ondermijnende criminaliteit vraagt om optreden als één overheid. Deze geïntegreerde aanpak voorziet in strafrechtelijke, bestuurlijke, fiscale en privaatrechtelijke interventies met als doel een breed en effectief front te vormen tegen ondermijnende criminaliteit. De RIEC’s (Regionale Informatie en Expertise Centra) en het LIEC zijn daarbij spin in het web. Zij richten zich op de overheidsaanpak bij complexe problemen zoals mensenhandel, drugscriminaliteit, fraude en Outlaw Motorcycle Gangs. Bij al deze thema’s is er sprake van flagrant normoverschrijdend gedrag waaruit een schijn van onaantastbaarheid voortvloeit. Er is bovendien bijna altijd sprake van een verwevenheid tussen boven- en onderwereld.
Juist vanwege deze verbinding ontstaan machtscentra in de maatschappij die vanwege hun gerichtheid op crimineel gewin erop uit zijn door geweld, afpersing en bedreiging een ondermijnende invloed op fundamentele pijlers van de maatschappij (waaronder de rechtstaat, democratie en economie) te richten. Alleen door een strakke samenwerking tussen alle relevante partijen, te weten OM, politie, Belastingdienst, FIOD, KMar, burgemeesters en gemeenten en hun diensten, kan dit worden doorbroken.
Voor 2015 staat een verdere intensivering van de samenwerking op het programma. Er worden minimaal 950 criminele samenwerkingsverbanden per jaar strafrechtelijk aangepakt. De aanpak is gericht op kopstukken en sleutelfiguren uit het criminele proces. Tevens zal het aantal handhavingsacties waaraan de politie deelneemt stijgen. In oktober 2014 is in de Eerste Kamer de behandeling voorzien van een wetsvoorstel dat voorbereidingshandelingen strafbaar stelt. Dit instrument is een nuttig en effectief instrument in de bestrijding van bijvoorbeeld drugscriminaliteit en dreigend terrorisme.
De Taskforce Brabant Zeeland zet zijn werkzaamheden – na de doorstart en verbreding naar heel Brabant en Zeeland in 2014 – ook de komende jaren voort. De inzet van de partijen uit de Task Force is erop gericht dat criminogene gelegenheidsstructuren en kopstukken worden aangepakt, waarbij het afpakken van crimineel vermogen bovenaan de agenda van alle betrokken overheidsorganisaties staat. De ervaringen die in Brabant en Zeeland worden opgedaan worden uiteraard verbonden aan de landelijke ontwikkelingen op het terrein van de aanpak van ondermijnende criminaliteit. De Minister van Veiligheid en Justitie ondersteunt deze geïntegreerde aanpak van ondermijnende criminaliteit in Brabant en Zeeland mede door het leveren van een financiële bijdrage.
Bestrijding cybercrime
In 2015 zetten we de harde aanpak van cybercrime onverminderd voort in nauwe samenwerking met tal van publieke en private partijen in binnen- en buitenland. De intensivering moet op termijn leiden tot een forse toename van het aantal cybercrime-onderzoeken (naar 360 onderzoeken in 2018). Voor 2015 wordt voorzien in 200 onderzoeken, waarbinnen een toename van het aantal complexe onderzoeken. Bij complexe zaken kan het bijvoorbeeld gaan om delicten zoals een hack van een grote instelling (ziekenhuis) of van vitale infrastructuur. Ten behoeve van de intensivering wordt ook de samenwerking met de bancaire sector verstevigd. Het hoge niveau van de bestrijding van hightech crime, als gevolg van de capaciteitsuitbreiding bij de Landelijke Eenheid van de nationale politie, blijft in 2015 gehandhaafd. De versterkte aandacht voor cybercrime wordt verruimd naar het niveau van alle eenheden.
Technologische ontwikkelingen vereisen regelmatige herijking van het wettelijk kader en daarom is in de Wet Computercriminaliteit III voorzien in uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden. Het OM en de politie bereiden zich in 2015 voor op de inwerkingtreding van deze wet.
Fraudebestrijding
De aanpak van fraude is ook in 2015 een topprioriteit. Fraude ondermijnt de integriteit van het economisch stelsel. Het tast bijvoorbeeld het vertrouwen in het handelsverkeer aan. Bovendien zet het de betaalbaarheid van voorzieningen onder druk en kan het leiden tot een vermindering van het maatschappelijk draagvlak voor sociale voorzieningen. In het algemeen wordt het rechtsgevoel op de proef gesteld en dat is onacceptabel. De ambities van het kabinet zijn vertaald in een rijksbreed actieprogramma waarvan de uitvoering wordt gecoördineerd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Doel is om fraude zoveel mogelijk te voorkómen. Gevallen van fraude worden zonder pardon aangepakt. Dat kan alleen effectief als alle betrokken overheidsdiensten hun expertise bundelen en als één overheid een front maken tegen fraude.
Komend jaar leidt deze opstelling tot verschillende concrete initiatieven en maatregelen. Vanaf 2015 wordt aan de hand van een richtlijn nieuwe en bestaande regelgeving steviger getoetst op fraudebestendigheid. Signalen over fraude en misbruik worden sneller opgepakt. Organisaties, belast met toezicht, handhaving, opsporing en vervolging worden systematischer uitgevraagd en hun kennis benut om kwetsbaarheden voor fraude te ontdekken en te dichten. Verbeterde basisregistraties bieden betere mogelijkheden voor eerdere detectie van fraude; knelpunten op het gebied van gegevensuitwisseling worden zo veel mogelijk weggenomen om de informatiepositie van verschillende overheidsdiensten te versterken; ook wordt een verkenning uitgevoerd naar een Kaderwet Gegevensuitwisseling.
Het kabinet gaat daarnaast verder met een stevige aanpak van onderliggende fraudefenomenen die zowel overheid als burgers en bedrijven raken. De bestrijding van faillissementsfraude kent bijvoorbeeld een integrale aanpak met aandacht voor preventie, bestuurlijk toezicht, civielrechtelijk verhaal en strafrechtelijke handhaving. Faillissementsfraudezaken worden vanaf het moment van het signaleren van fraude tot aan de berechting met de benodigde capaciteit en specialisatie behandeld. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de daarvoor georganiseerde spreekuren en themazittingen faillissementsfraude, die op steeds meer parketten worden gehouden en ook in 2015 zullen die worden voortgezet. In 2015 wordt ook een openbaar register van civielrechtelijke bestuursverboden voorbereid, evenals een centraal aandeelhoudersregister met informatie over aandelen in BV’s en niet-beursgenoteerde NV’s. Dit leidt er toe dat de slagkracht van publieke toezichthouders en handhavers wordt vergroot. Daarnaast worden beroepsfraudeurs buitenspel gezet door een innovatieve subjectgerichte aanpak die in 2014 is ontwikkeld door het Openbaar Ministerie in samenwerking met opsporingsdiensten en andere betrokken organisaties. Het afpakken en terughalen van crimineel vermogen blijft een centrale doelstelling in alle fraudezaken en draagt bij aan de totale afpakdoelstelling. De versterkte integrale en ketengerichte corruptiebestrijding, waarover de Tweede Kamer in 2014 is geïnformeerd, krijgt in 2015 nader vorm.
Volgend jaar vindt voorts een versterking van de aanpak van fraude tegen burgers en bedrijven (zogenaamde «horizontale fraude») plaats met als basis het verhogen van barrières voor het plegen van specifieke fraudes en het vergroten van de weerbaarheid van burgers en bedrijven. Publieke en private partners maken hiertoe gezamenlijk afspraken. Het onderwerp horizontale fraudebestrijding in den brede is een van zes gekozen hoofdthema’s van het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC). In nauwe publiek-private samenwerking zetten VNO-NCW, MKB-Nederland, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), Verbond van Verzekeraars, de Koninklijke Horeca Nederland (KHN), de Detailhandel Nederland (DHN) en Transport en Logistiek Nederland (TLN) zich samen met politie en justitie in op de programmatische en integrale aanpak van horizontale fraude, met focus op zowel preventie en tegenhouden, als repressie. Naast de aanpak van horizontale fraude zijn ook cybercrime, heling, afpersing, mobiele dadergroepen en transportcriminaliteit hoofdthema’s voor het NPC. Deze aanpak komt ook ten gunste van een beter vestigingsklimaat voor (internationale) bedrijven. Naast preventieve maatregelen en versterkte publieke-private samenwerking blijft ook de strafrechtelijke aanpak van horizontale fraude een essentieel onderdeel van de aanpak: voor politie en Openbaar Ministerie geldt als doelstelling dat het aantal strafzaken bij de regionale eenheden in 2015 is gestegen naar 1.500.
Aanpak mensenhandel
Mensenhandel is een mensonterend delict. Daders moeten hard worden aangepakt en slachtoffers moeten goed worden beschermd. In 2015 wordt de aanpak van mensenhandel verder geïntensiveerd. Al het mogelijke wordt gedaan om gedwongen arbeid en mensenhandel te voorkomen en op te sporen. Binnen de Taskforce Mensenhandel wordt voortdurend ingezet op een brede integrale aanpak van mensenhandel, waarin de vele initiatieven met elkaar in verbinding worden gebracht ter bestrijding van alle vormen van uitbuiting. Het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel en het vergoeden van de schade aan slachtoffers zijn belangrijke onderdelen van deze aanpak. Om meer maatwerk te leveren aan de slachtoffers staat 2015 verder in het teken van het nationaal verwijzigingsmechanisme (een wegwijzer voor o.a. ketenpartners en maatschappelijke organisaties) voor slachtoffers van mensenhandel.
Bestrijding kinderporno en kindersekstoerisme
De bestaande focus op slachtoffers en op vervaardigers en verspreiders wordt verder uitgebreid. Het aantal interventies zal stijgen naar 700 in 2018, met focus op de meer complexe zaken. In 2015 leggen we het accent, nog meer dan tot nu toe, op het ontzetten van slachtoffers van misbruik. We besteden speciale aandacht aan recidivisten, daders opererend in besloten netwerken en daders in risicovolle beroepen en posities. Net zoals in het huidige beleid zoeken we daarbij naar evenwicht tussen enerzijds het type zaak (kwaliteit) en anderzijds het aantal zaken (kwantiteit). Verder blijven we ons richten op downloadzaken, met ruimte voor alternatieve interventies zoals verwijzing naar Stop It Now, een hulplijn voor pedoseksuelen. Het Plan van Aanpak Kindersekstoerisme voorziet voor langere tijd in meer concrete acties ter voorkoming en bestrijding van kindersekstoerisme. De tijdelijke inzet van extra politieliaisons in enkele kwetsbare regio’s en campagnes om de bewustwording te vergroten speelt in dit verband een belangrijke rol.
High Impact Crimes
Bij de bestrijding van de High Impact Crimes ligt de focus op het verhogen van het ophelderingspercentage, het afpakken van crimineel vermogen en een zorgvuldige bejegening van het slachtoffer. Op deze aanpak wordt opnieuw vol ingezet. De probleemgerichte ketenaanpak van overvallen, straatroven, woninginbraken en geweldsdelicten is succesvol gebleken en blijft in 2015 en verdere jaren een topprioriteit.
Met betrekking tot straatroven en overvallen wordt voor 2015 een maximum gehanteerd van respectievelijk 6.723 en 1.648. Doel is om het aantal woninginbraken van circa 91.000 in 2012 terug te brengen tot 61.000 in 2018. Op lokaal niveau maken bestuur, OM, politie en andere partners, zoals woningcorporaties en het bedrijfsleven, heldere afspraken over de beste lokale aanpak – zowel preventief als repressief. De heterdaadkracht wordt verstevigd door in te zetten op de vergroting van de actieve betrokkenheid van burgers.
De effectieve aanpak van problematische jeugdgroepen – in het bijzonder die van alle criminele jeugdgroepen – wordt aangescherpt. Er wordt daarbij niet alleen ingezet op de aanpak van groepen/netwerken die al crimineel zijn, maar ook op het voorkomen dat er nieuwe groepen/netwerken ontstaan en dat leden doorgroeien van overlast gevend naar crimineel. Daarom wordt vanaf 2015 en verdere jaren geïnvesteerd in een systeemaanpak op basis van een gezamenlijke probleemanalyse voor criminele jeugd en risicojeugd, waarin preventie, zorg en straf goed op elkaar aansluiten.
Wetsvoorstel invoering maatregel terbeschikkingstelling aan onderwijs (tbo-maatregel)
Met dit wetsvoorstel krijgt de rechter de mogelijkheid om jeugdigen (12 tot 23 jaar) met een problematisch onderwijsverleden, die zich schuldig maken aan strafbare feiten, te verplichten om onderwijs te volgen. In 2015 wordt de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel afgerond. Doel is om jongeren zonder startkwalificatie te dwingen hun opleiding af te maken en zo kansen op werk te vergroten en recidive te voorkomen.
Afpakken
Het afpakken van crimineel vermogen wordt standaard ingebouwd bij iedere strafzaak met financieel gewin. De impuls die het afpakken heeft gekregen met investeringen in de strafrechtketen – oplopend tot € 20 miljoen euro in 2018 – heeft geleid tot de beoogde stijging van het incassoresultaat. Dat zal het komende jaar verder toenemen tot ruim 100 miljoen euro vanaf 2016.
Veiligheid kinderen
Op 1 januari 2015 gaat het nieuwe jeugdstelsel van start. Dit stelsel is tot stand gekomen in goede samenwerking tussen Rijk, VNG/gemeenten en IPO, alsmede zorgverzekeraars en veldpartijen. Gemeenten krijgen de regie over het uitvoeren van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Een «ontschotte» jeugdhulp en minder bureaucratie moeten de hulpverlening toegankelijker maken. Het actieplan «Kinderen Veilig 2012–2016» vormt de basis voor de aanpak van kindermishandeling in 2015. De Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik ziet niet alleen toe op de uitvoering van de acties uit het Actieplan, maar ook op de maatregelen die voortvloeien uit het rapport van de Commissie Samson.
Zedendelinquenten
Zedendelicten en zware geweldsdelicten zijn zeer ingrijpend en traumatiserend voor slachtoffers en naaste omgeving. Bescherming van de samenleving tegen daders van zware geweldsdelicten en zedendelicten vergt toereikende maatregelen, die erop gericht zijn dat deze delinquenten niet (weer) recidiveren. Omwille van de veiligheid van de samenleving kan het nodig zijn een bepaalde categorie delinquenten langdurig te volgen. Dat beoogt het wetsvoorstel Langdurig Toezicht, Gedragsbeïnvloeding en Vrijheidsbeperking. Naar verwachting treedt dit wetsvoorstel in 2015 in werking. Met deze wet kunnen ernstige geweldsplegers en zedendelinquenten langdurig, mogelijk zelfs levenslang, onder toezicht komen te staan en vindt resocialisatie gefaseerd plaats onder voorwaarden.
In het verlengde van toezicht op zedendelinquenten en zware geweldsdelinquenten wordt het project Bestuurlijke Informatie Voorziening Justitiabelen (BIJ) volgend jaar staand beleid. Tegelijkertijd werken we in 2015 aan digitalisering van het informatieportaal Justitiabelen. Dit systeem stelt de burgemeester in staat zich tijdig te voorzien van informatie over de terugkeer van ex-gedetineerde zeden- en zware geweldsdelinquenten in de samenleving. Dat versterkt de handelingspositie van burgemeester en gemeente.