Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Het voorstel is om de uitgaven voor 2016 per saldo te verhogen met EUR 188,5 miljoen. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een saldo van mutaties op de beleidsartikelen 1, 3, 4 en 5. Zie hieronder.
De raming van de instroom van asielzoekers in Nederland wordt ten opzichte van de Eerste Suppletoire Begroting 2016 aangepast van 58.000 naar 32.000 voor 2016 (zie ook de brief van 8 november «Ontwikkelingen asielinstroom in relatie tot opvang en huisvesting» aan Uw Kamer). De aangepaste raming heeft gevolgen voor de toerekening aan ODA voor de eerstejaarsopvang van vluchtelingen uit DAC-landen. Deze wordt verlaagd met in totaal EUR 460 miljoen, verdeeld over 2016 (EUR 290 miljoen) en 2017 (EUR 170 miljoen). Dit bedrag blijft onderdeel uitmaken van het ODA-budget. Het wordt overgeboekt van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en wordt ingezet ten behoeve van het nog in te vullen meerjarige tekort op artikel 5.2/5.4 «nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen». Dit tekort is gemiddeld EUR 372 miljoen per jaar in de periode 2017 tot en met 2020.
Verder wordt bij Najaarsnota de ODA toerekening van de kosten voor eerstejaarsopvang asiel 2015 en 2016 gecorrigeerd met EUR 31 miljoen, vanwege een administratieve narekening waarbij bleek dat te veel aan ODA is toegerekend. Het bedrag wordt overgeboekt naar de BHOS begroting en komt ten goede aan het Noodhulpfonds. Middelen van het Noodhulpfonds kunnen flexibel worden ingezet over de jaren 2014–2017. De correctie vanaf 2017 bedraagt naar verwachting EUR 17 miljoen en wordt bij Voorjaarsnota verwerkt, waarmee de totale intensivering van het Noodhulpfonds op EUR 48 miljoen komt, waarvan EUR 45 miljoen voor de Dutch Relief Alliance.
In aanvulling op het bovenstaande vindt u hieronder een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2016 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Artikel | Mutatie | |
---|---|---|
1.2 | Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid | – 20,6 |
1.4 | Dutch Good Growth Fund | – 34,0 |
3.3 | Versterkt maatschappelijk middenveld | – 65,3 |
4.4 | Noodhulpfonds | + 31,0 |
5.2 | Overig armoedebeleid | + 268,0 |
Toelichting
Artikel 1
De daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere liquiditeitsbehoefte bij uitvoerder RVO op diverse programma’s voor internationaal ondernemen. De bevoorschotting is neerwaarts bijgesteld. Zo is bij het programma Partners for International Business (PIB) de liquiditeitsprognose neerwaarts bijgesteld en zo ook de kasverwachting voor DTIF i.v.m. de vertraagde opstart ervan. Daarentegen wordt het budget voor RVO verhoogd met EUR 2,4 miljoen voor aanvullende deelopdrachten.
Op artikel 1.4 is bij het Dutch Good Growth Fund in 2016 sprake van lagere uitgaven (EUR 34 miljoen). De totale vraag op het onderdeel «export financiering en verzekering» (onderdeel 3) binnen het DGGF valt in 2016 lager uit. In latere jaren wordt het budget voor DGGF verhoogd waardoor de totale meerjarige omvang van DGGF gelijk blijft.
Artikel 3
Bij Maatschappelijk middenveld is het budget met EUR 65 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de raming voor de eindafrekening MFS-II te hoog is gebleken en door de latere start van het Voice Programma en het Accountability Fund.
Artikel 4
In het kader van de toerekening aan ODA van de eerstejaarskosten van de opvang van asielzoekers is een aantal correcties doorgevoerd. Het hiermee gemoeide bedrag voor 2016 is vastgesteld op EUR 31 miljoen en wordt toegevoegd aan de BHOS begroting. Dit bedrag van EUR 31 miljoen komt ten goede aan het Noodhulpfonds op artikel 4.4.
Artikel 5
De uitgaven op dit artikel nemen toe met EUR 272 miljoen. Het budget is verhoogd vanwege de nieuwe raming van toerekening aan ODA van de eerstejaarsopvangkosten asielzoekers in 2016. De raming van de instroom is t.o.v. de eerste Suppletoire Begroting 2016 aangepast van 58.000 naar 32.000 in 2016.