Verplichtingen
Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de verplichtingen van het provinciefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2015 naar de stand ontwerpbegroting 2016.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 952.181 | 1.123.435 | 1.126.863 | 1.011.072 | 1.006.072 | 1.001.072 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 | 51.056 | 19.164 | 19.238 | 19.330 | 19.465 | 19.471 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 | 1.003.237 | 1.142.599 | 1.146.101 | 1.030.402 | 1.025.537 | 1.020.543 |
Nieuwe mutaties | 74.272 | 1.017.735 | 1.004.289 | 964.178 | 963.124 | 961.759 |
Stand ontwerpbegroting 2016 | 1.077.509 | 2.160.334 | 2.150.390 | 1.994.580 | 1.988.661 | 1.982.302 |
Waarvan verplichtingenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet | 200 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Waarvan verplichtingenbedrag algemene uitkering | 251.748 | 595.313 | 590.387 | 579.537 | 574.672 | 569.678 |
Waarvan verplichtingenbedrag integratie-uitkeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan verplichtingenbedrag decentralisatie-uitkeringen | 825.561 | 1.564.921 | 1.559.903 | 1.414.943 | 1.413.889 | 1.412.524 |
Uitgaven
Onderstaande tabel geeft de opbouw aan van de uitgaven van het provinciefonds vanaf de stand ontwerpbegroting 2015 naar de stand ontwerpbegroting 2016.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2015 | 952.181 | 1.123.435 | 1.126.863 | 1.011.072 | 1.006.072 | 1.001.072 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2015 | 50.945 | 19.164 | 19.238 | 19.330 | 19.465 | 19.471 |
Stand 1e suppletoire begroting 2015 | 1.003.126 | 1.142.599 | 1.146.101 | 1.030.402 | 1.025.537 | 1.020.543 |
Mutaties nog niet eerder opgenomen in een begrotingsstuk: | ||||||
1) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering) | 35.988 | 32.988 | 27.988 | 27.988 | 27.988 | |
2) Brede Doeluitkering Verkeer en vervoer (decentralisatie-uitkering) | 995.994 | 1.001.925 | 966.814 | 965.760 | 964.395 | |
3) Programma Impuls Omgevingsveiligheid (decentralisatie-uitkering) | 16.196 | 15.256 | ||||
4) Erfgoed en ruimte (decentralisatie-uitkering) | 21 | |||||
5) RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering) | 43.148 | |||||
6) Life Sciences Park Oss (decentralisatie-uitkering) | 100 | |||||
7) Actieplan bevolkingsdaling (decentralisatie-uitkering) | 815 | |||||
8) Besluit Risico Zware Ongevallen-inrichtingen (decentralisatie-uitkering) | 11.171 | 10.050 | 10.050 | 10.050 | 10.050 | |
9) Natuur (decentralisatie-uitkering) | – 9.000 | |||||
10) Jeugdzorg (algemene uitkering) | – 90.000 | – 90.000 | – 90.000 | – 90.000 | – 90.000 | |
11) Accres tranche 2015 (algemene uitkering) | 4.595 | 49.326 | 49.326 | 49.326 | 49.326 | 49.326 |
12) Plafond BTW-compensatiefonds (algemene uitkering) | 18.397 | |||||
Totaal nieuwe mutaties | 74.272 | 1.017.735 | 1.004.289 | 964.178 | 963.124 | 961.759 |
Stand ontwerpbegroting 2016 | 1.077.398 | 2.160.334 | 2.150.390 | 1.994.580 | 1.988.661 | 1.982.302 |
Waarvan uitgavenbedrag kosten Financiële-verhoudingswet | 200 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Waarvan uitgavenbedrag algemene uitkering | 251.635 | 595.313 | 590.387 | 579.537 | 574.672 | 569.678 |
Waarvan uitgavenbedrag integratie-uitkeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Waarvan uitgavenbedrag decentralisatie-uitkeringen | 825.563 | 1.564.921 | 1.559.903 | 1.414.943 | 1.413.889 | 1.412.524 |
Toelichting op de nieuwe mutaties
Onderstaand worden de mutaties toegelicht voor zover nog niet eerder toegelicht in een begrotingsstuk. De «mutaties 1e suppletoire begroting 2015» zijn toegelicht in de 1e suppletoire begroting 2015 (Tweede Kamer, 2014–2015, 34 210 C, nrs. 1 en 2).
1) Bodemsanering (decentralisatie-uitkering)
Het bodembeleid voor de periode 2016–2020 is opgenomen in het convenant «Bodem en Ondergrond» van 17 maart 2015. Het convenant is ondertekend door het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. Met de ondertekening van het convenant wordt ook de definitieve stap gezet naar de verdere decentralisatie van de middelen. Met de middelen kunnen de provincies de beleidsafspraken uit het convenant uitvoeren. Tevens vindt de uitfinanciering van oude afspraken plaats. Het betreft een compensatie voor gasfabrieken voor alle provincies, voor de aanpak van asbest in Het Gijmink in Overijssel en voor de bodemsanering van het Thermphos-terrein in Zeeland.
2) Brede doeluitkering verkeer en vervoer (decentralisatie-uitkering)
Met ingang van 2016 maken de voor de provincies bestemde middelen uit de Brede Doeluitkering (BDU) Verkeer en vervoer onderdeel uit van het provinciefonds. Voorheen werden deze middelen toegekend via een specifieke uitkering van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De BDU-middelen van de voormalige plusregio’s, met uitzondering van de regio’s Amsterdam, Haaglanden en Rotterdam, zijn eveneens naar het provinciefonds overgeheveld en toegekend aan de betreffende provincies.
3) Programma Impuls Omgevingsveiligheid (decentralisatie-uitkering)
De provincie Zuid-Holland ontvangt in 2015 en 2016 middelen ten behoeve van het programma Impuls Omgevingsveiligheid 2015–2018.
4) Erfgoed en ruimte (decentralisatie-uitkering)
Het Ministerie van OCW heeft aan de provincie Utrecht een bedrag van € 21.000 toegekend vanuit de beleidsnota Visie Erfgoed en Ruimte (Kiezen voor Karakter).
5) RSP Zuiderzeelijn (decentralisatie-uitkering)
De projecten uit het Regio Specifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn richten zich op versterking van de ruimtelijke en economische structuur in Noord-Nederland (Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland) en het verbeteren van de bereikbaarheid van deze regio, via openbaar vervoer en weg.
6) Life Sciences Park Oss (decentralisatie-uitkering)
Ten behoeve van het Life Sciences Park Oss wordt door het Ministerie van EZ in 2015 een bijdrage van € 100.000 verstrekt aan de provincie Noord-Brabant.
7) Actieplan bevolkingsdaling (decentralisatie-uitkering)
De provincies met de door de Minister van Wonen en Rijksdienst aangewezen krimp- en anticipeerregio’s ontvangen via een decentralisatie-uitkering een eenmalige bijdrage per krimpregio (€ 25.000) en/of anticipeerregio (€ 45.000) voor ondersteuning van de binnen hun provinciegrenzen gelegen krimp- en/of anticipeerregio’s als onderdeel van het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling.
Een tweetal provincies (Drenthe en Gelderland) ontvangt een extra bijdrage voor de uitvoering van eerder overeengekomen thema-activiteiten.
8) Besluit Risico Zware Ongevallen-inrichtingen (decentralisatie-uitkering)
Per 1 januari 2016 dragen de gemeenten het bevoegde gezag voor alle BRZO-inrichtingen (Besluit Risico Zware Ongevallen) en RIE-4-installaties (Richtlijn Industriële Emissies-categorie 4) over aan provincies. Om provincies in staat te stellen de hiermee samenhangende taken te financieren wordt een bedrag overgeheveld van het gemeentefonds naar het provinciefonds.
9) Natuur (decentralisatie-uitkering)
Voor de transitieperiode Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer (2014–2016) zijn in het kader van het Natuurpact afspraken gemaakt over de financiering van de kosten. De bijdrage van de provincies bedraagt € 9 miljoen voor 2015. De provincies zijn overeengekomen om het bedrag in mindering te brengen op de decentralisatie-uitkering natuur.
10) Jeugdzorg (algemene uitkering)
Dit betreft een nog niet vewerkte mutatie uit het regeerakkoord van het kabinet Rutte I.
11) Accres (algemene uitkering)
Het gemeentefonds en het provinciefonds ontwikkelen zich evenredig met de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (NGRU). Nemen de NGRU van jaar op jaar toe, dan neemt ook de algemene uitkering van de fondsen toe. Bij een afname van de NGRU geldt het omgekeerde. De groei of krimp van de fondsen als gevolg van deze normeringssystematiek wordt accres genoemd. Het accres van tranche 2015 bedraagt € 10,7 miljoen negatief. Dat is een positieve bijstelling van € 4,6 miljoen ten opzichte van de 1e suppletoire begroting 2015 van het provinciefonds. Het accres van tranche 2016 bedraagt € 49,3 miljoen.
12) Plafond BTW-compensatiefonds (algemene uitkering)
De ontwikkeling van het BTW-compensatiefonds en het bijbehorende plafond leiden conform het Financieel Akkoord Rijk/VNG/IPO met ingang van 2015 tot een toename of afname van de algemene uitkering van de fondsen. Voor 2015 is sprake van ruimte onder het plafond, met als gevolg een toevoeging aan de algemene uitkering van € 18,4 miljoen.