Algemeen
Het Koninkrijk is per 10 oktober 2010 staatkundig opnieuw ingericht: vier autonome landen die een aantal taken gemeenschappelijk uitvoeren. Het Koninkrijk vervult een waarborgfunctie (artikel 43 van het Statuut): als de landen (Curaçao, Sint Maarten en Aruba) niet zelfstandig kunnen voldoen aan de verantwoordelijkheid voor rechtszekerheid, deugdelijk bestuur en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden van hun inwoners, komt de verantwoordelijkheid van het Koninkrijk in beeld. Het Statuut geeft het Koninkrijk de instrumenten om aan die verantwoordelijkheid invulling te geven.
Kinderrechten
In 2017 wordt wederom ingezet op duurzame verbetering van de situatie van kinderen in Caribisch Nederland. In nauw overleg met UNICEF en de eilanden wordt uitvoering gegeven aan het actieplan Kinderrechten. Op basis van de prioritering in het actieplan wordt onder andere ingezet op de opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en professionalisering van betrokken organisaties.
Geschillenregeling
Artikel 12a van het Statuut van het Koninkrijk schrijft voor dat er een Geschillenregeling moet komen. Tijdens de Koninkrijksconferentie van 16 juni 2015 is afgesproken dat nader bestuurlijk overleg wordt gevoerd gericht op de totstandkoming van een rijkswet. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een voorstel tot een Rijkswet Koninkrijksgeschillen in openbare internetconsultatie gegeven.
Wisselkoers
In de begroting worden de uitgaven geraamd in euro’s, maar daadwerkelijke uitgaven vinden ten dele plaats in dollars. De huidige ontwikkeling van de euro/dollar-wisselkoers leidt derhalve tot druk op de budgetten.
Landen (Aruba, Sint Maarten, Curaçao)
Regionale samenwerking
Er bestaan vele raakvlakken tussen de zes eilanden en Nederland en zeker ook tussen de eilanden onderling. Hierdoor bestaat er een groeiende belangstelling vanuit de eilanden om vanuit een ander perspectief te kijken naar mogelijkheden van nauwere samenwerking – in allerlei vormen – binnen het Koninkrijk, mede vanuit de wens van efficiënte deling van kennis en expertise.
Financieel toezicht
Het is van belang dat alle eilanden van het Koninkrijk streven naar financiële soliditeit en duurzaam houdbare overheidsfinanciën. Het College financieel toezicht (Cft) vervult daarbij een toezichthoudende rol, voortvloeiend uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten en de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het College Aruba financieel toezicht (CAft) vervult deze rol ten aanzien van Aruba. Indien de financiële situatie daartoe aanleiding geeft zal de Koninkrijksregering op basis van de adviezen van de colleges financieel toezicht de landen aanspreken om maatregelen te nemen.
De financiële situatie op Aruba en Sint Maarten blijft kwetsbaar en zal ook in 2017 en latere jaren inzet van de regeringen van beide landen vergen om de financiën duurzaam op orde te krijgen en te houden. Zorgelijk is vooral de financiële situatie op Sint Eustatius. Sinds 2015 is een toezichtregime ingesteld en heeft de Rijksvertegenwoordiger in samenwerking met het eiland, het Cft en de verantwoordelijk accountant een plan van aanpak opgesteld ter verbetering van het bestuurlijk en financieel functioneren van het eilandgebied. In 2016 is voorafgaand toezicht op de uitgaven van het eiland ingesteld om te bewaken dat beschikbare budgetten niet zouden worden overschreden. Hoewel in 2016 de basis is gelegd, zal de Rijksvertegenwoordiger in 2017, in samenwerking met het eiland, het plan van aanpak verder uitvoeren. Extra aandacht zal daarbij uitgaan naar het verbeteren van de kwaliteit en de inrichting van het ambtelijk apparaat (door o.a. gerichte opleidingen).
Rechtshandhaving
De rechtshandhaving in de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk wordt in 2017 verder versterkt. In 2016 is een begin gemaakt met een extra inzet op de aanpak van de georganiseerde (ondermijnende) criminaliteit, met name op Sint Maarten. Waar het zwaartepunt in 2016 lag bij de opbouw, ligt in 2017 de nadruk op het bereiken van zichtbare resultaten. Een sterkere rechtshandhaving is mogelijk door een tijdelijke uitbreiding van het Recherche Samenwerkingsteam (RST), het Openbaar Ministerie en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in het bijzonder gericht op bestrijding van grensoverschrijdende en ondermijnende criminaliteit, high impact crimes en mensenhandel en -smokkel.
Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius, Saba)
Caribisch Nederland (CN) Follow up kabinetsreactie Spies
De kabinetsreactie op het rapport over de uitwerking van de nieuwe staatkundige structuur van Caribisch Nederland, «Vijf jaar verbonden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba en Europees Nederland», is op 12 mei 2016 gepubliceerd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 34 300 IV, nr. 59). De in de kabinetsreactie opgenomen maatregelen zijn aanvullend op de meerjarenprogramma’s van de openbare lichamen.
Sociaaleconomische ontwikkeling
Voor de sociaaleconomische ontwikkeling (verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie) van Caribisch Nederland ontvangen de openbare lichamen op basis van het «tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten» BES middelen van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Overzichtstabel belangrijkste beleidsmatige mutaties t.o.v. vorig jaar (ontvangsten, uitgaven en niet-belastingontvangsten)
art. nr. | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2016 | 257.466 | 292.623 | 268.404 | 124.099 | 123.198 | ||
Mutaties 1e suppletoire begroting | 5.029 | 5.526 | 6.768 | 1.121 | 1.108 | 1.108 | |
Nieuwe mutaties: | 11.500 | – 6.287 | – 3.148 | – 1.248 | – 1.248 | 121.950 | |
waarvan: | |||||||
a. integrale aanpak SZW | 4.2 | 2.256 | |||||
b. overheveling apparaat KR naar HVII (BZK) | 6.1 | – 3.937 | – 3.259 | – 2.920 | – 2.920 | – 2.920 | – 2.920 |
c. wisselkoersproblematiek | 7.3 | 12.000 | |||||
Overige mutaties | 1.181 | – 3.028 | – 228 | 1.672 | 1.672 | 124.870 | |
Stand ontwerpbegroting 2017 | 273.995 | 291.862 | 272.024 | 123.972 | 123.058 | 123.058 |
art. nr. | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2016 | 36.475 | 36.475 | 36.475 | 36.475 | 36.475 | ||
Mutaties 1e suppletoire begroting | 6.300 | ||||||
Nieuwe mutaties: | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 36.475 | |
Overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 36.475 | |
Stand ontwerpbegroting 2017 | 42.775 | 36.475 | 36.475 | 36.475 | 36.475 | 36.475 |
Toelichting
a. Integrale aanpak SZW
Dit betreft een bijdrage vanuit Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) ten behoeve van financiering van integrale projecten van Caribisch Nederland.
b. Overheveling apparaat KR
Een klein gedeelte van de medewerkers van BZK (de directie Koninkrijksrelaties) valt onder een ander begrotingshoofdstuk (H IV: Koninkrijksrelaties in plaats van H VII: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Dit beperkt de gewenste flexibiliteit voor de inzet van medewerkers binnen BZK. Daarom is deze post overgeboekt naar H VII.
c. Wisselkoersproblematiek
Voor het meerjarig opvangen van valutaschommelingen is in 2016 incidenteel € 12 mln. gereserveerd. Deze reservering zal door BZK verder worden aangevuld vanuit de middelen die staan op artikel 7.3 Onvoorzien. Wisselkoerstegenvallers worden vanuit deze reservering gedekt, wisselkoersmeevallers komen ten gunste van deze reservering. De systematiek van deze reservering wordt aan de hand van voorgenoemde principes nader uitgewerkt.
Overzicht niet-juridisch verplichte uitgaven
Art.nr | Naam artikel (€ tot. Uitg. art.) | Juridisch verplichte uitgaven | Niet-juridisch verplichte uitgaven | Bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven |
---|---|---|---|---|
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur (14.676) | 7.658 (52%) | 7.018 (48%) | • onderzoek/kennisoverdracht (5.513) |
• opdrachten (1.505) | ||||
Totaal aan niet verplichte uitgaven | 7.018 |
Meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen
(realisatie) | (planning) | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel | Naam artikel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | Geheel artikel-onderdeel? | |
1 | Waarborgfunctie | ✓ | ✓ | Ja | ||||||
4 | Bevorderen autonomie Koninkrijksrelaties | |||||||||
4.1 | Aruba, Curaçao en Sint Maarten | ✓ | ✓ | Nee1 | ||||||
4.2 | Caribisch Nederland | ✓ | ✓ | Nee2 | ||||||
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | ✓ | ✓ | Ja |
Voor een overzicht van de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de meest recente jaarverslagen en/of de site van het Ministerie van Financiën: http://www.rijksbegroting.nl/beleidsevalutaties.
Voor de meerjaren planning van de beleidsdoorlichtingen en evaluaties wordt verwezen naar de bijlage bij deze begroting: «Evaluatie- en overig onderzoek». Voor de gerealiseerde beleidsdoorlichtingen en overige evaluaties zijn hyperlinks opgenomen die meteen verwijzen naar de betreffende documenten.
Overzicht van risicoregelingen
Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)
Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties | Geraamd te verlenen | Geraamd te vervallen | Uitstaande garanties | Geraamd te verlenen | Geraamd te vervallen | Uitstaande garanties | Garantie- plafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2016 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | 2017 | |||
5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen (vanaf 2016) | Leningen aan het land Aruba | 3.378 | 0 | 1.454 | 1.924 | 0 | 1.047 | 877 | 0 | 877 |
Voorschotten 9e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF) | 4.226 | 0 | 0 | 4.226 | 0 | 4.226 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal | 7.604 | 0 | 1.454 | 6.150 | 0 | 5.273 | 877 | 0 | 877 |
Leningen aan het land Aruba: Deze post heeft betrekking op een door Nederland verstrekte garantstelling van leningen aan het land Aruba vallende onder Staatsgarantie. De leningen zijn gedurende de periode 1990 – 1997 uitgegeven door de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO). Vanwege de toenmalige financiële situatie van Aruba is door Nederland een garantstelling gegeven. Het garantieplafond is gekoppeld aan de hoogte van de uitstaande lening en wordt per aflossing van Aruba verlaagd met datzelfde bedrag. Het betreft hier een leningenportefeuille met diverse looptijden. De langst lopende lening eindigt in 2020. Aruba heeft tot op heden nog geen aflossing gemist. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.
9e Europees Ontwikkelings Fonds (EOF): De garantstellingen zijn op verzoek van de Europese Commissie in het kader van het Europees Ontwikkelings Fonds (EOF) verstrekt door Nederland. De Europese Commissie verlangt van de lidstaten, bij projecten niet vallend binnen de Europese grenzen, een garantstelling voor individuele Landen en gebieden overzee (LGO’s). De uitvoering van de projecten vindt plaats op Curaçao, Sint Maarten en Caribisch Nederland. De garantstelling voor het 9e EOF (2008 – 2013) loopt door totdat deze subsidies geheel afgewikkeld zijn. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.
Voor de jaren t/m 2017 zijn er geen uitgaven en ontvangsten op garanties geraamd, omdat er geen indicaties zijn dat Aruba niet aan haar betalings-verplichtingen kan voldoen en de EC op dit moment geen beroep op de garantstelling heeft gedaan.
Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)
Artikel | Omschrijving | Uitstaande lening | Looptijd lening |
---|---|---|---|
5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | Begrotingssteun Aruba | 5.445 | 25 jaar |
Lening Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) | 1.340 | – | |
Maatregel Tussenbalans | 7.704 | 30 jaar | |
Water- en Energiebedrijf Aruba | 5.993 | 30 jaar | |
Leningen lopende inschrijving Curaçao | 933.541 | 30 jaar | |
Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | 205.540 | 30 jaar |
Begrotingssteun Aruba
In 1985 tot 1988 is aan Aruba een begrotingssteun verleend in de vorm van een lening van € 45,4 mln. met een jaarlijkse rente van 2,5%. Vanaf eind 1994 vindt aflossing plaats in 25 jaarlijkse termijnen van € 1,8 mln. Eind 2018 zal de laatste aflossing plaatsvinden.
Lening OBNA
Dit betreft een lening aan de Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) ten behoeve van aanvullende liquiditeitssteun.
Maatregel Tussenbalans
In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn met ingang van 1991 begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.
Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)
Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 1996 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). Inmiddels is er op deze lening een bedrag van € 4,0 mln. afgelost. De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.
Leningen lopende inschrijving Curaçao
Op 15 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat vijf leningen verstrekt aan het land Curaçao. De looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar. Daarna zijn de volgende leningen verstrekt:
Bedragen in ANG (x € 1.000) | Start | Eind |
---|---|---|
60.000 | 16-09-2013 | 16-09-2043 |
250.000 | 01-06-2014 | 01-09-2044 |
267.000 | 20-01-2015 | 20-01-2045 |
35.000 | 30-12-2015 | 30-12-2045 |
Het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).
Leningen lopende inschrijving Sint Maarten
Op 21 oktober 2010 heeft de Nederlandse Staat een vijftal leningen verstrekt aan het land Sint Maarten. De looptijd van de langstlopende lening is 30 jaar. Op 12 oktober 2012 heeft de Nederlandse Staat een volgende lening verstrekt. De looptijd van deze lening is 5 jaar. Op 2 juni 2014 heeft de Nederlandse Staat drie leningen aan Sint Maarten verstrekt voor een bedrag van ANG 150 mln. Aan Sint Maarten is op 21 november 2014 eveneens een lening verstrekt van ANG 30,2 mln. De looptijd van deze leningen is 30 jaar.
Het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op hoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV).