In onderstaande tabel worden de belangrijkste uitgavenmutaties weergegeven op de financiële instrumenten van de verschillende begrotingsartikelen.
Art. | Uitgaven 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 na NvW, ISB, moties en amendementen | 10.851.155 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Eigen personeel (Belastingen) | 1 | ‒ 32.048 |
2) Externe inhuur (Belastingen) | 1 | 128.613 |
3) Belasting- en invorderingsrente | 1 | 53.000 |
4) ICT opdrachten | 1 | ‒ 39.652 |
5) Lening KLM | 3 | 722.917 |
6) Schade-uitkering EKV | 5 | 97.000 |
7) Storting begrotingsreserve EKV | 5 | 67.000 |
8) EIB pan-europees garantiefonds | 4 | 19.398 |
9) Btw-compensatiefonds | 6 | 21.177 |
10) Eigen personeel (Douane) | 9 | ‒ 12.286 |
11) Compensatie toeslagengedupeerden | 13 | 237.534 |
12) Nog te verdelen | 10 | ‒ 44.113 |
13) Overige mutaties | 56.568 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 12.126.263 |
Toelichting
1. Eigen personeel, 2. Externe inhuur: de uitgaven van eigen personeel en externe inhuur van de Belastingdienst worden per saldo € 96,6 mln. hoger begroot. De belangrijkste mutaties zien op de tijdelijke noodvoorziening btw e-commerce om aan de Europese richtlijn te kunnen voldoen1, het vergroten van de menselijke maat bij de Belastingdienst naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht2 en de opstart- en uitvoeringskosten naar aanleiding van de toezegging dat de Belastingdienst de mensen die in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) geregistreerd stonden daarover te informeren3. Daarnaast vindt er een verschuiving van budget plaats van eigen personeel naar externe inhuur voor het opvangen van de onderbezetting.
3. Belasting- en invorderingsrente: de uitgaven voor de belasting- en invorderingsrente zijn in 2021 naar verwachting € 53 mln. hoger. Dat wordt met name veroorzaakt door de verdeelsleutels van de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen (IB/ PVV), die ertoe leiden dat van de rente-uitgaven IB/PVV een groter deel dan voorheen wordt toegerekend aan de Financiënbegroting en een kleiner deel aan de Sociale Fondsen. Daarnaast zijn de uitgaven in de jaren 2021-2023 naar verwachting hoger, doordat er invorderingsrente betaald gaat worden over belastingteruggaven naar aanleiding van de uitspraak in het Sofina-arrest4.
4. ICT opdrachten: De uitgaven aan ICT-opdrachten worden in 2021 € 39,7 mln. lager begroot, met name omdat middelen worden doorgeschoven naar 2022 en 2023. De structurele middelen die Informatie voorziening (IV) bij de Voorjaarsnota heeft ontvangen om de basis op orde te krijgen, zullen in een ander ritme tot besteding komen blijkt uit de nieuwe meerjarenraming van IV.
5. Lening KLM: KLM heeft in 2020 in totaal € 277,1 mln. getrokken uit de door de Staat verstrekte lening van maximaal € 1 mld. De resterende
€ 723 mln. wordt overgeheveld naar 2021.
6. Schade-uitkering EKV: op 30 april 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over het ondersteunen van het bedrijf Royal IHC (Internationale Handelscombinatie) om de continuïteit van het bedrijf te waarborgen5. De in 2020 verwachte schades hebben zich echter niet voorgedaan. Naar verwachting zullen deze in 2021 plaatsvinden. De raming in 2021 is derhalve opgehoogd met € 87 mln. niet-definitieve schades IHC. Daarnaast is de raming voor de schade-uitkering Exportkredietverzekeringen (EKV) met € 10 mln. toegenomen, als gevolg van nieuw geopende schadezaken. Per saldo neemt de raming voor de schade-uitkering EKV derhalve toe met € 97 mln.
7. Storting begrotingsreserve EKV: de verwachte storting aan de begrotingsreserve is € 67 mln. Sinds de eerste suppletoire begroting 2020 worden de toevoegingen aan en de onttrekkingen uit de begrotingsreserve EKV niet langer gesaldeerd begroot. Toevoegingen aan de begrotingsreserve worden als uitgaven weergegeven en onttrekkingen uit de begrotingsreserve als ontvangsten.
8. EIB pan-Europees garantiefonds: de garantie voor het EIB pan-Europees garantiefonds (EGF) is met € 19,4 mln. bijgesteld aan de hand van de laatste ramingen van De Europese Investeringsbank (EIB). De EIB heeft een pan-Europees garantiefonds (EGF) opgericht om de negatieve economische gevolgen van de Coronacrisis op te vangen. Het Nederlandse aandeel in de verliezen is verwerkt in de begroting.
9. Btw-compensatiefonds: als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel (€ 21,2 mln.) wordt in het Btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw terugvragen uit het BCF. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.
10. Eigen personeel: het programma Digitale Snelweg Douane (DSD), dat nodig is om de technische infrastructuur op te schalen en de transactiesystemen te optimaliseren, wordt – naast dekking uit artikel 1 (Belastingen) en artikel 10 (Nog Onverdeeld) – voor € 22 mln. gedekt uit eigen personeel binnen artikel 9 (Douane). Daarnaast heeft in het kader van de ontvlechting vanuit artikel 10 (Nog Onverdeeld) een budgetoverdracht van € 4,4 mln. plaatsgevonden ten behoeve van de werving van 50 fte eigen personeel. Ook zijn vanuit artikel 1 (Belastingen) middelen overgeheveld met betrekking tot de ontvlechting van concernposten en overige posten. Tot slot wordt vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid structureel circa € 3,8 mln. overgeboekt naar artikel 9 (Douane) ten behoeve van het Multidisciplinair Interventieteam (MIT).
11. Compensatie Toeslagengedupeerden: per saldo wordt het programmabudget voor de toeslagenherstelactie in 2021 verhoogd met € 237,5 mln. Er wordt € 180 mln. voor compensatie van de toeslagengedupeerden overgeboekt van artikel 10 (Nog Onverdeeld) naar artikel 13 (Toeslagen). Daarnaast wordt de bij de Najaarsnota 2020 en de 6e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag aangekondigde kasschuif toegevoegd aan het budget6. Deze kasschuif was oorspronkelijk € 132 mln. Omdat de definitieve realisatie in 2020 echter € 12,5 mln. hoger is uitgekomen, wordt de definiteve kasschuif met € 12,5 mln. verlaagd tot € 119,5 mln. Van deze resterende € 119,5 mln. wordt € 50,5 mln. opgenomen in 2021 en € 69 mln. in 2022. Het budget wordt verder uitgebreid met middelen voor gedupeerden van niet-kinderopvangtoeslagen (niet-KOT). Hiervoor wordt € 7 mln. programmabudget in 2021 beschikbaar gesteld en € 40 mln. in 2022. De 6e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag bevat een uitgebreide toelichting op de beschikbare middelen voor de Hersteloperatie Toeslagen. Ten opzichte van deze 6e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag bevat deze eerste suppletoire begroting drie aanvullende wijzigingen. Ten eerste is de hiervoor genoemde kasschuif van € 119,5 mln. verdeeld over de jaren 2021 en 2022 in plaats van volledig in 2021. Ten tweede zijn middelen, zoals hierboven toegelicht, beschikbaar gesteld voor de compensatie van niet-KOT gedupeerden (cumulatief € 47 mln.). Ten derde is er in de derde incidentele suppletoire begroting inzake kwijtschelding private schulden toeslagengedupeerden in WSNP/MSNP-trajecten7 budget beschikbaar gesteld (€ 56,4 mln. in 2021). Deze extra middelen zijn verwerkt in de begrotingsstanden zoals opgenomen in de budgettaire tabellen van deze eerste suppletoire begroting.
12. Nog te verdelen: de post nog te verdelen (artikel 10, Nog Onverdeeld) van het Ministerie van Financiën wordt per saldo met circa € 44,1 mln. naar beneden bijgesteld. De belangrijkste onderliggende mutaties betreffen:
– middelen om de gevolgen van een onredelijk hard toeslagenstelstel zo veel mogelijk te herstellen. Van deze middelen wordt € 180 mln. in 2021 en € 80 mln. in 2022 overgeboekt van artikel 10 (Nog onverdeeld) naar artikel 13 (Toeslagen)8;
– middelen voor de transitie, versterking en betere dienstverlening van de Belastingdienst, Kerndepartement, Douane en Toeslagen worden overgeboekt van artikel 10 (Nog onverdeeld) naar de betreffende artikelen (€ 18 mln.);
– meerdere Europese Douane wetgevingstrajecten en ontwikkelingen (zoals e-commerce en de Brexit) vragen om een opschaling van de technische infrastructuur en transactiesystemen (DSD). Op artikel 10 (Nog onverdeeld) wordt een deel van de gereserveerde middelen geparkeerd om later op basis van een herijking verder verdeeld te worden (€ 8,6 mln.).
– Daarnaast wordt, in afwachting van concrete plannen, € 21 mln. in 2021 oplopend tot € 58 mln. structureel gereserveerd op artikel 10 (Nog onverdeeld). Dit als gevolg van de kabinetsreactie op het rapport ''Ongekend Onrecht''. Het kabinet heeft maatregelen aangekondigd om de informatiehuishouding op orde te brengen.
– Ook wordt de eindjaarmarge 2020 van € 40 mln. toegevoegd aan de Financiënbegroting.
– Tot slot wordt de loon- (€ 68,7 mln.) en prijsbijstelling (€ 25,5 mln.) toegevoegd aan de Financiënbegroting.
Art. | Ontvangsten 2021 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 na NvW, ISB, moties en amendementen | 156.109.288 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Belastingontvangsten | 1 | 11.676.592 |
2) Kosten vervolging | 1 | ‒ 107.827 |
3) Ontvangsten boetes en schikkingen | 1 | ‒ 37.128 |
4) Apparaatontvangsten | 1 | 23.773 |
5) Belasting- en invorderingsrente | 1 | 52.100 |
6) Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen | 3 | ‒ 155.000 |
7) Renteontvangsten lening KLM | 3 | ‒ 36.945 |
8) Premies EKV | 5 | 67.000 |
9) Btw-compensatiefonds | 6 | 21.177 |
10) Overige mutaties | 2.703 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2021 | 167.615.733 |
Toelichting
1. Belastingontvangsten: in de Voorjaarsnota 2021 worden de mutaties van de Belastingontvangsten toegelicht.
2. Kosten vervolging: de ontvangsten voor kosten vervolging zijn in 2021 naar verwachting € 108 mln. lager. Om de economische effecten van de Coronacrisis te beperken, heeft het kabinet in december 2020 en januari 2021 besloten de mogelijkheid voor bedrijven tot uitstel van betaling van belastingen te verlengen tot 1 juli 2021. Dit werkt door in lagere verwachte opbrengsten voor kosten vervolging. Naast deze derving is de meerjarenraming van de verwachte ontvangsten uit hoofde van kosten vervolging geactualiseerd. Tot slot zijn de geschatte kosten als gevolg van de herstelactie vervolgingskosten in de begroting verwerkt (€ 40 mln. in 2021 en € 20 mln. in 2022). Het gaat hier om het herstellen van in het verleden ten onrechte niet verlaagde vervolgingskosten, wanneer belastingvorderingen lager vastgesteld werden9.
3. Ontvangsten boetes en schikkingen: de ontvangsten voor boetes en schikkingen zijn in 2021 naar verwachting € 37 mln. lager. Om de economische effecten van de Coronacrisis te beperken, heeft het kabinet in december 2020 en januari 2021 besloten de mogelijkheid voor bedrijven tot uitstel van betaling van belastingen te verlengen tot 1 juli 2021. Dit werkt door in lagere verwachte ontvangsten van boetes. Naast deze derving leiden de geactualiseerde verdeelsleutels van de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen (IB/PVV) in 2021 daarentegen naar verwachting tot hogere ontvangsten dan oorspronkelijk begroot, aangezien het aandeel van de Financiënbegroting in de boeteontvangsten hoger en het aandeel van de Sociale Fondsen kleiner wordt.
4. Apparaatontvangsten: de apparaatontvangsten van de Belastingdienst stijgen met € 23,8 mln. als gevolg van aanvullende diensten die de Belastingdienst levert aan andere overheidspartijen. Deze mutatie hangt samen met de hogere uitgaven.
5. Belasting- en invorderingsrente: de ontvangsten voor de belasting- en invorderingsrente worden € 52 mln. hoger begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door de inmiddels vastgestelde verdeelsleutels IB/PVV, die ervoor zorgen dat van de renteontvangsten IB/PVV een groter deel ten gunste komt van begroting IX. Dit zorgt ook voor hogere verwachte renteontvangsten in latere jaren.
6. Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen: de meest recente informatie over het verwachte dividend van de staatsdeelnemingen laat in de meeste jaren een tegenvaller zien. In 2021 komt de tegenvaller van ‒ € 155 mln. onder andere door het verlengde dringende advies van de Europese Centrale Bank (ECB) aan financiele instellingen om naar aanleiding van de Coronacrisis niet of zeer terughoudend te zijn met het doen van winstuitkeringen. Enkele deelnemingen hebben verder zwaar te leiden onder de Coronacrisis, waardoor hier voor enkele jaren geen dividenden verwacht worden. Daarnaast zijn er ook deelnemingen die weinig last van de Coronacrisis ondervinden en een positieve bijstelling van de verwachte dividenduitkering hebben.
7. Renteontvangsten lening KLM: de rente-ontvangsten voor de door de Staat verstrekte lening aan KLM worden ontvangen op basis van een gebroken boekjaar. KLM heeft in 2020 ook minder getrokken uit de directe lening dan initieel voorzien. De raming wordt op beide punten aangepast.
8. Premies EKV: de raming voor de premies EKV is met € 67 mln. gestegen. De verwachting is dat een in 2020 afgesloten projectfinanciering in 2021 betaald zal worden.
9. Btw-compensatiefonds: als gevolg van een overheveling van budget van ministeries naar decentrale overheden, wordt een bedrag zonder btw toegevoegd aan het Gemeente- of Provinciefonds. Het geraamde btw-deel (€ 23,6 mln.) wordt in het Btw-compensatiefonds (BCF) gestort. Gemeentes en provincies kunnen de betaalde btw terugvragen uit het BCF. Tegenover deze extra uitgaven staan gelijke ontvangsten.