(1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) Mutaties 2e suppletoire begroting | (4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
-Omzet | 772.836 | 204.846 | 51.902 | 1.029.584 |
waarvan omzet moederdepartement | 351.480 | 177.914 | 51.902 | 581.296 |
waarvan omzet overige departementen | 386.137 | 28.459 | 0 | 414.596 |
waarvan omzet derden | 35.219 | ‒ 1.527 | 0 | 33.692 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 772.836 | 204.846 | 51.902 | 1.029.584 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 757.779 | 204.846 | 51.902 | 1.014.527 |
-Personele kosten | 415.682 | 66.872 | 9.362 | 491.916 |
waarvan eigen personeel | 326.360 | 26.504 | 5.987 | 358.851 |
waarvan inhuur externen | 65.526 | 40.368 | 14.106 | 120.000 |
waarvan overige personele kosten | 23.796 | 0 | ‒ 10.731 | 13.065 |
-Materiële kosten | 342.097 | 137.974 | 42.540 | 522.611 |
waarvan apparaat ICT | 3.496 | 0 | 0 | 3.496 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 176.941 | 6.900 | 0 | 183.841 |
waarvan overige materiële kosten | 161.660 | 131.074 | 42.540 | 335.275 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 14.557 | 0 | 0 | 14.557 |
-Materieel | 557 | 0 | 0 | 557 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 557 | 0 | 0 | 557 |
-Immaterieel | 14.000 | 0 | 0 | 14.000 |
Overige lasten | 500 | 0 | 0 | 500 |
waarvan dotaties voorzieningen | 500 | 0 | 0 | 500 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 772.836 | 204.846 | 51.902 | 1.029.584 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 51,9 mln. Deze mutatie is opgebouwd uit de volgende onderdelen:
– De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) stijgt met € 28,0 mln. Dit betreft aanvullende opdrachten voor de "corona regelingen": Tegemoetkoming Vaste Lasten (19,7 mln), Tijdelijke subsidieregeling Evenementen (€ 1,2 mln) en Omscholing naar kansrijke beroepen in techniek en ICT (€ 1,4 mln). Daarnaast ook voor Netherlands Foreign Investment Agency (€ 2,2 mln), SBIR cybersecurity (€ 1,5 mln), Impulsaanpak Winkelgebieden (€ 1,0 mln) en overige regelingen (€ 1,0 mln).
– De omzet vanuit het DG Klimaat en Energie (K&E) stijgt met € 12,9 mln. De begroting is verhoogd om deze in lijn te brengen met de jaaropdracht 2021. Daarnaast is er een stijging van € 1,1 mln voor de subsidie van verduurzaming MKB.
– De opdracht aan de Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is met € 3,0 mln toegenomen.
– De opdracht voor de Directie Chief Economist neemt toe met € 1,4 mln. Dit komt onder andere door aanvullende opdracht Beter Aanbesteden en het Nationaal Groeifonds.
– De opdracht voor Overig neemt toe met € 6,6 mln. De begroting is verhoogd om in lijn te brengen met de opdracht Inkoop Uitvoering Centrum (IUC).
Omzet overige departementen & omzet derden
De omzet overige departementen en omzet derden kennen geen mutatie ten opzichte van de 1e suppletoire begroting.
Bijzondere baten
Zoals ook het geval ten tijde van de ontwerpbegroting 2021 verwacht RVO geen ontvangsten in het kader van bijzondere baten.
Toelichting op de lasten
De lasten stijgen met € 51,9 mln. De toename van het opdrachtvolume zoals hierboven toegelicht leidt tot hogere uitvoeringskosten. Dit vertaalt zich in een stijging van de personele lasten (€ 9,4 mln), waarbij zowel hogere kosten voor ambtelijk personeel (€ 6,0 mln) als hogere kosten voor externe inhuur (€ 14,1 mln) zijn geraamd. De overige personele kosten dalen met € 10,7 mln, grotendeels veroorzaakt door een lagere uitputting van reiskosten. De materiële kosten nemen toe met (€ 42,5 mln). De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte kosten, waarbij de directe materiële kosten verband houden met de uitvoering van opdrachten. De toename van het opdrachtenpakket leidt daardoor tot een stijging van € 42,5 mln aan overige materiële kosten. De bijdrage aan Shared Service Organisaties kent geen mutaties.
(1) Vastgestelde begroting | (2) Mutaties 1e suppletoire begroting | (3) Mutaties 2e suppletoire begroting | (4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd | ||
---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 112.718 | ‒ 24.525 | 20.892 | 109.085 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 772.836 | 347.999 | ‒ 91.251 | 1.029.584 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 758.279 | ‒ 342.798 | 86.050 | ‒ 1.015.027 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 14.557 | 5.201 | ‒ 5.201 | 14.557 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 29.200 | ‒ 14.900 | 18.200 | ‒ 25.900 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 29.200 | ‒ 14.900 | 18.200 | ‒ 25.900 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | ‒ 30.223 | ‒ 30.223 | |
Eenmalige storting door moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 14.606 | ‒ 1.504 | 4.364 | ‒ 11.746 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 29.200 | 14.900 | ‒ 18.200 | 25.900 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 14.594 | 13.396 | ‒ 44.059 | ‒ 16.069 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) | 112.669 | ‒ 20.828 | ‒ 10.168 | 81.673 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is in lijn gebracht met de mutaties tot en met de 2e suppletoire begroting. De investeringen blijven iets achter ten opzichte van de begroting. Er heeft een uitkering van € 30,2 mln plaatsgevonden aan het moederdepartement in het kader van afroming van het eigen vermogen.