Inleiding
COVID-19 laat de kwetsbaarheid, maar ook de kracht van onze samenleving zien. Vele partijen werkten en werken samen in de strijd tegen het coronavirus. Gedurende de eerste maanden van de crisis is Defensie op verzoek van de civiele autoriteiten op verschillende terreinen ingezet. Zo participeerden we in de nationale crisisstructuur en ondersteunden we 32 ziekenhuizen en zorginstellingen met onze medisch-logistieke planners en militair-medisch personeel. Verder versterkten we de grensbewaking en ondersteunden de handhaving van de openbare orde op toeristische locaties. We hielpen de voedselbanken met mankracht en logistieke expertise en hielpen bij het coördineren en organiseren van (ver)plaatsing van patiënten. Ook hielpen we in het Caribisch gebied op verschillende manieren met het bedwingen van het COVID-19-virus en het ondersteunen van de lokale autoriteiten. Kortom, Defensie heeft in de eerste onzekere maanden van de crisis laten zien er te kunnen staan wanneer nodig en snel en trefzeker te kunnen handelen in onzekere omstandigheden.
De COVID-19 crisis confronteert ons met de toenemende onvoorspelbaarheid op het gebied van nationale en internationale veiligheid en de gevolgen daarvan voor onze samenleving. De crisis versnelt bovendien de ingezette trend van veranderende geopolitieke verhoudingen. Het belang van nationale en internationale samenwerking in verbanden, zoals ons nationale veiligheidsnetwerk, de NAVO en de EU, wordt daardoor opnieuw benadrukt. Nu is het een pandemie (en alle bijkomende gevolgen zoals de intelligente lock down, desinformatie en een economische crisis) die onze samenleving raakt. In de toekomst kan het een andere dreiging zijn die onze samenleving ontwricht, zoals een cyberaanval, een urgente dreiging tegen het bondgenootschappelijk grondgebied en/of een dreiging tegen onze belangen elders in de wereld. Laten we hopen dat geen van die dreigingen werkelijkheid wordt. Maar áls het gebeurt, zoals nu het geval is, dan moet Defensie er staan en moeten wij samen met onze nationale en internationale partners kunnen beschermen wat ons dierbaar is.
Dat is waar Defensie dag in dag uit aan werkt en dat is ook onze kracht: goed voorbereid zijn op de verschillende dreigingen die op ons af kunnen komen en snel te kunnen handelen wanneer nodig om mensen te beschermen tegen dreigingen. Daarbij zien we een toenemende vraag naar capaciteiten voor het beschermen van ons grondgebied en het grondgebied van onze bondgenoten (hoofdtaak 1). Dit betekent een verschuiving van onze focus en de daarvoor benodigde personele en materiële capaciteiten. Hiervoor zullen we de opdracht beter in balans moeten brengen met de beschikbare middelen. Ook gaan we in 2021 door met het verder uitvoeren van de maatregelen in de Defensienota en op die manier met het verder werken aan ons herstel. Want om Defensie in te kunnen zetten hebben we het juiste en goed onderhouden materieel nodig, de juiste uitrusting en uiteraard ook voldoende en goed opgeleide en getrainde mensen die veilig hun werk kunnen doen.
De afgelopen jaren hebben we belangrijke stappen gezet in de uitvoering van de Defensienota. We hebben nieuwe arbeidsvoorwaarden en er zijn tientallen (investerings)projecten opgestart, inclusief vastgoed en updates van bestaand materieel. Ook zetten we hoog in op het verbeteren van sociale en fysieke veiligheid, waarbij de voortgang van de maatregelen wordt getoetst door de visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. Draadloos internet is inmiddels op alle legeringen aanwezig en er wordt gewerkt aan de verbetering hiervan. Onze militairen worden voorzien van een nieuwe uitrusting zoals vesten en persoonlijke bescherming binnen het project VOSS. We hebben een deel van de prioriteiten uit het nationaal plan voor de NAVO kunnen vervullen door te investeren in 9 extra F-35 jachtvliegtuigen, de ondersteuning en inzetbaarheid van de special forces, het versterken van onze IT en ons personeelsbeleid. Kortom: een voortvarende start. Deze is echter niet altijd makkelijk geweest en we lopen nog steeds dagelijks tegen problemen aan. Daarover zijn we transparant, bijvoorbeeld door het delen van het Strategisch Vastgoedplan met de Kamer, de personeelsproblematiek met de Kamer te bespreken, chroom-6 meldingen op internet te publiceren, het proactief communiceren over incidenten of het rapporteren over meldingen van incidenten in jaarverslagen. Ook nemen we de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer uit het verantwoordingsonderzoek ter harte. Het herstel en in balans brengen van de organisatie zal ook de komende jaren voldoende aandacht behoeven. Dit blijkt bijvoorbeeld ook uit de conclusies van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen. We hebben deze kabinetsperiode gebruikt om problemen op te lossen en nog onbekende problemen boven tafel te krijgen en dat heeft ertoe geleid dat we inmiddels weten dat er nog flinke stappen te zetten zijn: meer dan we vooraf hadden ingeschat. Zo zijn er nog extra stappen in het kader van herstel nodig op het gebied van personeel, IT, vastgoed, fysieke en sociale veiligheid, de instandhouding van wapensystemen, (strategische) voorraden en bedrijfsvoering om de balans tussen de ondersteuning en de gevechtseenheden te herstellen.
In 2021 gaan we verder op de ingeslagen weg. Hierbij gaan we ook de lessen meenemen van onze inzet in de COVID-19 crisis. Ondanks de vertragingen die in 2020, mede door de crisis, zijn opgelopen, verwachten we in 2021 onder meer de levering van MALE UAV MQ-9 onbemande vliegtuigen en de uitvoering van de midlife update van de hydrografische opnemingsvaartuigen. Daarnaast gaan we de belangrijkste veteranenorganisaties samenvoegen tot de stichting het Nederlands Veteraneninstituut.
De uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 over de Programmatische Aanpak Stikstof heeft gevolgen voor nieuwe defensieactiviteiten, die geen nadelige gevolgen mogen hebben op beschermde stikstofgevoelige natuurgebieden. De stikstofproblematiek brengt voor Defensie extra kosten met zich mee voor onderzoek en compenserende maatregelen, en soms ook vertraging van projecten.
Voor de luchtruimherziening wordt in 2021 een voorkeursbesluit genomen, waardoor het civiele en militaire gebruik van het luchtruim opnieuw op elkaar worden afgestemd en een nieuw militair oefengebied wordt gevormd. Voor De Peel, Gilze-Rijen en Woensdrecht wordt een luchthavenbesluit voorbereid. Vanwege de stikstofproblematiek die voor alle drie de velden speelt en omdat voor een gedragen luchthavenbesluit Gilze-Rijen meer tijd nodig is, zal het niet lukken deze besluiten voor november 2021 gereed te hebben. Volgens de Wet luchtvaart vervalt op 1 november de geldigheid van de bestaande aanwijzingen voor deze luchtvaartterreinen. Defensie bereidt daarom een wetsvoorstel voor waardoor deze aanwijzingen langer hun geldigheid behouden.
Zoals gezegd, zullen we in de toekomst vaker te maken krijgen met onverwachte crises. De wereld is volop in beweging en dit heeft grote invloed op waar we ons als Defensie samen met onze nationale en internationale partners op richten en inrichten. We hebben daarom in 2014 afgesproken dat we in de tien daarop volgende jaren richting de 2% van het bruto binnenlands product willen groeien (bbp). Daardoor kunnen we groeien naar een krijgsmacht die een fair share levert aan de NAVO-doelstellingen. Dit groeipad om het fundament onder de NAVO samen met de andere partners te verstevigen, is vastgelegd in het nationaal plan, waarin wij laten zien hoe we de komende jaren tot 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de 2% gaan bewegen. Als alle bondgenoten dat doen, dan kunnen we onze gezamenlijke vrijheid en veiligheid beschermen. Nederland voldoet hier niet aan en onze bondgenoten verwachten dan ook meer van ons. Daar worden we internationaal op aangesproken. Ook het AIV advies onderschrijft het belang om te streven naar 2%. Met een defensiebudget van 1,33% van het bbp (2019) blijft Nederland achter bij het Europese gemiddelde (1,58% in 2019). In een Europees vergelijk staat Nederland op een gedeelte 16e plaats met Albanië (gebaseerd op NAVO cijfers november 2019).
Om voorbereid te zijn op de toekomst, brengen we binnenkort de Defensievisie uit, die vijftien jaar vooruit kijkt. Welke kansen en dreigingen komen er op ons af en wat vraagt het van Defensie om er dan voor onze samenleving te staan? Nadat we met de Defensienota 2018 begonnen zijn om Defensie te herstellen, zal de Defensievisie de stappen op een rij zetten die de organisatie moet nemen om de komende vijftien jaar te kunnen blijven beschermen wat ons dierbaar is.