Base description which applies to whole site

2.5 Overzicht risicoregelingen

Overzicht verstrekte Garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitstaande Garanties 2019

Geraamd te verlenen 2020

Geraamd te vervallen 2020

Uitstaande garanties 2020

Geraamd te verlenen 2021

Geraamd te vervallen 2021

Uitstaande Garanties 2021

Garantieplafond 2021

Totaal plafond

Art. 21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

329.853

82.000

30.000

381.853

82.000

32.000

431.853

82.000

0

 

Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)

0

18.000

0

18.000

18.000

1.500

34.500

18.000

0

 

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)

0

180.000

0

180.000

0

60.000

120.000

0

180.000

 

LNV ruimte in garantieregeling voor oa Groenfonds

0

20.000

0

20.000

20.000

0

40.000

20.000

0

Art. 22

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

327.502

0

19.400

308.102

0

0

327.502

0

327.502

 

Totaal

657.355

300.000

49.400

907.955

120.000

93.500

953.855

120.000

507.502

Overzicht uitgaven en ontvangsten Garanties (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Uitg. 2019

Ontv.2019

Stand risicovoorz. 2019

Saldo 2019

Uitg. 2020

Ontv. 2020

Stand risicovoorz. 2020

Saldo 2020

Uitg. 2021

Ontv. 2021

Stand risicovoorz. 2021

Saldo 2021

Art. 21

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie)

2.332

1.824

20.908

‒ 508

2.000

1.800

20.708

‒ 200

2.000

1.800

20.508

‒ 200

 

Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK)

  

46.000

 

0

100

46.100

100

0

200

46.300

200

 

Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)

    

0

1.375

16.375

1.375

2.500

100

13.975

‒ 2.400

Art. 22

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal

2.332

1.824

66.908

‒ 508

2.000

3.275

83.183

1.275

4.500

2.100

80.783

‒ 2.400

Artikel 21 Land- en tuinbouw

Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL)

Met deze garantieregeling kunnen banken een borgstelling aan land- en tuinbouwondernemers verstrekken indien deze bedrijven voor leningen onvoldoende zekerheden bieden aan de bank. Het knelpunt dat met deze borgstelling wordt bestreden, is het verschijnsel dat in de kern gezonde bedrijven – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in hun kredietbehoefte kunnen voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand). De borgstelling voor een onderneming kan bijvoorbeeld 70% van € 1,2 mln. bedragen (standaard BL, ad 1 hieronder). De borgstellingslening is maximaal 2/3 van de benodigde investering, waardoor de borgstelling maximaal 46,6% (70% x 66,67% = 46,6%) van de benodigde financiering bedraagt. De borgstelling wordt alleen verleend voor «fresh money»: nieuwe leningen ten behoeve van de (door-)ontwikkeling of overname van een bedrijf.

De BL bestaat uit vier modules:

  • 1. Borgstellingskrediet voor de landbouw (BL): de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.

  • 2. Borgstellingskrediet voor de landbouw Plus (BL Plus): deze borgstelling is bedoeld voor glastuinders of veehouders die duurzaam en milieuvriendelijk willen investeren in gecertificeerde kassen en stallen. De overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.

  • 3. Landbouwinnovatie: de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming ten behoeve van investeringen in een nieuw concept, product of productieproces. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.

  • 4. Vermogensversterkend Krediet (VVK): de overheid staat borg voor 90% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming voor investeringen in duurzame bedrijfsvoering binnen 3 jaar na de start of overname van een land- of tuinbouwbedrijf. Het aandeel van de borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn dan 2/3.

    De BL, BL Plus en VVK mogen gecombineerd worden.

De provisie voor de BL bedraagt eenmalig 3% van het te lenen bedrag of 1% indien het een starter of een overnemer betreft. De provisie wordt gebruikt om de verliesdeclaraties te betalen. Jaarlijks worden de premieontvangsten en een bijdrage van LNV in de begrotingsreserve borgstellingsfaciliteit gestort. Het geld uit de begrotingsreserve wordt gebruikt om verliesdeclaraties te betalen. De horizonbepaling voor de BL is 1 januari 2022. Voor alle bovenstaande varianten van de BL tezamen is het jaarlijkse garantieplafond van de overheid € 120 mln.

Tijdelijke Borgstelling MKB-Landbouwkredieten corona (BL-C)

Vanaf maart 2020 is de regeling tijdelijk verruimd om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te kunnen vangen (BL-C). De overheid staat borg voor 70% van een werkkapitaalkrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Indien een bedrijf de maximale ruimte van de reguliere BL borgstelling al heeft benut, kan de borgstelling met € 300.000 worden verruimd zodat aan elk bedrijf in ieder geval werkkapitaal beschikbaar kan worden gesteld. Dit werkkapitaalkrediet heeft een looptijd van maximaal twee jaar, maar kan indien gewenst op maximaal vier jaar worden gesteld. Tevens is de eenmalige provisie die betaald moet worden voor dit werkkapitaalkrediet verlaagd van respectievelijk 3% naar 1,5% en van 1% naar 0,5% voor starters en overnemers. Voor de tijdelijke borgstelling met een looptijd langer dan twee jaar moet wel een hogere provisie van 2,25% respectievelijk 0,75% door starters-overnemers worden betaald. Deze verruiming van de regeling met de BL-C geldt tot 1 april 2021.

Daarnaast is het standaard garantieplafond van € 120 mln. ten behoeve van de BL-C verhoogd naar € 300 mln. En om eventueel daaruit voortvloeiende verliesdeclaraties te dekken, is € 15 mln. aan de LNV begroting toegevoegd. Deze tijdelijke kredietfaciliteit is ook opengesteld voor MKB-ondernemers in de visserij en de aquacultuursector.

Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden. Deze gronden zijn opgegaan in het Natuur Netwerk Nederland.

Overzicht verstrekte leningen (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande Lening

Looptijd Lening

Rente

Wijze van aflossing

Artikel 21 Land - en tuinbouw

Wageningen Research

25.153

tot en met 2027

4,5%

Jaarlijks

Wageningen Research

7.082

tot en met 2022

4,5%

Jaarlijks

Wageningen Research

10.285

tot en met 2029

5,2%

Jaarlijks

Wageningen Research

2.204

tot en met 2030

5,0%

Jaarlijks

Het betreft vier leningen met een looptijd van 30 jaar die zijn verstrekt in de periode van 1999 tot en met 2001. De leningen zijn verstrekt ten behoeve van gebouwen en terreinen die bij de verzelfstandiging van Wageningen Research (destijds Dienst Landbouwkundig Onderzoek, DLO) zijn overgedragen.

Licence