In het kader van de Operatie Inzicht in Kwaliteit is met ingang van deze begroting de gebruikelijke bijlage evaluatie- en overig onderzoek omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA).
Missie en hoofdevaluatiethema's
Het ministerie van LNV staat voor duurzaam voedsel, waardevolle natuur en een vitaal platteland.
Voor de realisatie van deze missie is onze strategische evaluatieagenda ingedeeld in drie hoofdevaluatiethema’s die hierbij van groot belang zijn:
1. Land- en tuinbouw;
2. Natuur, visserij en gebiedsgericht werken;
3. Kennis en innovatie .
Planning (synthese)onderzoeken hoofdthema's
Conform afspraak met de Kamer wordt periodiek, indicatie 4-7 jaar, verantwoording afgelegd over de doeltreffendheid en doelmatigheid van (de samenhang van instrumenten binnen) een hoofdevaluatiethema. Dit kan op basis van beleidsdoorlichting of een andere hiervoor geschikte onderzoeksmethodiek. Hieronder is de planning van deze synthesonderzoeken opgenomen.
Hoofdthema | Type (synthese)onderzoek | Afronding |
Land- en tuinbouw | Nog te bepalen | 2025 |
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken1 | Beleidsdoorlichting | 2021 |
Kennis en innovatie | Nog te bepalen | 2024 |
Visserij is t/m 2020 onderdeel van Artikel 11 en is daarom betrokken bij de beleidsdoorlichting van Artikel 11 die in 2019 aan de Tweede Kamer is aangeboden. In 2021 wordt een beleidsdoorlichting van Artikel 12 afgerond. Omdat deze beleidsdoorlichting terugkijkt zal visserij er daarom geen onderdeel van uit maken.
Opbouw SEA
Onderstaande tabel toont een visuele weergaven van de opbouw van deze eerste Strategische Evaluatie Agenda. Hieruit wordt duidelijk dat inzichten uit (instrument)evaluaties uiteindelijk bijdragen aan het vergroten van onze kennisbasis over het bereiken van onze missie. Op de volgende pagina's wordt per hoofdthema ingegaan op doelstellingen en onderliggende instrumentevaluaties. Onder de planningstabel wordt beknopt ingegaan op (instrument)evaluaties die in 2021 en 2022 naar verwachting worden afgerond. De SEA eindigt met een korte toelichting op de wijze waarop LNV monitoring vormgeeft op het gebied van stikstofmaatregelen, het klimaatakkoord en de LNV-visie.
Doelstelling A | (Instrument)evaluaties | ||
Hoofdthema 1 | |||
Doelstelling B | (Instrument)evaluaties | ||
Doelstelling A | (Instrument)evaluaties | ||
Missie | Hoofdthema 2 | ||
Doelstelling B | (Instrument)evaluaties | ||
Doelstelling A | (Instrument)evaluaties | ||
Hoofdthema 3 | |||
Doelstelling B | (Instrument)evaluaties |
Hoofdthema 1: Land- en tuinbouw
Binnen dit evaluatiethema staan de volgende doelstellingen centraal:
• Voedselvoorziening borgen
• Zorgen voor verduurzaming productie en consumptie door middel van kringlooplandbouw
• Bewaken van de dier- en plantgezondheid en het dierenwelzijn
Door inzichten uit (instrument)evaluaties wordt de kennisbasis van bovenstaande doelen vergroot. In onderstaande tabel worden de geplande instrumentevaluaties daarom onderverdeeld naar de beleidsdoelstellingen waarover ze kennis opleveren.
Titel/onderwerp onderzoek | Afronding | Type evaluatie |
Voedselvoorziening borgen | ||
Garantieregeling Landbouw / Vermogensversterkende kredieten | 2022 | Tussenevaluatie |
Ondersteuning projecten biologische sector, met name via Bionext | 2020 | |
Brede weersverzekering (Incl. Vrijstelling ASB) | 2023 | Ex post |
Voedingscentrum | 2020 | |
Voedselverspilling1 | 2021 | Ex post |
Zorgen voor verduurzaming productie en consumptie (door middel van kringlooplandbouw) | ||
Integrale aanpak methaan en ammoniak via het voer- en dierspoor | 2025 | Ex post |
Brongerichte maatregelen: pilots en demo’s | 2025 | Ex post |
Subsidiemodules brongerichte verduurzaming van stallen1 | 2024 | Ex post |
Subsidieregeling sanering varkenshouderijen1 | 2022 | Ex post |
Slimmer landgebruik1 | 2021 | Ex post |
Marktintroductie energie-innovaties (MEI)1 | 2020 | Ex post |
Energie-efficiëntie en hernieuwbare energie glastuinbouw (EG)1 | 2020 | Ex post |
Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014–20201 | 2020 | Ex post |
Kas als Energiebron1 | 2020 | Ex post |
Beknopte evaluatie Meststoffenwet | 2020 | Ex post |
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden | 2023 | Ex post |
Evaluatie Meststoffenwet | Uiterlijk 2027 | Ex post |
Envelop Natuur- en Waterkwaliteit2 | Uiterlijk 2027 | Ex post |
GLB / NSP1 | 2021 | Ex ante |
Regeling kunstmestvervanging en mestverwerking | 2025 | Ex post |
Regeling waterbassins mest | 2025 | Ex post |
Bewaken van de dier- en plantgezondheid en het dierenwelzijn | ||
Inbeslaggenomen goederen (IBG) en Landelijke inspectiedienst dierenbescherming (LID) | 2020 | Ex post |
Landelijk informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) | 20213 | Ex post |
Stichting Zeldzame huisdieren | 20213 | Ex post |
Wet Dieren | 2020 | Ex post |
Identificatie en registratie hond | 20264 | Ex post |
Nationaal comité advies dierproevenbeleid | 2020 | Ex post |
Fonds kleine toepassingen | 2020 | Ex post |
Overige evaluaties (m.n. ZBO’s /RWT’s, agentschapsdoorlichting en fiscaal) | ||
Centrale commissie dierproeven | 2020 | Overig |
Raad voor Plantenrassen | 2022 | Overig |
Ctgb | 2022 | Overig |
Plantaardige en biologische keurings-diensten (NAK, Naktuinbouw, BKD, KCB, SKAL) | 2022 | Overig |
Bureau Erkenningen | 2021 | Overig |
COKZ | 2020 | Overig |
Agentschapsdoorlichting NVWA | 2023 | Overig |
Onderzoek kostentoerekening en doelmatigheid NVWA | 2020 | Overig |
Landbouwvrijstelling | 2022 | Fiscaal |
Verlaagd tarief sierteelt5 | In de periode 2023-2026 | Fiscaal |
Energiebelasting verlaagd tarief glastuinbouw6 | 2021 | Fiscaal |
Vrijstelling overdrachtsbelasting cultuurgrond7 | 2020 | Fiscaal |
Deze evaluatie wordt betrokken bij de Rijksbrede integrale evaluatie van het klimaatbeleid in 2024.
Vanwege de gevolgen van de Coronacrsis wordt deze evaluatie niet meer in 2020 afgerond maar in 2021.
Toelichting
Voedselvoorziening borgen
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het borgen van voedselvoorziening:
• -Versterken concurrentiekracht van duurzame agroketens
• -Bevorderen van voedselzekerheid in de wereld
• -Borgen van voedselveiligheid en voedselkwaliteit
• -Vergroten maatschappelijke waardering van landbouw/voedsel
• -Borgen van kwalitatief hoogwaardig kennis- en innovatiesysteem
Welke onderliggende evaluaties worden in 2021 en 2022 afgerond?
»Garantieregeling Landbouw/Vermogensversterkende kredieten (tussenevaluatie) (2022):
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Conform het Toetsingskader risicoregelingen Borgstelling MKB Landbouwkredieten – uitbreiding borgstelling vermogensversterkende kredieten (VVK) vindt de tussenevaluatie plaats om te onderzoeken: 1) of de risicovoorziening onder het afgesproken plafond blijft, en 2) in hoeverre het VVK in voldoende mate bijdraagt aan het stimuleren van het overnemen of starten van agrarische bedrijven door jonge ondernemers en investeringen in de verduurzaming van hun bedrijfsvoering.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Naar verwachting draagt deze tussenevaluatie bij aan het vergroten van inzicht of de VVK een geschikt instrument is om jonge boeren bedrijven te laten overnemen met voldoende toekomstperspectief tegen de achtergrond van steeds verdere verduurzaming van de landbouwproductie. Dit draagt vervolgens bij aan LNV-doelstellingen (1) Versterken concurrentiekracht van duurzame agro-ketens en (2) Bevorderen van voedselzekerheid in de wereld.
»Voedselverspilling (2021):
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Nederland heeft zich gecommitteerd aan Sustainable Development Goal 12.3 om de voedselverspilling in 2030 te halveren. In 2018 is de Nationale Agenda ‘Samen tegen Voedselverspilling’ aan de Tweede Kamer aangeboden om deze doelstelling te realiseren in de keten en bij de consument. Deze evaluatie wordt uitgevoerd om te bepalen hoe effectief en efficiënt deze gezamenlijke aanpak van voedselverspilling is.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Deze evaluatie zal kennis opleveren over de vraag in welke mate een gezamenlijke aanpak, waarbij investeringen bestaan uit een privaat en publiek deel daadwerkelijk bijdragen aan een verandering in de sociale norm om geen voedsel te verspillen en het daadwerkelijk verminderen van voedselverspilling in Nederland.
Zorgen voor verduurzaming productie en consumptie (door middel van kringlooplandbouw)
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het borgen van voedselvoorziening:
– Versterking ecologische duurzaamheid landbouw en landgebruik , o.a. via kringlooplandbouw
– Vastleggen koolstof in de bodem
– Reductie CO2-uitstoot
– Verbeteren bodemkwaliteit
– Reductie van emissies
– Sluiten van kringlopen
Welke onderliggende evaluaties worden in 2021 en 2022 afgerond?
»Subsidieregeling warme sanering varkenshouderijen:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) heeft tot doel het terugdringen van geuroverlast door varkenshouderijlocaties in veedichte gebieden door bedrijfsbeëindiging. In de evaluatie zal vastgesteld worden of de wijze waarop doelmatigheid en doeltreffendheid vooraf zijn geborgd geresulteerd heeft in een effectieve regeling, zowel voor wat betreft het resultaat als voor de uitvoering van de regeling.
De nulmeting wordt gevormd door het totaal van alle geurscores van alle individuele varkenshouderijlocaties die zich aanmelden voor een subsidie en het totaal aantal woningen dat geuroverlast van deze locaties ondervindt. De eindmeting (2022) wordt gevormd door het totaal van alle geurscores van alle individuele varkenshouderijlocaties die op basis van een subsidie zijn beëindigd en het totaal aantal woningen dat geuroverlast van deze locaties ondervond. De nulmeting vormt het potentieel van vrijwillig te saneren locaties, de eindmeting geeft het uiteindelijke resultaat.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Ja, de Srv draagt bij aan inzichten over de reductie van emissies en geuroverlast. Dat doel wordt bereikt door definitieve en onherroepelijke beëindiging van bedrijfslocaties en een blijvende krimp van de veestapel (doorhalen van varkensrecht). Door de evaluatie na afloop van de Srv kan worden vastgesteld of het (beleids-)doel is bereikt en wat de bijdrage aan de reductie is geweest.
»Slimmer landgebruik:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Het onderzoeksprogramma Slimmer Landgebruik (SL) maakt deel uit van het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL). Eén van de doelen van het NPL is om via duurzaam bodembeheer bij te dragen aan de jaarlijkse vastlegging van 0,5 Mton CO2-eq in landbouwbodems vanaf 2030. De eerste evaluatie wordt in 2021 uitgevoerd om de voortgang te volgen van het onderzoeksprogramma omtrent duurzaam bodembeheer en koolstofvastlegging over de eerste drie jaar.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluatie van het NPL levert kennis op over in hoeverre de gekozen instrumenten in het NPL bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen en of hier eventueel bijstelling nodig is. Het NPL draagt bij aan het vergroten van kennis en inzicht omtrent de mate van koolstofvastlegging in de landbouwbodems (2) van een selectie van maatregelen voor duurzaam bodembeheer en daarmee aan de reductie van CO2 uitstoot (1). De evaluatie gaat nog geen kwantitatieve gegevens opleveren over daadwerkelijke voortgang op deze doelen. Daarvoor is het nog te vroeg in het proces.
»GLB / NSP:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Deze ex ante evaluatie wordt samen met de S-MER (Strategisch MilieuEffect Rapportage) uitgevoerd als onderdeel van het Nationaal Strategisch Plan (NSP) dat eind 2021 naar de Europese Commissie wordt gestuurd. In het NSP zal worden uitgewerkt op welke wijze Nederland invulling geeft aan de Europese GLB-verordeningen voor de programmaperiode 2021-2027.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De uit te voeren ex ante evaluatie gaat over de kwaliteit van het gemeenschappelijk landbouwbeleid 2021-2027 voor de lidstaat Nederland. In die zin draagt deze evaluatie bij aan meer kennis over het algemeen doel en meer specifiek over het achterliggende hoofddoel van versterking ecologische duurzaamheid landbouw en landgebruik.
Bewaken van de dier- en plantgezondheid en het dierenwelzijn
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het bewaken van de dier- en plantgezondheid en het dierenwelzijn:
– Bevorderen plantgezondheid
– Bevorderen diergezondheid
– Bevorderen dierenwelzijn
Welke onderliggende evaluaties worden in 2021 en 2022 afgerond?
»Landelijk informatiecentrum gezelschapsdieren (LICG)
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Om in kaart te brengen wat de effectiviteit is geweest van de verleende subsidie aan het LICG de afgelopen jaren in relatie tot het behalen van de doelstelling/resultaten van de organisatie. Waaronder het via voorlichting bijdragen aan het dierenwelzijn in Nederland.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluatie draagt bij aan de kennis van de effectiviteit van ingezette middelen aan het bevorderen van het dierenwelzijn, middels de activiteiten van het LICG. De LICG heeft een belangrijke taak in de voorlichting over het verantwoord kopen en houden van huisdieren.
»Stichting zeldzame huisdieren
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Nederland heeft zich gecommitteerd aan diverse internationale afspraken om behoud van biodiversiteit te borgen. Uit deze afspraken vloeien verplichtingen voort rond het behoud van zeldzame huisdierrassen. De Subsidieregeling Zeldzame Huisdierrassen is een van de instrumenten waarmee Nederland invulling geeft aan deze afspraken.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Deze evaluatie draagt naar verwachting indirect bij aan meer kennis over het bevorderen van diergezondheid en dierenwelzijn. Het is belangrijk om inteelt en schadelijke gevolgen van het fokken op de gezondheid en welzijn van dieren te beperken en de fokkerij kan mogelijk een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. De Stichting Zeldzame Huisdierrassen levert een bijdrage aan het behoud van zeldzame (landbouw)huisdierrassen en daarmee aan het behoud van agrobiodiversiteit door zich in te zetten op de professionalisering van de fokkerijstructuur, vermarkten en educatie, belangenbehartiging en fondsenwerving. In dat kader voert SZH diverse activiteiten uit waaronder de ondersteuning bij het formuleren van fokdoelen en het op basis daarvan ontwikkelen van fokprogramma’s, het verzorgen van cursussen en lezingen en het opstellen en verspreiden van les- en voorlichtingsmateriaal. Middels deze evaluatie kan nagegaan worden of het gekozen instrument de gemaakte afspraken nog borgt.
4. Overige evaluaties (ZBO’s/RWT’s, agentschap en fiscaal)
In 2021 en 2022 staan binnen dit thema de volgende overige evaluaties gepland:
– Raad voor Plantenrassen
– Ctgb
– Plantaardige en biologische keurings-diensten
– Landbouwvrijstelling
Hoofdthema 2: Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Binnen dit evaluatiethema staan de volgende algemene doelstellingen centraal:
• Zorgen voor de instandhouding van biodiversiteit
• Streven naar een duurzame en economisch rendabele visserijsector
• De regie voeren over de instandhouding van de kwaliteit van het landelijk gebied en een vitale regio
Door inzichten uit (instrument)evaluaties wordt de kennisbasis van bovenstaande doelen vergroot. In onderstaande tabel worden de geplande instrumentevaluaties daarom onderverdeeld naar de beleidsdoelstellingen waarover ze kennis opleveren.
Naast onderstaande evaluaties wordt in 2021 een beleidsdoorlichting afgerond over de doeltreffendheid en doelmatigheid met betrekking het voormalige beleidsartikel 12,«natuur en biodiversiteit» over de periode 2015-2019. Over de onderzoeksopzet wordt de Tweede Kamer na het zomerreces van 2020 geïnformeerd.
Titel/onderwerp onderzoek | Afronding | Type evaluatie |
Zorgen voor de instandhouding van biodiversiteit | ||
Evaluatie Natuurpact | 2020 | Lerende evaluatie |
Evaluatie collectief stelsel Agrarisch natuur en landschapsbeheer (ANLb) | 2020 | Ex durante (mid term) |
Beleidsevaluatie Programma aanpak Stikstof (PAS) en evaluatie Wetstraject PAS | 2020 | Ex post |
Voortgangsrapportage Natuur (Jaarlijks) | 2020 | Jaarlijkse voortgangsrapportage |
Natura 2000 Doelensysteem | 2020 | |
Natuurbeleids- en koraal actieplan Caribisch Nederland 2020–2030 | 2025 | Ex durante |
Evaluatie implementatie exotenverordening | 2021 | Ex post |
Programma naar een Rijke Waddenzee | 2022 | Ex post |
Evaluatie faunabeheer | 2021 | Ex post |
Beheerautoriteit Waddenzee | 2023 | Ex post |
Impuls natuurherstelmaatregelen | 2023 | Ex post |
Programma Natuur | *1 | * |
Bossenstrategie | *2 | * |
Opkoop rondom Natura 2000-gebieden | 20213 | Ex durante |
Streven naar een duurzame en economisch rendabele visserijsector | ||
Convenant visserij in beschermde gebieden | 2020 | Ex post |
EU gemeenschappelijk visserijbeleid | 2022 | Ex durante |
Noordzeeakkoord | 2023 | Ex durante |
De regie voeren over de instandhouding van de kwaliteit van het landelijk gebied en een vitale regio | ||
Regio envelop | 2023 | Ex post |
IBP Vitaal Platteland | 2021 | Lerende evaluatie |
Veenweiden3 | 2023 | Ex durante |
Overige evaluaties (m.n. ZBO’s /RWT’s, agentschapsdoorlichting en fiscaal) | ||
Vrijstelling overdrachtsbelasting natuurgrond | 20204 | Fiscaal |
Vrijstelling overdrachtsbelasting Bureau Beheer Landbouwgronden | 20204 | Fiscaal |
Vrijstelling overdrachtsbelasting inrichting landelijk gebied | 20204 | Fiscaal |
Bosbouwvrijstelling | In de periode 2023-2026 | Fiscaal |
Natuurschoonwet | 20335 | Fiscaal |
Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer | In de periode 2023-2026 | Fiscaal |
Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3 | In de periode 2023-2026 | Fiscaal |
Balans van de Leefomgeving | 2020 | PBL publicatie (tweejaarlijks) |
Monitoring en evaluatie wordt uitgewerkt als onderdeel van het uitvoeringsprogramma natuur waar de Tweede Kamer medio eind 2020/begin 2021 over wordt geïnformeerd.
Meer informatie volgt bij de nadere uitwerking van de bossenstrategie die in het najaar 2020 naar de Tweede Kamer wordt verzonden.
Toelichting
Zorgen voor de instandhouding van biodiversiteit
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het zorgen voor de instandhouding van biodiversiteit:
– Borgen van de bescherming, de versterking en het duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit op het land
– Bevorderen van de aantrekkelijkheid en vitaliteit van het landelijk gebied
– Bewaken van natuurkwaliteit van Rijkswateren
– Zorgdragen voor de internationale samenwerking op natuurgebied
Welke onderliggende evaluaties worden in 2021 en 2022 afgerond?
»Programma naar een rijke waddenzee:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Het programma gaat de derde en laatste periode van vier jaar in. Voortkomend uit de afspraken tussen LNV, de mosselsector en de natuurorganisaties is het programma uitgegroeid tot een programma van LNV, IenW, provincies en natuurorganisatie dat natuurherstel en duurzaam economisch medegebruik impulsen geeft. De evaluatie dient antwoord te geven op de vraag welke onderdelen van het programma gecontinueerd dienen te worden, waar die ondergebracht dienen kunnen worden en welke onderdelen beëindigd kunnen worden.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Zowel op het doel «Bewaken van natuurkwaliteit van Rijkswateren» als op het doel «Zorgdragen voor de internationale samenwerking op natuurgebied». Het programma geeft impulsen aan de natuurkwaliteit van de (internationale) Waddenzee. Een deel van het programma verbindt nationale Waddenzee-opgaven met de internationale Waddenzee-opgaven die Nederland, Duitsland en Denemarken vast hebben gelegd in de Trilaterale Waddenzee-samenwerking
»Evaluatie implementatie exotenverordening:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De Europese Verordening betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (verder; Exotenverordening) is op 1 januari 2015 in werking getreden. Sindsdien heeft het ministerie van LNV de verschillende bepalingen van deze verordening nationaal geïmplementeerd. Doel is de wijze waarop het Nederlandse systeem functioneert te evalueren om eventuele hiaten in onze aanpak te signaleren. Daarbij wordt onder andere gekeken naar de verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk en provincies, al dan niet hanteren van een nationale lijn (nationale lijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten), de handhaving, de risicobeoordeling, monitoring etc. Deze evaluatie kan zo nodig aanleiding geven voor systeemaanpassing of extra nationaal beleid.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De wijze waarop Nederland uitvoering geeft aan de Exotenverordening is mede bepalend voor de instandhouding van biodiversiteit. Het gaat immers om preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van (zorgwekkende) invasieve uitheemse soorten op land en in water. Invasieve uitheemse soorten kunnen ernstige negatieve gevolgen hebben voor de biodiversiteit en aanverwante ecosysteemdiensten.
»Evaluatie faunabeheer:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
In het kader van de uitvoering van de motie van het lid Von Martels c.s. (Kamerstuk 34 985, nr. 27) over het voorkomen van faunaschade, wordt in samenwerking met de provincies onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het faunabeheer te vereenvoudigen en efficiënter te maken.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Bestendig faunabeheer is van wezenlijk belang voor de versterking en het duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit op het land. Tevens is het van belang om de bescherming van soorten daarbinnen te borgen. Door deze evaluatie komen alle facetten van het faunabeheer sinds de decentralisatie naar de provincies aan bod waardoor, mocht het nodig zijn, het beleid en de regelgeving aangepast kunnen worden.
»Opkoop rondom Natura 2000-gebieden:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De regeling voorziet in het opkopen van veehouderijen rondom Natura-2000 gebieden. De regeling heeft betrekking op de eerste van in totaal drie tranches. Onderhavige evaluatie, af te ronden in 2021 heeft ook betrekking op de eerste tranche en heeft als doel de leereffecten te betrekken bij het realiseren van de tweede en de derde tranche.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluatie draagt bij aan meer kennis over het borgen van de bescherming, de versterking en het duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit op het land. In de evaluatie wordt onder andere meegenomen hoe geborgd kan worden dat de reductie van stikstofdepositie van structurele aard is. Daarbij zijn de gestelde voorwaarden die gelden voor opgekochte vestigingen en gronden belangrijk. In de evaluatie wordt meegenomen of deze voorwaarden voldoende geschikt zijn.
Streven naar een duurzame en economisch rendabele visserijsector
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het streven naar een duurzame en economisch rendabele visserijsector:
– het versterken van de positie van de Nederlandse visserijketen
– het bevorderen van duurzaamheid, transparantie en ketenverantwoordelijkheid in de Nederlandse visserijketen
Welke evaluaties leiden de komende jaren tot inzichten in de werking van ons beleid?
» Evaluatie EU gemeenschappelijk visserijbeleid:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) in de huidige vorm (Verordening 1380/2013) is nu 7 jaar van kracht. Volgens deze verordening (artikel 49) moet de Europese Commissie uiterlijk 31 december 2022 bij de Raad en het Europees parlement verslag uitbrengen over de werking van het GVB. Dat zal zij doen middels een evaluatie.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluatie van de Commissie is gericht op duurzaamheid en zal naar verwachting ingaan op de vooruitgang die geboekt is bij de exploitatie en de toestand van de visbestanden, het evenwicht tussen de capaciteit van de EU-vloten en de beschikbare vangstmogelijkheden, de sociaaleconomische prestaties van de EU-vloten en de uitvoering van de aanlandplicht. Dit sluit aan op bovenstaande algemene doelen, die ook gericht zijn op een duurzame en rendabele visserijsector.
De regie voeren over de instandhouding van de kwaliteit van het landelijk gebied en een vitale regio
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
Wij gaan ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan de instandhouding van de kwaliteit van het landelijk gebied en een vitale regio:
– Vergroten maatschappelijke waardering van landbouw/ voedsel
– Borgen van de bescherming, de versterking en het duurzaam benutten van de nationale natuur en biodiversiteit op het land
– Met anderen zorgdragen voor realisatie van LNV-opgaven in gebieden en Rijksopgaven door middel van de regio-envelop.
Welke evaluaties leiden de komende jaren tot inzichten in de werking van ons beleid?
»Lerende evaluatie IPB Vitaal Platteland (2021):
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De ambitie achter het programma IBP Vitaal Platteland is het stimuleren van nieuwe manieren van interbestuurlijk samenwerken en tegelijk de verschillende grote opgaven in het landelijk gebied integraal te helpen realiseren. De lerende evaluatie haalt kennis op over de wijze waarop deze ambitie in de praktijk vorm krijgt en welke lessen we hieruit kunnen leren.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De lerende evaluatie geeft inzicht in de mate waarin en methoden waarmee deze doelen zoveel mogelijk in synergie met andere doelen interbestuurlijk zijn te realiseren middels integrale gebiedsprocessen.
Overige evaluaties (ZBO’s/RWT’s, agentschap en fiscaal)
De komende jaren staan binnen dit thema de volgende overige evaluaties gepland:
– Bosbouwvrijstelling
– Vrijstelling vergoeding bos- en natuurbeheer & Vrijstelling bos- en natuurterreinen box 3.
Hoofdthema 3: Kennis & Innovatie
Binnen dit evaluatiethema staan de volgende algemene doelstellingen centraal:
• Borgen van kwalitatief hoogwaardig kennis- en innovatiesysteem
• Borgen van wettelijke onderzoekstaken
Door inzichten uit (instrument)evaluaties wordt de kennisbasis van bovenstaande doelen vergroot. In onderstaande tabel worden de geplande instrumentevaluaties daarom onderverdeeld naar de beleidsdoelstellingen waarover ze kennis opleveren.
Titel/onderwerp onderzoek | Afronding | Type evaluatie |
Borgen van kwalitatief hoogwaardig kennis- en innovatiesysteem | ||
Subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling)1 | 2022 | Ex post |
Voedselagenda | 2021 | Ex post |
Programma DuurzaamDoor (incl. Jong Leren Eten) | 2021 | Ex post |
Tussenevaluatie Groenpact | 2021 | Tussenevaluatie |
Innovatie op het boerenerf | 2023 | Ex post |
Borgen van wettelijke onderzoekstaken | ||
Genetische bronnen | 2020 | WOT |
Visserijonderzoek | 2021 | WOT |
Economische informatievoorziening | 2021 | WOT |
Voedselveiligheid | 2020 | WOT |
Besmettelijke dierziekten | 2020 | WOT |
Natuur en milieu | 2022 | WOT |
Toelichting
Borgen van kwalitatief hoogwaardig kennis- en innovatiesysteem
Welke beknopte beleidstheorie bestaat er achter het bereiken van dit doel?
LNV gaat ervan uit dat onderstaande punten bijdragen aan het borgen van een kwalitatief en hoogwaardig kennis- en innovatiesysteem:
– Stimuleren van kennisontwikkeling en innovatie via TO2- instituten
– Stimuleren van innovatie in de land- en tuinbouw
Welke onderliggende evaluaties worden in 2021 en 2022 afgerond?
»Subsidieregeling Instituten voor toegepast onderzoek (TO2-regeling):
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De evaluatie wordt uitgevoerd om te bepalen hoe effectief en efficiënt deze regeling is geweest om te bewerkstelligen dat de instituten voor toegepast onderzoek onder dezelfde subsidievoorwaarden kunnen optreden op de markt en makkelijker kunnen samenwerken. De evaluatie wordt uitgevoerd door de drie betrokken departementen waarbij EZK vanuit haar systeemverantwoordelijkheid het voortouw heeft.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Deze evaluatie zal kennis opleveren over de vraag in welke mate de meer geüniformeerde set regels van de overheid heeft bijgedragen aan gelijke behandeling en subsidiëring van de instituten voor toegepast onderzoek en bevordering van de samenwerking in het kennis- en innovatiesysteem.
»Voedselagenda:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
Deze evaluatie wordt uitgevoerd om te bepalen hoe effectief en efficiënt de Voedselagenda is geweest om te bewerkstelligen dat Nederlanders gezonder en duurzamer zijn gaan eten. Deze agenda ingezet onder Rutte II is door Rutte III overgenomen.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Deze evaluatie zal kennis opleveren over de vraag in welke mate overheidsinterventies terzake de bewustwording van consumenten en terzake investeringen in innovatief onderzoek daadwerkelijk bijdragen aan een verandering in het eetgedrag.
»Programma DuurzaamDoor:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De programma’s Jong Leren Eten en DuurzaamDoor worden al in 2020 geëvalueerd, zowel op programma- als op project-niveau, met oog op voortzetting en aanscherping van deze meerjarenprogramma’s in 2021-2024. Daarnaast zullen de uitkomsten van deze evaluaties geïncorporeerd worden in de evaluatie van de totale Voedselagenda.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluaties worden gebruikt om zowel het beleidskader van DuurzaamDoor en Jong Leren Eten aan te scherpen als de effectiviteit van onderliggende interventies te beoordelen op gewenst effect. De evaluatie levert kennis op over de vraag of kinderen beter in staat zijn om een geïnformeerde en bewuste keuze te kunnen maken voor gezonde en duurzame voeding.
»Tussenevaluatie Groenpact:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De evaluatie wordt uitgevoerd om te kijken naar de werking/effectiviteit van het GroenPact binnen het kennis- en innovatiesysteem (meer samenwerking, meer impact, meer zichtbaar).
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
Om nog meer kennis te verwerven gaat het RVO Steunpunt Groen Pact werken aan een evaluatie en monitoring incl. indicatoren van het GroenPact, specifiek van het perspectief van leren en ontwikkelen voor de iets langere termijn.
Borgen van wettelijke onderzoekstaken
De Wettelijke Onderzoekstaken komen voort uit verplichtingen die vastgelegd zijn in (inter)nationale wet- en regelgeving. Deze WOT’s dienen als basis voor het nemen van bestuursbeslissingen en onderbouwing van beleid. Het gaat hierbij veelal om het verzamelen, vastleggen en interpreteren van data op onafhankelijke basis. Hieraan liggen ook afzonderlijke WOT-uitvoeringsovereenkomsten ten grondslag. In totaal zijn er binnen LNV zes WOT’s: Voedselveiligheid, Natuur en Milieu, Genetische Bronnen, Visserij onderzoek, Economische Informatievoorziening en Besmettelijke Dierziekten.
In 2021 en 2022 staan de volgende onderzoeken gepland:
»Visserijonderzoek:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De WOT-VO geeft invulling aan de wettelijke LNV-taken op het gebied van beheer van de visserij op zee, in de Nederlandse kust- en binnenwateren en de aquacultuur. Het kan hierbij gaan om zowel Nederlandse verplichtingen als Europese verplichtingen. In de meeste gevallen wordt door middel van deze projecten rechtstreeks aan een wettelijke verplichting voldaan maar in bepaalde gevallen betreft het de verzameling van gegevens om andere partijen (WECR, CBS, IenW) wettelijke taken te laten vervullen. Ook wordt onder de WOT-VO via de internationale organisaties meegewerkt aan de advisering voor het beheer in internationale wateren.
De WOT-VO zorgt ervoor dat LNV en de daaronder ressorterende diensten voorzien worden van visserij gegevens die onmisbaar zijn om:
• Verplichtingen na te komen die voortvloeien uit (inter)nationale wet- en regelgeving;
• Verplichtingen na te komen die voortvloeien uit (inter)nationale verdragen;
• Waarmee tevens een basis beschikbaar is voor ex-ante en ex-post beleidsevaluatie voor het Nederlandse parlement.
»Economische informatievoorziening:
Waarom wordt deze evaluatie uitgevoerd?
De evaluatie richt zich op de uitvoering van het programma WOT Economische informatievoorziening. De te beantwoorden vragen zijn: vindt de uitvoering plaats conform nationale en Europese wet- en regelgeving, wordt er doeltreffendheid en doelmatigheid gewerkt en wordt het werk onafhankelijk uitgevoerd.
De evaluatie heeft betrekking op de periode van 2017 tot heden. De resultaten van de evaluatie worden gebruikt bij het opstellen van de volgende 5-jarige Uitvoeringsovereenkomst voor de periode 2022-2026.
Hoe draagt deze evaluatie naar verwachting bij aan meer kennis over bovenstaande beknopte beleidstheorie?
De evaluatie geeft inzicht in de manier van werken en of de WOT onafhankelijk wordt uitgevoerd.
Monitoring klimaatakkoord, LNV-visie en structurele aanpak stikstof
Naast de in deze SEA behandelde evaluaties is ook sprake van bestaande monitoring van het LNV-beleid. Dit wordt vormgegeven in specifieke monitoringssystemen die gekoppeld zijn aan de LNV-beleidsdoelen. Zo wordt bijvoorbeeld de uitvoering van het Klimaatakkoord voor Landbouw en Landgebruik gevolgd aan de hand van een set indicatoren en zal de Kamer hierover in 2020 separaat (als onderdeel van de Klimaatnota) worden geïnformeerd. Dit geldt ook voor de beleidsmonitor voor de LNV-visie (en in het bijzonder de kringlooplandbouw) die in ontwikkeling is. De hierin toegepaste beleidsindicatoren en hieruit voortkomende prestatie-indicatoren geven een (tussen) stand van de prestaties en impact van de LNV-visie. De uitkomsten van deze monitoringssystemen zijn ook voedend voor de evaluaties op de betreffende thema’s.
Met betrekking tot de structurele aanpak stikstof werkt het kabinet aan een monitoringssystematiek voor de stikstofreductie en het gewenste behoud en herstel van instandhouding van de Natura 2000-gebieden (Kamerstuk 35334, nr. 82). Door middel van deze monitoring zal duidelijk worden of het maatregelenpakket voldoende effectief is en of het maatregelenpakket of de omgevingswaarde voor het verminderen van de depositie van stikstof op daarvoor gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden geactualiseerd moeten worden. De monitoringssystematiek zal worden vastgelegd in regelgeving die naar verwachting in het najaar 2020 aan de Kamer wordt aangeboden.