Base description which applies to whole site

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

Vanwege de spoedeisende maatregelen zijn in de periode december 2021 tot en met 25 mei 2022 zes incidentele suppletoire begrotingen en een Nota van wijziging zesde incidentele suppletoire begroting over het begrotingsjaar 2022 naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling van de derde tot en met zesde incidentele suppletoire begrotingen (inclusief de Nota van wijziging zesde incidentele suppletoire begroting) in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begrotingen zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,M.A.M.Adriaansens

Licence