Met deze tweede suppletoire begroting worden de uitgaven van het DMF met per saldo € 1,1 miljard verlaagd. Met uitzondering van de budgetten op artikel 4, vinden de verlagingen over de volle breedte van het DMF plaats.
De uitgavenverlagingen zijn vooral het gevolg van gewijzigde externe omstandigheden. Zo leiden de gevolgen van COVID-19 nog tot vertragingen. Het tekort aan microchips bijvoorbeeld, zorgt voor vertragingen bij de oplevering van geplande projecten. Verstoorde toeleveringsketens zorgen ook voor vertragingen. Daarnaast leidt ook de oorlog in Oekraïne tot krapte op de Defensiemarkten. Dit leidt tot vertragingen bij de investeringsprojecten van Defensie.
Voorts heeft ook defensie last van de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Dit zorgt voor vertragingen in de planning en uitvoering van investeringsprojecten. Dit is direct voelbaar in de organisatie en in de agendering en implementatie van de investeringen.
Als gevolg van boven genoemde oorzaken en omstandigheden worden in 2022 de budgetten verlaagd. De noodzaak van de investeringen blijft onverminderd hoog. Immers de oorlog in Oekraïne en de verslechterende veiligheidssituatie wereldwijd - zoals ook toegelicht in de Defensienota - onderstrepen de Defensie-investeringen; de huidige budgetaanpassingen doen daar op geen enkele wijze afbreuk aan.
Volgend voorjaar worden de thans verlaagde budgetten in een nieuw kasritme gezet. Op dat moment wordt een nieuwe inschatting gemaakt van de ontwikkeling van de externe omstandigheden en de raming van de investeringen die daar het beste bij past. Tussentijds werkt Defensie hard aan mogelijke versnellingen en andere mogelijkheden om de geagendeerde investeringen tijdig uit te voeren.