Art. | Uitgaven 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 20221 | 8.888.902 | |
Stand 1e suppletoire begroting 20222 | 8.084.316 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Bevolkingsdaling | 1 | 11.245 |
2) Waterschappen | 1 | 10.220 |
3) Achtervang vergoeding NHG 2021 | 3 | 61.653 |
4) Huurtoeslag | 3 | 43.400 |
5) Herplaatsingsgarantie | 3 | ‒ 20.000 |
6) Overlooplocaties | 3 | ‒ 96.000 |
7) Beschermde diersoorten | 4 | ‒ 6.698 |
8) Afdracht BTW compensatiefonds | 4 | ‒ 6.600 |
9) Personele inzet crisisopvang | 7 | ‒ 30.500 |
10) Kwijtschelding publieke schulden | 12 | ‒ 160.000 |
11) Personele inzet crisisopvang | 13 | 30.300 |
12) Overige mutaties | ‒ 4.221 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 7.917.115 |
Inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 1), de Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50), de amendementen op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12; Kamerstukken II 2021/22,, 35925 VII, nr. 52) en de eerste incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1).
Toelichting
1) Bevolkingsdaling
Omdat de invoering van het nieuwe verdeelmodel van de algemene uitkering gemeentefonds is uitgesteld tot 2023, wordt voor 2022 nogmaals de uitkering bevolkingsdaling verstrekt. Tot en met 2021 werden deze middelen verstrekt via een decentralisatie-uitkering. Omdat de decentralisatie-uitkering als onrechtmatig is aangemerkt door de Algemene rekenkamer, zullen de middelen in 2022 in de vorm van een specifieke uitkering worden verstrekt. Daarom wordt het budget (€ 11,2 mln.) voor 2022 overgeheveld naar de begroting BZK.
2) Waterschappen
Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie.
3) Achtervang vergoeding NHG 2021
Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln. ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.
4) Huurtoeslag
In 2023 wordt het wettelijk minimumloon verhoogd. Dit leidt tot extra uitgaven bij de huurtoeslag. De minimum-inkomensijkpunten in de huurtoeslag zijn wettelijk gekoppeld aan de bijstand en de AOW, die weer gekoppeld zijn aan het wettelijk minimumloon. Een verhoging hiervan leidt via de bijstand en de AOW ook tot extra uitgaven huurtoeslag. Ook wordt in 2023 de opslag op de eigen bijdrage van de huurtoeslag verlaagd van € 16,94 naar € 0. Hierdoor ontvangen vrijwel alle huurtoeslagontvangers circa € 203 meer huurtoeslag per jaar. In december 2022 krijgen de huurtoeslagontvangers het eerste voorschot voor 2023.
5) Herplaatsingsgarantie
Vanwege de nadere uitwerking van de beleidsinzet op dit onderwerp zijn de uitgaven van € 20 mln. voor de financiële herplaatsingsgarantie doorgeschoven naar 2023.
6) Overlooplocaties
Vanwege de nadere uitwerking van de beleidsinzet op dit onderwerp zijn de uitgaven van € 96 mln. voor de fysieke overlooplocaties doorgeschoven naar 2023.
7) Beschermde diersoorten
Dit betreft een overboeking naar het Gemeentefonds van € 6,7 mln. Hiermee wordt met een decentrale uitkering soortenmanagement plannen opgesteld die bij na-isolatie werkzaamheden rekening houden met de aanwezigheid van beschermde soorten die woningen en gebouwen kunnen nestelen en verblijven.
8) Afdracht BTW compensatiefonds
Vanuit artikel 4 wordt in totaal € 6,6 mln. afgedragen aan het BTW compensatiefonds.
9) Personele inzet crisisopvang
Ten behoeve van de personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers is per tweede incidentele suppletoire begroting 2022 € 33,1 mln. toegevoegd aan artikel 7 (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII, nr. 1). Aangezien deze middelen in 2022 niet volledig tot uitputting komen, schuift het uitgavenbudget van € 30,5 mln. voor de personele inzet crisisopvang door naar 2023. Deze middelen komen dit jaar niet tot besteding en zullen bij 1e suppletoire begroting 2023 weer worden opgeboekt.
10) Kwijtschelding publieke schulden
Dit betreft een correctie van € 160 mln. Met medeoverheden is afgesproken dat compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten plaatsvindt op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het beschikbare budget van € 160 mln. in 2022 niet tot besteding en worden deze middelen volgens afspraak generaal teruggeboekt. Bij de 1e suppletoire begroting 2023 worden deze middelen weer opgeboekt.
11) Personele inzet crisisopvang
Ten behoeve van de personele inzet voor de crisisopvang van asielzoekers is per tweede incidentele suppletoire begroting 2022 € 33,1 mln. toegevoegd (Kamerstukken II 2021/22, 36177 VII, nr. 1). Het kabinet heeft besloten dat de middelen hiervoor middels een verdeelsleutel worden opgehaald bij alle departementen. In totaal is € 30,3 mln. overgeboekt van andere departementen naar de begroting van BZK. Het aandeel van het Ministerie van BZK van € 2,8 mln. is gerealloceerd vanaf artikel 11.
Art. | Ontvangsten 2022 | |
---|---|---|
Vastgestelde begroting 20221 | 1.097.581 | |
Stand 1e suppletoire begroting 2022 | 638.913 | |
Belangrijkste suppletoire mutaties | ||
1) Achtervang vergoeding NHG 2021 | 3 | 61.653 |
2) Meeronvangsten RVO | 4 | 4.900 |
3) Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet | 5 | 7.912 |
4) Bodemmaterialen | 9 | 12.689 |
5) Verkoop bodemmaterialen en benzineveiling | 9 | 45.300 |
6) Overige mutaties | 22.326 | |
Stand 2e suppletoire begroting 2022 | 793.693 |
Inclusief de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 1), de Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 50), de amendementen op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2021/22, 35925 VII, nr. 12; Kamerstukken II 2021/22,, 35925 VII, nr. 52) en de eerste incidentele suppletoire begroting (Kamerstukken II 2021/22, 36018 VII, nr. 1).
Toelichting
1) Achtervang vergoeding NHG 2021
Voor de achtervangfunctie van het Rijk bij de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) draagt het Waarborgfonds Eigenwoning (WEW) een achtervangvergoeding af aan het Rijk. In 2021 bedroeg deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2022 heeft het Rijk de afdrachten over het boekjaar 2021, ter grootte van afgerond € 61,7 mln., ontvangen. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort. Ultimo eind 2021 bedroeg de risicovoorziening cumulatief € 326,4 mln.
2) Meerontvangsten RVO
Het ontvangstenbudget wordt met € 4,9 mln. opgehoogd vanwege meerontvangsten RVO.
3) Beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet
Dit betreft onder meer bijdragen van de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg (IPO) voor het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarnaast betreft het hier de vaststellingen van de bijdrage voor 2021 aan verschillende partijen voor de afbouw van het basisniveau DSO.
4) Bodemmaterialen
Dit betreft de definitieve afrekening van de bevoorschotting in 2021 aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gaat hier om de meerontvangsten uit de verkoop van bodemmaterialen.
5) Verkoop bodemmaterialen en benzineveiling
Dit betreft meeropbrengsten vanuit bodemmaterialen en benzineveilingen. De recent geveilde locaties van benzinestations langs Rijkswegen hebben meer opgebracht dan geraamd.