In het kader van operatie Inzicht in Kwaliteit van het kabinet wordt het gebruikelijke overzicht met een planning van beleidsdoorlichtingen omgevormd tot een Strategische Evaluatie Agenda (SEA). Richten beleidsdoorlichtingen zich primair op de doorlichting van afzonderlijke begrotingsartikelen, in de SEA staan de beleidsthema’s van de missie van EZK centraal. Daarmee komt het vizier meer te liggen op de integrale en samenhangende beleidsaanpak van een beleidsthema (zoals energietransitie of innovatie) en minder op de afzonderlijke beleidsonderdelen. Met de SEA wordt tevens beoogd onderzoeken beter te laten aansluiten op de beleidscyclus en wordt meer recht gedaan aan ontwikkelingen op een beleidsveld. Op deze wijze kunnen ook leerervaringen benut worden om het beleid tussentijds bij te sturen als dat nodig blijkt. Net als 2021 betreft 2022 nog een overgangs- en leerjaar met de SEA waardoor de agenda een eerste uitwerking betreft en waarbij ook nog een enkele traditionele beleidsdoorlichting zal worden uitgevoerd.
Beleidsdoorlichtingen
Voor artikel 1 (Goed functionerende economie en markten) loopt in 2021 nog een reguliere beleidsdoorlichting die in onderstaande SEA is geïntegreerd.
Strategische Evaluatie Agenda (SEA)
De SEA is gericht op onderstaande beleidsthema’s die het merendeel van de EZK-begroting afdekken. Hierbij is met name ingegaan op onderdelen waar geen recente beleidsdoorlichting of ander integraal onderzoek is ingepland/uitgevoerd en waar behoefte is aan nader inzicht. Deels gaat het om het verbeteren van methoden van onderzoek en opzetten van monitors en deels om het verkrijgen van inzicht in effecten van belangrijke beleidsmaatregelen. In bijlage 5 wordt toegelicht welke onderliggende evaluatieplanning hiermee samenhangt.
Thema | Type onderzoek | Afronding | Toelichting onderzoek | Begrotings-artikel | Vindplaats |
---|---|---|---|---|---|
Steun- en herstelbeleid Corona | Synthese | 2026 | Dit beleid dient ter ondersteuning en herstel van het bedrijfsleven tijdens en na Covid-19. Hierbij wordt samen opgetrokken met FIN en SZW. Ieder departement neemt de verantwoordeljikheid voor de eigen maatregelen. | 2 en 3 | |
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
De overheid heeft inmiddels meer dan 200 financiële steunmaatregelen getroffen om werkenden en bedrijven door de coronacrisis te helpen. Eind 2020 verstuurden de ministers van Financiën (FIN), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een Kamerbrief met daarin een eerste uitwerking van de evaluatieplanning (Kamerstuk 35 420, nr. 227). Het gaat daarbij vooralsnog om een planning van de evaluaties van individuele steunmaatregelen, zoals de NOW, TOZO en TVL/TOGS. Ook bevat de brief een overzicht van de monitoringsactiviteiten. De ministeries werken de evaluatie-aanpak momenteel verder uit met behulp van enkele onafhankelijke deskundigen vanuit de wetenschap en de planbureaus. Hiernaast werkt het CPB in 2021 aan een eerste analyse van macro-economische effecten. Vooralsnog richt dit evaluatietraject zich op de kern van de steunmaatregelen: de budgettair meest omvangrijke maatregelen op het terrein van SZW, EZK en FIN die zich primair richten op baanbehoud en het steunen van ondernemers die geraakt zijn door de coronacrisis. Hieronder wordt ingegaan op de stand van kennis, kennisbehoefte en evaluatieplanning van de belangrijkste maatregelen die door EZK zijn opgesteld. Vanwege de aard van diverse EZK-coronamodules (o.a. leningen en garanties met een langere looptijd) zijn enkele evaluaties ten opzichte van de brief van december 2020 later ingepland. Hiervoor vindt tussentijdse monitoring plaats via de algemene monitor Coronamaatregelen. De evaluaties zijn ingedeeld bij het thema Steun- en herstelbeleid Corona. | Kamerstuk 35 420, nr. 227 | ||||
Ondernemerschap | Synthese | 2025 | 2 | ||
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Daarnaast heeft recentelijk ook een meta-evaluatie van het kapitaalmarktinstrumentarium plaatsgevonden. De conclusie daarbij is dat het deel van de beleidsmix dat de toegang tot kapitaalmarktfinanciering beoogt te vergroten (met garanties en kredietenfaciliteiten) er in slaagt additionaliteit bij de ondersteunde bedrijven te realiseren. Bedrijven verwerven op de kapitaalmarkt additionele financiering voor hun bedrijfsactiviteiten, die zonder overheidsondersteuning niet verworven zouden zijn. Op het terrein van de fiscale ondernemerschapsbevordering is relatief weinig bekend over de additionaliteit. Dialogic stelde eerder vast dat additionaliteit niet aannemelijk lijkt op het terrein van fiscale ondernemerschapsstimulering, in de zin dat het niet bijdraagt aan meer innovatie en ondernemersgroei. Deze instrumenten richten zich echter niet louter op innovatiebevordering, maar zijn ook bedoeld om ondernemerschap in algemene zin te bevorderen. De evaluatieplanning is er op gericht om in 2025 een nieuw synthese onderzoek te doen naar de thema’s op het gebied van ondernemerschap. | Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving | ||||
Digitalisering | Synthese | 2023 | 1 en 2 | ||
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
Digitalisering transformeert onze economie en maatschappij. In deze wereldwijde ontwikkeling worden digitale technologieën op steeds meer plekken, in steeds meer domeinen en voor steeds meer vraagstukken ingezet. Het kabinet heeft in 2018 de rijksbrede Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) gepresenteerd, met de ambitie dat Nederland dé digitale koploper van Europa wordt en blijft. Op dit moment loopt de beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering een belangrijk onderdeel van is. De verwachting is dat dit najaar het rapport aan Tweede Kamer wordt aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering zal deze beleidsdoorlichting te vroeg zijn om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel zal waar mogelijk worden gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties. | |||||
Innovatiebeleid | Synthese | 2025 | 2 en 3 | ||
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
In 2020 heeft een doorlichting plaatsgevonden van artikel 2 en 3. Innovatie is van groot belang voor het welzijn en de welvaart van alle Nederlanders. Het beeld dat uit de evaluaties naar voren komt over de beleidsmix van het bedrijvenbeleid bevestigt in grote lijnen het beeld dat ook al de voorgaande beleidsdoorlichting naar voren is gekomen. Van instrumenten die zich direct richten op R&D- en innovatiebevordering (Innovatiekrediet, WBSO, Innovatiebox, MIT en SBIR) is het aannemelijk dat de interventies doeltreffend zijn. Vooral voor de fiscale innovatiestimulering (WBSO) en ook voor de Innovatiekredieten zijn substantiële additionele effecten van het beleid vastgesteld. Ook van de innovatiemaatregelen die zich richten op kennisoverdracht tussen onderzoeksinstellingen en bedrijven en op publiek-private onderzoeksamenwerking (PPS, zoals de TKI’s), een kerndoel van het beleid en een belangrijk middel om innovaties tot stand te laten komen, is het aannemelijk dat ze in meer of mindere mate additionaliteit realiseren, zo laten de evaluaties zien. De evaluatieplanning is erop gericht om in 2025 opnieuw een syntheseonderzoek uit te kunnen voeren voor het thema innovatie. | Kamerstuk 32 359, nr. 4 – bijlage Innovatieve Samenleving | ||||
Expertcommissie evaluatiemethoden (Theeuwes 2.0) | Overig: Ontwikkeling evaluatie-aanpak | 2021 | 1/2/3/4 | ||
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
Als vervolg op de aanbevelingen van de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid. Onderzoek staat in het teken van een doorontwikkeling en aanvulling van bestaande evaluatiepraktijk met evaluatieaanpakken die kunnen worden benut voor systeem- en transitie-evaluaties, zoals het missiegedreven innovatiebeleid (inclusief de bijdrage hieraan van de topsectoren) en het CO2-reductiebeleid. Dit wordt nader toegelicht in bijlage 5. | |||||
Klimaatbeleid | Synthese | 2024 | 4 | ||
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
De Klimaatwet bepaalt dat iedere vijf jaar een herijking van de opgave plaatsvindt. Deze opgavegerichte doorlichting Klimaatbeleid is een syntheseonderzoek van meerdere instrumentenevaluaties van betrokken departementen. Het brengt de samenhang tussen de instrumentenevaluaties in beeld en zal antwoord geven op evaluatievragen op systeemniveau. In oktober 2020 is een eerste opzet van de integrale doorlichting naar de Tweede Kamer gestuurd als bijlage van de Klimaatnota, inclusief een overzicht van instrumentevaluaties die door de betrokken departementen worden uitgevoerd. In oktober 2021 zal een nader uitgewerkte opzet naar de Tweede Kamer worden gestuurd als bijlage van de Klimaatnota. Dit wordt nader toegelicht in bijlage 5. | |||||
Evaluaties van herziening in regelgevend kader (o.a. Energiewet en Warmtewet) | Synthese | 2027 | Betreft synthese van evaluaties van gewijzigde Elektriciteit- en gaswet en Warmtewet. | 4 | |
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
De nieuwe Energiewet (wetsvoorstel tot wijziging van de Elektriciteit en Gaswet) is ter consultatie voorgelegd. Deze wet zal naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding (ca. 2022) geëvalueerd worden. Dit zal waarschijnlijk in 2027 gebeuren. Ook de wijziging van de Warmtewet (Warmtewet 2.0) zal op zijn vroegst op 1 januari 2022 in werking treden. Deze wet zal net als de Energiewet naar alle waarschijnlijkheid vijf jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden, dus op zijn vroegst in 2027. | |||||
Goed functionerende markten voor bedrijven en consumenten | Synthese | 2021 | In 2021 vindt de beleidsdoorlichting plaats van artikel 1 van de EZK-begroting. | 1 | |
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
Op dit moment loopt de beleidsdoorlichting inzake beleidsartikel 1 goed functionerende economie en goed functionerende markten, waar digitalisering ook een belangrijk onderdeel van is. De verwachting is dat dit najaar het rapport aan Tweede Kamer wordt aangeboden. Voor enkele recente beleidsinitiatieven op het terrein van digitalisering zal deze beleidsdoorlichting te vroeg zijn om betrouwbare uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid. Wel zal waar mogelijk worden gereflecteerd op de stand van zaken en de manier waarop dit beleid kan worden gemonitord ten behoeve van toekomstige evaluaties. | |||||
Een veilig Groningen met perspectief | Overig | 2023 | Parlementaire enquête aardgaswinning Groningen | 5 | |
Toelichting met stand van inzicht: | |||||
In verband met de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is de geplande beleidsdoorlichting komen te vervallen. De parlementaire enquêtecommissie die onderzoek gaat doen naar de aardgaswinning in Groningen is op 11 februari 2021 ingesteld. De commissie voert haar werkzaamheden uit op basis van een onderzoeksvoorstel (Kamerstuk 35 561, nr. 2) dat op 9 februari 2021 is goedgekeurd door de Tweede Kamer. | Kamerstuk 35 561, nr. 2 |
In aansluiting op voorgaande beleidsthema’s zijn ook de volgende Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO’s) van belang:
• IBO Financiering Energietransitie: start najaar 2020 (gericht op betaalbaarheid). Dit is in april 2021 afgerond; zie Kamerstuk 32 813, nr. 689.
• IBO Ruimtelijke Ordening: start najaar 2020 (gericht op interactie tussen energiebeleid en het ruimtelijk domein). Dit is in mei 2021 afgerond; zie Kamerstuk 34 682, nr. 82.
Voor een verdere onderbouwing van de meerjarenprogrammering zie Bijlage 5: Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda.
Voor het meest recente overzicht van afgeronde evaluaties en doorlichtingen, zie: Jaarverslag EZK 2020, bijlage 2: Afgerond evaluatie- en overig onderzoek. Een interactieve weergave van de SEA is beschikbaar op www.rijksfinanciën.nl.