Stand Slotwet 2020 | 1e suppletoire begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
- Omzet | 828.594 | 977.682 | 841.437 | 825.681 | 721.555 | 602.746 | 596.381 |
waarvan omzet moederdepartement | 406.901 | 529.394 | 413.763 | 403.343 | 301.699 | 197.699 | 197.699 |
waarvan omzet overige departementen | 388.631 | 414.596 | 394.382 | 391.792 | 391.648 | 379.929 | 376.196 |
waarvan omzet derden | 33.062 | 33.692 | 33.292 | 30.546 | 28.208 | 25.118 | 22.486 |
Rentebaten | 33 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 245 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 828.947 | 977.682 | 841.437 | 825.681 | 721.555 | 602.746 | 596.381 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 793.394 | 962.625 | 831.337 | 816.581 | 712.455 | 593.646 | 587.281 |
- Personele kosten | 440.335 | 482.554 | 461.393 | 453.204 | 412.152 | 339.475 | 338.712 |
waarvan eigen personeel | 345.292 | 352.864 | 361.805 | 361.805 | 361.805 | 298.360 | 298.360 |
waarvan inhuur externen | 81.762 | 105.894 | 85.672 | 77.730 | 38.421 | 31.177 | 30.521 |
waarvan overige personele kosten | 13.281 | 23.796 | 13.916 | 13.669 | 11.926 | 9.937 | 9.831 |
- Materiële kosten | 353.059 | 480.071 | 369.944 | 363.377 | 300.303 | 254.171 | 248.569 |
waarvan apparaat ICT | 5.353 | 3.496 | 5.609 | 5.509 | 4.807 | 4.005 | 3.962 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 162.004 | 183.841 | 169.752 | 166.739 | 145.477 | 121.217 | 119.918 |
waarvan overige materiële kosten | 185.702 | 292.734 | 194.583 | 191.129 | 150.019 | 128.949 | 124.689 |
Rentelasten | 254 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 8.483 | 14.557 | 10.100 | 9.100 | 9.100 | 9.100 | 9.100 |
- Materieel | 863 | 557 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 863 | 557 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
- Immaterieel | 7.620 | 14.000 | 10.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Overige lasten | 82 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan dotaties voorzieningen | 7 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan bijzondere lasten | 75 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 802.212 | 977.682 | 841.437 | 825.681 | 721.555 | 602.746 | 596.381 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 26.735 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 26.735 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de baten
Stand Slotwet 2020 | 1e suppletoire begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 124.057 | 157.133 | 100.387 | 99.847 | 97.968 | 97.968 | 97.968 |
DG Klimaat en Energie | 67.950 | 65.278 | 56.401 | 61.318 | 61.318 | 61.318 | 61.318 |
DG Groningen Bovengronds | 182.718 | 279.841 | 236.000 | 221.000 | 127.000 | 23.000 | 23.000 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 3.492 | 2.491 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Chief Economist | 10.296 | 13.389 | 10.326 | 10.529 | 4.764 | 4.764 | 4.764 |
Overig | 18.388 | 11.262 | 5.649 | 5.649 | 5.649 | 5.649 | 5.649 |
Totaal | 406.901 | 529.394 | 413.763 | 403.343 | 301.699 | 197.699 | 197.699 |
In deze begroting wordt uitgegaan van de bij de opdrachtgevende DG’s beschikbare budgetten ten tijde van het opstellen van deze begroting. Dat verklaart ook grotendeels het verschil met de omvang van de omzet bij de 1e suppletoire begroting 2021, waarbij de budgetten zijn aangepast aan de opdrachtverstrekking 2021. Daarnaast zijn in de 1e suppletoire begroting 2021 diverse meerwerkopdrachten verwerkt.
DG Bedrijfsleven en Innovatie (DG B&I)
RVO voert opdrachten voor het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) uit die zich richten op het versterken van de Nederlandse economie door vernieuwing op innovaties, technologieën en manieren van werken en samenwerken. Vernieuwing is onmisbaar in een wereld die steeds sneller verandert door mondialisering en technologische vernieuwing waaronder digitalisering. Ook is vernieuwing noodzakelijk als reactie op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing en klimaatverandering, en om de brede welvaart te behouden. De opdracht van DG B&I bevat tevens verschillende regelingen als onderdeel van het steunpakket naar aanleiding van het COVID-19 virus. De opdrachtenbundel is onder te verdelen in financiële instrumenten om innovaties te bevorderen, het beschermen van innovaties, het stimuleren van internationale samenwerking bij innovaties, het werven van buitenlandse bedrijven en het faciliteren van de transitie van bedrijven naar een koolstofarme economie.
DG Klimaat en Energie (DG K&E)
In opdracht van het DG Klimaat en Energie (K&E) draagt RVO bij aan het bereiken van klimaatneutraliteit en energieverduurzaming. Duurzame energieproductie, energiebesparing, energie-innovatie en een goed werkende energiemarkt en infrastructuur staan hierbij centraal. In toenemende mate is hierbij sprake van complexe opgaven door verwevenheid van duurzaamheidsdoelen op het gebied van energie, klimaat, mobiliteit, gebouwde omgeving, industrie en regio. Communicatie en intensieve interactie met markt en samenleving is cruciaal, en maakt een groot en groeiend deel van de opdracht uit. Qua financiële instrumenten voert RVO voor het DG K&E onder andere de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE+), de regelingen die voortvloeien uit het missiegedreven innovatiebeleid (TSE, MOOI, DEI) en de Energie-investeringsaftrek (EIA) uit. Sinds 2020 faciliteert RVO de commissie mijnbouwschade, voor compensatie van eventueel geleden schade die niet gekoppeld is aan winning uit het Groningen gasveld.
DG Groningen Bovengronds
De aanvragen tot schadevergoedingen door bodembeweging in het Groningse gasveld worden vanaf 1 juli 2020 afgehandeld door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG). RVO stelt hierbij personeel ter beschikking aan het Bureau IMG en levert ondersteunende diensten welke in het tarief vervat zijn. De uitvoeringskosten voor RVO ten behoeve van de ondersteuning van het bureau IMG worden door het IMG jaarlijks in de begroting opgenomen. Voor het jaar 2022 is dit een raming die is omgeven met de nodige onzekerheden, aangezien er vele variabelen aanwezig zijn zoals het aantal binnenkomende schademeldingen, aankondiging van een forfaitaire regeling, binnenkomende aanvragen voor immateriële schade vergoeding en de waardedalingsregeling.
Chief Economist
RVO voert taken uit in opdracht van de Chief Economist en de directie Mededinging & Consumenten. Dit werkpakket bestaat uit drie componenten. Als eerste het beheer en de doorontwikkeling van TenderNed, het elektronisch systeem voor aanbesteden. Daarnaast geeft RVO advies en voorlichting over met name de aanbestedingswet en door het delen van informatie via de website PIANOo.nl en door het beantwoorden van vragen hierover. Sinds 2021 is PIANOo verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma Beter Aanbesteden.
Overig
In opdracht van het moederdepartement worden inkooptaken uitgevoerd door het Inkoop Uitvoeringscentrum (IUC), dat is ondergebracht bij RVO. Daarnaast is hier het budget opgenomen voor de Expert National Detaché (END).
Stand Slotwet 2020 | 1e suppletoire begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 216.077 | 223.721 | 225.000 | 225.000 | 230.000 | 220.000 | 220.000 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 107.675 | 112.599 | 98.699 | 96.855 | 97.301 | 97.864 | 92.688 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 35.692 | 38.663 | 35.764 | 34.782 | 29.151 | 29.556 | 30.690 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 20.586 | 25.670 | 25.332 | 25.327 | 25.327 | 22.498 | 22.498 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3.486 | 4.000 | 3.408 | 3.510 | 3.615 | 3.723 | 3.835 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 686 | 825 | 933 | 961 | 990 | 1019 | 1050 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 82 | 133 | 112 | 116 | 119 | 113 | 126 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 3.648 | 6.950 | 4.377 | 4.508 | 4644 | 4783 | 4926 |
Overig | 700 | 2.035 | 757 | 733 | 501 | 373 | 383 |
Totaal | 388.631 | 414.596 | 394.382 | 391.792 | 391.648 | 379.929 | 376.196 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV)
Vanuit een opgavegerichte houding voert RVO opdrachten uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in het kader van eerlijke en verantwoorde landbouw en visserij. Economisch perspectief, duurzaamheid en welzijn bij het produceren in verbondenheid door boeren, tuinders en vissers staan centraal. Belangrijk hierbij is het herstel en behoud van Nederlandse natuur. Een belangrijk doel is ook om de internationale koppositie van de agrarische sector te verstevigen met een nadruk op het benutten van kennis en innovatie. Daarmee draagt Nederland bij aan de aanpak van het wereldvoedselvraagstuk. Regelingen die worden uitgevoerd door RVO zijn onder andere het Europees Gemeenschappelijk Landbouw- en Visserijbeleid, de Mestwetgeving en het beleid met betrekking tot Visserij, Natuur en Dierenwelzijn & -gezondheid.
Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ)
RVO voert activiteiten uit op de beleidsterreinen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking. Voor het DG Internationale Samenwerking (DGIS) is de expertise en inzet van RVO met name toegespitst op duurzame handel en investeringen, infrastructuur en ontwikkeling van de private sector, verbeterd waterbeheer, sanitatie en drinkwater, toegang tot duurzame energie en het tegengaan van klimaatverandering in ontwikkelingslanden. RVO voert voor het DG Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) de opdracht Internationaal Ondernemen uit. Uitgangspunt bij deze opdracht is het bieden van een volledig pakket aan diensten (kennis & regelingen) aan ondernemers, hetgeen hen ondersteunt in alle opeenvolgende stappen die zij nemen bij het realiseren van omzet in dan wel met het buitenland.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
RVO werkt voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan opdrachten op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving en wonen (DGBRW en DGKR) en de digitale overheid (DGOO). Voor het DG Bestuur, Ruimte en Wonen (DGBRW) voert RVO opdrachten uit in het kader van de beleidsdoelstellingen energietransitie in de gebouwde omgeving, leefbaarheid en bouwkwaliteit, woningmarkt, openbaar bestuur en democratie, ruimtelijke ordening en de omgevingswet. De opdrachten bevatten onder andere de subsidieregeling Woningbouwimpuls, de SPUK Ventilatie in Scholen, het programma Expertteam Woningbouw en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen. RVO werkt ook aan opdrachten voor het DG Koninkrijksrelaties in Caribisch Nederland en op Aruba, Curaçao en Sint-Maarten op het gebied van duurzame economische ontwikkeling (financiering, toerisme, landbouw, ondernemerschap stimulering).
Voor het DG Overheidsorganisatie werkt RVO aan opdrachten in het kader van beleidsdoelstellingen op het gebied van informatievoorziening naar ondernemers, maatschappelijk verantwoord inkopen en voorzieningen voor de Digitale Overheid voor Ondernemers. De opdrachten richten zich met name op het beheer van systemen, zoals onder andere TenderNed, en de centrale berichtenbox voor bedrijven en websites zoals het Digitaal OndernemersPlein (DOP) en diverse regelhulpen.
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
De opdrachten die RVO voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) uitvoert zijn samen te vatten in drie maatschappelijke opgaven: (i) transitie naar een circulaire economie, (ii) slimme en groene mobiliteit en (iii) klimaatadaptatie. Voor de transitie naar circulaire economie voert RVO onder andere de regeling circulaire ketenprojecten uit, voor mobiliteit onder andere de subsidieregeling elektrische bedrijfsauto’s en de LNG-subsidie, en voor klimaatadaptatie onder andere de Verbinding Topsector Water en Maritiem en Water as Leverage. Sommige instrumenten die RVO voor IenW uitvoert zijn generieker en dragen bij aan alle bovengenoemde transities, zoals bijvoorbeeld de MIA\Vamil, GroenBeleggen, Interreg en Horizon Europe. Met het oog op de doelstellingen van de Aanpak Stikstof, het Klimaatakkoord en het Schone Lucht Akkoord wordt ook een regeling voorbereid en in uitvoering genomen ter stimulering van schone mobiele bouwwerktuigen en bouwvoertuigen. Dit ter terugdringing en voorkomen van schadelijke emissies van mobiele werktuigen en bouwvoertuigen.
Stand Slotwet 2020 | 1e suppletoire begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Europese Unie | 3.052 | 4.383 | 3.703 | 3.836 | 3.836 | 3.836 | 3.836 |
Provincies | 27.423 | 25.975 | 24.288 | 21.355 | 18.974 | 15.839 | 13.161 |
Overig | 2.587 | 3.334 | 5.301 | 5.355 | 5.398 | 5.443 | 5.489 |
Totaal omzet derden | 33.062 | 33.692 | 33.292 | 30.546 | 28.208 | 25.118 | 22.486 |
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor de Europese Unie, de provincies en een aantal kleinere opdrachtgevers waaronder gemeenten. De opdracht voor de provincies bevat onder andere de omzet voor het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer en tevens de omzet voor de uitvoering van het Plattelands-ontwikkelingsprogramma 3 (POP3) van het Ministerie van LNV.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Door een afname in het opdrachtenpakket in 2022 ten opzichte van de begroting 2021 (tot en met de 1e suppletoire) dalen de personele kosten met € 21,2 mln. De personele kosten in de 1e suppletoire begroting van 2021 zijn reeds aangepast aan de definitieve opdrachtverlening 2021 dan wel meerwerkopdrachten. De inzet van RVO is om de daling van de personeelskosten in de jaren na 2022 zoveel mogelijk via een afname van externe inhuur te realiseren.
Materiële kosten
De totale materiële kosten voor 2022 zijn geraamd op € 369,9 mln. Dit is een daling van € 110,1 mln ten opzichte van de begroting 2021 (tot en met de 1e suppletoire). Dit wordt verklaard door een afname in het totale opdrachtenpakket. De materiële kosten zijn onder te verdelen in directe en indirecte materiële kosten. De daling vindt met name plaats binnen de directe materiële kosten welke direct verband houden met de uitvoering van opdrachten. Een ander onderdeel van de materiële kosten vormen de bijdragen aan Shared Service Organisaties (SSO’s), welke in 2022 totaal € 169,8 mln bedragen. Deze bestaan uit kosten voor producten en diensten van DICTU en het Rijksvastgoedbedrijf voor de huisvestingskosten. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu begroot onder apparaat ICT.
Kasstroomoverzicht
Stand slotwet 2020 | 1e suppletoire begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 109.085 | 88.193 | 111.896 | 99.336 | 85.796 | 72.276 | 57.676 |
+/+ totaal ontvangsten operationele kasstroom | 849.532 | 1.120.835 | 841.437 | 825.681 | 721.555 | 602.746 | 596.381 | |
-/- totaal uitgaven operationele kasstroom | ‒ 798.344 | ‒ 1.101.077 | ‒ 831.337 | ‒ 816.581 | ‒ 712.455 | ‒ 593.646 | ‒ 587.281 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 51.188 | 19.758 | 10.100 | 9.100 | 9.100 | 9.100 | 9.100 |
-/- totaal investeringen | ‒ 23.291 | ‒ 44.100 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 1.069 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 22.222 | ‒ 44.100 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 | ‒ 25.900 |
-/- eenmalige uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | 559 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
-/- aflossingen op leningen | ‒ 8.766 | ‒ 16.110 | ‒ 22.660 | ‒ 22.640 | ‒ 22.620 | ‒ 23.700 | ‒ 25.900 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 14.900 | 44.100 | 25.900 | 25.900 | 25.900 | 25.900 | 25.900 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 6.693 | 27.990 | 3.240 | 3.260 | 3.280 | 2.200 | 0 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 144.744 | 91.841 | 99.336 | 85.796 | 72.276 | 57.676 | 40.875 |
De investeringen worden voor 2022 tot en met 2026 op € 25,9 mln geraamd. De investeringen worden gefinancierd via de leenfaciliteit van Ministerie van Financiën. Vanwege een hoger investeringsbedrag ten opzichte van voorgaande jaren, neemt daardoor het aflossingsbedrag de komende jaren toe.
Stand slotwet 2020 | Vastgestelde begroting 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||||
Verhouding direct/indirect personeel | 83% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% | 84% |
Outputindicatoren | |||||||
Tariefindex in reële termen | 103% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 4084 | 3569 | 4200 | 4200 | 4200 | 4200 | 4200 |
Saldo van baten en lasten (%) | 3% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||||
Klanttevredenheid | 7,5 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 41% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% | 25% |
RVO maakt haar overhead inzichtelijk met de indicator die het percentage geeft van de directe personele kosten als onderdeel van de totale personele kosten. Hoe hoger dit percentage van directe personele kosten, hoe lager de overhead. RVO streeft voor het totaal van de organisatie naar een percentage van 84% (overhead: 16%). Daarnaast verwacht RVO de fluctuaties in het opdrachtenpakket op te vangen met externe inhuur. Hierdoor zal onder verder gelijkblijvende omstandigheden de ambtelijke bezetting in grote lijnen stabiel blijven vanaf 2022. De klanttevredenheid meet RVO per kwartaal.