Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2020 | Geraamd te verlenen 2021 | Geraamd te vervallen 2021 | Uitstaande garanties 2021 | Geraamd te verlenen 2022 | Geraamd te vervallen 2022 | Uitstaande garanties 2022 | Garantieplafond | Totaal plafond |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 21 Land- en tuinbouw | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) | 329.401 | 78.200 | 33.000 | 374.601 | 78.200 | 38.000 | 414.801 | 78.200 | |
Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK) | 1.519 | 18.000 | 150 | 19.369 | 18.000 | 2.000 | 35.369 | 18.000 | ||
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)* | 54.488 | 125.512 | 0 | 180.000 | 0 | 14.000 | 166.000 | 180.000 | ||
Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschakeling Duurzame Landbouw (BL-O) | 0 | 3.000 | 0 | 3.000 | 3.000 | 0 | 6.000 | 6.000 | ||
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken | Garantie voor natuurgebieden en landschappen | 305.311 | 20.399 | 284.912 | 20.071 | 264.841 | 305.311 | |||
Klimaatfonds Groenfonds garantie | 20.800 | 20.800 | 20.800 | 41.600 | 56.000 | |||||
Totaal | 690.718 | 245.512 | 53.549 | 882.682 | 120.000 | 74.071 | 928.611 | 96.200 | 547.311 |
Art. | Omschrijving | Uitg. 2020 | Ontv. 2020 | Stand risico-voorz. 2020 | Saldo 2020 | Uitg. 2021 | Ontv. 2021 | Stand risico-voorz. 2021 | Saldo 2021 | Uitg. 2022 | Ontv. 2022 | Stand risico-voorz. 2022 | Saldo 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. 21 | Borgstelling MKB- Landbouwkredieten (BL, BL plus en landbouwinnovatie) | 686 | 1.427 | 25.687 | 741 | 2.500 | 1.375 | 24.562 | ‒ 1.125 | 2.500 | 1.375 | 23.437 | ‒ 1.125 |
Vermogens Versterkend Krediet (BL-VVK) | 0 | 17 | 71.017 | 17 | 0 | 100 | 71.117 | 100 | 0 | 100 | 71.217 | 100 | |
Borgstelling MKB- Landbouwkredieten Corona (BL-C)* | 0 | 1.334 | 28.334 | 1.334 | 0 | 275 | 28.609 | 275 | 1.500 | 0 | 27.109 | ‒ 1.500 | |
Borgstelling MKB-landbouwkredieten, onderdeel Werkkapitaal Omschakeling Duurzame Landbouw (BL-O) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 70 | 1.470 | 70 | 0 | 70 | 1.540 | 70 | |
Art. 22 | Garantie voor natuurgebieden en landschappen | ||||||||||||
Klimaatfonds Groenfonds garantie | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 324 | 0 | 0 | 0 | 324 | 0 | |
Totaal | 686 | 2.778 | 125.038 | 2.093 | 2.500 | 1.820 | 126.082 | ‒ 680 | 4.000 | 1.545 | 123.627 | ‒ 2.455 |
Artikel 21 Land- en tuinbouw
Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL)
Met deze garantieregeling kunnen banken een borgstelling aan land- en tuinbouwondernemers verstrekken indien deze bedrijven voor leningen onvoldoende zekerheden bieden aan de bank. Het knelpunt dat met deze borgstelling wordt bestreden, is het verschijnsel dat in de kern gezonde bedrijven – met voldoende zicht op rentabiliteit en continuïteit – niet of onvoldoende in hun kredietbehoefte kunnen voorzien door een tekort aan zekerheden (onderpand). De borgstelling voor een onderneming kan bijvoorbeeld 70% van € 1,2 mln. bedragen (standaard BL, ad 1 hieronder). De borgstellingslening is maximaal 2/3 van de benodigde investering, waardoor de borgstelling maximaal 46,6% (70% x 66,67% = 46,6%) van de benodigde financiering bedraagt. De borgstelling wordt alleen verleend voor «fresh money»: nieuwe leningen ten behoeve van de (door-)ontwikkeling of overname van een bedrijf.
De BL bestaat uit vijf modules:
1. Borgstellingskrediet voor de landbouw (BL): de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.
2. Borgstellingskrediet voor de landbouw Plus (BL Plus): deze borgstelling is bedoeld voor glastuinders of veehouders die duurzaam en milieuvriendelijk willen investeren in gecertificeerde kassen en stallen. De overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.
3. Landbouwinnovatie: de overheid staat borg voor 70% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming ten behoeve van investeringen in een duurzaam nieuw concept, product of productieproces. Het aandeel van het borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn 2/3.
4. Vermogensversterkend Krediet (VVK): de overheid staat borg voor 90% van een borgstellingskrediet van maximaal € 2,5 mln. per onderneming voor investeringen in duurzame bedrijfsvoering binnen 3 jaar na de start of overname van een land- of tuinbouwbedrijf. Het aandeel van de borgstellingskrediet in het totale krediet mag niet meer zijn dan 2/3.
5. Borgstelling MKB-landbouwkredieten, werkkapitaal Omschakeling Duurzame Landbouw (BL-O). De BL-O is de vijfde module binnen de BL, hierin gebracht in het kader van het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw (Kamerstuk 35334, nr. 126). De module heeft als doel financiering mogelijk te maken van de voorzienbare dip in de kasstroom van een omschakelend bedrijf, die het gevolg is van tijdelijke extra kosten en/of tijdelijk mindere opbrengsten tijdens de omschakeling naar een integraal duurzame bedrijfsvoering. Deze module is gestart in 2021 en loopt, net als de pilot Investeringsfonds Duurzame Landbouw, vooralsnog voor de periode van een jaar. De maximale borgstellingsomvang per ondernemer kan € 1,2 mln., of € 2,5 mln. ingeval van BL-Plus, bedragen. De overheid staat hierbij borg voor 90% over 2/3 van het totale werkkapitaalkrediet. Bij aanvang van de BL-O is € 1,4 mln. in de borgstellingsfaciliteit gestort ter dekking van mogelijke verliesdeclaraties.
De BL, BL Plus, VVK en BL-O mogen gecombineerd worden.
De provisie voor deze BL modules bedraagt eenmalig 3% van het te lenen bedrag of 1% indien het een starter of een overnemer betreft. Alleen bij de BL-O is provisie lager, namelijk 1,5% respectievelijk 0,5% indien het om een starter of een overnemer betreft.
Jaarlijks worden de premieontvangsten/provisie-inkomsten en een bijdrage van LNV in de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit gestort. Het gereserveerde geld uit deze begrotingsreserve wordt gebruikt om mogelijke verliesdeclaraties (als gevolg van faillissement) te betalen.
Voor alle bovenstaande varianten van de BL tezamen, inclusief de LNV-garantstelling voor het Klimaatfonds, is het jaarlijkse garantieplafond € 120 mln. Dit plafond is het maximale bedrag waarvoor LNV jaarlijks nieuwe garanties voor deze onderdelen mag aangaan. De BL-C is hiervan uitgezonderd.
Tijdelijke Borgstelling MKB-Landbouwkredieten corona (BL-C)
Vanaf maart 2020 is de regeling tijdelijk verruimd om liquiditeitsproblemen als gevolg van de coronacrisis op te kunnen vangen (BL-C). De overheid staat borg voor 70% van een werkkapitaalkrediet van maximaal € 1,2 mln. per onderneming. Indien een bedrijf de maximale ruimte van de reguliere BL borgstelling al heeft benut, kan de borgstelling met € 300.000 worden verruimd zodat aan elk bedrijf in ieder geval werkkapitaal beschikbaar kan worden gesteld. Dit werkkapitaalkrediet heeft een looptijd van maximaal twee jaar, maar kan indien gewenst op maximaal vier jaar worden gesteld. Tevens is de eenmalige provisie die betaald moet worden voor dit werkkapitaalkrediet verlaagd van respectievelijk 3% naar 1,5% en van 1% naar 0,5% voor starters en overnemers. Voor de tijdelijke borgstelling met een looptijd langer dan twee jaar moet wel een hogere provisie van 2,25%, respectievelijk 0,75% door starters en overnemers, worden betaald.
De BL-C heeft geen jaarlijks plafond maar een totaalplafond (over de jaren heen) van € 180 mln. Om eventueel daaruit voortvloeiende verliesdeclaraties te dekken, is bij aanvang € 15 mln. aan de LNV begroting toegevoegd. Deze verruiming van de regeling met de BL-C geldt tot 31 december 2021 en is toegankelijk voor bedrijven in de land- en tuinbouw en voor visserij en aquacultuurbedrijven.
Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
Klimaatfonds Groenfonds Garantie
Met de Garantstelling van 80% van € 70 mln. aan het Nationaal Groenfonds trekt het Groenfonds extra geld aan voor de financiering van projecten die een bijdrage leveren aan de klimaatdoelstellingen van de sector Landbouw en Landgebruik. Nederland staat voor een grote maatschappelijke opgave op het terrein van klimaat. De uitstoot van broeikasgassen moet fors omlaag. Voor de sector Landbouw en Landgebruik ligt er een taakstelling van ten minste 3,5 Mton en een ambitie van 6 Mton broeikasgasemissiereductie in 2030. Voor het bereiken van de beoogde resultaten zijn innovatieve projecten wezenlijk; zij zorgen voor ‘vernieuwing van onderaf´ en zijn de successen van morgen. De financiering van deze projecten komt door marktfalen (te) beperkt van de grond. De projecten krijgen bij het reguliere bankwezen geen of zeer moeilijk financiering omdat ze voor banken (nog) te klein, te bewerkelijk/specialistisch en te nieuw (en daarmee te risicovol) zijn, en voor banken een te laag financieel rendement hebben. In dit markthiaat opereert de stichting Nationaal Groenfonds met haar klimaatfonds. Ze pakt economisch levensvatbare projecten op die banken laten liggen en verstrekt aan deze projecten onder marktconforme voorwaarden risicodragende financieringen (achtergestelde leningen). Door deze risicodragende financieringen daalt het risicoprofiel van de projecten naar een voor banken veelal acceptabel niveau waardoor deze bereid zijn te cofinancieren.
Garantie voor natuurgebieden en landschappen
Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden (nieuwe natuur in de Ecologische Hoofdstructuur). Deze gronden zijn opgegaan in het Natuur Netwerk Nederland.
Artikel 23 Kennis en innovatie
Leningen
Artikel | Omschrijving | Uitstaande Lening | Looptijd Lening | Rente | Wijze van aflossing |
---|---|---|---|---|---|
Artikel 23 Kennis en Innovatie | Wageningen Research | 22.353 | tot en met 2027 | 4,50% | Jaarlijks |
Wageningen Research | 4.825 | tot en met 2022 | 4,50% | Jaarlijks | |
Wageningen Research | 9.328 | tot en met 2029 | 5,20% | Jaarlijks | |
Wageningen Research | 2.016 | tot en met 2030 | 5,00% | Jaarlijks |
Het Ministerie van LNV heeft in het verleden leningen verstrekt aan Wageningen Research. Het betreft vier leningen met een looptijd van 30 jaar die zijn verstrekt in de periode van 1999 tot en met 2001. De leningen zijn verstrekt ten behoeve van gebouwen en terreinen die bij de verzelfstandiging van Wageningen Research (destijds Dienst Landbouwkundig Onderzoek, DLO) zijn overgedragen.