Base description which applies to whole site

2.2 De belasting- en premieontvangsten in 2013

In tabel 2.2.1 wordt de nieuwe raming voor 2013 vergeleken met de raming ten tijde van de Voorjaarsnota en wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste bijstellingen. Ten opzichte van de Voorjaarsnota 2013 is de raming voor de totale belasting- en premieontvangsten op EMU-basis met 3,3 miljard euro neerwaarts bijgesteld.

Tabel 2.2.1 Raming belasting- en premieontvangsten 2013 op EMU-basis (in miljoenen euro's)
   

Voorjaarsnota 2013

Vermoedelijke uitkomsten 2013

Verschil

Indirecte belastingen (kasbasis)

70.639

69.899

– 740

Invoerrechten

2.304

2.236

– 68

Omzetbelasting

43.594

43.148

– 445

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.266

1.186

– 80

Accijnzen

11.370

11.174

– 196

Belastingen van rechtsverkeer

3.182

3.172

– 10

Motorrijtuigenbelasting

3.541

3.517

– 24

Belastingen op een milieugrondslag

4.509

4.594

85

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

154

153

– 1

Belasting op zware motorrijtuigen

134

133

– 1

Verhuurderheffing

50

50

0

Bankbelasting

536

536

0

         

Directe belastingen en premies volksverzekeringen (kasbasis)

103.428

102.744

– 684

Loonheffing

92.534

92.319

– 214

Inkomensheffing

– 6.266

– 6.220

46

Dividendbelasting

2.411

2.390

– 21

Kansspelbelasting

449

446

– 3

Vennootschapsbelasting

12.809

12.275

– 534

Successierechten

1.492

1.533

42

         

Overige belastingontvangsten

132

163

32

         

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen (kasbasis)

174.198

172.807

– 1.392

         

Aansluiting op EMU-basis

904

627

– 277

         

Totaal belastingen en premies volksverzekeringen (EMU-basis)

175.102

173.433

– 1.669

         

Premies werknemersverzekeringen

53.988

52.325

–  1.663

 

wv zorgpremies

37.601

37.471

– 130

         

Totaal belasting- en premieontvangsten (EMU-basis)

229.090

225.758

– 3.332

De verwachting over de waardeontwikkeling van het bbp in 2013 is sinds de Voorjaarsnota 2013 (die gebaseerd was op het CEP-beeld van het CPB) bijgesteld met – 0,8%. Onderliggend zijn de verwachtingen over vrijwel alle voor de belasting- en premieontvangsten relevante economische indicatoren neerwaarts aangepast. Zo zijn onder andere de ontwikkeling van de winsten, werkgelegenheid, consumptie en investeringen in woningen naar beneden bijgesteld. Het per saldo negatievere beeld van de relevante economische indicatoren leidt samen met de realisaties van de belastingontvangsten tot en met juli 2013 tot negatieve mutaties voor de jaaropbrengst bij vrijwel alle belastingsoorten.

De indirecte belastingen zijn in totaal ten opzichte van de Voorjaarsnota 2013 met 0,7 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Belangrijke neerwaartse bijstellingen gelden voor de omzetbelasting (btw), de accijnzen en de belasting op personenauto’s en motorrijwielen (bpm).

De bijstelling van de raming van de btw-ontvangsten met – 0,4 miljard euro komt voort uit een lagere ontwikkeling van de particuliere consumptie, investeringen in woningen en investeringen door de overheid. De ontvangsten uit met name de tabaks- en brandstofaccijnzen zijn met 0,2 miljard euro naar beneden bijgesteld, vooral op basis van de gerealiseerde ontvangsten in 2013 tot en met juli. Lagere autoverkopen leiden tot het neerwaarts aanpassen van de raming van de bpm met 0,1 miljard euro. Ten slotte is de raming van de belastingen op milieugrondslag (dit betreft grotendeels de energiebelasting) met 0,1 miljard euro opwaarts bijgesteld, met name op basis van de gerealiseerde ontvangsten in 2013 tot en met de maand juli.

De ontvangsten uit de directe belastingen zijn eveneens met 0,7 miljard euro naar beneden bijgesteld ten opzichte van de Voorjaarsnota 2013. Dit betreft voornamelijk de vennootschapsbelasting (vpb) en de loonheffing. Allereerst is de neerwaartse bijstelling van 0,5 miljard euro bij de vpb gebaseerd op bijgestelde verwachtingen omtrent de winstgevendheid van bedrijven. De gerealiseerde ontvangsten in 2013 tot dusverre bevestigen dit beeld. Een negatievere ontwikkeling van de werkgelegenheid leidt tot een neerwaartse aanpassing van de ontvangsten uit de loonheffing van 0,2 miljard euro.

Ten slotte komen de ontvangsten uit de premies werknemersverzekeringen 1,7 miljard euro lager uit. Deze bijstelling is vrijwel geheel beleidsmatig en betreft de compensatie aan bedrijven van 1,3 miljard in 2013 voor de inhaalpremie bij de sectorfondsen in latere jaren en lagere nominale zorgpremies (0,3 miljard euro).

Licence