2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 44.561,1 | 43.620,1 | 44.057,3 | 44.499,0 | 44.376,0 | 44.445,7 | |
totaal niet-belastingontvangsten | 1.404,6 | 1.445,0 | 1.513,0 | 1.563,3 | 1.629,4 | 1.688,3 | |
1 | Primair onderwijs | ||||||
Uitgaven | 12.250,5 | 12.142,8 | 12.060,0 | 11.972,5 | 11.946,9 | 11.937,5 | |
Ontvangsten | 27,0 | 10,5 | 9,3 | 9,2 | 9,2 | 9,2 | |
3 | Voortgezet onderwijs | ||||||
Uitgaven | 9.127,4 | 8.970,2 | 8.917,9 | 8.910,9 | 8.908,1 | 8.872,5 | |
Ontvangsten | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | 7,4 | |
4 | Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie | ||||||
Uitgaven | 4.876,0 | 4.838,3 | 4.551,8 | 4.958,1 | 4.716,5 | 4.706,5 | |
Ontvangsten | 4,0 | 4,0 | 4,0 | 4,0 | 4,0 | 4,0 | |
6 | Hoger beroepsonderwijs | ||||||
Uitgaven | 3.509,6 | 3.685,8 | 3.731,8 | 3.727,0 | 3.750,4 | 3.776,0 | |
Ontvangsten | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | 1,2 | |
7 | Wetenschappelijk onderwijs | ||||||
Uitgaven | 5.366,3 | 5.498,3 | 5.588,9 | 5.645,0 | 5.707,7 | 5.754,8 | |
Ontvangsten | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | |
8 | Internationaal onderwijsbeleid | ||||||
Uitgaven | 12,2 | 11,0 | 10,4 | 10,4 | 10,4 | 10,4 | |
Ontvangsten | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
9 | Arbeidsmarkt en personeelsbeleid | ||||||
Uitgaven | 172,0 | 163,8 | 170,7 | 167,9 | 170,7 | 170,7 | |
Ontvangsten | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | 9,0 | |
11 | Studiefinanciering | ||||||
Uitgaven | 5.323,7 | 4.767,9 | 5.501,4 | 5.575,7 | 5.631,7 | 5.680,0 | |
Ontvangsten | 945,7 | 1.005,7 | 1.063,0 | 1.112,2 | 1.168,8 | 1.227,4 | |
12 | Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten | ||||||
Uitgaven | 74,9 | 72,4 | 71,0 | 69,3 | 68,2 | 67,4 | |
Ontvangsten | 3,3 | 3,2 | 3,1 | 3,0 | 3,0 | 2,9 | |
13 | Lesgelden | ||||||
Uitgaven | 13,8 | 14,0 | 14,1 | 14,2 | 14,6 | 14,6 | |
Ontvangsten | 244,2 | 247,0 | 254,5 | 260,3 | 265,3 | 270,1 | |
14 | Cultuur | ||||||
Uitgaven | 1.265,1 | 997,2 | 968,8 | 978,3 | 975,8 | 971,3 | |
Ontvangsten | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | |
15 | Media | ||||||
Uitgaven | 1.093,7 | 1.033,2 | 1.054,9 | 1.055,0 | 1.063,8 | 1.072,6 | |
Ontvangsten | 160,2 | 155,7 | 160,2 | 155,7 | 160,2 | 155,7 | |
16 | Onderzoek en wetenschappen | ||||||
Uitgaven | 1.173,5 | 1.134,3 | 1.128,9 | 1.126,5 | 1.125,9 | 1.125,7 | |
Ontvangsten | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | |
25 | Emancipatie | ||||||
Uitgaven | 14,0 | 14,1 | 14,6 | 15,9 | 16,0 | 16,7 | |
91 | Nominaal en Onvoorzien | ||||||
Uitgaven | |||||||
95 | Apparaatskosten | ||||||
Uitgaven | 288,4 | 276,8 | 272,0 | 272,3 | 269,3 | 269,1 | |
Ontvangsten | 2,0 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 |
Artikel 1 Primair onderwijs
De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het po wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven.
Artikel 3 Voortgezet onderwijs
De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het vo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. Hierdoor dalen de uitgaven.
Artikel 4 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. In het mbo wordt een daling van het aantal leerlingen geraamd. De incidentele hogere uitgaven in 2023 zijn het gevolg van een kasschuif op het budget voor de kwaliteitsafspraken.
Artikel 6 Hoger beroepsonderwijs en Artikel 7 Wetenschappelijk onderwijs
De begrotingen van de onderwijsartikelen volgen de leerlingen- of studentenraming. Uit de raming blijkt dat het aantal ho-studenten de komende jaren stijgt. De uitgaven op beide artikelen stijgen. Dit heeft, naast de raming van stijgende aantallen ho-studenten, te maken met het feit dat er door de invoering van het studievoorschot extra middelen worden geïnvesteerd in het hoger onderwijs. Deze middelen lopen voor zowel het hbo als het wo op in de huidige meerjarenperiode.
Artikel 8 Internationaal onderwijsbeleid
De uitgaven bedragen over de jaren heen circa 11 miljoen euro.
Artikel 9 Arbeidsmarkt en personeelsbeleid
De uitgaven bedragen over de jaren heen circa 170 miljoen euro.
Artikel 11 Studiefinanciering
De stijging van de uitgaven en ontvangsten komt voornamelijk doordat studenten meer lenen. De invoering van het studievoorschot heeft deze trend versterkt. Daarnaast neemt het aantal studenten in het hoger onderwijs toe, waardoor ook het aantal leningen en daarmee het totaal geleende bedrag toeneemt. De lagere uitgaven in 2021 zijn het gevolg van kasschuiven op het OV-contract met vervoersbedrijven voor het optimaliseren van het kasritme van de rijksoverheid.
Artikel 12 Tegemoetkoming studiekosten
De daling van de uitgaven komt voornamelijk doordat in het vo een daling van het aantal leerlingen wordt geraamd. De uitgaven van dit artikel zijn hier voornamelijk van afhankelijk.
Artikel 13 Lesgelden
De ontvangsten onder dit artikel volgen voornamelijk de aantallen lesgeldplichtige studenten in het mbo en zijn redelijk constant.
Artikel 14 Cultuur
De uitgaven aan cultuur zijn in 2020 hoger door de aanvullende ondersteuning van de culturele sector met 300 miljoen euro als gevolg van COVID-19.
Artikel 15 Media
De uitgaven blijven over de jaren gezien vrij constant op ruim één miljard euro.
Artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
De uitgaven blijven over de jaren gezien vrij constant op ruim 1,1 miljard euro.
Artikel 25 Emancipatie
De uitgaven blijven over de jaren heen vrij constant op ca. 15 miljoen euro.
Artikel 91 Nominaal en onvoorzien
Dit artikel bevat geen uitgaven.
Artikel 95 Apparaatsuitgaven
De apparaatsuitgaven dalen de komende jaren met circa 20 miljoen euro onder andere omdat de apparaatskosten voor het budget voor levenlangontwikelen worden overgeboekt naar SZW.