2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
totaal uitgaven | 1.000,0 | 2.000,0 | 3.000,0 | 4.000,0 | 4.000,0 | ||
totaal niet-belastingontvangsten | |||||||
1 Kennisontwikkeling | |||||||
Uitgaven | 331,8 | 664,8 | 998,1 | 1.331,4 | 1.331,4 | ||
2 Research & development (R&D) en innovatie | |||||||
Uitgaven | 331,8 | 664,8 | 998,1 | 1.331,4 | 1.331,4 | ||
3 Infrastructuur | |||||||
Uitgaven | 331,8 | 664,8 | 998,1 | 1.331,4 | 1.331,4 | ||
11 Apparaat Nationaal Groeifonds | |||||||
Uitgaven | 4,5 | 5,7 | 5,7 | 5,7 | 5,7 |
Artikelen 1 t/m 3
In de Miljoenennota is het Nationaal Groeifonds aangekondigd om het verdienvermogen van Nederland duurzaam te vergroten. Hiervoor wordt in de begroting uitgegaan van 20 miljard euro verplichtingenruimte verspreid over vijf jaar en voorlopig 1 miljard euro aan kasuitgaven oplopend naar 4 miljard euro in 2024. De beschikbare middelen voor 2021 en verder voor het Nationaal Groeifonds zijn in gelijke delen verdeeld over de drie beleidsartikelen van het fonds: 1) Kennisontwikkeling; 2) Research & Development (R&D) en innovatie; 3) Infrastructuur. Afhankelijk van de uiteindelijke projectselectie kunnen de kasbedragen en de verdeling van de middelen over de beleidsartikelen anders uitvallen.
Artikel 11
Dit betreft de uitgaven ten behoeve van de ondersteuning van de commissie in de beoordeling en selectie van projecten en de uitgaven ten behoeve van de ondersteunende processen in het kader van het fondsbeheer van het Nationaal Groeifonds. De nadere onderverdeling van deze uitgaven naar personele en materiële uitgaven zal in de eerste suppletoire begroting 2021 worden verwerkt op basis van de dan bestaande inzichten.