De raming van de totale belasting- en premieontvangsten voor 2021 is met 2,3 miljard euro opwaarts bijgesteld ten opzichte van de raming voor 2021 in de Miljoenennota 2022 (tabel 3.1).
(in miljarden euro) | Stand MN2022 | Stand NJN2021 | Verschil |
---|---|---|---|
Belastingen en premies volksverzekeringen | 242,2 | 244,5 | 2,3 |
waarvan belastingen | 202,5 | 205,0 | 2,6 |
waarvan premies volksverzekeringen | 39,7 | 39,5 | ‒ 0,2 |
Premies Werknemersverzekeringen | 71,6 | 71,6 | 0,0 |
Totale belasting- en premieontvangsten | 313,8 | 316,1 | 2,3 |
De Najaarsnotaraming van de belasting- en premieontvangsten is gebaseerd op de gerealiseerde kasontvangsten tot en met de maand oktober. Bij het opstellen van de raming was geen geactualiseerd economisch beeld van het CPB beschikbaar ten opzichte van de MEV2022.
Tabel 3.2 toont de geraamde belasting- en premieontvangsten op EMU-basis per belastingsoort. Op EMU-basis valt de belasting- of premieontvangst toe aan het jaar waarin de onderliggende economische transactie zich heeft voorgedaan. Dat betekent dat de cijfers in deze tabel zijn gecorrigeerd voor de effecten van uitstel van betaling vanwege de coronacrisis. De belastingontvangsten op kasbasis staan vermeld in bijlage 2. In de tabel in deze bijlage is ook het effect van de verlenging van het belastinguitstel op de ontvangsten in de laatste maanden van 2021 meegenomen.
(in miljoenen euro) | MN2022 | NJN2021 | Verschil |
---|---|---|---|
Indirecte belastingen | 98.676 | 98.905 | 229 |
Omzetbelasting | 62.913 | 63.413 | 500 |
Accijnzen | 11.776 | 11.679 | ‒ 97 |
MRB | 4.245 | 4.291 | 46 |
Belastingen op milieugrondslag | 4.647 | 4.573 | ‒ 74 |
Invoerrechten | 3.561 | 3.607 | 46 |
Overdrachtsbelasting | 3.603 | 3.603 | 0 |
Assurantiebelasting | 3.228 | 3.228 | 0 |
Verhuurderheffing | 1.880 | 1.840 | ‒ 40 |
BPM | 1.665 | 1.522 | ‒ 143 |
Bankbelasting | 672 | 699 | 27 |
Belasting op zware motorrijtuigen | 211 | 202 | ‒ 9 |
Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a. | 277 | 249 | ‒ 28 |
Directe belastingen en premies volksverzekeringen | 143.214 | 145.301 | 2.087 |
Loon- en inkomensheffing | 108.895 | 109.700 | 806 |
Vennootschapsbelasting | 27.451 | 28.438 | 988 |
Dividendbelasting | 4.170 | 4.570 | 400 |
Schenk- en erfbelasting | 2.448 | 2.348 | ‒ 100 |
Kansspelbelasting | 250 | 244 | ‒ 6 |
Overige belastingontvangsten | 303 | 303 | 0 |
Totaal belastingen en premies volksverzekeringen | 242.192 | 244.508 | 2.316 |
Premies werknemersverzekeringen | 71.566 | 71.566 | 0 |
waarvan zorgpremies | 46.269 | 46.269 | 0 |
Totaal belastingen en premies | 313.758 | 316.074 | 2.316 |
De geraamde ontvangsten van de indirecte belastingen zijn opwaarts bijgesteld (+0,2 miljard euro). Dit betreft een optelsom van bijstellingen van verschillende belastingsoorten op basis van de gerealiseerde ontvangsten tot en met oktober. De belangrijkste opwaartse bijstelling (+0,5 miljard euro) betreft de omzetbelasting (btw). In de Miljoenennota 2022 en de daaraan voorafgaande ramingen was reeds rekening gehouden met een flinke groei van de opbrengst van de btw in 2021 ten opzichte van 2020. De kasontvangsten tot en met oktober geven aanleiding deze groei nog wat hoger in te schatten. De raming voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) is met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld, wat relatief veel is ten opzichte van de totale opbrengst. De opbrengst van de bpm is gedurende de coronacrisis stevig gedaald. Onder meer door het chiptekort in de auto-industrie is het herstel gedurende 2021 beperkt. De jaaropbrengst van de verhuurderheffing en de bankbelasting is inmiddels zo goed als gerealiseerd omdat voor deze belastingsoorten in één keer aangifte wordt gedaan over het hele belastingjaar. De opbrengst van deze belastingen sluit relatief nauw aan bij de raming uit de Miljoenennota 2022.
Bij de directe belastingen en premies volksverzekeringen is sprake van een opwaartse bijstelling (+2,1 miljard euro). Dit wordt voornamelijk verklaard door de vennootschapsbelasting (vpb), waar sprake is van een opwaartse bijstelling van circa 1,0 miljard euro. Dit hangt vooral samen met een incidentele hoge ontvangst over het huidige belastingjaar, binnengekomen na de Miljoenennota 2022. Bij de loon- en inkomensheffing, de meest omvangrijke belastingsoort, is daarnaast sprake van een opwaartse bijstelling van 0,8 miljard euro. Onderliggend betreft dit vooral een opwaartse bijstelling bij de inkomensheffing (+0,5 miljard euro) op basis van gunstige gerealiseerde kasontvangsten. De raming van de dividendbelasting is met 0,4 miljard euro opwaarts bijgesteld. De raming van de dividendbelasting is meer dan normaal onzeker, omdat veel bedrijven hun dividendbeleid gedurende de coronacrisis hebben aangepast, bijvoorbeeld vanwege onzekerheid over economische vooruitzichten of vanwege de voorwaarden die worden gesteld aan het ontvangen van NOW-steun (een verbod op het uitkeren van dividend). Op basis van de relatief gunstige ontvangsten in de afgelopen maanden lijkt het effect hiervan in 2021 beperkter dan vooraf ingeschat. Mogelijk dat bij enkele bedrijven ook sprake is van een inhaaleffect.
Tot slot is de geraamde opbrengst van de schenk- en erfbelasting met 0,1 miljard euro neerwaarts bijgesteld. Deze bijstelling is in overleg met de Belastingdienst tot stand gekomen op basis van uitvoeringsinformatie: het opleggen van aanslagen erfbelasting over belastingjaar 2021 is later gestart dan gebruikelijk. Bij de Miljoenennota 2022 werd er nog vanuit gegaan dat de bij de systeemontwikkeling opgelopen vertraging ingehaald zou worden en er geen kaseffect zou zijn in 2021. Ondanks de latere start zal een belangrijk deel van de aanslagen erfbelasting 2021 nog dit jaar opgelegd worden, zodat er waarschijnlijk slechts een relatief beperkt kaseffect over de jaargrens heen is (kasschuif).