Op Europees niveau wordt een aantal programma’s uitgevoerd die steun verlenen aan onderzoek en innovatie. Dit betreft met name Horizon 2020, het Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie voor de periode 2014–2020. Een beperkt deel van het budget van dit Kaderprogramma wordt gealloceerd bij publiekpublieke en publiekprivate programma’s. Uitvoering van dat deel van het budget geschiedt niet door de Europese Commissie (zoals regulier het geval is bij het Kaderprogramma) maar door de daarvoor opgerichte samenwerkingsvormen.
Horizon 2020
Horizon 2020 (looptijd 2014–2020) is het huidige programma voor onderzoek en innovatie en heeft als doel de wetenschappelijke en technologische basis van Europa te versterken, evenals de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven. Een belangrijk onderdeel daarvan is benutting van kennis voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) stimuleert in opdracht van EZ en andere departementen de Nederlandse deelname aan Horizon 2020 door middel van training, advies en informatie.
Voor EZ gaat de aandacht uit naar het verbinden van Horizon 2020 met het nationale innovatiebeleid – in het bijzonder de pijlers industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen met de topsectoren –, het op peil houden van de deelname van Nederlandse partijen en het verbeteren van de bedrijfsdeelname (specifiek het MKB). Daarnaast wordt ook nadrukkelijk aansluiting gezocht met de regionale initiatieven gesteund vanuit de structuurfondsen.
In 2016 kon de balans opgemaakt worden over hoe Nederland participeerde tijdens de eerste 2,5 jaar van Horizon 2020. Sinds de start van Horizon 2020 is er € 1,446 mld aan Nederlandse stakeholders toegekend (peildatum 30 september 2016). Hiervan is 25,9% toegekend aan Nederlandse bedrijven, waarvan 56,6% direct ten gunste komt van het MKB. Nederland kent een retourpercentage van 7,6% (toegekende financiering ten opzichte van het totale budget) en komt daarmee boven de EZ-streefwaarde van 7% uit.
Gezamenlijke technologie initiatieven (JTI’s) en publiek-publieke samenwerkingsprogramma’s
Naast bijdrages aan projecten draagt de Europese Commissie vanuit het Kaderprogramma ook bij aan publiekpublieke en publiekprivate programma's.
Publiekpublieke programma's zijn gebaseerd op artikel 185 van het EU-Werkingsverdrag en worden ook nationaal gecofinancierd. Het Ministerie van EZ cofinanciert één daarvan direct, het artikel 185 initiatief Eurostars, dat gericht is op het MKB. Aan Eurostars nemen 36 landen deel. De regeling Eurostars is met name gericht op het high-tech MKB en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen willen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en ontwikkeling. Dankzij deelname aan Eurostars-projecten krijgen Nederlandse bedrijven en organisaties toegang tot de kennis en R&D-resultaten van buitenlandse bedrijven en organisaties. Naast Eurostars cofinanciert EZ (indirect via het standaardeninstituut VSL) het artikel 185 initiatief European Metrology Research Programme.
De publiekprivate programma's, zogenaamde Joint Technology Initiatives, worden in de regel niet nationaal gecofinancierd, met uitzondering van het JTI ECSEL, gericht op embedded computing systems en nano electronica. Dit JTI wordt door het Ministerie van EZ gecofinancierd. Nederlandse organisaties kunnen het hierdoor onverminderd goed blijven doen in ECSEL. 42 Nederlandse partijen nemen deel in 9 van de in totaal 14 ECSEL-projecten, die € 725 mln aan R&D investeringen beslaan. De publieke bijdrage aan de Nederlandse deelname betreft ruim € 46 mln, waarvan € 22,3 mln vanuit het Nederlandse topsectorenbeleid (€ 19,8 mln) en de TKI-toeslag (€ 2,5 mln) en € 24,4 mln aan EU-cofinanciering. Na Duitsland en Frankrijk is Nederland de grootste participant in ECSEL. In samenhang met deze communautaire samenwerkingsvorm bestaat er gouvernementele samenwerking in Eureka-clusters om de mondiale concurrentiekracht van ICT industrie te versterken.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
JTI/Eureka | 27.095 | 33.771 | 39.799 | 39.799 | 39.799 | 39.799 |
Eurostars | 12.044 | 14.689 | 17.808 | 17.958 | 17.958 | 17.958 |
Totaal | 39.139 | 48.460 | 57.607 | 57.757 | 57.757 | 57.757 |
De middelen voor JTI/Eureka bevatten de eerste jaren nog uitfinanciering van KP7. De bedragen van Eurostars zijn inclusief top-up (25%) van Europa.
Op Europees niveau wordt een aantal programma’s uitgevoerd die steun verlenen aan onderzoek en innovatie. Dit betreft met name Horizon 2020, het Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie voor de periode 2014–2020. Een beperkt deel van het budget van dit Kaderprogramma wordt gealloceerd bij publiekpublieke en publiekprivate programma’s. Uitvoering van dat deel van het budget geschiedt niet door de Europese Commissie (zoals regulier het geval is bij het Kaderprogramma) maar door de daarvoor opgerichte samenwerkingsvormen.
Horizon 2020
Horizon 2020 (looptijd 2014–2020) is het huidige programma voor onderzoek en innovatie en heeft als doel de wetenschappelijke en technologische basis van Europa te versterken, evenals de concurrentiekracht van het Europese bedrijfsleven. Onderdeel daarvan is benutting van kennis voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen een belangrijk uitgangspunt. De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) stimuleert in opdracht van EZ en andere departementen de Nederlandse deelname aan Horizon 2020 door middel van training, advies en informatie.
Voor EZ gaat de aandacht uit naar het verbinden van Horizon 2020 met het nationale innovatiebeleid – in het bijzonder naar twee pijlers van Horizon 2020: industrieel leiderschap en maatschappelijke uitdagingen met de topsectoren –, het op peil houden van de deelname van Nederlandse partijen en het verbeteren van de bedrijfsdeelname (specifiek het MKB). Daarnaast wordt ook nadrukkelijk aansluiting gezocht met de regionale initiatieven gesteund vanuit de structuurfondsen.
In 2015 kon de balans opgemaakt worden over hoe Nederland participeerde in het eerste jaar van Horizon 2020. Daarbij blijkt dat het aandeel van de middelen dat naar bedrijven gaat ten opzichte van KP7 is toegenomen en met 29% (peildatum 30 mei 2015) boven de streefwaarde van 25% uitkomt. Meer resultaten over Horizon 2020 staan in artikel 12.
In 2015 zijn, als onderdeel van de kennis en innovatiecontracten van de topsectoren, vanuit NWO voor twee jaar middelen toegekend voor cofinanciering van gezamenlijke programma’s voor maatschappelijke uitdagingen.
Gezamenlijke technologie initiatieven (JTI’s) en publiek-publieke samenwerkingsprogramma’s
Naast bijdrages aan projecten draagt de Europese Commissie vanuit het Kaderprogramma ook bij aan publiekpublieke en publiekprivate programma's. Publiekpublieke programma's zijn gebaseerd op artikel 185 van het EU-Werkingsverdrag en worden ook nationaal gecofinancierd. Het Ministerie van EZ cofinanciert één daarvan direct, het artikel 185 initiatief Eurostars, dat gericht is op het MKB. Aan Eurostars nemen 34 landen deel. De regeling Eurostars is met name gericht op het high-tech MKB en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen in Europa willen samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en ontwikkeling. Dankzij deelname aan Eurostars-projecten krijgen Nederlandse bedrijven en organisaties toegang tot de kennis en R&D-resultaten van buitenlandse bedrijven en organisaties. Zo is in 2015 Thrombo DX ondersteund, dat werkt aan nieuwe longkanker diagnostiek. Naast Eurostars cofinanciert EZ (indirect via het standaardeninstituut VSL) het artikel 185 initiatief European Metrology Research Programme.
De publiekprivate programma's, zogenaamde Joint Technology Initiatives, worden in de regel niet nationaal gecofinancierd, met uitzondering van het JTI ECSEL, gericht op embedded computing systems en nano electronica. Dit JTI wordt door het Ministerie van EZ gecofinancierd. Nederlandse organisaties kunnen het hierdoor onverminderd goed blijven doen in ECSEL. Nederlandse HTSM deelnemers nemen deel in 9 van de in totaal 13 ECSEL-projecten, die € 596 mln aan R&D investeringen beslaan, waarvan € 112 mln aan R&D investeringen van Nederlandse partijen. De publieke bijdrage aan de Nederlandse deelname betreft ruim € 42 mln, waarvan € 20 mln vanuit het Nederlandse topsectorenbeleid en € 22 mln aan Brusselse cofinanciering. Na de Duitse participanten nemen de Nederlanders de grootste participatie voor hun rekening. In samenhang met deze communautaire samenwerkingsvorm bestaat er gouvernementele samenwerking in Eureka-clusters om de mondiale concurrentiekracht van ICT industrie te versterken.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
JTI/Eureka | 40.894 | 37.026 | 39.794 | 39.724 | 39.724 | 39.724 | 39.724 |
Eurostars | 8.192 | 13.098 | 15.502 | 18.226 | 18.376 | 18.376 | 18.376 |
Totaal | 49.086 | 50.124 | 55.296 | 57.950 | 58.100 | 58.100 | 58.100 |
De middelen voor JTI/Eureka bevatten de eerste jaren nog uitfinanciering van KP7. De bedragen van Eurostars zijn inclusief top-up (25%) van Europa.