In dit departementaal jaarverslag 2018 legt de Minister van Justitie en Veiligheid, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verantwoording af over het gevoerde beleid, de bereikte resultaten van dit beleid en de kosten van het beleid in 2018. In dit departementaal jaarverslag wordt tevens verantwoord over het gevoerde beheer over het jaar 2018.
Inhoud
Het jaarverslag van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Het Ministerie) bestaat uit vier onderdelen, zijnde Algemeen (A), Beleidsverslag (B), Jaarrekening (C) en Bijlagen (D).
Algemeen
Het onderdeel algemeen omvat het verzoek tot dechargeverlening en deze leeswijzer.
Beleidsverslag
Het beleidsverslag is opgebouwd uit vijf onderdelen. De paragraaf beleidsprioriteiten bevat een uiteenzetting op hoofdlijnen van de bereikte resultaten van het gevoerde beleid. De beleidsartikelen verantwoorden meer in detail in hoeverre de doelstellingen van Justitie en Veiligheid zijn behaald. Tevens is hier de financiële toelichting te vinden op opmerkelijke verschillen tussen realisatie en begroting. Voor het toelichten van de mutaties op het niveau van de financiële instrumenten (en eventueel artikelonderdeel) wordt gebruik gemaakt van de staffel uit de RBV 2019. Dit is dezelfde staffel die wordt toegepast voor het toelichten van de mutaties in de suppletoire begrotingen. De toelichting op mutaties die in eerdere begrotingsstukken (waaronder suppletoire begrotingen) aan de Tweede Kamer zijn gemeld, zijn in de financiële toelichting op hoofdlijnen opgenomen. In de beleidsartikelen wordt bij ieder artikel een algemene doelstelling en de rol en verantwoordelijkheid van de Minister beschreven.
De niet-beleidsartikelen verantwoorden de financiële afwikkeling van de apparaatsuitgaven van het kerndepartement, de nog te verdelen posten en een artikel voor geheime uitgaven. In de bedrijfsvoeringsparagraaf wordt verslag gedaan van opmerkelijke zaken in de bedrijfsvoering. Tot slot bevat dit onderdeel in afwijking van de Rijksbegrotingsvoorschriften ook een hoofdstuk over de Raad voor de rechtspraak. Dit is in overeenstemming met de wijze waarop dit in de ontwerpbegroting 2018 is opgenomen.
Jaarrekening
De jaarrekening is opgebouwd uit de departementale verantwoordingsstaat en de samenvattende verantwoordingsstaat agentschappen, de saldibalans met de bij dit onderdeel behorende financiële toelichting, de jaarverantwoording van de agentschappen en de rapportage over de topinkomens. De uitgangspunten voor de verslaglegging inzake de agentschappen zijn weergeven in de individuele jaarrekening per agentschap.
Bijlagen
Het jaarverslag bevat vijf bijlagen, te weten de voorgeschreven «Toezichtrelaties »Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s) en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s)», «Afgerond evaluatie- en overig onderzoek», «Inhuur Externen», evenals de aanvullende bijlagen «Voortgangsrapportage JenV Verandert» en het «Overzicht van in 2018 tot stand gekomen wetten».
Toezichtrelaties RWT's en ZBO's
Bijlage 1 bevat een overzicht van de toezichtrelaties RWT's en ZBO's. De cijfers voor de begroting en de realisatie dienen conform format betrekking te hebben op het kalenderjaar 2018, met als vergelijkende cijfers die van 2017. Het is gelet op de voor deze bijdrageontvangers geldende wetgeving praktisch gezien niet mogelijk om de definitieve cijfers 2018 en de eventuele bevindingen naar voren komend in de verslagen en rapportages van de openbare accountants en toezichthoudende diensten in het departementaal jaarverslag te verwerken. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat de realisatiecijfers over 2018 op het moment van opstellen nog geen definitieve status hebben, omdat de data voor het indienen van de jaarrekening hiervoor te dicht bij elkaar liggen.
Verwerking openstaande rechten 2018 en 2019
In de jaarrekening 2017 is aangegeven dat er onduidelijkheid is ontstaan over de verantwoording van geldelijke zaken (waaronder bankbeslag Nederland, bankbeslag buitenland, cryptomunten en effecten), waarbij door de rechter of officier van justitie (buitengerechtelijke afdoening) een beslissing tot verbeurdverklaren is genomen en waarbij het beslag in deze zaken, nog niet heeft geleid tot een boeking op de ontvangstenrekening. De verslaggevingsvoorschriften voor de rijksoverheid (RBV) boden in 2017 hierin weinig houvast. In 2018 is in de RBV 2019 opgenomen dat geldelijke zaken met een onherroepelijke beslissing of waar sprake is van een buitengerechtelijke afdoening per jaareinde verantwoord dienen te worden onder de saldibalanspost openstaande rechten. In 2018 is hierover overleg met het Ministerie van Financiën geweest. Met het Ministerie van Financiën is afgesproken dat het OM (en daarmee het Ministerie) deze geldelijke zaken in 2018 en 2019 nog niet in de saldibalans hoeft te verantwoorden.
Motie Schouw
In juni 2011 is de motie Schouw ingediend en aangenomen. Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen. Voor 2018 zijn er geen landenspecifieke aanbevelingen op het JenV-terrein.
Focusonderwerp
De Tweede Kamer heeft als focusonderwerp voor de verantwoording over 2018 «onderbouwing van ramingen van uitgaven en ontvangsten» vastgesteld1. Het kabinet zal, zoals vermeld in de brief van 18 oktober 20182 in het Financieel Jaarverslag Rijk 2018 inhoudelijk op dit onderwerp ingaan. Daarbij worden casussen van verschillende beleidsterreinen belicht. JenV maakt geen onderdeel uit van de casussen.
Groeiparagraaf
In 2018 zijn de ambitie, prioriteiten en doelstellingen voor de strafrechtketen vastgesteld. De keten staat voor de uitdaging om aansluiting te vinden bij een snel ontwikkelende netwerk- en informatiesamenleving. Om dit te bereiken heeft de keten drie opgaven geprioriteerd, namelijk de ontwikkeling van de informatievoorziening (digitalisering), de aanpak van doorlooptijden en de aanpak van multiproblematiek. Voor wat betreft een deel van deze opgaven zijn in 2018 concrete doelen vastgesteld, waaronder het doel om de processtukken in de gehele strafrechtketen te digitaliseren. Dit doel sluit aan bij het regeerakkoord op grond waarvan middelen beschikbaar zijn gesteld voor het digitaliseren van werkprocessen in de keten.
Specifieke aandachtspunten
Raad voor de rechtspraak
In de Wet op de rechterlijke organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering toegekend aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. De Raad kent een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering. Door JenV is gekozen voor een bijdrageconstructie. Deze bijdrage is op artikel 32 opgenomen. Voor de Raad is in het jaarverslag zoals gebruikelijk een apart hoofdstuk opgenomen, met daarin een verantwoording over de uitgaven van de Raad.
Overgangsrecht Comptabiliteitswet
Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet 2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.
Art. in CW 2016 | Art. in CW 2001 |
---|---|
3.2 – 3.4 | 19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid |
3.5 | 22, eerste lid; 26, eerste lid |
3.8 | 58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid |
3.9 | 58, eerste lid, onderdeel b en c |
2.37 | 60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid |
2.35 | 61, tweede tot en met vierde lid |
2.40 | 64 |
7.12 | 82, eerste lid; 83, eerste lid |
7.14 | 82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid |