Base description which applies to whole site

4.1 Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van de uitvoering artikel 1 Investeren in waterveiligheid (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2019

2020

2021

2022

2023

2023

2023

 

Verplichtingen

278.012

280.032

765.964

865.701

695.545

1.430.969

‒ 735.424

1

Uitgaven

509.245

451.429

428.861

536.517

560.656

653.117

‒ 92.461

 

1.01 Grote projecten waterveiligheid waterveiligheid

242.861

161.763

38.164

109.167

70.774

122.013

‒ 51.239

2

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

156.824

141.647

12.644

85.955

66.999

112.355

‒ 45.356

 

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

41.694

9.852

991

913

596

1.104

‒ 508

 

1.01.03 Ruimte voor de rivier

29.353

4.218

3.417

445

2.064

7.068

‒ 5.004

 

1.01.04 Maaswerken

14.990

6.046

21.112

21.854

1.115

1.486

‒ 371

 

1.02 Ontwikkeling waterveiligheid

258.320

282.887

381.902

416.639

472.361

510.860

‒ 38.499

3

1.02.01 Planning waterveiligheid

14.694

11.386

46.018

38.125

28.738

51.448

‒ 22.710

 

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

363

546

559

3.131

2.082

1863

219

 

1.02.02 Aanleg waterveiligheid

243.626

271.501

335.884

378.514

443.623

459.412

‒ 15.789

 

1.03 Studiekosten

8.064

6.779

8.795

10.711

17.521

20.244

‒ 2.723

 

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

8.064

6.779

8.795

10.711

17.521

20.244

‒ 2.723

 

- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

    

9.879

 

9.879

 

1.09 Ontvangsten investeren in waterveiligheid

205.107

193.910

174.597

208.140

185.258

164.608

20.650

4

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWPB-2

4.740

57.391

309

104

  

0

 

1.09.02 Overige ontvangsten HWPB-2

1850

61

0

0

  

0

 

1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWPB

166.088

117.901

169.964

181.972

179.975

164.608

15.367

 

1.09.04 Overige ontvangsten HWPB

3258

5.150

100

13.430

1.533

 

1.533

 

1.09.05 Overige aanleg ontvangsten

29.171

13.407

4.224

12.634

3.750

 

3.750

 

Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel, de verplichtingen en ontvangsten een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De per saldo lagere realisatie op verplichtingen bij artikel 1 waterveiligheid (€ -735 miljoen), door zowel projecten met een hogere als met een lagere realisatie. De hogere realisatie betreft:

    • projecten met een hogere aanvraag dan was verwacht (€ 280,6 miljoen). Dit is van toepassing bij: Project Zwolle (€ 232,4 miljoen), Lauwersmeer-Veerse gat (€ 40,3 miljoen) en Mastenbroek-Ijssel (€ 7,9 miljoen)

    • Gouw – Zee, vanwege een nieuwe berekening op basis van SSK methodiek (€ 24 miljoen);

    • toevoeging van € 32,4 miljoen van de aanvullende post op de Rijksbegroting ten behoeve van fase I van het project Beekdalen in Limburg.

    • diverse kleine mutaties per saldo €15,8 miljoen.De lagere realisatie betreft:

    • projecten waarbij de planning is herzien, hetgeen leidt tot aanpassing van de verplichtingen (€ -456,8 miljoen). Dit is van toepassing bij:  Koehool-Lauwersmeer (€ -243 miljoen) Zwolle-Olst (€ -199,8 miljoen) en Cuijk (€ -14 miljoen)

    • waterschappen die de beschikkingsaanvraag hebben verschoven, omdat meer voorbereidingstijd nodig is (€ -597,8 miljoen). Dit geldt voor de projecten Neder-Betuwe (€ -203 miljoen) Gouderak (€ -143,6 miljoen), Ravenstein (€ -122,3 miljoen), Sterke Lekdijk (€ -48,7 miljoen), Den Helder-Den Oever (€ -33,9 miljoen) Waterschapsprojecten (€ -27,4 miljoen), Markermeerdijken (€ -11,5 miljoen) en Lith-Bokhoven (€ -7,4 miljoen).

    • project IJmuiden (€ - 33,5 miljoen), waarbij het capaciteitsknelpunt tot vertraging leidt.

    • toevoeging van € 32,4 miljoen van de aanvullende post op de Rijksbegroting ten behoeve van fase I van het project Beekdalen in Limburg.

    • Verschuivingen van middelen naar latere jaren als gevolg van vertragingen op de programma's Integraal Rivieren Management (€ - 9,7 miljoen) en Rivierverruiming Maas (€ -10,8 mln).

    • diverse kleine mutaties per saldo € -20 miljoen.

  • 12. De per saldo lagere realisatie op de HWBP-2 Waterschapsprojecten (€ -45,4 miljoen) is met name het gevolg van het herzien en herschikken van de subsidie en daarmee de kasreeks voor het project Markermeerdijken.

    De lagere realisatie Ruimte voor de Rivier (€ -5 miljoen) betreft het doorschuiven van de afwikkeling van restpunten (onder andere: Spiegelwaal, Connected Rivers, IJsselkogge en afronding van vastgoeddossiers).

  • 13. De per saldo lagere realisatie van € -38,5 miljoen op Aanleg waterveiligheid is het gevolg van:

    • overprogrammering van € 46,2 miljoen

    • vertraging bij de Afsluitdijk in de aanbesteding en realisatie van monument De Vlieter. Hierdoor vinden de betreffende betalingen niet in 2023 maar in 2024 plaats. (€ -1,1 miljoen);

    • vertraging bij de HWBP Rijksprojecten. Betalingen voor een aantal deelprojecten vallen in 2023 net over de jaargrens. Daarom vind er geen betaling meer plaats in 2023, maar in 2024. (€ -21,3 miljoen);

    • lagere realisatie bij de HWBP Waterschapsprojecten per saldo (€ -53,5 miljoen) en bestaat zowel uit projecten met een hogere realisatie (€ 158,2 miljoen) als projecten met een lagere realisatie (€ -211,7 miljoen). De hogere realisatie betreft de volgende projecten waarvan de facturen eerder betaald zijn dan was voorzien:

      • Zwolle € 43,1 miljoen,

      • Lauwersmeer-Veerse Gat € 20,7 miljoen,

      • Gorinchem-Waardenburg € 7,5 miljoen,

      • Mastenbroek-Ijssel € 8,0 miljoen,

      • Zuid-Beveland € 20,0 miljoen,

      • Rijnkade-Arnhem € 6,3 miljoen,

      • Wolveren-Sprok € 4,8 miljoen,

      • Lob van Gennep € 5,0 miljoen,

      • Diverse mutaties € 42,8 miljoen.

    • De lagere realisatie betreft de projecten:

      • Neder-Betuwe (€ -40,0 miljoen), door vertraging in de uitwerking van de subsidieaanvraag;

      • Zettingsvloeiingen (€ -35,6 miljoen), vertraagd door impact gewijzigde wetgeving rondom stikstof;

      • Gouderak (€ -32,7 miljoen), doordat het uitvoerende waterschap een lagere declaratie heeft ingediend;

      • Ravenstein (€ -24,5 miljoen), door langere doorlooptijden voor de vergunningverlening;

      • Waterschapsprojecten (€ -21,3 miljoen), betreft het doorschuiven van de reservering;

      • Markermeerdijk (€ -11,5 miljoen), door problemen met funderingsbuizen. In 2024 vindt de afrekening van de planfase plaats;

      • Kleine Waterschapsprojecten < € 25 miljoen (€ -9,4 miljoen), doordat een uitvoerend waterschap een lagere declaratie heeft ingediend;

      • Lith-Bokhoven (€ -7,4 miljoen), vertraagd naar 2024 door capaciteitsproblemen bij het waterschap;

      • Den Helder-Den Oever (€ -6,8 miljoen), door vertraging in de uitwerking van de subsidieaanvraag;

      • Maasovereenkomst (€ -6,0 miljoen), door vertraging in de uitwerking van de subsidieaanvraag;

      • Centraal Holland (€ -5,9 miljoen);

      • Cuijk (€ -3,6 miljoen):

      • Diverse kleine mutaties per saldo (€ -7,2 miljoen).

    • het verschuiven van de risicoreservering van de Monitoring Langsdammen Waal naar 2026 ‒ 2027 (€ -2,3 miljoen);

    • het verschuiven van de risicoreservering van 2024 naar 2023 bij de Kribverlaging Pannerdensch Kanaal, omdat in 2023 in het kader van hoog water dan wel laag water risico's werden verwacht (€ 5,7 miljoen);

    • toevoeging van € 7,9 miljoen van de aanvullende post op de Rijksbegroting ten behoeve van fase I van het project Beekdalen in Limburg.

    • Vertraging op de programma's Integraal Rivieren Management (€ - 9,7 miljoen) en Rivierverruiming Maas (€ -10,7 mln).

    • Diverse mutaties € 0,3 miljoen.

  • 46. De per saldo hogere ontvangsten (€ 20,6 miljoen) zijn met name het gevolg van:

    • hogere ontvangsten in het kader van de verrekening van het Bestuursakkoord Water door een aangepaste uitvoeringsplanning (€ 15,4 miljoen);

    • hogere ontvangsten bij de Maaswerken voor gemaakte kosten in begeleiden van vastgoed, kabels en leidingen en juridische begeleidingen en daarnaast inkomsten van verkochte gronden (€ 3,7 miljoen);

    • diverse kleine mutaties per saldo (€ 1,5 miljoen).

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering

Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2023 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT Overzicht 2023, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2023.

Producten

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire water keringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 en 18 106, nr. 103).

Conform de Regeling Grote Projecten heeft de Tweede Kamer in 2023 de Voortgangsrapportages 23 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023 Kamerstuk 32698-79) en 24 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 32 698, nr. 82) ontvangen.

Meetbare gegevens

Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2023 voldoen 86 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. Het laatste HWBP-2 project, zijnde het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam, bevindt zich in de realisatiefase.

De toename van het projectbudget (€ 60 miljoen) is met name het gevolg van budget ter dekking van de meerkosten project Markermeerdijken (€ 40 miljoen), loon- en prijsbijstelling (€ 17 miljoen)

Tabel 4 Projectoverzicht Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2023

Projectbudget

Oplevering

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2023

realisatie

verschil

begroting2023

huidig

begroting2023

huidig

 

Projecten Nationaal

     

2027

2027

 

HWBP-2 Rijksprojecten

1

0

‒ 1

170

170

   

HWBP-2 Waterschapsprojecten

112

67

‒ 45

2.580

2.640

  

1

Overige projectkosten (programmabureau)

1

0

‒ 1

48

49

   

afrondingen

‒ 1

1

2

     

Programma realisatie

113

68

‒ 45

2.798

2.859

   

begroting (DF 1.01.01/02)

113

68

‒ 45

     

Toelichting

  • 1. De lagere realisatie voor programma HWBP-2/Waterschapsprojecten (€ -45 miljoen) is het gevolg van het herzien en herschikken van de subsidie en daarmee de kasreeks voor het project Markermeerdijken.

Ruimte voor de Rivier

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Ruimte voor de Rivier beëindigd. Het laatste project dat bijdraagt aan de doelstelling van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivierr is het project Reevesluis. Over dit project wordt gerapporteerd via het MIRT-overzicht.

De afname van het projectbudget (€ -4 miljoen) heeft betrekking op vrijval van de risicoreservering.

Tabel 5 Projectoverzicht Ruimte voor de rivier; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2023

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2023

realisatie

verschil

begroting2023

huidig

begroting2023

huidig

 

Projecten Nationaal

        

Ruimte voor de Rivier

7

2

‒ 5

2.250

2.246

2019

2019

 

Programma realisatie

7

2

‒ 5

2.250

2.246

  

1

begroting (DF 1.01.03)

7

2

‒ 5

2.250

2.246

   

Toelichting

  • 1. De lagere realisatie Ruimte voor de Rivier (€ -5 miljoen) betreft het doorschuiven van de afwikkeling van restpunten (onder andere: Spiegelwaal, Connected Rivers, IJsselkogge en afronding van vastgoeddossiers).

Maaswerken

Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.

Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats via het MIRT overzicht. Het prioritaire deel van dit werk is in 2020 afgerond.

Projectbudget: De afname van het projectbudget (€ -7 miljoen) is met name het gevolg van vrijval van de risicoreservering.

Tabel 6 Indicatoren Maaswerken

Indicator

Grensmaas

Zandmaas

Hoogwaterbeschermingsprogramma

100% in 2017 (gerealiseerd)

100 % in 2016

Natuurontwikkeling

(94%) 1.208 ha

(100%) 427 ha

Grind

ten minste 35 miljoen ton

 

Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling

De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan het NatuurnetwerkNederland (NNN).

  • Grensmaas: De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas is 1.208 ha. Het Ministerie van LNV neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamerstukken II, 2014–2015, 18 106, nr. 230). De Minister heeft in maart 2019 aan de Tweede Kamer laten weten dat eind 2018 1.125 ha van de natuurdoelstelling Grensmaas gerealiseerd is (Kamerstukken II, 2018-2019, 18 106, nr. 247). Eind 2023 is 1.147 ha (94,9%) gerealiseerd

  • Zandmaas: De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De gerealiseerde deellocaties van de Zandmaas zijn allen aan de eindbeheerders (zijnde Waterschap Limburg, gemeenten, natuurbeheerorganisaties en beheer RWS) de afgelopen jaren overgedragen. Decharge is in voorbereiding.

Tabel 7 Projectoverzicht Maaswerken; realisatie (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2023

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2023

realisatie

verschil

begroting2023

huidig

begroting2023

huidig

 

Projecten Zuid-Nederland

        

Grensmaas

2

1

‒ 1

115

116

2017-2027

2017-2027

 

Zandmaas

0

0

0

399

392

2021

2021

 

afronding

‒ 1

 

1

     

Programma realisatie

1

1

0

514

508

   

begroting (DF 1.01.04)

1

1

0

     

Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.

Figuur 3 Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid

1.02 Ontwikkeling waterveiligheid

Motivering

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

1.02.01 Planning waterveiligheid (DGWB)

De planning waterveiligheid dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de planningsfase bevinden.

Tabel 8 Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

 

Oplevering

 

Toelichting

      

Projectomschrijving

begroting 2023

huidig

begroting 2023

huidig

 

Projecten Nationaal

     

Reservering areaalgroei

14

24

  

1

Integraal Rivieren Management (IRM) (project Paddenpol)

21

159

2025

2025

2

Projecten Noordwest-Nederland

     

EPK Planuitwerking en verkenningen Waterveiligheid

11

12

   

Projecten Zuid-Nederland

     

Meerkosten Rivierverruiming Rijn en Maas

182

224

  

3

Projecten Oost-Nederland

     

IJsseldelta fase 2

105

101

2024

2024

 

afronding

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning

333

520

   

budget DF 1.02.01

333

520

   

Toelichting

  • 1. Reservering areaalgroei: het projectbudget is met € 10 miljoen toegenomen als gevolg het structureel maken van de onderhoudskosten van het toegenomen areaal.

  • 2. Integraal Rivieren Management: het projectbudget voor het IRM is met € 138 miljoen toegenomen als gevolg van de toevoeging van € 130,8 miljoen vanuit de beleidsreservering voor met name de projecten Maasoevers en Vierwaarden. Daarnaast is loon- en prijsbijstelling toegekend van € 7,6 miljoen.

  • 3. Rivierverruiming Rijn en Maas: Betreft met name toevoeging van € 35 mln vanuit de reservering voor de meerkosten Baarlo-Hout-Blerick. Daarnaast is loon- en prijsbijstelling toegekend van € 9,2 miljoen.

1.02.02 Aanleg waterveiligheid

Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.

Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)

Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en IenW. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.

Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.

De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoordelingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan, zijn ook in het programma 2023-2028 nieuwe projecten toegevoegd.

Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek zijn projecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma is uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie haar nog lopende restpunten afmaakt. De projecten Uiterwaardvergraving Afferdense en Deestse Waarden en Herinrichting Heesseltsche Uiterwaarden 2021 is het NURG programma voor het grootste deel afgerond. Er is nog een kleine restopgave die de verwerving en inrichting van enkele gebieden betreft. Voor de uitvoering hiervan heeft het ministerie van LNV een opdracht verstrekt aan Staatsbosbeheer tot en met 2030.

Overige onderzoeken en kleine projecten

Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de ministeries IenW en LNV een zandsuppletie uitgevoerd om de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde tegen te gaan. Het project is in de winter van 2019-2020 succesvol uitgevoerd met een omvang van 213 ha en 1,4 miljoen m3. Inmiddels is de monitoring gestart waarmee de suppletie zal worden geëvalueerd in 2025.

Tabel 9 Projectoverzicht Realisatieprogramma (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2023

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

Projectomschrijving

begroting2023

realisatie

verschil

begroting2023

huidig

begroting2023

huidig

 

Projecten Nationaal

        

HWBP: Rijksprojecten

31

10

‒ 21

687

736

  

1

HWBP Overige projectkosten (programmabureau)

7

8

1

149

180

  

1

HWBP: Waterschapsprojecten

447

393

‒ 54

6.856

7.552

  

1

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

2

2

0

9

10

   

Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2023

2

2

0

28

40

  

2

Zandhonger Oosterschelde

 

1

1

11

11

   

Landelijk Verbeterprogr. Regionale Rijksk.

 

2

2

2

10

  

3

Meanderende Maas

 

0

0

 

8

  

4

Projecten Noord-Nederland

        

Afsluitdijk

2

1

‒ 1

5

7

   

Afsluitdijk Bestaande Spuisluis

    

149

  

5

Projecten Oost-Nederland

        

Kribverlaging Pannerdensch kanaal

11

17

6

31

32

2023

2023

 

IJsseldelta fase 2

1

1

0

96

96

2021

2023

 

Monitoring Langsdammen Waal

2

0

‒ 2

5

5

   

Projecten Zuidwest-Nederland

        

Overige onderzoeken en kleine projecten

 

0

0

89

88

   

Dijkversterking en herstel steenbekleding

1

0

‒ 1

830

830

2023

2023

 

Projecten Zuid-Nederland

        

Beekdalen

 

8

8

 

34

  

6

afrondingen

‒ 1

‒ 1

0

     

Programma realisatie

505

444

‒ 61

8.798

9.788

   

begroting (DF 1.02.02)

459

444

‒ 15

8.798

9.788

   

Overprogrammering (-)

‒ 46

0

      

Toelichting

  • 1. De verhoging van de beschikbare bedragen voor HWBP Waterschaps-, rijks-, en overige projecten, is met name het gevolg van het verlengen van de begrotingsperiode van 2035 naar 2037 en de toegekende prijscompensatie.

  • 2. Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2023: toename van het projectbudget (€ 12 miljoen) door toevoeging van budget voor financiering van de periode 2023-2025.

  • 3. Landelijk Verbeterprogramma Regionale Rijkskeringen: toename van het projectbudget (€ 8 miljoen) vanwege de opdracht tot uitvoering van het programma.

  • 4. Meanderende Maas: toename van het projectbudget (€ 8 miljoen), als gevolg van de opdrachtverstrekking voorbereiding realisatie werken Meanderende Maas.

  • 5. Afsluitdijk bestaande spuisluis: de middelen voor dit project zijn overgeboekt vanuit artikel 4 Experimenteren cf. Art. III Deltawet omdat het project project geen deel meer uitmaakt van het DBFM-contract Afsluitdijk.

  • 6. Beekdalen: er is € 34 miljoen projectbudget beschikbaar gekomen van de aanvullende post op de Rijksbegroting voor de uitvoering van fase I van het project Beekdalen in Limburg.

1.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Producten

Nationaal Watermodel

In 2023 heeft het reguliere beheer en onderhoud van het Nationale Watermodel plaatsgevonden De doorontwikkeling van het Landelijk Waterkwaliteit Modelinstrumentarium ( o.a. toevoeging van regionale hydrologische informatie) is gestart. Voor het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium, wat o.a. door alle waterbeheerders gebruikt kan worden, is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst afgesloten.

Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie

Binnen het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) werken alle overheden en hun stakeholders met elkaar samen aan doel om Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht. De overheden werken met elkaar samen in 45 werkregio’s volgens de zeven ambities van DPRA. In 2023 zijn in aanvulling daarop trajecten gestart om de doelen van ruimtelijke adaptatie te concretiseren, daarbij behorende monitoring te versterken en te werken aan structurele financiering voor ruimtelijke adaptatie. Deze trajecten zijn in gang gezet naar aanleiding van een groot aantal gesprekken met de werkregio’s ten behoeve van de jaarlijkse Voortgangsrapportage Ruimtelijke Adaptatie. Daarnaast is er gewerkt aan het uniformeren van de uitgangspunten voor de tweede ronde stresstesten en zijn er een groot aantal bijeenkomsten georganiseerd om kennis te delen en het netwerk van ruimtelijke adaptatie verder te versterken.

IJsselmeergebied

Samen met de partners in het platform IJsselmeergebied zijn activiteiten uitgevoerd, onder meer een Ruimtelijke Verkenning. Deze verkenning heeft geresulteerd in inzicht in de opgaven en ontwikkelingen in het gebied en een methodiek voor afweging en advies.

Missiegedreven innovatiebeleid

In samenwerking met de ministeries van LNV en VWS en betrokken topsectoren zijn in mei 2023 de missies binnen het Thema Landbouw, Water, Voedsel herijkt. Water en bodem sturend heeft in deze herijkte missies een nadrukkelijke plek gekregen. Op basis van deze herijkte missies hebben de meest betrokken Topsectoren in 2023 een herijkte kennis en innovatie agenda voor het Thema Landbouw, Water, Voedsel opgesteld, vastgesteld op de InnovatieExpo23, en is een vereenvoudigde organisatie- en overlegstructuur uitgewerkt. Tevens is in 2023 besloten 3 publiek-private projectvoorstellen te cofinanciering: klimaatpleinen tuincentra, innovatieve monitoring waterkwaliteit en nachthitte.

Water4All - Water Security for the Planet

IenW participeert in het Europese onderzoeksprogramma Water4All «watersecurity for the planet». Met dit programma coördineren de lidstaten en de Europese Commissie gezamenlijk onderzoek rond integraal waterbeleid. In 2023 is onder andere onderzoek gestart op het gebied van watermanagement en hydroclimatic extreme events.

Programma Integraal Riviermanagement (IRM)

Het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) is in december 2023 naar de Kamer gestuurd. Het Programma IRM introduceert nieuwe doelstellingen voor het rivierengebied en focust hierbij op het optimaliseren van de rivierbodemligging en de beschikbaarheid van voldoende ruimte om de afvoercapaciteit in het rivierengebied te borgen. Het programma werkt aan een stabiele en beheerbare bodemligging in het zomerbed, wat essentieel is voor het bevaarbaar houden van de rivier bij lage afvoeren en het herstellen van de natuurlijke rivierdynamiek, wat goed is voor de biodiversiteit. Ook draagt dit bij aan een efficiënte waterverdeling, en berging van water voor drinkwaterwinning. Daarnaast richt het programma zich op het vergroten van de afvoer- en bergingscapaciteit om toekomstige hogere rivierafvoeren aan te kunnen.

Bij verschillende IRM-projecten zijn in 2023 stappen gezet naar de uitvoering. Zo is in het BO Leefomgeving 2023 het startdocument voor de MIRT-verkenning Zuidelijk Maasdal ondertekend. Dit project is een samenwerking tussen zes overheidsinstanties en richt zich op het ontwikkelen van een geïntegreerde aanpak voor hoogwaterbescherming, scheepvaart, ruimtelijke ontwikkeling en natuurversterking. De verschillende maatschappelijke opgaven worden hierbij nadrukkelijk in samenhang aangepakt. Zo zorgt IenW samen met medeoverheden voor een toekomstbestendig Zuidelijk Maasdal.

Regionale keringen in beheer van het Rijk

De regionale keringen in beheer van het Rijk zijn in de periode tot en met 2022 door Rijkswaterstaat getoetst. De uitkomsten van de toetsing zijn op 27 november 2023 naar de Kamer gestuurd. In totaal voldoet ca. 31% (157 km) nog niet aan de norm en voor de waterkerende kunstwerken geldt dat ca. 17% (13 objecten) niet voldoet. De uitvoering wordt inmiddels voorbereid en de voortgang van versterkingsmaatregelen wordt jaarlijks gerapporteerd in het MIRT-overzicht.

Programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023

In 2023 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen, het nieuwe programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023. Het programma BOI2023 bouwt voort op het WBI2017, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) zijn opgedaan. In 2023 zijn aangepaste handleidingen en leidraden opgeleverd, passend bij de nieuwe ministeriële regeling, zodat beheerders kunnen starten met hun beoordeling van de primaire waterkeringen in de tweede beoordelingsronde (2023-2034). Ook het kader zorgplicht is in 2023 geactualiseerd, zodat het aansluit bij de nieuwe ministeriële regeling. Vanaf 2024 wordt gewerkt aan verdere doorontwikkeling van o.a. de hydraulische belastingen.

Lange termijn ambitie / Kennisprogramma Waterveiligheid

Het Rijk heeft een wettelijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en het verstrekken van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland. Hiertoe worden langjarige activiteiten (onderzoek) uitgevoerd om een solide kennisbasis te ontwikkelen. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid.

In 2023 is met name gewerkt aan: schematisaties van o.a. ondergrond voor het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI), afleiden van wind- en waterstandsstatistiek op basis van de klimaatreeksen van het KNMI, onderzoek naar onzekerheden in trends van het stormklimaat, effect van waterstanden en golven (hydraulische belastingen) op dijkbekledingen, aanpassing van golfmodellen op zee, nieuw hydraulische belastingenmodel voor dijken en duinen langs de kust, effect van golfoverslag en stroming op de erosie van het binnentalud van (gras)dijken.

Kennisprogramma Zeespiegelstijging

In het Kennisprogramma Zeespiegelstijging wordt onderzoek gedaan naar de effecten van zeespiegelstijging en de handelingsperspectieven voor de korte en de lange termijn. Het KNMI voert onder andere modelstudies uit naar het verbeteren van de relatie tussen de waargenomen zeespiegelstijging en projecties voor de toekomst.

De studies van het KNMI hebben bijgedragen aan de scenario’s voor zeespiegelstijging die als onderdeel van de nieuwste KNMI ’23-klimaatscenario’s zijn verschenen in oktober 2023. In november 2023 is de Tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging voorzien van een kabinetsappreciatie, aangeboden aan de Tweede Kamer/gepubliceerd (Kamerstukken II, 2023/24, 36410-J-5).

In deze Tussenbalans zijn de resultaten van de studies van de effecten 3 meter/ 5 meter zeespiegelstijging in samenhang met de andere resultaten bijeengebracht. Waar nodig worden de resultaten voor 5 meter komende tijd nog gecompleteerd. De Tweede Kamer is in juni 2023 geïnformeerd over resultaten van onderliggende studies (Kamerstukken II, 2023/24, 36200-J-7).

Cyberweerbaarheid in de watersector

Om het thema cyberweerbaarheid in de watersector effectief aan te pakken is er in 2020 een uitvoeringsprogramma gestart, genaamd «Versterking cyberweerbaarheid in de Watersector». De aanvullende Bestuursakkoord Water (BAW) afspraken (BAW+) over cybersecurity zijn hierin ondergebracht. Partijen in de watersector werken onder regie van het Ministerie van IenW in dit programma samen aan projecten die met name gericht zijn op operationele technologie (OT).

Het programma is in 2023 geëvalueerd en voortgezet. In 2023 zijn hernieuwde bestuurlijke afspraken gemaakt over de samenwerking en zijn de visie en ambities van het programma vastgelegd. De activiteiten in het programma geven onder andere invulling aan de Nederlandse Cybersecurity Strategie (NLCS). Afgesproken is om  de projectmatige aanpak voort te zetten en instrumenten te ontwikkelen die de watersector helpen om voorbereid te zijn op de NIS2 (Network and Information Security Directive). Projecten die in 2023 gestart of afgerond zijn, zijn het analyseren van ketenrisico’s voor het hoofd- en regionale watersysteem, cybersecurity dreigingsscenario’s voor het proces keren en beheren waterkwantiteit, het ontwikkelen van een roadmap voor de drinkwatersector op het gebied van monitoring en detectie, Red team / Blue team trainingen, de ontwikkeling van een raamwerk voor Threat-Intelligence based Ethical Red-teaming (TIBER) voor de watersector, Ransomware Preparedness Scans en een onderzoek naar de inzet van cyberranges en digital twins.

Cybersecurity vitaal/economische veiligheid

De herbeoordeling van het vitale proces Keren en beheren is uitgevoerd en goedgekeurd in het BO Water. Aansluitend is een «all hazards» weerbaarheidsanalyse uitgevoerd waarbij 12 verbeterpunten zijn geconstateerd .Deze verbeterpunten worden nu middels een actieprogramma ‘Verbeteren weerbaarheid van het vitale proces keren en beheren’ geadresseerd met medewerking van de vitale aanbieders binnen het proces.. Het programma kent een looptijd van 4 jaar en eindigt in 2027.

Inmiddels zijn alle vitale aanbieders formeel aangemerkt door middel van een ministerieel besluit.

De implementatie van de Critical Entities Resilience directive (CER) en de Network and Information systems Security 2 richtlijn (NIS2) wordt binnen IenW projectmatig getrokken door het projectteam Versterkte Aanpak Vitaal CER NIS2. Binnen deze projectstructuur wordt, vanuit de diversie IenW directies, input geleverd op de concept wetteksten die worden ontwikkeld door het ministerie van Justitie en Veiligheid die de EU richtlijnen omzet in Nederlandse wetgeving. Daarnaast wordt binnen het projectteam nagedacht over de financiële consequenties van de richtlijnen op de sectoren en het ministerie zelf en het toezicht dat moet plaatsvinden. De implementatietermijn loopt nog door t/m begin 2025.

Binnen IenW loopt een programma Verbeteren Economische Veiligheid. DGWB is daarbij aangesloten en draagt zorg voor een nadere analyse van de economische veiligheidsrisico’s voor de vitale watersectoren en eventuele aanscherpingen in regelgeving en beleid inzake economische veiligheid. Een van de concrete acties is dat bij de inlichtingendiensten is gevraagd om een dreigingsanalyse voor de vitale sectoren Drinkwater en Keren en Beheren waterkwantiteit met aandacht voor risico’s voor de economische veiligheid van de actoren binnen deze sectoren. Deze analyse word verwacht begin 2024.

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief projectgebonden aandeel, prijspeil 2010). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het ministerie van Financiën. Voor 2023 komt dit bedrag uit op ongeveer € 225 miljoen (inclusief projectgebonden aandeel). De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012-2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.

Licence